Veelzijdig Vietnam (deel 1)

Een verhaal over Vietnam op Thailandblog mag wellicht als vloeken in de kerk worden beschouwd, maar het land heeft evenals Thailand aan de toerist heel wat te bieden. Eigenlijk zou Vietnam in navolging van Thailand het visum voor 30 dagen moeten versoepelen; het zou voor het land heel wat meer toeristen trekken en daaraan gepaard inkomsten genereren.

Neem de lezer in gedachten mee naar het land dat vanaf 1887, samen met Laos en Cambodja, door de Fransen is gekoloniseerd en sinds die tijd bekend stond als Frans-Indochina. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond de drang naar onafhankelijkheid en werd het land verdeeld in Noord- en Zuid-Vietnam. De afschuwelijke Vietnamoorlog (1955-1975) staan bij velen nog steeds op het netvlies. Sinds 1976 zijn Noord en Zuid weer verenigd en heeft de Communistische Partij de touwtjes van de socialistische volksrepubliek stevig in handen. Behalve heel wat vlagvertoon en de portretten van ‘Uncle Ho’, oftewel volksheld en vrijheidsstrijder Ho Chi Minh, zal de toerist van al het politieke gedoe weinig of niets merken. Wat je wel bemerkt zijn de Franse invloeden die na zoveel jaren nog terug te vinden zijn in de vorm van stokbrood, de voortreffelijke Franse keuken en westerse gebouwen die ons aan die tijd doen terugdenken. De verschillen tussen het noordelijke Hanoi en het zuidelijke meer moderne Saigon, omgedoopt tot Ho Chi Minh City, zijn levensgroot. Ook de gezellige terrasjes geven het land een ietwat westers imago.

Vlucht en visum

Vanaf Bangkok Suvarnabhumi airport vertrekken heel wat luchtvaartmaatschappijen naar Hanoi en Saigon. Vanaf Don Muang airport vliegt prijsvechter Air Asia eveneens naar beide steden.

Hanoi

We gaan in dit geval op reis naar Hanoi, de hoofdstad van het land. De vlucht neemt 1 uur en 45 minuten in beslag en een vlucht met Air Asia kost tussen 2000 en 2500 baht p.p. enkele reis. Prefereer geen retourvlucht omdat we later naar Saigon afzakken en vandaar weer naar Bangkok terugkeren. In dit bestek gaan we een kijkje nemen omtrent de bezienswaardigheden in het noorden van Vietnam.

Als je in Hanoi een hotel zoekt verblijf dan in het oude centrum in de buurt van het Hoan Kiem meer waar legio aardige keurige en niet al te prijzige hotelletjes zijn te vinden. Eerder verbleef ik in het kleine HM Boutique Hotel dat ideaal vlak aan het Hoan Kiem meer is gelegen. Vlak er naast liggen het eveneens goede Meracus en Hanoi Royal View hotel. In deze omgeving van de oude stad heb je geen idee dat Hanoi in de duizend jaar van haar bestaan is uitgegroeid tot een stad van ruim 6 miljoen inwoners De met veel bomen omringde straatjes van het Frans aandoende ‘Old Quarter’ met talloze winkeltjes, restaurantjes, cafés, terrasjes en heel wat kunstgaleries nodigen uit tot wandelen.

Ooit was Hanoi de hoofdstad van het voormalige Indo-China en het is niet zo verwonderlijk dat veel gebouwen die voormalige koloniale sfeer nog uitstralen. Veel van de straatjes verkopen dezelfde goederen. Een straat met schoenen, een straat met ‘pottery’ of textiel en noem het maar op. Maak een wandeling rond het rustgevende Hoan Kiem meer en je vergeet dat Hanoi toch een wereldstad is. Vlak aan het meer ligt het Thang Long Waterpoppen theater dat een bezoek meer dan waard is. Achter de coulissen staan de uitvoerenden tot aan hun middel in het water om de poppen hun spel te laten uitvoeren. Een klein orkest zorgt daarbij voor de begeleiding. Het is een kunst die teruggaat tot de elfde eeuw en van oorsprong stamt uit het gebied rond de Red River Delta. Wil je mijnheer Ho Chi Minh nog eens zien, bezoek dan het mausoleum waar hij ligt opgebaard. Drankje, hapje, terrasje, muziekje; in Hanoi kom je het allemaal tegen.

Bootje varen

Een trip die je niet mag missen en door een groot aantal reisbureaus wordt georganiseerd, is een uitstapje -ongeveer 60 kilometer buiten Hanoi- naar de kleine plaats My Duc. Daar stap je in kleine bootjes met een dame aan de roeispanen die je meeneemt naar een werkelijk feeëriek en fascinerend stuk natuur omgeven door krijtrotsen.

Ongeveer 160 kilometer ten oosten van Hanoi ligt het fameuze Ha long Bay. Ook weer zo’n waterrijk natuurwonder dat je niet mag missen. De topografie van de talrijke gevormde krijtsteeneilandjes toont aan dat het gebied vele miljoenen jaren geleden door een enorme zee is overspoeld. Het gebied beslaat een oppervlakte van1553 vierkante kilometer met maar liefst 1969 eilandjes. Een cruise door dit door UNESCO als werelderfgoed verklaarde gebied is een must. Je slaapt dan een nacht op een van de vele boten die tochten door dit tot de verbeelding sprekende natuurgebied maken. Met een beetje geluk ervaar je in de vroege ochtend aan dek een zonsopgang die je lang bij zal blijven. Bij legio reisbureaus kun je deze trip in Hanoi boeken. Twee dagen met een overnachting op de boot is perfect.

Naar Sapa

In het noordwesten van Vietnam en 325 kilometer van Hanoi, ligt de meest bekende en afgelegen bergplaats van het land: Sapa. De plaats ligt 5000 voet boven de zeespiegel en is heerlijk koel in de zomer. Zelf heb ik ooit de vergissing gemaakt om er in februari te verblijven en dat kan ik u niet aanraden want dan is het voor ons koukleumen minder prettig. De beste manier om er in de zomer heen te gaan is met de slaaptrein vanuit Hanoi naar Lao Cai, niet ver van de grens met China gelegen.

In de ochtend arriveer je daar en heel eenvoudig reis je met de bus verder naar Sapa. Het is het gebied van de hilltribes waar je mooie tochten kunt maken door een fantastisch mooie omgeving.

Na het noorden zakken we via het midden van het land langzaam af naar die andere mooie stad: Saigon, na 1975 omgedoopt tot Ho Chi Minh City. Maar daarover meer in het vervolg artikel.