Waarom ik nooit in Birma aankwam

Door Bert Vos
Geplaatst in Reisverhalen
Tags: ,
17 januari 2024

SIHASAKPRACHUM / Shutterstock.com

Het was april 2012 toen ik via Thailand naar het land van Aung San Suu Kyi wilde afreizen. Eerst drie dagen Bangkok, dan naar Rangoon en dan nog een week naar de koninklijke badplaats Hua-Hin. Ik vertrok vrijdag 20 april en kwam nooit in Birma aan.

Na aankomst in Bangkok liep ik geroutineerd naar de publieke taxistandplaats. Het is de achttiende keer dat ik naar Thailand afreis had ik in het vliegtuig van Eva Air uitgerekend. Ik vertel een mevrouw achter een tafeltje bij de taxistandplaats, waar de chauffeurs hun klanten mogen ophalen, waar ik wezen moet. Ze schrijft een briefje, laat de chauffeur mijn reistas overnemen en ik loop achter hem aan. En net daar is de trottoirrand vijftig centimeter hoog.

Doodsmak

En net daar let ik heel even niet op. Ik maak een ware doodsmak, plat op het zwarte asfalt, voel mijn voeten jaknikken en dat mijn knie keihard in aanraking komt met de grond. Een beetje schuin kijk ik omhoog, mijn rugzakje met daarin de laptop en camera wordt geplet tussen mijn 90 kilogram en de warme straat. De taxi-driver draait zich verschrikt om, en ik denk: einde reis. Ik zie zwarte plekken voor mijn ogen, brul een welgemeende vloek, en krabbel onelegant overeind, mij afzettend met mijn handen en ik strompel de weg over. Ik houd me een paar seconden vast aan het portier alvorens ik mij op de achterbank laat vallen. En verga van de pijn in mijn voeten en knie. ‘Khun Mauw?”, (dronken?), grapt de chauffeur, om zo de dikke lucht van teleurstelling en woede die opwelt te klaren. Want Thai houden niet van het uiten van emoties. Daar heb ik echter even geen boodschap aan.

Droomloze slaap

Ik weet op Penpark Guesthouse bij Khao San Road mijn trolleybag zowaar twee trappen omhoog te slepen, vloekend van de pijn, en ga uitgeput op bed liggen. Een zeurende pijn maakt zich van mij meester. En ik val in een twee uur durende droomloze slaap. Daarna bel ik een vriend waar ik mee afgesproken heb en doe mijn verhaal. ’s Avonds met een taxi naar het Bangkok General Hospital, met mijn vriend, zijn Thaise vriendin, en haar twee neefjes. In een rolstoel laat ik mij naar binnen rijden. Na het nodige papierwerk mag ik naar de spoedeisende hulp. En wat ik vreesde was waar. De foto’s laten een klein scheurtje zien in mijn linker grote teen die er bont en blauw uitziet, mijn rechtervoet is gezwollen en begint al aardige kleurtjes te ontwikkelen, mijn linkerscheenbeen is een pallet van drie kleuren. De zuster kijkt me bezorgd aan, de olijk Engels sprekende dokter is wat optimistischer. ”I give you a few injections, some medicine en we will bandage your feet. So you can go to Birma tuesday,” zegt hij, een sprankje hoop gevend. De drie felle injecties, recht in de grote teen, doen mij een seconde naar een snelle dood verlangen. Als we het ziekenhuis verlaten ondersteunt een van de neven mij.

Birma

En een uurtje later lig ik in bed te zweten. De fan kan de hitte nauwelijks de kamer uitjagen. En ik weet. Dit wordt geen Birma. Hoe ik in mijn eentje maandagochtend om half acht de vierhonderd meter kan afleggen naar Sam Sen Road, vanaf Soi 3 waar mijn pension zich bevindt, is mij een raadsel. Elke oneffenheid is een pijnscheut, de hitte lijkt alleen maar ondraaglijker te worden, een hond blaft mij onvriendelijk toe en ik voel me zeer kwetsbaar. Ik ‘flag down’, een taxi. Die stopt. De taxichauffeur komt uit de Isaan en begrijpt mij niet. Ik vertel in het Thais waar ik wezen moet. Hij knikt en werpt een schuine blik op mijn gezwachtelde voeten. Zijn bemoedigende glimlach laten een paar zwarte tanden zien. We rijden weg en komen in de ochtendspits terecht. Langzaam gaan we met de verkeersgolf mee. De radio speelt The Carpenters en John Denver die het maar een lange weg vindt naar Country Road.

Teleurstelling

Ik strompel het ziekenhuis in en het is maar goed dat niemand mijn gemompel verstaat. De controlerend arts waar ik wezen moet bevestigt mijn vermoeden. “I advice you not to travel to Birma. You can damage you feet for always,” zegt hij en deelt mijn teleurstelling die van mijn gezicht afdruipt. De Boeddha is mij deze reis niet gunstig gezind weet ik. Dan weet de arts raad. “Or maybey better you go beach to relax”, zegt hij goedmoedig en klopt mij bemoedigend op mijn schouder.

Hua Hin

En zo zit ik een paar uur later onder de pijnstillers in een taxi naar Hua Hin, nog steeds verbijsterd dat een paar seconden onoplettendheid mijn leven zo radicaal heeft veranderd. Maar ach denk ik, twee weken rust in deze badplaats, waar ik al vele malen ben geweest, is ook niet weg. En Birma komt wel weer een keer. Ik druk mijn hoofd tegen de rugleuning, sluit mijn ogen en denk: ‘Mai Pen Rai’, oftewel maak je niet druk, het komt wel goed, zoals de Thai zeggen.

Over deze blogger

Bert Vos
Bert Vos
Bert Vos, geboren 1958. Woonachtig in Amersfoort. Gewerkt als woonbegeleider in de GGZ en een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Opleiding HBO-maatschappelijk werk en op latere leeftijd HBO-journalistiek. Na zijn werkzame leven in de zorg was hij werkzaam als freelance journalist en fotograaf voor de lokale media en een reistijdschrift. Beheerder van de website Aziatische Tijger van 2009 tot 2019. Schrijver van onder meer reisverhalen en wie weet een boek dat zich in Thailand afspeelt. Komt sinds 1997 in Thailand met uitstapjes naar Laos en Cambodja.

8 reacties op “Waarom ik nooit in Birma aankwam”

  1. khun moo zegt op

    Op de eerste plaats beterschap.

    Alle gekheid op een stokje.
    Wij europeanen zijn niet gewend aan trotoirbanden die te hoog zijn.
    Ook met traptreden wil de laatste tree weleens een 15 cm hoger zijn.
    Ik ben vaker in een gat gestapt , wat zich blijkbaar in het midden van het trotoir bevond.

    In thailand moet je continu opletten waar je je voeten neerzet.
    Scherpe randen bij cement vloeren kunnen eveneens je voeten ophalen, wanneer je op slippers loopt.

    Ik heb dan ook altijd jodium, pleisters alsmede een rolletje verband en hansaplast in mijn rugzakje zitten.

    Maar ik neem aan dat de reis naar birma (myamar) nog weleens voor je doorgaat.
    de swedagon temple , mandalay en pagan zijn prachtig.
    Ik was er in 1984 en het was een zeer bijzondere ervaring.
    Zeker aan te bevelen

    • Bert Vos zegt op

      Beterschap? Tis 10 jaar geleden. Maar wel al mijn plannen toen doorkruist. Ik ben inderdaad daarna niet alsnog naar Birma afgereisd. Wel Laos, Cambodja, Indonesie en natuurlijk Thailand. En voorlopig gaat Birma oftewel Myanmar niet meer open voor toeristen. Over een jaar of tien denk ik.

      • khun moo zegt op

        Bert,
        ik had even niet gezien dat het 10 jaar geleden was.

        wij zijn afgelopen jaren behalve laos en cambodja ook naar Vietnam afgereist.
        We hebben toen hanoi bezocht en dat is erg goed bevallen.
        We hebben nog steeds wekelijks contact met het hotel personeel waar we logeerde.
        Dat is ons in 42 jaar in Thailand nog niet gelukt.

        Dus mischien een tip: verwissel birma even met hanoi en een tip:het eten is meer dan prima in hanoi en de koffie / bier ook.
        hanoi old quarter lijkt op bangkok in de jaren 60, hetgeen je een echt aziatische indruk geeft.

  2. Mike zegt op

    Niet helemaal wat originele poster wilde delen maar wat ik met regelmaat tegen kom.

    Gewoon niet fietsen buiten de straten die je kent en zeker niet snachts… slecht opgeleide of opgejaagde chaufs of nog erger dronken.. maar goed iedereen heeft hier een ander beeld van de realiteit. Kwam deze week nog een kompleet dwaze Thai tegen die mij verdwaasd aankeek toen ik heftig toeterend en met mijn beste Thai/Engels combi hem probeerde duidelijk te maken dat rijden zonder reflectie, licht en in zwarte kleding een recept was voor dood of zwaar gewond in het ziekenhuis…

    Maar glazige blik … het wordt hier nooit beter. Helaas.

  3. Cornelis zegt op

    Tweeeneenhalf jaar geleden overkwam mij In Chiang Rai iets dergelijks: een moment van onoplettendheid en ik stapte van een stoeprand van een hele dikke halve meter af. Landde op de rechterknie en brak – zo bleek later – mijn knieschijf. Ben er nòg voorzichtiger van geworden en let doorlopend op waar ik m’n voeten plaats.

  4. TheoB zegt op

    En dan kijk je omlaag waar je je voeten neer kunt/moet zetten, knal je met je hoofd tegen een veel te lage overkappingsconstructie of deurpost.
    Je moet dus tegelijk naar beneden kijken én naar voren.

    • Cornelis zegt op

      Ja, dat is zo. Een mens komt ogen tekort. Ook op de fiets moet ik wel eens bukken voor laaghangende en boven ‘mijn’ deel van de weg uitstekende constructies. Soms zelf zo’n scherpe metalen golfplaat op de ideale onthoofdingshoogte………Mai pen rai……..

  5. Bert Vos zegt op

    Leuk, dat TB mijn eerder ingezonden verhalen nog een keer plaatst. Zag er al enkele voorbijkomen.
    Birma is helaas niet meer gelukt en dat zie ik ook niet gebeuren.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website