Pai Loei….
Ik kan het aantal keren dat mijn lieftallige eega ‘Pai Loei’ naar mijn hoofd geslingerd heeft écht niet op de vingers van twee handen bijhouden.
‘Pai Loei’ is volgens mij het Thaise equivalent van de volgende populaire Ierse reizigersgrap:
‘Do you like travelling? ‘
‘Yes’
‘ Do you like sex?’
‘Yes’
‘ So, why don’t you gome home and f.ck yourself?’
De ver van Bangkok verwijderde provincie Loei en de gelijknamige hoofdstad waren in vroeger dagen de nachtmerrie van elke Thaise ambtenaar. In de bureaucratie stond een mutatie naar Loei gelijk met een verbanning naar Siberië. Vaak was deze bestemming dan ook een straf voor een recalcitrante ambtenaar. Loei was immers één van de verst van de beschaving liggende plaatsen binnen het koninkrijk. Een buitenpost in de jungle aan de uiterste rand van het Khorat plateau. Een locatie die synoniem was voor ziekten, gebrek aan comfort en koud weer. Iemand op een vaak niet al te zachtzinnige wijze ‘Pai Loei!’ toeroepen betekent dan ook tot op de dag vandaag gewoon ‘Go to Hell…’
Alhoewel Loei officieel integraal deel uitmaakt van Isaan is het een geografisch randgeval dat qua klimatologische omstandigheden in feite beter bij Noord-Thailand was ingedeeld. In de winter kan het er door de kille mist die vaak in de dalen blijft hangen, behoorlijk fris zijn terwijl de zomers dan weer een bloedhete stempel op land en bevolking drukken.
Ik ben al jaren geïntrigeerd door het ‘Pai Loei !’ Als mijn eega mij zo veelvuldig uitnodigt om er eens een bezoek aan te brengen dan moest het er vroeg of laat van komen. En dus heb ik een paar maanden geleden mijn stoutste schoenen aangetrokken en ben ik over Khon Kaen naar de stad Loei afgereisd. Alhoewel stad misschien een te breed uitgemeten begrip is voor deze rustige plaats, die werd vernoemd naar de door het oostelijke deel stromende Loei-rivier. Loei heeft het typische karakter van een grensplaats maar is zeker niet de hel. Al geef ik eerlijk toe dat er niet erg veel te beleven valt. Bent u op zoek naar een locatie met een bruisend nachtleven dan is een trip naar Loei niet je dàt. Een voordeel aan het isolement is wel dat hier een aantal tradities zijn blijven voortleven die elders volledig zijn verdwenen. Zo wordt hier en in het meer westelijk gelegen Dan Sai bij het begin van de Moesson het drie dagen durende Phi Ta Khon-festival gevierd, een carnavalesk spektakel waarbij spotzieke, als geesten gemaskerde mannen in kleurrijke, zelf in elkaar geflanste mantels, om regen af te smeken, een Boeddhabeeld door de stad dragen en de draak steken met de toeschouwers.
Het gebrek aan animo in en rond Loei wordt echter ruimschoots vergoed door de uitzonderlijke natuurlijke pracht van het ruige landschap. Dit is echt één van die steeds zeldzamer wordende plaatsen in Thailand waar je beseft dat je diep in het grotendeels ongerepte hart van Zuidoost-Azië bent doorgedrongen. Tham Erawan bijvoorbeeld, op een kleine 50 km. van Loei, is een enorme grot bij een kloostercomplex in de berg Pha Tham Chang. De driekoppige Erawan houdt de wacht aan de voet van de behoorlijk steile, 600 treden tellende trap die u naar de grot voert. Eens op adem gekomen belet niets u om deze plaats te verkennen. In deze grot, waar enkele decennia geleden bij archeologische opgravingen behoorlijk wat prehistorische vondsten werden gedaan, kan u een paar grillige druipsteenformaties vinden. Wel opletten voor de occasionele cobra die hier af en toe afkoeling zoekt.
Chiang Khan ligt op ongeveer zestig kilometer ten noorden van Loei en is de hoofdplaats van een etnisch sterk gekleurde regio door de aanwezigheid van bergvolkeren. Dit uit zijn voegen gegroeide dorp is in feite niets meer dan een paar lange, rustige straten en een fraaie, niet zo lang geleden boulevard langs de Mekong. Precies deze ligging naast de Mekong maakt het echter een aantrekkelijke verblijfplaats en ik heb me laten vertellen dat het plaatsje intussen niet alleen Westerse hipsters maar ook heel wat Thai weet te bekoren. Er zijn de laatste jaren dan ook een aantal hippe en trendy coffeebars, B&B’s, hotelletjes en restaurants bijgekomen. Je kan hier bovendien boten huren voor tochtjes op de majestueuze Mekong, de door de menselijke expansiedrift bedreigde levensader van deze regio.
De belangrijkste attracties in de provincie Loei zijn echter zonder twijfel de natuurparken waarvan Phu Kradung National Park het bekendste en, naar mijn aanvoelen het mooiste is. Deze enorme tafelberg met een oppervlakte van 60 km² is met legenden omgeven. De naam Phu Kradung of Klokberg zou verwijzen naar het mysterieuze geluid van een kradung of klok die vanaf de top zou geluid worden door de Hindoe-god Indra. Anderen beweren dan weer dat de berg als een klok klinkt wanneer je er met een stok op slaat. De etymologisch meest plausibele naamverklaring is dat het wellicht een verbastering is van krating, de benaming van de in het wild levende stieren, die ooit op dit geïsoleerde plateau graasden maar intussen al lang door jagers werden uitgeroeid.
Er moet af en toe flink geklommen worden en je neemt best stevige stappers mee voor een bezoek aan dit park, maar een bezoek loont zeker en vast de moeite. Kenmerkend voor dit Nationaal Park zijn de vele Nam Tok of watervallen die vooral in september – oktober, op het einde van het regenseizoen, best indrukwekkend kunnen zijn. Eén van de watervallen, de Pone Phop waterval is vernoemd naar Pone Kingpetch (1935-1982), de eerste Thaise wereldkampioen vlieggewicht boksen, die hem tijdens een trainingssessie ontdekte. Hij kwam geregeld in koelere klimaat van het Nationaal Park trainen. Pha Nok An of de Zwaluwrots aan de oostzijde van het park is een populaire bestemming die bij zonsopgang een mooi spektakel biedt. Deze rots dankt haar naam aan de vele zwaluwnesten onder de overhangende rand. Een ander hoogtepunt is Pha Lom Sak, een zandstenen richel aan de zuidzijde van het park die een fantastisch panorama biedt over de groene omgeving. Met een beetje geluk kan u één van die parels uit de lokale fauna spotten waarvoor dit park bekend staat zoals de luidruchtige gibon-apen, zeldzame neushoornvogels, een stel jakhalzen of een kraagbeer.
Mocht u nog niet overtuigd zijn om dit park te bezoeken dan nog, als afsluiter, dit ultieme argument voor de culturo’s onder de lezers: De ongerepte schoonheid van Phu Kradung inspireerde de meermaals bekroonde Thaise dichter en kunstenaar Angkhan Kalyanaphong in 1969 tot een lange ode Lam Nam Phu Kradung – De ballade van Phu Kradung.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
- Eten en drinken17 oktober 2024Culinaire herinneringen van een bourgondisch tafelaar – Chinatown & Yaowarat road (Bangkok)
- Bezienswaardigheden3 september 2024Het dak van Thailand – Doi Inthanon
- Achtergrond21 augustus 2024Thailand… om dichterlijk van te worden…
Beste Lung Jan,
Een voortreffelijke en mooie beschrijving van Loei en omgeving. Heel knap dat je dit zo neerzet.
Ik ben nu eenmaal een muggenzifter. Wat die bergvolkeren in Chiang Khan betekenen begrijp ik niet.
Wat ‘Pai Loei’ betreft volgende. Het is ไปเลย in het Thais. Pai is gaan, en loei (met een lange stomme -e- als klinker) is een versterkend eindwoordje (en de plaats Loei met dezelfde uitspraak en schrijfwijze). Het betekent gewoon : ‘Ga!’ krachtig gezegd en vaak met een zekere irritatie of boosheid: ‘Donder op, zeg!’ ‘Kin loei’ betekent ‘Eet!’ (‘Ga nou toch eens eten!’). ‘Joet loei’ betekent ‘Hou nou toch op!’ Geen Thai denkt dan aan het plaatsje Loei, hoewel ik daar wel eens een grap van maak. ‘Ik ga niet naar Loei maar naar huis!’
Beste Lung Jan,
Een interessant verhaal over een gebied wat ik niet kende
met daarbij mooie foto’s! Bedankt.
Phu Kradung is zeker het mooiste, maar Phu Ruea is ook best een bezoek waard.
Dag Tino,
Wat die ‘bergvolkeren’ betreft had ik misschien iets specifieker moeten zijn. Ik heb er een aantal Karen gezien maar vooral heel wat Tai Dam die – zo heb ik mij laten vertellen – in het begin van de vorige eeuw vanuit de heuvels rond het Vietnamese Dien Bien Phu naar Chiang Khan zijn getrokken. Ze hebben er zelfs een eigen, bescheiden cultureel centrum. Er waren overigens ook een aantal Thai of Lao Phuan in de buurt…
De Siamese smeltkroes. Maar het Thaise volkslied begint met ‘Wij Thais zijn één van vlees en bloed….’.
Prachtig geschreven! Zelf twee keer in Loei geweest, kan mij nog herinneren dat ik in een barbecue restaurantje heb gegeten, dat versierd was met Buffalo attributen, zoals de horens en vacht. Dacht dat ze daarmee het Wilde westen van Amerika wilden nabootsen maar nu begrijp ik dat het een verwijzing was naar de wilde stieren van destijds in Phu Kradung. In dat park een mooie wandeling gemaakt, was er toen wel ontzettend heet. Gelogeerd in een bungalowtje, kostte 400 of 500 baht p/n en naar een identiteitsbewijs werd niet gevraagd. Door jouw verhaal komen de fijne herinneringen aan Loei weer naar boven.
Heel mooi Jan, zoals je Loei omschrijft. Mijn vrouw en ik zijn er jaren geleden ook geweest en op ons maakte het toen een goede indruk. Zeker geen hell. Wat mij wel verbaasd, dat jij zoveel keer naar deze hell wordt gewenst. Als dat niet als grapje bedoeld is dan klinkt dat weinig liefdevol. Misschien een nieuwe helleveeg.?
Bedankt en succes.
Ben enkele malen in Loei geweest en daar de wijngaarden bezocht van Chateau Loei. Raak niet in zwijm omtrent de Thaise wijnen maar de wijnen van Loei zijn naar mijn mening de beste van Thailand.Voor mij mag je de woorden “Pai Loei” in letterlijke zin blijven gebruiken. Logeerde er al zo’n 20 jaar geleden enkele malen in een fraai buiten waarvan de naam mij helaas is ontschoten. Fijne herinneringen aan Loei.
Beste Joseph, heb in een reactie over Thaise wijnen al eens geschreven dat ik Chateau Loei had bezocht. Dat op aanraden van een Duitse chef-kok genaamd Bruno, die in Pattaya in Soi Day and Night, waar ik in Mosaïk met enige regelmaat een kamer huurde, een restaurant had. Je kon daar heerlijk eten maar Bruno heeft het niet gered omdat zijn Thaise vriend keer op keer de kassa plunderde en het geld verbraste. Bij toeval zag ik Bruno nog een keer in Bangkok, waar hij in een veredelde “snackbar” op Khaosan Road werkte. Zijn luxueuze restaurant in Pattaya was omgetoverd naar een wasserij. Enfin, het gaat over Chateau Loei. Via een lange oprijlaan door de wijngaarden kwamen wij uit bij een reuze houten wijnvat, dat dienst deed als proeflokaal en winkel. We dachten dat er niemand was maar achterin zaten, min of meer verscholen, 2 Thaise meisjes. We vertelden dat we wel wat flessen wijn wilden kopen en vroegen of we wat mochten proeven. Dat was niet vanzelfsprekend, de eigenaar was er niet en zonder zijn toestemming wilden de 2 dames daar eigenlijk niet in toestemmen. We kregen echter toch allebei een miniem slokje wijn in een plastic glaasje. Nou, achteraf waren we blij dat het maar een klein glaasje was want de smaak kwam dichtbij azijn. Misschien had de fles al een week of nog langer open gestaan, het was niet te drinken. Het bleek overigens de goedkoopste (witte) wijn te zijn die zij daar hadden. Desondanks moest een fles wel 999 baht opbrengen, niet bepaald een koopje te noemen. Iets anders werd ons niet aangeboden en eerlijk gezegd hadden we daar geen behoefte meer aan ook. Ik hoef natuurlijk niet te zeggen dat wij daar geen wijn hebben gekocht. Mijn bezoek aan Chateau Loei was derhalve beslist geen hoogtepunt maar heb wel genoten van de natuur in de omgeving. Zoals ik in mijn reactie van 5-8-19 al schreef hebben we daar een keer in een bungalow overnacht. Weet nog dat we daar ‘s-avonds heerlijk buiten zaten en ik op een relaxte manier genoten heb van een paar flinke ‘bellen’ whisky. (Dus geen wijn). Maar heb ook wel eens in het stadje zelf overnacht. We hadden een onvoorstelbaar grote hotelkamer voor weinig en heb in Loei de wandelingen gemaakt en de eetstalletjes bezocht, die Frank hieronder beschrijft. In Loei kan je echt tot rust komen dus feitelijk wenst de eega van Lung Jan hem een relaxed verblijf toe als zij ‘Pai Loei’ naar hem roept. Je moet het dus maar positief opvatten Lung Jan. Ik zal Loei niet direct het paradijs noemen maar de hel is het zeer beslist niet!
Wederom een mooi verhaal Lung Jan, dank. Mijn ega komt uit Loei provincie. Vaak geweest en nog elke keer vind ik de natuur bijzonder mooi in die omgeving. ChiangKhan ook nodige keren geweest, vandaar langs de Mekong naar Nong Khai gereden.
Eigenlijk vertel je niks over het plaatsje Loei zelf.
Struin over de avondmarkt, ga in de avond wat drinken aan de “dode” rivierarm in het centrum, ga eten bij de eetstalletjes links en rechts van een lang en gezellig straatje, staar eens rustig over de rivier en loop over de diverse bruggen naar de overkant en weer terug, vergeet niet de grote hangbrug in Loei te bezoeken die je slechts te voet over mag, er zijn fraaie winkels, richting Airport vind je een enorme Tesco en er zijn een paar “dure” maar ook goedkope hotelletjes te vinden. Veel Engels wordt er echter niet gesproken en de naam “Loei” is nogal lastig om op de goede manier uit te spreken.
Ik rijd er regelmatig op mijn 125 Honda Wave vanuit Nong Khai, deels langs de Mekong heen en weet mij daar altijd weer een weekje prima te vermaken en dat buiten de diverse parken om.
Hallo Frank ga er ook regelmatig naar toe van uit Nongkhai,bij het plaatsje chaing khan rij ik rechtdoor righting Tha Li,geweldig mooie omgeving,echt de moeite waard duurt wel iets langer voordat je in Loei stand bent,
Mijn thaise dochter Plai heeft er 4 jaar op de Loei Rajabhat University gezeten en is daar geslaagd voor hotelmanager.
Een mooie omgeving waar het eechte thaise leven nog leeft
Loei is een van de kleinere provinciehoofdsteden van Thailand, maar zeker niet saai.
Behalve eerder de genoemde avondmarkt heeft de stad ook een uitgaansgebied bij het ziekenhuis met sfeervolle restaurants met stemmige livemuziek. Farangs treffen elkaar in de Saloon bar.
Er is voldoende accommodatie vanaf het eenvoudige Sugar Guesthouse. Al tientallen jaren favoriet onder backpackers. Eenvoudig, maar leuk huis in een tuin. De kamers zijn beperkt van omvang. Slechts een paar kamers met airco en eigen sanitair met meer comfort. Eigenares Pat en haar dochter spreken goed Engels en zijn uitstekende gastvrouwen. Ze weten alles over de omgeving en kunnen veel organiseren. Er zijn fietsen en scooters te huur.
Volop comfort biedt het Loei Palace Hotel.
Prachtig viersterren hotel. Groot en ruim opgezet. Riant zwembad. In het groengebied ten oosten van de rivier bij het centrum. Er zijn fietsen te huur.
OP 15 km van de stad is het Huai Krathing meer omgeven door bossen en bergen.
Op zondagmiddag zoeken veel de inwoners van de stad dit meer op. Je huurt een overdekt bamboevlot. Een bootje sleept het vlot naar het midden van het meer. Op jouw vlot kun je eten, drinken, slapen, zwemmen of wat je maar wilt om te ontspannen. Je kunt vooraf eten en drinken bestellen. Het wordt met bootjes gebracht. Heb je iets nodig, hijs een vlag een en er komt een bootje langs. De menu’s zijn niet in het Engels. Zorg voor wat foto’s van gerechten die je lekker vindt. Zo kom je de middag wel door.
Loei is overduidelijk Isaan.
Loei heeft een eigen vliegveld met dagelijks vliegverbindingen vanaf Bangkok. Op de luchthaven zijn auto’s te huur.
Heel apart op dat meer met de vlotten om te relaxen
Jaren geleden ben ik in Loei geweest en heb ik een maand lang bij mijn vriend en zijn toenmalige vriendin in hun guesthouse in Chiang Kahn gelogeerd. Ze hebben me de hele omgeving bestaande uit prachtige dorpjes met vriendelijke inwoners laten zien. Zelfs was er een katholiek kerkje waarin de kersttijd een stalletje stond. Tegenwoordig schijnt Chiang Kahn niet meer te vergelijken met 10 jaar geleden, te druk geworden, het kan ook niet anders we leven in 2022
Ik ben vaak in Loei stad en omgeving geweest. Het is geen bruisende stad zoals gezegd, maar de omgeving is erg mooi naast de Saloon bar heb je ook de Outlaw Brewery bar aan het water. Waar je vele zelfgebrouwen lekkere biertjes kan kopen.
Ben ook eens in Loei geweest. Ik nam buiten het hotel een taxi en verzocht mij naar Phu Kradung te rijden.
Maar hij zette mij af bij de bus.