Wijn en Bangkok in twee etappes (deel 2)
Het ritje met het gratis shuttlebusje verliep probleemloos, er was slechts één medereizigster zonder bagage. Zo kon ik toch nog mijn € 2.- fooi kwijt en deze chauffeur was daarmee aangenaam verrast. De meeste mensen die één van de goedkoopste hotels hebben uitgezocht en dan ook nog gaan zitten wachten op het gratis busje zullen, bepakt en bezakt, wellicht niet zo snel aan een fooitje denken, dus een chauffeur die op zo’n busje rijdt heeft ze eigenlijk het hardste nodig.
Kwart voor elf op het vliegveld, twee uur en drie kwartier voor vertrek. Veel te vroeg natuurlijk. Op Schiphol waren de wachttijden in verband met de meivakantie (lees: ten gevolge van 14 jaar lang achterover leunen en complete apathie) dramatisch opgelopen. Niets van dat al in Brussel, de wachttijd voor de veiligheidscontrole werd aangegeven als “<5 min”. Genoeg tijd om verder te onthaasten. De supermarkt van Delhaize werd net verbouwd, dus ik moest naar Relay voor een pakje sigaretten, een doosje Tic-Tac en een Jupilertje. Lekker nog even naar buiten in het voorjaarszonnetje mensen kijken.
Om half twaalf aan de wandel gegaan, de wachttijd bij de veiligheidscontrole was ongeveer nul, ik liep zonder te piepen door het poortje, zag mijn rugzakje al aankomen, toen een ijzeren arm hem onverbiddelijk naar de band voor ‘nadere controle’ schoof.
Je wordt dan verzocht naar de daarvoor ingerichte balie te lopen, tien meter verder, en daar stonden een paar mensen hun hele handbagage al om te keren. Complete flessen shampoo en Cola nemen sommige lieden mee, je zou toch verwachten dat men nu wel weet dat dat niet mag. Vrijwel direct was ik aan de beurt.
“Wilt u hem even openmaken?”
“Ja hoor.”
Leegmaken hoefde niet. De man pakte een soort flexibele slang en stak die op een paar plaatsen in de rugzak. Vervolgens haalde hij een stickertje van het uiteinde van de slang. Dat werd in een apparaat gestopt en na enkele seconden ging er een groen lampje branden.
“Het is in orde meneer, u kunt weer verder, excuses voor ‘t oponthoud.” Kennelijk geen drugs in mijn handbagage. Gelukkig maar.
Bij de bemande paspoortcontrole schatte ik de wachttijd in op 5 á 10 minuten, maar bij de elektronische poortjes stonden helemaal geen rijen, dus dat maar eens geprobeerd. Je kunt drie dingen fout doen: Verkeerde kant van het paspoort in het apparaat stoppen, niet precies met je voeten op de op de vloer geschilderde voeten gaan staan, of niet in de camera kijken. Na een halve minuut ben je daar wel achter en gaan de deurtjes open, tenminste in mijn geval wel.
Dan is het verder een kwestie van plaatsnemen op de rolbanen, naar gate B10. B10 is een hele fijne gate, want hij zit pal bij een bar, het rookhok, en de toiletten.
Kleine kanttekening: In mijn vocabulaire heet dit de ‘Rampbar’. Er staat altijd een rij, en men werkt hier zo ongelooflijk traag en inefficiënt dat het je al gauw zwaar te moede wordt. Ze verkopen onder meer broodjes die de oven in moeten. De overdreven omzichtigheid en mateloze onhandigheid waarmee met een tang zo’n broodje uit de vitrine wordt gehaald en in de oven wordt geplaatst is ten hemel schreiend.
Dan moet de oven worden ingesteld op het juiste soort broodje en als dat dan eenmaal is geschied is het de hoogste tijd voor collegiaal overleg. Ik koop er na wat ervaring te hebben opgedaan nu twee bieren tegelijk. Deze keer bedroeg de wachttijd 23 minuten, maar ik heb het nog – veel – erger meegemaakt.
Er zijn meestal twee kassa’s in bedrijf, en als u pech hebt dan staat u in de rij van de kassa waarvan de kassarol net op raakt. Alle activiteiten bij deze kassa worden dan gestaakt, en het meisje moet de hele gang doorlopen tot ergens bij gate B1, om daar uit een soort decentraal magazijn één (inderdaad: 1) kassarol te gaan halen. En waag het niet om de slimme jongen uit te hangen en van rij te wisselen, want ook die kassarol heeft niet het eeuwige leven!
Je kunt je bemachtigde bier/broodjes wel meenemen in het ruime rookhok, waar je mooi uitzicht hebt op het vliegveld en B10.
Tien voor één was het boarding time. Laat ze maar rennen, tegen de tijd dat de rij vrijwel is verdwenen loop ik naar de balie. Om de één of andere reden printen ze dan altijd een instapkaart op het ‘echte’ instapkaart-papier als ik mijn op een gewoon A4-tje uitgeprinte kaart ter controle aanbied. Ik doe dat niet omdat ik nou zo graag zo’n echte kaart wil hebben, maar dit is het ultieme moment om te melden dat toen ik incheckte de plaatsen naast mij nog vrij waren en te vragen of dat nog steeds zo is. Als ze “ja” zeggen is alles ok, maar als ze “nee” zeggen, is het de kunst om zo vriendelijk mogelijk te vragen of er wellicht toch nog ergens een rijtje van drie is. Deze keer was het antwoord op de eerste vraag “nee”, maar er werd wat gevonden, de net uitgeprinte kaart werd verscheurd en er kwam weer een nieuwe. Kijk, daar word ik nou vrolijk van!
Ik had een D-stoel toegewezen gekregen nu, gangpad. Het vliegtuig zat zo vol, dat het mij niet ondenkbaar leek dat op een gegeven moment iemand uit een ander vol rijtje van drie de voorkeur zou geven aan een plek zonder directe buurman, en dan kon ik niet languit liggen. Ik nestelde mij dus op de E-stoel, precies in het midden. Nu zou niemand het meer in zijn hoofd halen om mij mijn nachtrust te ontnemen! Dacht ik….
Na een half uurtje vliegen begon het meisje links voor mij te stoeien met haar headset. De aansluiting in haar armleuning bleek defect. Ze meldde dat bij een stewardess en het leek de stewardess de beste oplossing om haar dan maar naar mijn rijtje te verplaatsen. Ze kon weliswaar ook één plek naar rechts opschuiven, die was nog vrij, maar dan kreeg de mevrouw rechts voor mij er een directe buurvrouw bij, terwijl wij nog met een stoel tussenruimte zouden kunnen zitten. Daar was geen speld tussen te krijgen, en in discussie gaan met Thaise vrouwen is vragen om problemen, dus ik was al bezig om op te schuiven, toen het meisje aan me vroeg:
“U vindt het toch niet vervelend?”
“Nou”, zei ik, geheel conform de waarheid, “ik ben er ook niet blij mee.”
“Laat dan maar”, zei het meisje, en ze gebaarde aan de stewardess dat de verhuizing niet doorging.
Heel lief van dat meisje, maar het zat me toch niet lekker dat dat meisje nu geen films kon kijken omdat zo’n botte egoïst plekken claimt waar hij helemaal geen recht op heeft. Dit moest opgelost worden. Ik had al snel een idee.
“Lief meisje”, zei ik, “als je nou je headset in de aansluiting van die stoel naast je stopt, en het lukt je om op jouw scherm en op het scherm naast je de film synchroon te laten draaien?” Dat ging ze meteen proberen. Het kostte even moeite, maar ze was vrij handig met die schermpjes, en het werkte! Dat was een pak van mijn hart want anders had ik mijn slaapplaats toch opgegeven denk ik. Ik zou dan echt niet lekker hebben gelegen.
Ok, ik geef toe, het is een sport van me om zo’n slaapplekje te bemachtigen, en ik ben er behoorlijk fanatiek in, maar je moet je wel aan de regels houden en sportief gedragen. Maar goed, zo was het probleem ook uit de wereld en kon de aandacht volledig gevestigd worden op wat ik in de verte al hoorde aankomen: Het diner!
Dat is altijd een feestje bij Thai Airways, ik ging er breeduit voor zitten en klapte de tafeltjes van alle drie de stoelen uit: Een dranktafeltje, een eettafeltje en een afvaltafeltje. De wijn in het Novotel was goed bevallen, dus daar wilde ik nu ook wel van in slaap vallen. Drie glazen is zo’n beetje wat je kunt scoren zonder zelf om extra te gaan zeuren, maar op mijn strategische locatie in het midden bleek het geen enkel probleem om van twee walletjes te drinken. Het eten was voortreffelijk, het is een wonder hoe ze zoveel smakelijks op zo’n blaadje kunnen proppen. Ik verwijs hiervoor verder naar de foto’s.
De wijn deed zijn werk, ik heb minstens drie uur geslapen. Liggend. Heerlijk.
Het ontbijt kwam er al bijna aan, zo snel gaat het dan. Weinig variatie, zo ongeveer altijd hetzelfde, omelet met van alles en nog wat. Prima. Dan nog even de benen strekken richting toilet. Althans, dat was de bedoeling. Het ging niet helemaal goed. Echt één van die momenten dat ik denk:”O, o, o, Frans, wat ben je toch een sukkel… “
Na al een paar uur tegen een lampje aan te hebben gekeken waarop heel duidelijk een toiletje vóórin het vliegtuig staat afgebeeld loopt deze jongen naar àchteren en begint daar naar een toilet te zoeken…. Ik had de blunder vrij snel in de gaten. Het is dan zaak om net te doen alsof je gewoon even aan het heen en weer lopen bent om de spieren los te krijgen, niemand mag in de gaten hebben dat je zó dom bent…
Uiteindelijk is alles op z’n plek terecht gekomen en konden we opgelucht aan de landing beginnen. Die verliep zijdezacht, zoals je van Thai Airways mag verwachten.
Twintig minuten wachttijd bij Immigration, dat viel wat tegen, meestal kun je vrijwel meteen doorlopen, om kwart over vijf ’s ochtends.
Zo min mogelijk gewisseld, vijftig euro, 1722 Baht. Hevig zwetend buiten roken, het blijft elke keer weer schrikken, die klamme hete deken die zich bij de eerste stap die je buiten de deur doet omarmt en pas loslaat, als je een airco tegenkomt.
Het public-taxi-systeem op Suvarnabhumi heeft de zoveelste verandering ondergaan. Sinds een paar jaar waren de bemande loketjes waar een chauffeur aan je werd toegewezen al vervangen door een zuil waar je via een druk op het scherm een kaartje met het nummer van de plek waar je taxi stond kreeg. Dit systeem is nu verfijnd, door de klant te laten kiezen uit drie verschillende rijen, te weten ‘short distance’, waar een bord bij staat welke gebieden daaronder vallen, ‘normal taxi’, en ‘extra large taxi’.
Voor Pattaya nam ik de rij ‘normal taxi’ en op het scherm van de zuil waar je dan terecht komt staat in voorkomende gevallen nog extra informatie, zoals ‘taxi met beperkte bagageruimte’, als het een gewone sedan met een gastank is. Ben je bang daar niet genoeg aan te hebben, dan klik je door naar de volgende.
Thailand lijkt zo wel steeds meer een georganiseerd LEGO-landje te worden, maar ik moet zeggen: Er is kennelijk over nagedacht, en het werkt.
Op de meter rijden vind ik met de geldende tarieven nog steeds een vorm van uitbuiting, dus die discussie ga ik helemaal niet aan. Tien jaar geleden was de ‘nette’ prijs waarbij iedereen gelukkig was 1500 Baht, tegenwoordig – zeker nu ook de officiële tarieven wat zijn opgetrokken – bied ik 1700, en dat blijft voor een rit van 125 kilometer mondiaal gezien een koopje. Halverwege even een sigaretje en een snackje en een drankje bij een 7-Eleven, en om exact half acht in de ochtend word ik hartelijk welkom geheten in de Wonderful 2 Bar.
Ik prijs mij nog maar eens gelukkig om bij stom toeval in deze wonderbaarlijke tijd te leven waarin je – zonder zelfs maar een traptrede als hindernis te hoeven nemen – bestemmingen kunt bereiken waar gewone mensen een paar generaties geleden alleen maar van konden dromen en anderen op z’n minst hun leven voor in de waagschaal moesten stellen.
Foto’s: goo.gl/photos/
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Column8 november 2021Frans Amsterdam: Hotelboekingsperikelen
- Column7 november 2021Frans Amsterdam in Pattaya: ‘De BVN kwelling’
- Taal6 november 2021Tellen in het Thais
- Leven in Thailand5 november 2021Falang leest bargirl de les
Wederom leuk om te lezen
Hallo Frans,
Een leuk verslag van je reis.
Mede natuurlijk de trant van schrijven leest lekker weg.
Nu het vervolg van aankomst in soi yamato-wonderfull 2 bar toch???
LOUISE
Soi 13. Bijna goed hoor!
Haha ja komt allemaal bekend voor , vlieg veel voort werk maar ook prive soms Economy soms Bussiness of zoveel mogelijk upgraden indien mogelijk. Economy altijd zoeken naar de beste plaaten , nu vlieg ik veel met Thai naar Melbourne elke 3 weken en soms zit die kist tot de nok vol , andere keren lege rijen dus de kunst dit uit te zoeken voor vertrek. Maar vind Thai wel een van de betere airlines samen met Emirates.
Leuk om te lezen.
Leuk geschreven en mooi dat men op Zaventem een beetje normale wachttijden heeft.
Dat je liet weten toch die drie stoelen te willen houden vind ik dan weer wat minder aardig.
Liet ik dat weten? Ik denk dat je dat stukje nog even goed moet nalezen.
Beste Frans, je schreef:
“Nou”, zei ik, geheel conform de waarheid, “ik ben er ook niet blij mee.”
Dat is in mijn beleving toch echt een beleefde afwijzing en daarmee een subtiel verzoek dat niet bij je komt zitten.
Ik geef je overigens geen ongelijk dat je tot aan de gate aan toe met succes 3 stoelen voor jezelf probeerde te krijgen want slapen in een economy stoel is een verschrikking. Nu ik weer alleen reis kies ik bij het boeken ook de middelste stoel op een lege rij van drie zodat ik met een beetje geluk of extra ruimte heb of een leuk, interessant, iemand naast me krijg.
Maar even later schrijf ik dat ik blij was dat mijn oplossing werkte want dat ik anders mijn slaapplek alsnog had opgegeven omdat ik anders toch niet lekker zou liggen.
Zo was er naast mij (GROTE man!) een 2-tal stoelen vrij. Op de derde zat een klein mager mannetje. Na het opstijgen ging ik – met instemmen van de stewardess- op de rechterstoel zitten, leuning omhoog, beetje armslag want 1 plaats vrij in het midden. Het mannetje siste mij toe: maar ik wil SLAPEN!, hij had blijkbaar het gevoel dat hij, omdat hij daar zat, recht had op het hele rijtje. Uiteraard niet toegegeven, maar de hele reis heeft hij tegen mij aan liggen trappen met zijn stinksokken over de middelste stoel heen.
Ik heb mij in kunnen houden, maar waarom moet nou nou juist aan DIT verhaal denken als ik het jouwe lees?
Geen idee, ik had geen stinksokken aan. 🙂
Leuke stukjes om te lezen.
Als ik die vlieg verhalen lees moet ik altijd weer denken aan mijn 1e vliegreis in 1962 of 1963. Martin Aircharter was net begonnen met 2 motorige propeller vliegtuigen uit WW2. Waren C2ers en vhw troepen transport vliegtuigen. Wij vlogen met een hele bemanning van de Koninklijke Rotterdamsche Loyd, van Schiphol naar Malta, was 1 stewardess en 1 steward. Geen eten maar vrij bierdrinken, gestored in een loden kist, waar dankbaar gebruik van werd gemaakt. Boven de Zwitserse Alpen vloog de bakboord motor in brand en er ontwikkelde zich een dikke rookwolk in de cabine. Piloten hadden gas of zuurstofmaskers maar voor ons was er niks dus zoveel mogelijk bier drinken en wat kuchen.
Vloog in 1976 met Thai Airways van Schiphol die Bangkok net niet haalde vanwege bezine tekort en een noodlanding moest maken op Utapao. Had deze tijd toch niet willen missen.
theoS, wie veel reist kan veel verhalen. ik heb zelf veel gereisd in de tijd dat ik in de race en rally wereld als monteur werkte . 40 jaar lang!
Ik vermoed dat dat toestel in 1976 in principe wel genoeg brandstof had om Bangkok te halen, maar dat ze de weg kwijt waren. Want U-tapao ligt toch echt verder van Schiphol dan Bangkok.