Naar het zuiden…. (deel 1)

Door Tim Poelsma
Geplaatst in Reisverhalen
Tags: ,
15 maart 2016

Tim Poelsma (71) studeerde geneeskunde. In het tweede jaar vertoonde hij zich niet meer op het universiteitsterrein. Hij werkte hier en daar en trok de wijde wereld in. Terug in Nederland pikte hij de studie weer op en maakte die af. Tim werkte jarenlang als zelfstandig homeopathisch arts. Daarna kwam hij in de verslavingszorg terecht. Hij heeft een dochter; vriendin Ee heeft met haar overbevolkte netwerk hem de naam ‘dokter tim’ opgespeld. 

Tim Poelsma stapt weer op de motor met zijn Nokia als (soms onbetrouwbare) gids. In deel 1 bezoekt Tim het zuiden van Thailand.

Om een uur of half acht reed ik naar het zuiden, nagewuifd door Ee en haar kinderen. Ik had eigenlijk naar het noorden willen gaan, maar het scheen daar nu behoorlijk koud te zijn. Dus naar het zuiden. De vorige rit was ook niet volgens plan. Ik had die keer naar naar Prae, Phayao en Nan willen gaan. Maar er waren daar destijds grote overstromingen. Daardoor kwam ik bij dokter No in Roi Et terecht. Ik wilde gaan tanken bij de militairen, een benzinestation in de voortuin van een kazerne even voorbij Hua Hin. Ineens viel mij op dat je de literprijs niet kon zien. Men had het plastic raampje met schuurpapier dof gemaakt. Hierdoor konden de klanten de lcd niet aflezen. Dat was ook bij de andere pompen het geval. Ik tankte niet en reed door.

De weg ten zuiden van Hua Hin en Pranburi is mooi. Er staan bomen aan beide kanten van de weg en na Pranburi staat er ook in de middenberm een oneindige rij bomen. Daar onderdoor rijden is de ultieme beleving voor de motorrijder. Voor mij uit reed zwaar vervoer met politie-escorte en zwaailichten. Maar toen ik dichterbij kwam, bleek het zwaailicht een pickup-truck van het groene kruis te zijn. Ik kan me herinneren dat ik na de geboorte van mijn dochtertje daar het een en ander gehuurd heb. Het gevaarte bleek een brug te zijn. Van het groene kruis? Ik reed wat sneller door en stopte om een foto te maken van de brug en de groenekruis wagen. Maar de stoet was al voorbij, voordat ik de boel klaar had. Nadat ik de brug weer ingehaald had, zag ik tot mijn verbazing een kilometer of wat verder nog zo’n brug rijden. De pickup-truck die hier achter reed had geen zwaailicht en geen groen kruis. Aan deze brug hing een opzichtig bord met firmanaam en telefoonnummer. Het leek me handig dit te noteren omdat in het blog naar uiteenlopende zaken wordt gevraagd.

Na de bruggen schoot mij te binnen dat ik geen atlas bij mij had. Ik had een Thaise atlas van Globetrotter ooit bij Asia Books gekocht. Toen ik ging motorrijden, bleek dat boekje reuze handig te zijn. Maar tijdens een van mijn tochten, verloor ik ’m. Op internet zag ik bij Amazon Duitsland, dat ze er meerdere hadden. Ik bestelde de laatste druk. Dat was in mei, maar in september was de atlas er nog niet. Als ik een ander exemplaar zou bestellen, kon wel eens hetzelfde gebeuren; een verhaal van maanden. Dus bestelde ik alles wat ze hadden. Dat waren er vijf. De bestelling zou naar mijn dochter gaan, die in Amsterdam woont. Zodra er een bezorgd was, zou ik meteen de rest annuleren. Ze verstuurden er echter twee tegelijk. Ook niet erg. Ik annuleerde de rest. Maar uiteindelijk kreeg ik er drie. Bij de annuleringen was een exemplaar uit het jaar 2000. Ze hebben dat boek uit Engeland laten komen. Door mijn annulering zouden ze met een winkeldochter worden opgescheept. Dus hebben ze dat exemplaar stiekempjes ook naar mijn dochter gestuurd. Ik had er vrede mee. Maar ik had er geen vrede mee, dat ik, bij de eerste de beste rit waarbij ik weer over zo,n boek kon beschikken, alles thuis heb laten liggen.

Vele kilometers verder zag ik een bord met het vliegveld van Chumpon. Daar ergens moest Lung Addy wonen. In het blog heeft hij ooit verteld dat hij met zijn buurman motorritten wilde gaan maken. Maar de buurman kreeg het na zijn pensioen te druk daarvoor. Ik wilde lung Addie eens polsen voor een rit in het nieuwe jaar. Iedereen in zijn dorp kende hem, aldus het blog. Hij moest te vinden zijn. Ik vroeg het bij een benzinepomp. Ik kon het beter verderop vragen want hier kende men lung Addy niet. Maar dat kon ook bijna niet, want we waren hier nog kilometers van het dorp verwijderd. Kilometers verder vroeg ik het weer bij een benzinepomp. ‘Er is wel een leraar, die woont daar.’ Hij wees. ‘Maar is dat meneer Addy?’ Dat wist de pompbediende niet. Ik reed de richting in die hij mij wees. Het dorp lag aan de voet van een immense heuvel; lung Addie had een hele mooie plek gevonden.

Er viel een bui. Maar in mijn rijrichting zag ik een opklaring. Ik reed dus door. Met bakken viel het water op mij neer. Met name in de ‘opklaring’. In een kraam zat een vrouw bau-pau te verkopen. Ik kon haar wel even wat vragen want op dit moment waren er geen klanten. Maar ik verstond haar nauwelijks omdat ze het Thais anders leek uit te spreken. Bovendien werd ik gehinderd door de regen in combinatie met een ouwe dove kop. Wat ik begreep was dat ze de man van gezicht kende, meer niet. Maar ik zou door moeten rijden, want ze wees daarheen. Dat deed ik. Een prachtig weggetje voerde mij met bochten omhoog naar het onbekende. Maar ik reed al gauw een muur van water binnen zonder enig zicht of licht. Terug! Daar was het immers vijf minuten geleden nog droog. Nu ook niet meer. Voor mij uit sloeg met een verblindend licht de bliksem in. Niet verder dan 300 meter. Door de bomen kon ik niet zien waar precies. Aan de klap te horen waren er minstens 3 koeien bij betrokken. Ik reed dezelfde weg terug, inmiddels een vertrouwde omgeving met die benzinepompen. Maar ik had het ongelooflijk koud. De regen werd wat minder. Het kon namelijk niet harder en op is op.

In Chumpon was het droog. Ik was nog drijfnat en tot op het bot verkleumd. Ik zocht naar een hotel. Maar bij het vragen had ik veel hinder van de zuidelijke manier van praten. Ik zag er een en checkte in. Men vroeg of ik ac wilde. Dat vond ik deze keer niet nodig. Maar de kamers zonder ac hadden ook geen warm water. Ik had heet water nodig en kreeg een kamer met ac. Ik heb lang onder dat hete water gestaan voor ik weer in mijn normale doen was. Ik heb alle kleren uitgehangen; ook uit de bagage want daar was ook alles nat. Het telefoontje was al eens eerder natgeregend. Ik moest toen 3000 baht betalen om de boel weer aan de gang te krijgen. Maar deze keer werkte het natte telefoontje nog en de computer startte ook op alsof er niks gebeurd was.

Mijn boek van Lonely planet was aan pap geregend, mijn portemonnee zat ook vol pap. Ik was aan eten toe en ging op verkenning uit. Vlak bij het hotel was een restaurant. Aan de voorkant stonden schalen met gerechten waar je uit kon kiezen. Ik nam laab moe en nog iets onverstaanbaars; ook van moe. Het was allebei lekker maar er zat een allemachtige hoeveelheid suiker in. Terwijl ik at, ging een meisje van een jaar of 16 bij de schalen zitten telefoneren. Ze giechelde aan een stuk door en draaide speels met een lepel ingrediënten van het eten om en om. Ze speelde ook met het vocht dat ze doelloos van de ene schaal in de andere schepte. Ze wisselde het spelen af met het kijken in een minuscuul spiegeltje dat ze opzij van de schalen te voorschijn haalde. In het hotel had ik de grootste moeite om op internet te komen.

Ik heb ‘s nachts de ac aangezet omdat die het vocht uit de lucht haalt. Vanochtend waren mijn spullen nog niet droog. Naar buiten kijkend zag ik dat mijn ramen geen zon zouden krijgen. Ik vroeg aan de vriendelijke vrouw van het hotel of ik naar een kamer aan de overkant mocht. Daar kwam wel zon. Dat kon niet omdat ze bezet waren. Ik legde uit dat alles natgeregend was en maar niet drogen wilde. Ik mocht alles boven op het platdak hangen tussen de was van het hotel. Met de zon en de wind van vandaag kon dat niet lang nodig zijn. Tchai, binnen een uur was alles droog. Ik had al besloten om hier nog een dag te blijven. Om tien uur ging ik betalen.

De vrouw die mij gisteren had ingecheckt, zat in een lage stoel in een eigenaardige houding en kwam daar niet uit. Ze liet zich alles aanreiken. Het leek erop alsof ze kortgeleden op een gloeiende kachel was gaan zitten. Een aannemelijk verhaal omdat een Thaise vrouw niet kan weten waar een gloeiende kachel voor dient. Ze zat dus niet op haar billen maar op haar rug. Of beter: ze lag in die stoel. Of zou die houding met haar zwangerschap te maken hebben? Zelf heb ik meer schik met de kachel. Ze zei uitnodigend dat ik ‘s ochtends koffie kon drinken en wees naar een plek. Ik liep er heen maar zag niks. Ik vroeg waar die koffie dan stond. Ze zei dat na tien uur alles weggehaald werd. Ze zei dat allemaal liggend.

Ik ging op weg naar de Farang Bar. Ik wilde kijken of ik daar iets kon eten. De bar was afgesloten met ramen van stevig gaas. Ik werd alleen uitbundig verwelkomd door een poesje dat nauwelijks ouder was dan 2 maanden. Het poesje ging op mijn schoot zitten en was daar niet vanaf te krijgen. Knor, knor zei het poesje.
In de bar hingen prijslijsten met dranken. Vooral cocktails. Geen eten. Geen mensen. En dicht. Ik moest dus elders eten. Elders was beter dan de uitstalling met het telefonerende meisje. Het was minder zoet en heel lekker. Bij het afrekenen kreeg ik geen wisselgeld. Ik vroeg erom omdat ik 50% tip overdreven vond in een land waar geen mens dat deed. Dus vroeg ik erom. Het meisje legde aan haar baas uit dat ze ervan uit was gegaan dat de rest tip was. Maar het eten was lekker en daarom ging ik later nog eens en toen was het ook lekker. Als je met je rug naar de Farang Bar staat, aan de overkant van de straat rechts, niet ver van de hoek. Daar is Elders. Het ziet er iets chiquer uit dan elders. Ook vandaag was het een hels karwei om op internet te komen.

Morgen deel 2.

Over deze blogger

Tim Poelsma

1 reactie op “Naar het zuiden…. (deel 1)”

  1. Lung addie zegt op

    In tussentijd heeft Tim de woonst van Lung addie gevonden. Tim is hier reeds een paar maal op bezoek geweest op doortocht naar het diepere Zuiden… en … Lung addie heeft van zijn gezelschap genoten. Kijk er naar uit om de Kawasaki Ninja terug mijn jungle te zien inrijden. Steeds welkom Tim en als je donkere wolken boven Chumphon ziet verschijnen, aarzel niet om in Ta Sae de afslag naar de luchthaven te nemen, daar houden we het droog van buiten en zorgen wel voor een natje van binnen…..


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website