De Khamu die luistert naar de Vessantara Jataka (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 44)
Een Khamu luisterde voor de eerste keer naar het voorlezen van de Vessantara Jataka. (*) De monnik kwam bij het Maddi hoofdstuk, waarin Prins Vessantara zijn twee kinderen afstaat aan een Brahmaanse priester die hun handen bindt en ze voor zich uit duwt. De monnik las voor: ‘Droefheid was troef, en de kinderen hadden tranen in hun ogen.’
Dit gaat weer over een monnik. Nee, alweer niet een monnik in onze tempel, denk er om hoor! Een andere tempel – heel ver weg. Deze monnik bewaakte nauwlettend een broodboom op het tempelterrein. En zou de boom rijpe vruchten dragen dan liet hij niemand bij die boom toe.
De monnik met de sarong van een vrouw om zijn hoofd (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 42)
Dit gaat over een monnik. Nee, niet de monnik in onze tempel, hemeltje nee! Een andere tempel – heel ver weg. En die monnik had seks met een vrouw. Hij was haar vrijer.
Het dorp heet nu Nong Kheng maar vroeger heette het Nong Khuaj Deng ofwel ‘Rooie piemel vijver’. Het was toen een stad, ook, met een koning en zo. Je ziet nog steeds een soort terp waar vroeger de stad lag.
Weer een verhaal over iemand die wilde slapen met de vrouw van zijn oudere broer. Ze was zwanger, en haar man was op zakenreis. Maar hoe kon hij dat netjes brengen?
Toen de wereld nog vredig was… (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 39)
Dit gebeurde heel lang geleden. Toen konden alle dieren, bomen en grassen nog spreken. Zij leefden samen volgens Indra’s (*) wet: mocht een dier dromen dat het wat lekkers aan het eten was dan mocht de volgende dag die droom uitkomen. En de dieren handelden daarnaar.
Waarom heeft jouw grote teen geen nagel? (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 38)
Dit gaat over een monnik die heel lang in de tempel woonde. Hij was streng tegen zijn novice Chan. In die tijd werden de heilige geschriften op gedroogd palmblad geschreven. Als de monnik opstond in de morgen dan nam hij een metalen graveernaald en ging aan een lessenaar zitten waar palmblad op lag.
Je geeft toch geen worm aan een gevangen vis? (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 37)
Dit is een verhaal over een lid van de Khamu stam. Zij zijn Laotianen en leven in Vientiane (*). Laos was vroeger minder ontwikkeld en het was lastig daar rond te komen. Hun inkomen was slechts drie roepies per jaar. Ja, in die tijd gebruikte men roepies. (**)
Poepen terwijl je op je rug ligt (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 36)
Dit verhaal gaat over I Muaj; haar vader was een Chinees. Ze was inmiddels 16 of 17 jaar en was zo geil als een keukenzeil. (*) En ze wilde ‘het’ wel eens met een man doen. Ze wilde weten hoe het is als man en vrouw wellustig zijn. Over de vogeltjes en de bijtjes, weet je wel!
Oom Kaew die de Karen voor de gek hield (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 35)
Het verhaal over Oom-Kaew-die-Karen-voor-de-gek-hield. Oom-Kaew-etc was een sluwe vent, Hij ging vaak op reis in Karengebied om te handelen, en wilde daarom hun zeden en gewoontes leren kennen. Hun manier van huishouden, eten en drinken en slapen.
Dit verhaal gaat over een vrouw uit Centraal-Thailand en een monnik van Yong komaf. (*) Ze verstonden elkaars taal niet. De monnik leefde in de tempel in het dorp waar een gemeenschap van twintig gezinnen woonde. De vrouw vestigde zich daar. Zij was een vrome vrouw die graag goede daden deed; iedere morgen maakte ze eten voor de monniken.
De Karen in een stekelige bamboeboom… (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 33)
Nog een verhaal over een Karen-stel. Dat stel ging de jungle in om bamboe te kappen. Bamboebomen zijn groot, en hoog, en stekelig zoals je weet. Dus hadden ze een ladder meegenomen die ze tegen een groepje bamboebomen zetten. De man klom er hoog in om bamboe te kappen.
Dit verhaal speelde in de Li gemeenschap. Als je reist van Lamphun naar Li dan moet je de Li rivier oversteken. En daar was vroeger geen brug. Maar de daar wonende Noord-Thai met de naam Panja, en dat betekent ‘gezond verstand’, had een bootje en bracht ook wel mensen naar de overkant.
Een ongebruikelijke voordracht (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 31)
Een muur van de Wat Mutchima Witayaram (Khon Kaen, Ban Phai, 1917) is beschilderd met scenes uit de Vessantara Jataka.
Een vreemd verhaal!
De man die zijn vrouw en haar vrijer vermoordde (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 29)
Dit verhaal is al een generatie oud. Het gaat over een man in het dorp Long Ku Mon. Hij vermoordde zijn vrouw nadat hij eerst haar vrijer doodde. Niemand wist dat hij het had gedaan. En hij liet háár ouders ook nog eens opdraaien voor de crematie…
Gaan zien, gaan voelen, of toch maar praten? (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 28)
De spreuk luidt ‘Je weet iets pas zeker als je het hebt gezien. Maar iets voelen is nog beter dan iets zien.’ Dat gaat op voor een lang getrouwd stel dat maar geen kinderen kreeg. En dat leek aan de vrouw te liggen.
De man die zijn schoonpa voor de gek hield. Enne .. wie lust er nog laab? (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 27)
Daar bestaat een verhaaltje over. En als je dit leest dan moet je toch toegeven dat er vroeger domme mensen waren. Nee, niet gewoon dom, maar oliedom! Het gaat over een schoonzoon die laab maakte, gehakt rauw vlees met kruiden.
Mijn vrouw is mijn grootste vijand. (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 26)
Ze waren man en vrouw en liepen iedere dag van het bos naar de markt om brandhout te verkopen. Droegen ieder een bundel hout; een van de bundels werd verkocht, de andere ging mee naar huis. Ze verdienden zo een paar centen. Toen die dag kwam de man de bestuurder van de stad tegen en die vroeg hem ‘Wat doe jij met die centen?’
Als een vrouw wat vraagt: geef NOOIT uitleg! (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 25)
Twee vrienden liepen de regio af om hun handel te verkopen. Door bossen en velden en in het grensgebied nabij de Mon bergen. (*) Het waren niet de eerlijkste zakenlui, om het netjes te zeggen… Eerst lichtten ze hun eigen gemeenschap op, later gingen ze de regio af met hun fraaie praktijken. Maar ze werden wel rijk en hadden heel veel geld.
Het uitgraven van een bataat is niet zonder risico (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 24)
Dit verhaal gaat over het oogsten van zoete aardappelen. (*) Je moet best veel graven en wroeten om ze uit de grond te krijgen! Soms graaf je en graaf je maar en zie je geen enkel stukje aardappel. Mensen graven wel eens heel diep, gooien er water in, doen een touw om de aardappel en pas de volgende morgen kunnen ze hem er uit trekken. Nee, een bataat zomaar even opgraven lukt je echt niet!
Je maakt van alles mee in Thailand (246)
Alhoewel de Thai niet echt veel verschilt van de gemiddelde Belg of Nederlander maak je in Thailand toch soms iets mee wat je in Belgie of Nederland niet zo gauw zal meemaken. Daar gaat deze reeks verhalen over. Vandaag weer een leuk verhaal van Lieven Kattestaart: ‘Spekkoper’