THAI Airways stopt met Boeing 747 op Europese route
De Thaise nationale luchtvaartmaatschappij THAI Airways International stopt met de iconische Boeing 747-400 op de route tussen Bangkok en München. Per 28 oktober neemt de Boeing 777-300ER van THAI het stokje over.
Hierdoor vliegen er deze winter geen jumbojets van THAI meer naar Europa. De luchtvaartmaatschappij wil alle 747 toestellen in haar vloot vervangen voor zuinigere toestellen. Voorlopig worden er nog wel een aantal 747’s ingezet op enkele Aziatische routes, zoals op de lijnvlucht naar Sydney en als reservetoestel.
Door de inzet van de Boeing 777-300ER naar München gaat de passagierscapaciteit wel wat omlaag: van 374 stoelen per vlucht naar 348. Ook heeft de Triple Seven geen First-class.
Bron: Luchtvaartnieuws.nl
Over deze blogger
-
Bekend als Khun Peter (62), woont afwisselend in Apeldoorn en Pattaya. Al 14 jaar een relatie met Kanchana. Nog niet gepensioneerd, heb een eigen bedrijf, iets met verzekeringen. Gek op dieren, vooral honden en muziek.
Genoeg hobby's, maar helaas weinig tijd: schrijven voor Thailandblog, fitness, gezondheid en voeding, schietsport, ouwehoeren met vrienden en nog wat eigenaardigheden.
Lees hier de laatste artikelen
- Nieuws uit Thailand22 november 2024Al zes toeristen overleden door vergiftigde alcohol in Laos
- Eten en drinken22 november 2024Thai Street Food in Bangkok (video)
- Stranden22 november 2024Toei Ngam Beach, een prachtig strand nabij Pattaya
- Eten en drinken21 november 2024Knoflook in de Thaise keuken, niet alleen lekker maar ook gezond!
Ook van de 737-400 nemen ze afscheid.
“Yesterday (2 September 2018) the Farewell Ceremony for THAI’s Boeing 737-400 “The Classic” was held at THAI Maintenance Hangar, Suvarnabhumi Airport. The atmosphere there was brimming with impression and rejoice, which we hope we could convey via these exclusive shots. Thanks for all the 28 years of joy, delight, and fond memories you’ve shared with us through your diligent services, dear 737-400. It’s a great honour to have you in our fleet!”
https://www.facebook.com/pg/ThaiAirways/posts/?ref=notif
Als er een moderner vliegtuig wordt ingezet vanwege brandstofbesparing dan is dit een gevolg van technische ontwikkelingen in de luchtvaartindustrie. Voor de passagiers verandert er hoegenaamd niets behalve bijvoorbeeld de kleur van de zittingen of een centimeter meer of minder arm- of beenruimte. Het enige wat ik in de 30 jaar als passagier echt een vooruitgang vond dat er niet meer gerookt werd in het toestel. Voor de rest is het gewoon zitten, hapje en drankje en wat naar een scherm kijken. Nou dat al 30 jaar lang hetzelfde. Dus leg de gewone man eens uit wat er zo spannend is aan de 737 of 777 ten opzichte van de 747. Het is als de autoreclame: de plaats van de knipperlicht aan de achterkant hebben ze van boven naar onder de remlicht verplaatst : wat een revolutie ! Zoiets gaat dus ook op voor elke nieuwe type vliegtuig, er verandert nooit iets wat echt opvalt bij de gebruikers, passagiers.
Ik denk dat het inflight entertainment systeem toch heel wat beter is geworden en het ook allemaal veel stiller is geworden.
Voor piloten zal er ook wel heelwat veranderd zijn en het zal ook allemaal wel veiliger geworden zijn.
Wat mij betreft, over 30 jaar gezien, toch allemaal wat meer dan enkel een niet roken lamje dat nu altijd blijft branden.
Als passagier zul je dat ook niet begrijpen. Daarvoor moet je een luchtvaarthobbyist zijn 😉
Ik begon in 1982 als steward bij Lufthansa te werken. Mijn werkplaatsen waren de B727 en de B747.
De 727 met zijn drie motoren zag er best wel goed uit, maar werd later vervangen door een A320 met twee motoren. Een groot verschil in comfort, brandstof verbruik en veiligheid.
De 747 kreeg een broertje en werd toen in verschillende types opgedeeld: je had de 747-200 D en de 747-200 E. Dit waren de oudere modellen. De “D” was een versie waarbij er een vrachtruimte achter in het vliegtuig was, waar bij de “E” een passagiers deel was (kan ook andersom zijn, het is al lang geleden).
De nieuwere 747, de 747-400 was iets groter, breder, een langere bochel (het bovendek was langer) en kon veel langere afstanden afleggen.
Wat merk je als passagier ervan? Toen in 1982 naar Tokyo gevlogen werd, moest er een tussenlanding in Ancorache gemaakt worden.
Ook vluchten naar bijvoorbeeld Australië werd in 3 etappes afgelegd (Dubai en Kuala Lumpur tussenlanding).
Met de komst van de B747-400 en de opening van het luchtruim boven de voormalige Sovjet Unie, kon men vanuit Frankfurt direct en zonder tussenlanding naar Tokyo vliegen.
De laatste vluchten naar Australië gingen in twee etappes afgelegd met Bangkok of Singapore als tussenlanding.
Over al de jaren dat ik vloog, stegen alle kosten rondom ons, maar gek genoeg werden de vluchten steeds goedkoper.
En wat merk je als passagier ervan? Ik durf als leek te beweren, dat wanneer wij nu met toestellen uit 1982 naar Bangkok zouden vliegen, je niet voor 500 Euro, maar voor 5000 Euro een ticket kon krijgen.
De vliegveiligheid is over al die jaren steeds beter geworden. De lucht aan boord is beter en gezonder.
Dus wat is er zo spannend aan een 737 of een 777 ten opzichte van de 747? Moet ik dat nog verder uitleggen? Als passagier merk je dat in ieder geval in je portemonnee!!!!
Idd Sjaak, je voelt het in de portemonaie, maar het heerlijke aan de Boeing 747 (Jumbo jet) was, het RUIMTE gevoel.!! Allen die een beetje claustrophobisch zijn zullen mij beamen!
Trouwens, het was Anchorage.
Leo, bedankt voor de verbetering van mijn geliefde Anchorage!.
Ik persoonlijk betreurde het toen wij overstapten op de 747-400. Daardoor kwam deze stop weg te vallen. Natuurlijk voor passagiers was dat een voordeel, het verkortte de reis met vele uren.
Wij, als bemanning hadden met deze Anchorage stop een prachtige omloop. Toen we nog met de 747-200 naar Tokio en Osaka via deze stad vlogen, hadden we daar altijd een paar dagen vrij.
Het begon zo: Frankfurt – Anchorage. Een nacht in Anchorage, het vliegtuig ging met de nieuwe bemanning verder.
Dan was het de volgende dag onze beurt om vanaf Anchorage naar Tokio en Osaka te vliegen. Overnachten deden we dan in Osaka, waar we twee nachten bleven.
Dan weer terug naar Anchorage, waar we drie nachten bleven. Wéér terug naar Osaka via Tokio met overnachting in Osaka of Tokio, ik weet het niet meer precies.
Terug naar Anchorage met een overnachting en dan weer terug naar Frankfurt.
Doordat we over de noordpool vlogen en een datumgrens overvlogen, kreeg je een telkens met een klene tijdreis te maken: was er al een flink tijdsverschil tussen Frankfurt en Anchorage, tussen Japan en die stad een nóg groter verschil. Vloog je bijvoorbeeld op dinsdag weg, kwam je na ongeveer 10 uur vliegen in een tijdzone die meer dan 24 uur later lag. Dus de volgende dag kwam je dan in Japan aan.
Terug was het juist andersom: je vertrok ’s middags en na tien uur vliegen, kwam je dezelfde dag ’s ochtends aan. Dus had je die dag dubbel.
Dit werd twee keer gedaan tijdens een omloop.
Voordat ik er de eerste keer heen moest, had ik van iets negatief ingestelde collega’s de meest uiteenlopende “horror” verhalen gehoord en ik deed mijn best om die vlucht niet te krijgen. Maar na twee jaar zag ik tot mijn schrik dat ik deze vlucht in mijn rooster had. En niemand wilde met mij ruilen.
Echter kan ik je vertellen dat ik mijn hart aan deze omloop verloren heb. We waren ongeveer 18 dagen onderweg. Het was de meest fantastische omloop in mijn leven en er zijn nog vele daarna door mij aangevraagd. Het was waar, je wist na 18 dagen niet meer welke dag het van de week was, je lichaamsklok was aardig door elkaar geschud, maar het was alles de moeite waard.
In het begin hadden we in Anchorage ieder een kleine eigen woning ter beschikking in Anchor Arms, een mini resort zou je kunnen zeggen. Een woonkamer met keuken, kookplaat, keukengerei enzovoorts. Magnetron bestond toen nog niet voor ons. En gekookt werd er. Moest niet, je kon ook in een restaurant eten, maar het leuke was het leven samen. We hadden drie grote Cadillacs Station Wagons ter beschikking: twee voor de cockpit (die bestond toen uit drie man: piloot, co-piloot en flight engineer) en een voor de rest van de bemanning. Maar we mochten altijd een Cadillac van de cockpit “lenen”.
Daarmee gingen we dan naar de supermarkt en kochten van alles in. Kruiden en dergelijke, maar vaak ook nog ongebruikt brood en andere levensmiddelen werden door onze voorgangers in de appartementen achtergelaten en zo deden wij dat ook.
Dit werd bij de terugkeer uit Japan gedaan: we kookten samen en zaten zo met 15 man en vrouw lekker te genieten.
Het eerste layover betekende voor ons: elkaar een beetje leren kennen en uitvissen wie wat wilde doen tijdens het tweede layover dat 3 volle dagen lang was. Daar had je mensen bij die hun belastingopgave wilden doen, ik had collega’s die een volle koffer ongestreken wasgoed bij zich hadden, maar er waren ook collega’s die graag iets meer van Alaska wilden zien.
Op een van de mooiste layovers reden we met 8 mensen in één Cadillac (en nog steeds ruimte) naar de Matanuska gletsjer en Mount Denali in het Denali National Park, waar we in een motel overnachtten. Onderweg zagen we elanden, grizzly beren, rivieren vol met forellen en de mooiste wilde landschappen die je je kon voorstellen. Wat was dat een genot.
Ik was destijds al verzot op Azië en de tropen, maar dat wat je daar in zomer en winter zag, liet me Azië verbleken. Wat een mooie natuur.
Dit is maar een topje van de ijsberg. Maar met de komst van de 747-400 was er geen reden meer om met een passagiersvliegtuig daar tussen te landen en viel dus voor ons als bemanning deze prachtige omloop weg.
Dat gebeurde natuurlijk met vele layovers die wij als bemanning hadden. Onze vloot werd moderner, de vliegtuigen konden langer in de lucht blijven en vele tussenstops vielen weg, waardoor onze omlopen ook korter werden. In 1983 betekende een vlucht naar Sydney voor de bemanning een rotatie van 20 dagen. Passagiers deden er ongeveer 24 uur over. Maar omdat destijds slechts twee vluchten per week naar Sydney gingen, moesten wij na telkens twee of drie nachten ergens ondergebracht worden.
Naar Bangkok had je verschillende mogelijke omlopen. Je had er van 3-4 dagen, maar ook van 10 dagen. Daarbij had je dan twee zogenaamde shuttles, bijvoorbeeld Bangkok – Kuala Lumpur of Bangkok Manilla, of Bangkok – Ho Chi Min en terug. En als je het geluk had een zogenaamde “springer” omloop te krijgen, had je soms ook bijna een week in Bangkok vrij. Want dan vloog je alleen op de passagiers versie (B747-200 E), maar je collega’s die een normale omloop hadden, vlogen met de volgende (B747-200 D, die met vrachtgedeelte) verder.
Dat was prachtig. Toen kon je lekker eens naar Chiang Mai, Koh Samui of waar dan ook heen reizen. Met vier dagen vrij tussen twee vluchten, was dat genieten.
Dit was zo’n beetje een beschrijving over wat het voor de bemanning uitmaakte. Dat niet alleen, er kwamen natuurlijk ook vele andere aspecten bij nieuwe vliegtuig types. Omscholing was er één van, opsplitsing ook. Toen we meer types vliegtuig hadden, werden ook wij weer meer opgedeeld in de zones waar deze vliegtuigen heen vlogen. Een tijdlang kwam ik niet meer in Thailand omdat er geen 747 heen vloog, maar een airbus. Daar was ik niet voor getraind, dus waren er een aantal jaren dat ik geen voet in Thailand zette, behalve bij vakantie.
Als passagier merkte je dat natuurlijk niet zo erg, wel dat je vluchten korter werden en je sneller op de plaats van bestemming kon zijn. Maar dit heb ik al beschreven… 🙂