Een tripje naar Ubon Ratchathani

Door Dick Koger
Geplaatst in Reisverhalen
Tags: ,
25 september 2017

Om negen uur gaat er een airconditioned bus vanuit Pattaya naar Ubon Ratchathani. Tien uur later komen we daar aan. Ik voel me gebroken.

In de Rough Guide heeft Martine, een Nederlandse vriendin en archeologe, gelezen dat het Tokyo Hotel betaalbaar is. Weliswaar is de kamerprijs twee zo hoog als in de gids staat aangegeven, maar, wanneer we samen op een kamer slapen, dan is het toch nog altijd de goedkoopste overnachting, die ik ooit in Thailand beleefd heb. Het matras is dun, de air-conditioner lawaaierig en de badkamer rampzalig. Geen Europees toilet, dus op je hurken, en uitermate gehorig, omdat de muren niet tot het plafond reiken. Maar je moet je kunnen aanpassen in het leven, tenminste voor een paar dagen.

We vinden bij toeval een perfect restaurantje, gespecialiseerd in fondue. Een pan olie met een soort omgekeerde vergiet in het midden. Hierop worden allerlei dun gesneden vleessoorten gebraden. In de olie allerlei groentes. Een delicatesse.

Pha Taem

Goed geslapen, maar het gebruik van de badkamer is niet succesvol. Na enig zoeken vinden we vlakbij een marktje een tot bus omgebouwde vrachtwagen, die ons naar Khong Cham, vlakbij de grens met Laos moet brengen. Dat doet hij niet, want na zo’n twee uur hobbelen, gaat hij ergens rechtsaf, waar we logischerwijs niet rechtsaf zouden moeten, en dan stopt hij, wanneer er een andere bus ons tegemoet komt. We moeten overstappen en deze nieuwe bus brengt ons inderdaad naar Khong Cham. Hier vinden we een soort vergrote Tuktuk, die ons voor honderdvijftig Baht naar Pha Taem wil brengen. Als we daar aankomen hebben we in totaal zestig kilometer afgelegd in ruim vier uur. Ik geloof niet dat ik ooit nog geriefelijk zal kunnen zitten. Mijn achterwerk voelt rauw aan.

Driehoekig hoofd

We wandelen over het rotsplateau en ik ben trots dat we vrijwel automatisch een smal pad naar beneden vinden, waarlangs de rotstekeningen zich bevinden. Zelfs zonder die tekeningen van zo’n vierduizend jaar oud, is het daar adembenemend mooi. Een smal kleipad met links steile rotsen en rechts in de diepte de Mekong. Na een paar honderd meter beginnen rotstekeningen zichtbaar te worden. Voor mij zijn ze het concrete bewijs dat schrijvers als Erich von Däniken best gelijk gehad kunnen hebben. De menselijke figuren zijn allemaal voorzien van een driehoekig hoofd. Eerder helmen van astronauten dan menselijke vormen. Eigenlijk kan iedereen erin zien wat je wilt, dus iedereen is tevreden.

Martine is duidelijk onder de indruk en dat was tenslotte de bedoeling. Een gezelschap Thais vieren kennelijk het feit, dat enkele familieleden monnik geworden zijn, met een cultureel uitstapje. Merkwaardigerwijs is er ook een in het wit geklede Boeddhistische non bij, die zich graag samen met Martine laat fotograferen. Op de terugweg blijken alle bussen reeds vertrokken te zijn, dus zijn we gedwongen een taxi te nemen naar het eerstvolgende stadje. Dat zit beter, maar het langste traject is weer een ouderwetse bus.

Rotstekeningen

Eiland in de rivier

We stappen vlak na de Moon River uit en, omdat het me een goed idee lijkt op het eiland in de rivier te gaan eten en dat eiland zo’n vijf kilometer van deze plek verwijderd is, charter ik een fietstaxi. Dit vindt Martine niet leuk. Te kolonialistisch. Op zich kan ik die gedachtegang wel volgen, maar de realiteit is, dat in deze streken een groep mensen besloten heeft, dat ze hun brood of beter gezegd hun rijst willen verdienen door zich uit te lenen als chauffeur van een fietstaxi. Wanneer je die taxi’s niet wilt gebruiken, dan verdienen zij hun rijst niet. Dus zie ik er niets slechts in. Bovendien kan je je gevoelens afkopen door goed te betalen. Duidelijk uit haar humeur stapt Martine in en helaas brengt de chauffeur ons naar het verkeerde punt, nog zo’n drie kilometer van het eiland verwijderd. We moeten verder lopen. Nu ben ik uit mijn humeur, want ik ben moe. Uiteindelijk komen we wel op de plaats van bestemming, maar de juiste stemming komt er niet meer in, ook al, omdat we zo goed als de enige gasten zijn. We laten maar een grote fles Mekong aanrukken en die maakt het nog enigszins goed. Na de maaltijd lopen we terug naar het hotel en daar in de buurt drinken we nog een fles Mekong. Daarna slapen we in ieder geval goed.

Khmertempels

We beginnen de volgende dag cultureel. Het Nationaal museum. Het is niet groot, maar geeft een uitstekende indruk van de geschiedenis van deze streek. Natuurlijk ben ik sneller dan Martine, maar ik keer terug naar enkele foto’s van Khmertempels. Die zien er erg aantrekkelijk uit. Ze moeten in een plaats of gebied zijn met de naam Det Udom. Bij de brunch bespreken we onze plannen voor de middag. Beiden zien we wel wat in de Khmertempels. Eerst gaan we naar de plaatselijke VVV om te zien of zij ons op pad kunnen helpen. Hier worden we niet veel wijzer. Dus gaan we terug naar het museum. Daar weten ze in ieder geval waar Det Udom ligt en met welke bus je er kan komen. Ook kunnen ze op een kaart ongeveer aanwijzen waar de tempels liggen.

We nemen de bus naar Det Udom, twintig kilometer ten Zuiden van Ubon. Twee uur later komen we daar aan. Aan een groep berijders van gemotoriseerde handkarren proberen we uit te leggen, waar we heen willen. Hun animo is niet groot, maar uiteindelijk is er één knaap, die vermoedelijk begrijpt, wat we willen. Voor driehonderd Baht wil hij ons erheen brengen. We hobbelen westwaarts en al gauw weet ik niet meer hoe ik zitten moet. De chauffeur vraagt herhaaldelijk aan passanten waar onze tempel zou kunnen zijn. We worden even herhaaldelijk op het verkeerde spoor gezet, want we moeten vaak weer terug.

Eindelijk vertelt een fruitverkoopster, dat we ergens van de weg af moeten. Dat doen we bij een zandpad van ongeveer een meter breed. We komen bij een boerderij aan en daar krijgen we voor het eerst een concreet antwoord. Deze vrouw weet waar de Prasat Nong Thong Lang, zo heet de Khmer-tempel, ligt. Na een paar honderd meter zien we stenen achter bomen. Eindelijk onze ruïne. We zijn enthousiast, meer, omdat we de stelling, wie zoekt, zal vinden, bewezen hebben, dan om de tempel zelf. Het is een stenen chedi van een paar meter hoog en het Boeddhabeeld, dat we op de foto in het museum hadden gezien, is verdwenen. Onze chauffeur begrijpt absoluut niet, waarom we hierheen wilden, maar hij is even blij als wij, dat we het gevonden hebben. We zijn vermoedelijk de eerste toeristen, die hier ooit gekomen zijn.

Prasat Nong Thong Lang en Prasat Ban Ben

Als we weer naar onze handkar terugkeren, zeg ik dat we nu naar de Prasat Ban Ben, een andere tempel, willen. Deze kan niet ver meer zijn, want op de grote weg heb ik al borden met deze naam gezien. Daarin vergis ik me. Ik moet maar niet aan de terugweg denken. Na een kilometer of tien slingert de weg zich door een dorpje en niet ver hierachter zien we een afslag met: Prasat Ban Ben. Deze tempel is aanzienlijk groter. Een stenen plateau met daarop diverse Chedi’s, in een redelijke conditie. Deze dag is geslaagd. We vragen de chauffeur om in het nabij gelegen dorpje even te stoppen. We hebben dorst en willen bier. Daarna terug naar Det Udom.

Een zelfde soort bus als op de heenweg brengt ons langzaam, maar zeker terug naar Ubon. We stappen bij het station uit en Martine oppert het plan om de nachttrein naar Bangkok te nemen. Goed idee, maar op voorwaarde dat we een bed krijgen. Ik ga naar het loket en hoor dat alle bedden uitverkocht zijn. Alleen zitplaatsen. Bij ingeving ga naar het kantoor, waarop langere termijn gereserveerd kan worden. Boeddha bestaat, want daar worden net twee tickets teruggebracht. Tweedeklas airconditioned met bedden. We hebben nog tijd een maaltijd in een naburig restaurant te gebruiken, plus een fles Mekong. Ik ben er aan toe. In de trein bestellen we een tweede fles, zodat we weer kunnen slapen. Archeologie is leuk, maar zeer vermoeiend.

Over deze blogger

Dick Koger

5 reacties op “Een tripje naar Ubon Ratchathani”

  1. HansB zegt op

    Wat een ontberingen. Hopelijk zijn jullie inmiddels hersteld van de ontberingen.
    Afgelopen juli is mijn vriendin voor €30 op en neer gevlogen van Pattaya naar Ubon Ratchatani.
    Ik ben met haar in Augustus in Ubon geweest en we hebben er voor weinig geld in een keurig hotel met mooi zwembad geslapen. Ubon is een leuke stad voor een kort verblijf. Prima restaurants, mooie tempels etc.
    Khong Chiam, Pha Taem, Det Udom en Prasat Ban Ben zijn allemaal op google maps te vinden en eenvoudig met de auto te bereiken.
    Ik ga aanstaande januari weer naar Ubon en omgeving. Ik hoop en verwacht de omgeving dan op een meer comfortabele manier te kunnen zien.

  2. hans wierenga zegt op

    Heel beeldend Dick! Ik zie je ‘zittend’ genieten!

  3. henk zegt op

    Je had ook nog even naar de Song Si rivier moeten gaan.

  4. Jasper zegt op

    Vermakelijk verslag. Je hebt het over vleesfondue, met groenten in de olie. Nou heb ik hier wel regelmatig koreaans gebarbequed, maar dat gebeurt dan met dezelfde omgekeerdevergiet bovenhoutskool en in de rand een voedzame bouillon met groenten….

    Mischien in de olie vanwege de mekong?

  5. Martin zegt op

    mooi verslag. ik ben zelf nu in de omgeving van Khemmarat, Ubon Ratchatani. voorig jaar de Bi-Coular river bezocht en een prachtige grote tempel langs de Mekong nabij Khemmarat.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website