‘De huisknechts tweede valstrik’; een kort verhaal van Watcharawan
Huisknecht Ploi
‘Ploi! Ploi!’……. ‘Ploi? Hallo, iemand moet de poort open doen! De auto is er!’
De vrouw des huizes riep naar Ploi toen het getoeter stopte. Ploi liet de tuinschaar op het gazon vallen en rende naar de tuinpoort. Een troep huishonden ging hem vooraf. De leidende hond bereikte als eerste de poort vóór de gewone honden; hij behoorde tot het Europese ras en was groot en sterk. De kleine Thaise honden sjokten er achteraan om hun baas te begroeten.
Ze wilden laten zien hoe blij ze waren dat het baasje terug was, dat ze tijdens zijn afwezigheid hun hondenplicht waren nagekomen en het huis goed bewaakt hadden. Ploi opende de poort en sloot hem direct achter de auto opdat straathonden geen contact konden krijgen met de deftige honden binnen.
De heer des huizes stapte uit, begroette als altijd eerst de herdershond, en dan de opgewonden andere honden die vol ongeduld op hun deel in het aaien wachtten. Daarna vroeg hij huisknecht Ploi net als iedere dag ‘Heb je het diner voor de herdershond bereid zoals het hoort?’ ‘Zeker meneer’ antwoordde Ploi, dan weer overtuigd, dan weer weifelend naar gelang de kwaliteit van het vlees dat voor de hond apart was gelegd. Het vlees was soms zo goed dat Ploi er zelf van at….
‘Zet de mest even klaar voor mijn orchideeën, Ploi!’ Meneer had het nog niet gezegd en je hoorde mevrouw uit de keuken roepen ‘Ploi, Ploi, kom eens snel hier…’ Meneer maakte met een handgebaar duidelijk dat Ploi moest opschieten. De kinderen waren na school al gewassen en omgekleed en speelden in de tuin. Het kindermeisje Rose had de jongste telg van de familie op haar arm en ging met hem in de tuin spelen. Ploi keek stiekem en verlangend naar haar en droomde van …..
Rose
Rose was 14 jaar maar groeide uit tot een bekoorlijk meisje. Ploi was ook nog jong: 17 jaar. Hij haastte zich het werk te doen dat de huisbazin hem opdroeg. En hij was er nog niet mee klaar of de heer des huizes riep hem naar de orchideeën. Ploi moest water met kunstmest over alle planten sproeien waaronder heel dure exemplaren. En daarna moest de huisknecht heel snel de poort openen om de zus van de huisbazin binnen te laten die met haar auto op bezoek kwam.
Kort daarna kwam ‘hare hoogheid’ de tuin in en ontdekte de tuinschaar op het gazon; en ze begon Ploi uit te kafferen. Ze had de huisknecht eerder al eens luid en duidelijk verteld dat die een gevaar vormde voor de kleinsten. Ploi had diep gebogen toen hij er op attent werd gemaakt. Want misschien hadden de kinderen wel een verwonding kunnen oplopen en er tetanus van gekregen….
Ja, de werksfeer was hectisch. Je moest veel mensen tegelijkertijd bedienen, en dan maken ze er zo’n kabaal van. Hij werd er zo boos van dat hij dacht aan opzeggen. Maar de heldere blik, de volle lippen en dat lekkere neusje van Rose maakten hem weer rustig. Vanwege Rose zou hij op zijn tanden bijten en volhouden.
De kokkin Somnoek
Toen Ploi met de tuinschaar langs de keuken liep wierp kokkin Somnoek hem uiterst vriendelijke knikjes toe die haar gevoelens voor de huisknecht duidelijk weergaven. Dat maakte Ploi verlegen. ‘Wat voor soep hebben we vandaag?’ vraagt hij vriendelijk maar wat afstandelijk. ‘Ik hou een vol bord voor jou apart. Je krijgt extra, maar jij alleen’ zei ze uiterst voorkomend.
Dring je toch niet zo op, dacht Ploi. Hij keek met walging naar het ingevallen smoeltje met uitpuilende kikvorsogen van de potige 25-jarige Somnoek. Zij ritselde altijd eerste klas eten voor hem.
Ploi komt uit het noordoosten van Thailand. Zijn ouders zijn boeren en hij heeft zeven broers en zussen. Hij is thuis de zesde. Kwam naar Bangkok om chauffeur te worden. Bij het bemiddelingskantoor vroegen ze hoe lang hij al auto reed. Toen hij eerlijk antwoordde dat hij nog nooit in een auto gereden had hadden ze hem uitgelachen en als huisknecht en tuinman bij deze familie geplaatst. Nee, rijden mocht niet maar wel de auto’s wassen en deze opdracht vervulde hij heel precies. Je moet je langzaam opwerken, toch?
Na drie maanden in dienst was hij nog steeds huisknecht, tuinman en autowasser maar … hij mocht af en toe Rose haar handjes vasthouden waarbij zij dan bekoorlijk de ogen sloot. Aha, de eerste stap was gezet!
Ploi had nooit geld. Zijn 300 baht loon ging helemaal op aan kleren en hij kon niets sparen. Integendeel, hij moest geld lenen van Rose en voor extra eten probeerde hij bij Somnoek in de gunst te komen. Eten en toetje kreeg hij extra van haar en Somnoek liet blijken wel meer te willen met hem maar dat benauwde hem toch wat….
Die volksliedjes toch…..
Die nacht liep Somnoek in haar badhanddoek naar de badkamer in de bediendenafdeling. Maar om onduidelijke redenen ging ze die deur voorbij en liep naar binnen bij de huisknecht. Ploi lag op bed en floot een volksliedje. De grofgebouwde, potige Somnoek complimenteerde hem overdreven met zijn liedjes en Ploi floot er nog een en nog een en…….
De volgende morgen jankte Rose en keek Ploi niet meer aan. Somnoek daarentegen neuriede het laatste liedje van gisteren en pakte al hun spullen in een koffer. Zonder te overleggen ging ze naar mevrouw en meneer en nam ook namens Ploi ontslag om terug te gaan naar hun huis in het noordoosten.
Naar de Isaan
Onderweg zei Ploi tegen Somnoek ‘Ben je nu gek geworden? Ik wou helemaal niet opzeggen. Waarom doe je dat? Ik heb geen rooie cent. Waar moeten we van leven?’ Somnoek lachte trots. ‘Ik heb meer geld dan Rose, kijk maar, tweeduizend baht.’ Ze liet het hem zien. En Ploi werd weer blij. Ha, nu zijn we rijk! Wat een geluk, ik hoef niet meer als huisknecht te werken. Tweeduizend baht; een vermogen!
Ploi keek Somnoek aan en overdacht hun gezamenlijke toekomst. Somnoek had slechts een broer en die was kortgeleden gestorven. Haar ouders waren beiden al oud dus ze hoefden niemand langdurig te verzorgen. Alles wat ze verdienden konden ze voor henzelf houden. Somnoek was gelukkig en zo zag ze er best knap uit. Dat kan, als je maar gelukkig bent.
‘Vader! Moeder!’ riep Somnoek al van ver en rende haar ouders tegemoet. De oude ouders zaten bamboestengels te schillen. Somnoek hurkte bij ze om ze te begroeten. Ploi bleef wat verlegen en bedeesd op afstand staan.
‘Dit is mijn vent!.’ Zo stelde Somnoek haar Ploi voor aan haar ouders. ‘En, is het geen flinke vent? Goed, niet waar? Hij kan de plaats van mijn broer in het rijstveld innemen zodat wij onze pachtschulden eerder kunnen terugbetalen.’
Bron: Kurzgeschichten aus Thailand. Vertaling en bewerking Erik Kuijpers.
Auteur Watcharawan; pseudoniem voor Dr Sitha Pinitpuwadol, 1932. Professor/docente/vertaalster Frans aan Ramkamhaeng Universiteit te Bangkok. Ze schrijft korte verhalen, vooral in de 60-er jaren. Haar verhalen gaan over mensen uit de Isaan die naar Bangkok gaan voor werk en vaak slachtoffer worden van hun goedgelovigheid.
Over deze blogger
- Bouwjaar 1946. Kreeg de bijnaam 'Lopende belastingalmanak' en heeft 36 jaar in dat vak gewerkt. Op zijn 55e naar Thailand verhuisd. Invaliditeit dwong hem van zijn gezin in Nongkhai naar huisje met thuiszorg en scootmobiel in Súdwest-Fryslân.
Lees hier de laatste artikelen
- Belasting Nederland23 december 2024Belastingen: De weg naar de reductie uit art 23 lid 6
- Belasting Thailand19 december 2024Belastingen: Regionale kantoren Thailand
- Thailand algemeen17 december 2024Belastingen: Hulp bij aanvraag reductie
- Belasting Nederland15 december 2024Belastingen: wanneer is jouw geld belast in Thailand?