Ouden van dagen in Thailand
De familie van mijn huisgenoten en mijn huisgenoten zelf zitten aardig in elkaar. Hoewel ze allemaal uit Pichit komen, wonen een behoorlijk aantal zussen en broers nu in Pattaya, de meeste met man, vrouw en kinderen.
’s Morgens vraagt Nim mij of ik zin heb ’s avonds met de hele familie mee te gaan. Ze gaan ouden van dagen voeren. Gezien mijn leeftijd lijkt het me leuk om te zien hoe dat in zijn werk gaat. Met drie auto’s gaan we naar een tehuis voor bejaarden, twintig kilometer boven Pattaya. Dit tehuis wordt gevormd door een uitgestrekt terrein, op loopafstand van de zee.
Overal staan barakken, waarin groepjes ouderen wonen. In totaal meer dan 200 mensen. In de barakken staan overigens geen meubelen, want Thais, zeker de ouderen, zijn gewend op de grond te slapen, dus dit is geen teken van verwaarlozing.
We gaan naar een gigantische keuken en daar pas blijkt dat we allemaal in de kofferbak grote pannen met gekookt eten hebben. In de keuken staan overigens woks met een doorsnede van meer dan één meter. Onze gave is dus kennelijk bedoeld als extraatje.
Over het terrein zijn een aantal eetruimtes verspreid. Wij begeven ons naar één van die ruimtes, tegelijkertijd met een karretje met pannen rijst en de daarbij behorende gangen. In de eetruimte staat een aantal lange tafels met stoelen. Op die stoelen staan namen geschreven, dus iedereen heeft zijn vaste plaats. Een aantal krasse bejaarden begint met het opscheppen van de borden. Onze kinderen helpen hiermee. Grote borden met diversen inkepingen, een grote voor rijst en diverse kleinere voor de bijgerechten. Van één gevuld bord zou ik drie dagen kunnen eten. Overigens heerst hier kennelijk een strak regiem, want op de borden staan ook namen, zodat iedereen iedere dag op zijn eigen plaats van zijn of haar eigen bord eet.
Rechts in de ruimte staan een aantal uiterst gerieflijke fauteuils. Die zijn voor gulle gasten, vandaag voor ons dus. Zo hebben we goed uitzicht op alles wat gebeurt. Wanneer alle borden vol op tafel staan, klinkt er een bel. In een mum van tijd stroomt de ruimte vol met oude mensjes. Iedereen zoekt zijn eigen plaatsje en zijn eigen bord. Ze mogen nog niet eten, want nu klinkt er een gezamenlijk uitgesproken gebed. Omdat Thais een tonale taal is, lijkt het of er gezongen wordt.
Later vertelt Nim mij dat wij in dit gebed worden bedankt en dat Boeddha gebeden wordt goed voor ons te zijn. Na dit dankwoord begint de maaltijd. Ik weet niet of iedereen alles opeet, want onze liefdadigheidsactie is nu afgelopen. We gaan terug naar de auto’s en keren huiswaarts. Ik zal binnenkort eens informeren of ik een plaatsje kan reserveren.
Ik hoorde dat het staatspensioen voor 65-jarigen slechts € 10,- per maand netto is per persoon. Dan hebben wij nog niet te klagen.
Mijn schoonvader is intussen overleden en kreeg per maand 500 bath pensioen,maar heeft nooit een bath belastingen of sociale wetgeving betaald.Daar kunnen ze in europa nog een lesje van leren niet.
Wimol,je moet geen appels met peren vergelijken!
Een heel mooi verhaal en initiatief.
Maar het lijkt wel van “We gaan even oude mensen kijken”.
Alleen vindt ik dat over de oudere mensen wat minderwaardig wordt gesproken. Waarom heet het ineens “bejaarden voeren”, als mensen het niet zo breed hebben en afhankelijk zijn van anderen? Voeren doe je alleen nog maar dieren, maar geen oude mensen.
En in die gerieflijke fauteuils zou ik al helemaal niet gaan zitten. Laat daar maar de mensen zitten die zijn hele leven al hard gewerkt hebben. In plaats van “gulle gasten”.
Hopelijk kunt u inderdaad een plaatsje reserveren. Maar dan bidden we voor u.
@ Gerrit, je moet niet alles te letterlijk nemen. Weleens van een knipoog gehoord? In het geval van Dick zal het ironisch bedoelt zijn, hij is zelf ook niet meer de jongste 😉