Herinneren jullie je Oom Saw nog? Nou, die had ze niet allemaal op een rij, weet je nog? Eigenlijk kun je hem best een sulletje noemen. Hij was van Lampang. Hij hield van vissen maar bakte er niks van. Klaagde daar ook over: ‘Iedereen vangt maar vette karpers en ik vang helemaal niks?’ ‘Wat voor aas gebruik je?’ ‘Kikkers.’ ‘Kikkers?? Wat denk jij te vangen met kikkers als aas? Je moet jonge catfish, jonge meerval …
Bahosod, de wijze monnik. Ingelegde vis of goud? (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 22)
Twee vrienden wilden verstandig worden; zij bezochten de wijze monnik Bahosod en boden hem geld aan om slim te worden. Tweeduizend goudstukken de man betaalden ze hem en zeiden ‘Je hebt nu geld, bezorg ons die wijsheid.’ ‘Goed! Wat je ook doet, doe het goed. Doe je half werk dan bereik je niks.’ Dat was de les die ze hadden gekocht voor al dat geld. Op een mooie dag besloten ze vis te gaan vangen …
Er was eens een arme Khamu-man en hij had honger. Heel erg veel honger. Hij zat zonder centen. Die dag stopte hij bij het huis van een rijke vrouw. Groette haar innemend en vroeg ‘Heb je alsjeblieft wat te eten voor mij?’
Wat Phra That Lampang Luang: Eenzame klasse….
Lampang is niet alleen een van de grootste steden in Noord-Thailand maar heeft bijna evenveel cultuurhistorische bezienswaardigheden te bieden dan Chiang Mai. Het belangrijkste stuk erfgoed is zonder enige twijfel Wat Phra That Lampang Luang. Dit tempelcomplex gaat in oorsprong bijna zo ver terug in de tijd als de stad Lampang.
‘Wie voor een satang geboren is wordt nooit een baht.’
Drie vrienden trokken samen op en dreven handel. Maar de zaken liepen niet goed meer, ze verloren al hun geld en hadden geen centen om naar huis te reizen. Ze vroegen om in de tempel te mogen wonen en bleven drie jaar. Kregen te eten en was er wat te klussen dan deden ze dat natuurlijk. Maar na drie jaar wilden ze toch wel terug naar huis doch hadden geen reisgeld. Ja, wat nu?
Een van de monniken kocht een paard, een merrie. En op een dag naaide hij dat dier. Dat zag de novice waar we het al over hadden… En dat was een doortrapt joch! Toen de avond viel zei hij tegen de monnik ‘Eerbiedwaardige, ik zal wat gras brengen voor het paard.’ ‘Pardon? Nee, jij niet. Jij maakt er vast een rommeltje van. Ik kan het beter zelf doen.’ Hij sneed gras, gaf het paard te eten, ging er achter staan en naaide het opnieuw.
De novice uit het vorige verhaal had een knappe zus. Twee monniken uit de tempel hadden een oogje op haar en de novice wist dat. Hij was een ondeugende novice en wilde een geintje uithalen met die monniken. Steeds als hij naar huis was geweest nam hij wat mee naar de tempel en zei dat hij het van zijn zuster had gekregen. ‘Deze sigaretten gaf mijn zus mee voor jou’ zei hij tegen de een. En tegen de ander ‘Deze rijstcakes zijn van mijn zuster, voor jou.’
Wat gebeurde? Een monnik werd verliefd op I Oej. En steeds als zij eten kwam brengen aan de tempel vertelde hij de tempelhulpen en de novices om haar eten apart te zetten. Hij at alleen het eten dat zij aanbood.
Waarom Tha ‘Poepbroek’ werd genoemd (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 15)
Tha werd Poepbroek genoemd. Dat kwam zo…..
Dit gaat over twee broers. Hun vader gaf hen iets mee op zijn sterfbed. Hij gaf iedere zoon 1.000 baht en zei ‘Vanaf mijn dood moet iedere maaltijd die je eet een goeie maaltijd zijn.’ Daarna blies hij zijn laatste adem uit.
Dit gaat over twee buren. De een was niet gelovig, de ander wel en was voorts een eerlijk mens. Ze waren vrienden. De gelovige man zette tegen de muur van zijn veranda een altaar neer met daarin een beeldje van Boeddha. Iedere morgen offerde hij rijst en toonde hij respect voor Boeddha, en ’s avonds na het eten deed hij dat weer.
De mediterende kluizenaar en vrouwenborsten (Uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 12)
Dit verhaal gaat over een kluizenaar die het jhana (*) had bereikt. Deze kluizenaar zat al twintigduizend jaar in een bos te mediteren en hij had het jhana bereikt. Dat betekent dat als hij honger had en aan eten dacht, dat hij dan een voldaan gevoel kreeg. Wilde hij ergens heen dan hoefde hij er maar aan te denken en …hoppa!… hij was al daar. Zat daar al twintigduizend jaar te mediteren. Het gras kwam al hoger dan zijn oren maar hij bleef gewoon zitten.
Dit verhaal komt uit de Karen-overlevering. Het gaat over een Thaise man en een Karen man die dikke maatjes waren. Ook dit verhaal gaat over seks. Thaise mensen, weet je, die hebben altijd wel een plannetje klaar. Vindingrijke mensen hoor!
In dit verhaal weer iemand die seks wil met zijn jonge schoonzusje, net als in verhaal nummer 2. Maar deze keer gebruikt meneer een andere methode. We zullen hem schoonbroer noemen want er is geen naam bekend.
Nóg een verhaal over Opa Tan, nu samen met Opa Daeng, zijn buurman. Opa Daeng fokte eenden en had er vier- tot vijfhonderd. Hij hield de eenden op zijn veldje en dat lag naast het veldje van Opa Tan.
Drink je rijk? Mensen zeggen dat sterke drank slecht voor je is maar het is niet zo slecht hoor! Een borrel kan best meewerken aan je leven. Het kan je rijk maken, weet je!
Over alcohol in de hemel en een kale eikel in de hel (uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 7)
Opa Kaew dronk de hele dag door. Van opstaan tot slapen gaan. Hij dronk drie heupflesjes sterke drank per dag. Drie! Samen meer dan een halve liter. En hij ging nooit naar de tempel. Sterker nog, hij wist niet eens waar de tempel was! Geschenken voor de tempel en thamboen, nooit van gehoord. Zodra hij opstond in de morgen dronk hij een flesje leeg; na de lunch weer eentje en een in de avond. En dat iedere dag.
De arme man had een heel klein rijstveld en kon nauwelijks voor zijn eigen eten zorgen. De god Indra kreeg medelijden met hem en verstopte een mooie vrouw in de slagtand van een olifant en liet dat vallen in zijn akker. Hij vond die slagtand en nam hem mee naar zijn hutje. Hij had geen idee dat er een vrouw in verstopt zat.
Dit is het verhaal over een man die seks had met zijn karbouw. Hij woonde tijdelijk in een schuurtje op het rijstveld en zodra hij kans zag pakte hij de karbouw! Zijn vrouw, die hem daar zijn eten bracht, had hem dit keer op keer zien doen. Ze was bepaald niet dom, maar wat kon ze daar tegen beginnen?
Een plattelander voor het eerst in de grote stad (uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 4)
Je zegt wel eens, minder vleiend, ‘Een plattelander voor het eerst in de grote stad’. Wel, meneer Tib was zo iemand; een echte boerenkinkel!
Opa Yaeng, Oom Kham en het blok ijs (uit: Prikkelende verhalen uit Noord-Thailand; nr 3)
De heren Yaeng en Kham, keuterboertjes, hadden in het dorp Ling Ha ploegen gekocht en hadden die verkocht voor wat extra geld. Vóór de bus te nemen in Chiang Mai besloten ze oud ijzer op te kopen bij alle bedrijven die ze tegenkwamen.