Cruisen op de legendarische Kwai River
Een aangrijpende geschiedenis in een exotische cultuur en een schitterende natuur tijdens een cruise op de legendarische Kwai-rivier in het westen van Thailand. Een unieke reis met natuurlijk ook de beroemde brug.
Altijd gedacht dat het Kwai was. River Kwai. Die van de brug dus en van David Lean’s beroemde film uit 1957. Maar nee. De officiële naam blijkt Kwae te zijn. Of Khwae, want spellen doen ze in Thailand vaak uit de losse pols. En dan nog iets: er is niet een Kwae, er zijn er twee: de Kleine (Kwae Noi) en de Grote (Kwae Yai). Overigens is de Kleine een forse rivier en zelfs een maatje groter dan de Grote, maar dat terzijde. Om verwarring te voorkomen wordt de Kleine Kwae ook wel de Echte Kwae genoemd.
Vanuit de bergen op de grens van Thailand en Birma (Myanmar) stromen beide rivieren min of meer parallel aan elkaar in de richting van de Thaise provinciehoofdstad Kanchanaburi, waar ze samen een rivier vormen met de mooie naam Mae Nam Mae Khlong. De Meklong dus, niet te verwarren met de Mekong aan de andere kant van Thailand, op de grens met Laos en Cambodja.
Hells Fire Pass
In Kanchanaburi en omgeving draait veel om de Tweede Wereldoorlog, dat wil zeggen om de nog zichtbare sporen van een drama dat zich hier tussen 1941 en 1945 heeft afgespeeld: de bouw van de beruchte Birma-spoorweg, een project van de Japanse bezetters dat aan meer dan 100.000 Aziatische dwangarbeiders en ruim 12.000 geallieerden, onder wie veel Nederlanders, het leven heeft gekost. Er zijn een tweetal goed onderhouden erebegraafplaatsen met een Nederlandse afdeling, waarvan een midden in de stad.
Er zijn twee musea, het JEATH Oorlogsmuseum en het Thailand-Burma Railroad Center, die een beeld geven van wat er zich destijds onder de Japanse knoet heeft afgespeeld. En er zijn plekken waar je de verschrikkingen van toen bijna lijfelijk kunt ervaren. Zo’n plek is Hells Fire Pass, waar door duizenden dwangarbeiders (Australiërs, Britten, Hollanders en Zuidoost-Aziaten) vrijwel handmatig een doorgang door de Konyu-rotsen is gehakt. Er liggen nog enkele originele spoorbiels plus een stuk rail dat dient als herinneringsmonument. Aan de ruwe rotswand hangen hier en daar bloemenkransen en kleine houten kruisjes.
Het is niet moeilijk om je het lijden voor te stellen van de gevangenen, die hier midden in de snikhete jungle tot 18 uur per etmaal hebben gezwoegd onder de meest gruwelijke omstandigheden, zonder behoorlijk eten, bedreigd door malaria, cholera en wilde dieren, ten prooi aan sadistische bewakers. Een wandeling door Hells Fire Pass is zonder meer aangrijpend.
“River Kwai”
Vanuit Kanchanaburi kun je de rivier (ik noem hem toch maar weer Kwai, dat ligt beter in het gehoor) bevaren. Dat kan op allerlei manieren: per “longtail”-speedboot, per kano, op een vlot, kies maar uit. Liever wat comfortabeler? Neem dan de luxe riviercruiseboot “River Kwai”.
Dit is een in Birma gebouwd, geheel teakhouten rivierschip dat het hele jaar door cruises maakt op de Kleine Kwai, om en om stroomop- en stroomafwaarts.
Ik kies voor stroomafwaarts en ga daarom niet in Kanchanaburi aan boord, maar verderop naar het noorden waar de reis stroomafwaarts begint. Feitelijk is deze reis al veel eerder begonnen, om precies te zijn ‘s ochtends in alle vroegte in Bangkok, waar ik ben opgehaald van mijn hotel om samen met medepassagiers per touringcar vervoerd te worden naar het noordwesten. Onderweg stappen we uit in Nakhon Pathom voor een kort bezoek aan de “Phra Pathom Chedi”, de grootste pagode van Zuidoost-Azië, en bij enkele tempels die vooral interessant zijn omdat ze hooggelegen zijn en een prachtig uitzicht bieden.
Monnik in bad
Hoe triest en beklemmend ook, de confrontatie met de Birma-spoorweg en alles wat eraan herinnert behoort tot de hoogtepunten van het pakket excursies dat bij een cruise met de “River Kwai” is inbegrepen. Gemiddeld zijn het er drie per dag en zeer verschillend van aard: bezoek aan indrukwekkende watervallen in dito nationale parken, met Boeddhabeelden versierde grotten, exotische dorpjes, een school die voor 70% wordt bevolkt door vluchtelingenkinderen uit naburig Birma (de grens is nog geen 20 kilometer ver), een olifantenkamp waar ik op de brede rug van een dikhuid een tochtje maak langs en in de rivier, 12e- en 13e-eeuwse tempelruines in Khmer-stijl, misschien een bewijs dat de oude beschaving van het Angkor-rijk ooit tot hier is doorgedrongen.
Bij Ban Hin Dad neem ik een duik in een hete bron. Nou ja, duik… Het water in de verschillende bassins is 42 graden Celsius en dat is even slikken. Mijn duik beperkt zich dan ook tot een voorzichtig je laten zakken tussen de andere, in stoomwolken gehulde badgasten. Maar het schijnt goed te zijn tegen allerlei aandoeningen zoals artritis, dus vooruit maar. Bij de uitgang zie ik een monnik die met pij en al te water is gegaan in een kleiner bassin opzij van de andere. Een speciaal voor monniken bestemd bad, legt mijn gids uit.
In Tha Kilen neem ik de trein naar Tham Krasae. Een afstand van niks, maar wel met een bijzondere attractie: de trein rijdt er over een uit houten balken opgetrokken viaduct, pal tegen de rotswand en hoog boven de rivier die hier een scherpe bocht maakt. Ooit was dit bouwwerk onderdeel van de ruim 400 kilometer lange Birma-spoorweg, waarvan nu nog 77 kilometer in gebruik is. De trein rijdt er voetje voor voetje overheen, zodat je volop gelegenheid hebt een blik te werpen op de Kwai Noi in de diepte en het cruiseschip dat midden op de rivier wacht op zijn gasten.
Luisteren naar de stilte
Na een excursie weer aan boord stappen voelt aan als thuiskomen. Op het open bovendek staat de barman klaar met een drankje en er wacht een rij comfortabele ligstoelen met zicht op buigend bamboe, kaarsrechte teakbomen en uitgestrekte lostusvelden langs de oevers. Als je je ergens een voelt met de natuur, dan wel hier.
‘s Nachts wordt er niet gevaren, zodat je naar hartelust kunt luisteren naar de stilte, die enkel wordt doorbroken door het zacht klotsen van het water en het concert van cicaden op de oevers. Pas morgenochtend vroeg, als de eerste zonnestralen door het dichte groen van de oevers dringen en de vage mistflarden boven het bruine, snelstromende water verjagen en zet de “River Kwai” met een matig gangetje koers naar het zuiden, richting Kanchanaburi, waar op het eind van de reis een laatste hoogtepunt wacht: de fameuze brug over de Kwai Yai.
De brug, een monument
Het is er druk, op en om de brug, want hij trekt nog altijd veel bekijks. En geen wonder, want wie denkt bij het horen van die naam niet aan de beroemde film, met in de hoofdrollen sterren als sir Alec Guinness, William Holden, Jack Hawkins. Een film die overigens niet hier, maar in Sri Lanka is opgenomen.
De brug die er nu ligt heeft twee voorgangers gehad: een door geallieerde krijgsgevangenen en Aziatische dwangarbeiders gebouwde houten brug en een in 1943 geconstrueerde ijzeren brug die het jaar daarop diverse keren door Amerikaanse B-24′s is gebombardeerd. De brug van nu is na de oorlog herbouwd met steun van Japan als genoegdoening en de stalen bovenbouw is afkomstig uit Indonesië. Hoewel dus niet origineel, toch is deze brug over de Kwai een monument dat je iets doet, vooral als er een trein overheen rijdt, een Thaise diesel weliswaar, maar het is niet moeilijk om je voor te stellen dat het geval getrokken wordt door een ouderwetse, rookwolken brakende, traag voortrollende stoomlocomotief en je ziet de filmbeelden zo weer voor je.
Praktische informatie
Een cruise met de “River Kwai” is een ideale manier om te relaxen en tegelijkertijd kennis te maken met een nog tamelijk onbekend gebied in het westen van Thailand waar natuur, cultuur en geschiedenis hand in hand gaan. De cruise is goed inpasbaar als onderdeel van een langere Thailand-reis.
Het schip
De geheel teakhouten riviercruiseboot “River Kwai” heeft een capaciteit van maximaal 20 passagiers in 10 2-persoons hutten op het benedendek. Elke hut heeft airco, 2 benedenbedden en een eigen badkamertje met wastafel, toilet en douche. Op het bovendek bevinden zich een loungeruimte, bar en restaurantgedeelte.
Vaarschema
De “River Kwai” maakt het hele jaar door korte cruises (4 dagen, 3 nachten) op de Kwai Noi-rivier, om en om stroomop- en stroomafwaarts. Onderweg worden diverse begeleide excursies gemaakt naar uiteenlopende bezienswaardigheden langs de rivier. De “River Kwai” kan ook worden afgehuurd voor gezelschappen.
Informatie, prijzen en boekingen
Cruise Asia Ltd., 133/14 Rachaprarop Road, Makkasan, Rajthevee, Bangkok 10400, Thailand, tel.: +66 26401400, +66 26425497, fax: +66 22465679, e-mail: [email protected], website: www.cruiseasia.net.
Geschreven door Henk Bouwman
Over deze blogger
-
Bekend als Khun Peter (62), woont afwisselend in Apeldoorn en Pattaya. Al 14 jaar een relatie met Kanchana. Nog niet gepensioneerd, heb een eigen bedrijf, iets met verzekeringen. Gek op dieren, vooral honden en muziek.
Genoeg hobby's, maar helaas weinig tijd: schrijven voor Thailandblog, fitness, gezondheid en voeding, schietsport, ouwehoeren met vrienden en nog wat eigenaardigheden.
Lees hier de laatste artikelen
- Thailand algemeen19 november 2024Minister van Volksgezondheid kondigt maatregelen aan tegen alcoholgebruik tijdens Nieuwjaar 2025
- Thailand algemeen19 november 2024Goudkoorts: stijgende baht-prijzen trekken investeerders aan
- Thailand met kinderen19 november 2024Bangkok tip: SEA LIFE Bangkok Ocean World (video)
- Bezienswaardigheden19 november 2024Siriraj Medical Museum in Bangkok (video)
Ik heb een weekje in Het Felix resort vertoefd,zo’n 200 meter vanaf de brug gelegen,met schitterend uitzicht op de rivier,en uiteraard op de brug.
Ook ik was zeer onder de indruk van de begraafplaatsen,was allemaal keurig onderhouden,ze waren toen bezig om de namen op de grafstenen opnieuw in te kleuren.
Die varende disco vlotten zijn inderdaad volop aanwezig,ik denk dat het haast allemaal Thaien zijn die zo’n ding afhuren,vindt het nog een hachelijke onderneming ook,heb het sleepgerei is bekeken waar ze die pontons mee verslepen,allemaal verrotte touwtjes,die ze weer een beetje aan elkaar geknoopt hebben.Denk ook niet dat er zwemvesten of ander reddingmateriaal,brandblussers,zwemvesten aan boord zijn.
Denk dat die Thaise rivercruiser ook niet voldoet aan de veiligheids eisen,die wij gewend zijn.
Ik heb deze tocht ook gemaakt omdat mijn schoonvader aan deze spoorweg heeft gewerkt en het nauwelijks heeft overleefd.
Hij was zo mager en ziek, dat het een half jaar heeft gekost om weer de “oude” te worden met behulp van een paar lieve Thaise families, voordat hij weer terug kon naar Indonesië
Er is een heel mooi boek over geschreven : Richard Flanagan, The Narrow road to the Deep North.
Een aanrader voor wie hierin is geinteresseerd.
Het is kennekijk voor Japanners een leuke excursie, ze hebben geen enkel respect voor de 100.000+ doden.
Ik ben 2 weken terug nog naar de jaarlijkse herdenking geweest.
Door middel van een lichtshow wordt de ganse geschiedenis van de brug verteld.
Misschien een tip als u daar de volgende jaren begin december bent.
Er was inderdaad een houten brug, een beetje verder, maar die is verdwenen.
De huidige brug was er echter ook. Alleen de twee middelste delen zijn niet meer origineel omdat deze vernietigd werd door de bombardementen. Ze zijn vervangen door rechtere brugdelen. De originelen waren half gebogen zoals de rest van de brug.
In het museum aan het kerkhof kan je voldoende foto’s zien van beide bruggen, de houten en ijzeren op dezelfde foto.
Op Wikipedia staat het als volgt
“De huidige brug is het originele exemplaar, de hulpbrug werd eerst ongeveer 200 meter stroomafwaarts gebouwd en was een houten constructie die voor aanvoer van materiaal diende. De huidige brug werd een aantal keren gebombardeerd, wat te zien is aan de gedeeltes met rechthoekige boogconstructies in plaats van de originele ronde.”
http://nl.wikipedia.org/wiki/Brug_over_de_rivier_de_Kwai
Dit wordt door een krijgsgevangen verteld
“De Engelsen zaten er al drie maanden en hadden een houten noodbrug al klaar. Het verdere werk was: een betonnen/ijzeren brug parallel aan de houten brug bouwen en de spoordijk van en naar de brug maken.”
“Er waren gedurende drie maanden 600 Nederlandse krijgsgevangenen afkomstig van Java, KNIL-militairen plus enkele marinemensen te werkgesteld, van februari 1943 tot mei 1943. Samen met de Engelsen bouwden wij de brug met tien betonnen peilers en negen ijzeren bogen van ieder circa twintig meter lang. Verder waren er nog zes korte pijlers met daarover ook een soort brugstukken.De ijzeren bogen kwamen kant en klaar uit Madioen op Java. De bekisting voor de pijlers werden ook kant en klaar aangevoerd, evenals de zakken cement…”
“In november 1944 werden beide bruggen gebombardeerd. De Japanners hebben de brug één jaar lang voor militaire transporten van Thailand naar Birma kunnen gebruiken.”
“Aan het einde van de oorlog lagen er door de bombardementen twee betonnen pijlers en drie ijzeren bogen in puin. De spoorlijn is na de oorlog voor een “vriendenprijs” verkocht aan Thailand. Het kapotte stuk is toen snel gerepareerd. Midden in dat kapotte stuk is één nieuwe betonnen pijler gebouwd en zijn twee nieuwe bogen van ieder 30 meter geplaatst, van een afwijkende vorm. Als je nu de brug ziet valt dat stuk direct op.”
Het volledige verhaal van Dick van Zoonen kan u hier lezen
http://www.livius.org/gewonemensen/1943/kwai04.html
Een prachtig geschreven artikel met een mooi evenwicht tussen informatie, historie en eigen aanvoelen.
Het geeft je direct goesting om je in te schrijven voor de tocht.
Mooi zo, Henk.