Ik heb de laatste maanden in een reeks van bijdragen stilgestaan bij een aantal Westerse schrijvers die op één of andere manier een band hadden met de Thaise hoofdstad. Als laatste in dit rijtje sta ik graag even zélf stil bij deze stad. Ik heb intussen bijna dertig boeken geschreven (waarvan vreemd genoeg niet één over Thailand) en dat geeft me, volgens mij, wel het recht om mezelf als een Westerse auteur te omschrijven én bovendien heb ik – wat aardig meegenomen is – een uitgesproken mening over deze stad. Een paar impressies, overgehouden aan veelvuldige bezoeken…
Bangkok of Krung Thep, de Stad der Engelen, zoals de Thai, niet gespeend van enig chauvinisme plegen te zeggen, fascineert me al heel lang. Ik kom er al jaren, meen intussen de metropool aardig te kennen maar kan niet anders dan vaststellen dat mijn verhouding met de stad in de loop van al die tijd alleen maar meer dubbel is geworden. Hoe ik ook probeer, ik slaag er maar niet in om ze te doorgronden. Van op een afstand lijkt de Thaise hoofdstad, naar mijn bescheiden aanvoelen, héél veel op het clichébeeld van een Thaise schone; aantrekkelijk, charmant en verleidelijk. Mét dat extra vleugje exotisme dat het allemaal nog wat spannender maakt en in haar ogen de onuitgesproken belofte aan avontuur en onvergetelijke sensaties. Als je je intuïtie of buikgevoel zou volgen geef je jezelf ongetwijfeld en zelfs zonder aandringen van haar zijde, vrijwel meteen verloren. Kom je echter dichterbij dan blijkt dit vaak een – soms duurbetaalde – illusie, een sprookje met een bitter smakend einde, een zoveelste ballon die bij het minste of geringste met een flinke knal blijkt te knappen…
Het leven is goedkoop en in heel wat gevallen, jammer genoeg, ook waardeloos tussen het op afschilferende betonnen grondvesten gefundeerde platte materialisme van deze stad. Een stad die is gebouwd op de schouders en met het zweet en bloed van generaties van hen die hun vertrouwde heuvels en rijstvelden verlieten in de – vaak ijdele – hoop op een beter leven, op een betere toekomst. Bling-bling, glitter en glamour, hoe overweldigend en verblindend ook, kunnen deze bittere realiteit niet verhelen. Duizenden dromen verworden in deze stad probleemloos tot nachtmerries. Een proces dat zich dag na dag, week na week, maand na maand en jaar na jaar herhaalt. O zo voorspelbaar en o zo meedogenloos. Net als de genadeloos malende tanden van de tijd die ervoor zorgen dat deze stad amorf lijkt, als een geweldig maar ondefinieerbaar monster dat continu in transitie is. Wat me daar bij nog het meest stoort is dat de het harde labeur en de offers van hen die de Stad der Engelen ten koste van zichzelf bouwden en bouwen niet erkend werden en worden door de Happy Few die zichzelf in al hun blinde arrogantie – nog zo’n kenmerk van Bangkok – als de Hi So omschrijven en deze stad zonder scrupules claimen.
De verzengende hitte, de ongenadige stortbuien die schijnbaar nooit verkoeling brengen, om over de overweldigende geuren nog maar te zwijgen. Een stad die, als je niet goed oplet, aan je blijft kleven… Apocalyps Now in de tot aan de zinderende einder strekkende Urban Jungle. De stad ook met een skyline die de hemel belooft. Clean en strak afgetekend tegen de hemel maar eens je er bent moet je in deze door geldzucht en machthonger verkankerde megapolis opletten om niet in de stront te trappen. Bangkok, the city that never sleeps waar de Onderwereld schijnbaar probleemloos en perfect in de Bovenwereld opgaat. De broeierige sfeer, de onderhuidse spanningen, bestuurlijke instabiliteit, drugs en seks, bijgeloof, dwaze farangs, louche zakenlui en ambitieuze gangsters, corruptie en winstbejag vormen er al decennialang een explosieve mix. En wanneer de nacht valt, koelt de stad niet af – integendeel – de atmosfeer wordt alleen maar dikker en donkerder…
Ik geef toe dat ik gefascineerd ben door de verbluffende mix aan tegenstellingen die ik in deze stad kan vinden: oud en nieuw, westers en oosters, straatarm en stinkend rijk, stemmige harmonie en totale chaos, hondsbrutaal en devoot ingetogen, diepe melancholie en uitbundige vreugde. Bangkok draagt niet alleen vele namen maar heeft, en dit verrast me al lang niet meer, voor elke incarnatie ook een bijpassend gelaat.
De grauwe jungle van pokdalig beton en zwetend asfalt openbaart soms onwaarschijnlijke en schitterende pareltjes, maar wegen ze op tegen de depressief makende rest? De eindeloze rijen van winkeltjes, de ene al meer obscuur of schimmiger dan de andere, die hun al even kleurloze waren uitspuwen op de in de door een ongenadig brandende zon overbelichte voetpaden, de gitzwarte stinkende klongs, de verpieterde, langgerekte soi’s die als zweetstralen in de bilnaad van de stad lijken te verdwijnen of de grimmige, vaak onderkomen woonkazernes met hun betonscheuren, schimmelvlekken en afbladerende verf…
Misschien had de Engelse antropoloog en schrijver Geoffrey Edgar Solomon Gorer (1905-1985) gelijk toen hij tussen de magie van Bali en het majestueuze Angkor, Bangkok aandeed. Enigszins teleurgesteld vond hij de stad : ‘…difficult to take seriously (…) It is the triumph of the ‘imitation’school; nothing is what it looks like; if it’s not pardodying European buildings, it is parodying Khmer ones; failing anything else, it will parody itself.’
De stad beantwoordt in ieder geval al lang niet meer aan de weinig realistische verwachtingen zoals de Engelse novellist en reisauteur Alec Waugh (1898-1981) die in zijn boek ‘Bangkok: the story of a city’ (1970) formuleerde: ‘No place remain the same for ever. But Bangkok has been loved because it is the expression of the Thais themselves, of their lightheartedness, their love of beauty, their reverence for tradition, their sense of freedom, their extravagance, their devotion to their creeds – to characteristics that are constant and continuing in themselves. Bangkok has always been that: I think it will stay that way; I do not believe it can be spoiled…’ Een grappig detail is overigens dat de uitgeverij van Waugh eerst aan de Amerikaanse schrijver en dichter Paul Bowles (1910-1999) had gevraagd om een boek over Bangkok te schrijven. Bowles gaf echter al op nog voor hij eraan was begonnen. Na nog geen twee weken verblijf aan de oevers van de Chao Phraya was hij walgend en gedesillusioneerd terug naar huis in het Marokkaanse Tanger vertrokken…
Is daarom alles, zonder uitzondering, kommer en kwel…? Nee, hoegenaamd niet en gelukkig maar. Het is ook de stad waar de jongste generatie nieuwe uitdagingen niet uit de weg gaat, waar men rotsvast en soms wat overmoedig gelooft in eigen kunnen en probleemloos creativiteit paart met ondernemingszin. Alles is dus nog niet verloren… Gelukkig maar… Wat hou ik van de Stad der Engelen!
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond10 december 2024Wat Phra That Phanom: parel van de Mekongvallei
- Achtergrond29 november 2024Wat Phra Kaew: de tempel van de smaragdgroene Boeddha
- Bezienswaardigheden24 november 2024Het Leng Buai Iaschrijn in Bangkok
- Achtergrond22 oktober 2024Si Satchanalai & Chaliang Historical park: de omweg meer dan waard
Dit is de vertaling van de volledige naam van Krung Thep Mahanakhorn:
‘Stad der Engelen, Grote Onsterfelijke Stad, Residentie van de Smaragden Boeddha, Onneembare Vesting van de god Indra, Hoofdstad van de Wereld, Versierd met Negen Edelstenen, Woonplaats van het Geluk en Voorzien van Enorme Paleizen die niet onderdoen voor de Hemelse Verblijfplaats van de Geïncarneerde god Vishnoe, Geschenk van Indra, Gebouwd door Vishnoe met Zand van Tija’.
Die naam is eigenlijk geheel in het Sanskriet, er zit geen enkel echt Thais woord is. Dat duidt er al op dat deze stad oorspronkelijk eigenlijk alleen bedoelt was als woonplaats van de koning (en zijn verwanten en gevolg), binnen de stadsmuren. Het dorp daarvoor heette บางกอก baang kohk, Bangkok, de echte Thaise naam. Baang is dorp aan het water” en kohk is een olijfachtige vrucht. De bevolking werd verjaagd om de koninklijke stad te bouwen.
Wat vinden de Thais van Bangkok? Beetje afhankelijk van aan wie je de vraag stelt. Voor de meesten is het een drukke, vieze stad, duur met gratis stinkbussen als enige betaalbaar openbaar vervoer en woningen in sloppenwijken of in saaie, eentonige, zeer krappe appartementsgebouwen. Maar er is ook een betere middenstand …..Thailand is een land van te grote tegenstellingen. Ik kan er niet meer tegen….
@Lung Jan
Fantastisch sfeerbeeld van de metropool Bangkok. Helaas, Ik kan er niets mee. Ik mijdt Bangkok als de pest.
Maar zoals jij het hebt neergezet: fantastisch en dank daarvoor.
De laatste zin van het hierboven geschreven stuk “Wat hou ik van de Stad der Engelen! Nou, dat geldt precies voor mij. Er is geen stad in de wereld die me meer raakt dan Bangkok. Diverse steden bezocht in Zuidoost-Azie en allemaal met hun charme. Maar geen stad is zoals Bangkok. Bangkok heeft het allemaal! En de bekende uitspraak in de film, The Hangover 2, Bangkok has him now… dat woordje him, dat ben ik… maar niet alleen ik, ook vele andere…!
Blade runner stad, zeer de moeite waard juist vanwege alle tegenstellingen, ik loop en fiets hier al jaren
Mooi geschetst en geschilderd, maar het is allemaal beleving. Voor wie zijn leven in Bangkok slijt zonder elders geweest te zijn en zonder vergelijkingsmateriaal is deze stad heel anders dan voor de reisvaardige Westerling. Het Bangkok van nu is een totaal andere stad dan het Bangkom waar ik 45 jaar geleden arriveerde. Kortom, Bangkok bestaat niet. Er zijn alleen momentopnames en subjectieve belevingen, want zo’n stad is teveel om te bevatten. Iedereen beleeft zijn eigen Bangkok, zo als de schrijver van dit stuk zo fraai heeft opgeschreven.