“Boeren zijn de ruggengraat van de natie”, de sociaaleconomische status van de landelijke bevolking in Thailand
“Boeren zijn de ruggengraat van de natie” is een aloud gezegde in Thailand waarmee de boeren worden geprezen, nog tot op de dag van vandaag. Dat beeld wordt vooral versterkt door een nieuwe visie op de economie, die vooral toegeschreven is aan wijlen koning Bhumibol: “de economie van het genoeg” (sufficieny economy).
Laten we eens een korte schets geven van het sociaaleconomisch bestaan van de boeren in Thailand. Hoewel ik dat meestal niet doe, zal ik hier en daar een vergelijking maken met Nederlandse boeren. De ‘saaie’ statistieken staan aan het eind van dit verhaal, maar is wel belangrijk om ze even door te nemen.
Een kort verhaal over boer Udom
Boer Udom is 55 jaar oud. Het gaat nu redelijk goed met hem, en met zijn vrouw Fon en dochter Phloy, maar hij ziet er naar uit om over een jaar of vijf met pensioen te gaan.
Dertig jaar geleden begon Udom te werken als boer op een 35 rai rijstveld (5,6 hectare), welke hij van zijn vader had geërfd toen die na een lang ziekbed overleed aan leverkanker. Het dorp waar hij altijd heeft gewoond ligt zo’n 30 kilometer van het stadje Nakorn Klai in het noorden van de Isaan. De weg ernaar toe is nog steeds niet verhard en moeilijk begaanbaar in de regentijd.
De afgelopen dertig jaren waren heel zwaar. De rijstbouw bracht jaarlijks nooit meer op dan 100.000 baht, en in de vele jaren van droogte of overstromingen nog minder. Irrigatie was er niet in zijn dorp en de grond was niet echt vruchtbaar. De landerijen lagen verspreid, soms een paar kilometer van elkaar. Hij experimenteerde wel met nieuwe rijstsoorten die beter bestand waren tegen droogte en meer opbrachten, maar dat was toch niet genoeg om voor zijn gezin te zorgen. Hij probeerde ook knoflook te planten, wat een aantal jaren wat opleverde maar een jaar met overstromingen en een ingezakte prijs maakte dat hij daarmee stopte. Hij denkt erover nu sojabonen te gaan planten. Zijn vrouw Fon exploiteert een klein winkeltje, die echter nooit meer dan 3.000 baht winst per maand opleverde.
Voor meer inkomen werkte hij 6 tot 8 maanden per jaar als bouwvakker, eerst in Bangkok en later ook in Nakorn Klai. Dat bracht toch jaarlijks het mooie aanvullende bedrag van 80.000 baht in het laatje.
Zijn grootste probleem waren zijn schulden. Hij moest bijna ieder jaar 10-20.000 baht lenen voor zaden en chemicaliën als kunstmest en pesticiden. Tien jaar geleden liep de schuld op tot wel 250.000 baht. Dat was vooral omdat hij twaalf jaar geleden flink voor de studie van zijn dochter Fon tot onderwijzeres moest bijdragen. Zijn schulden zijn nu gedaald tot 100.000 baht omdat hij tien jaar geleden een deel van zijn land verkocht, tegen een prijs die hem wel teleurstelde. Hij profiteerde verder van een kleine overheidssubsidie. Hij pacht nu 10 rai. Zijn dochter heeft nu een baan en steunt haar ouders met 4.000 baht per maand, zodat hij niet meer zoveel maanden buiten het dorp hoeft te werken.
Hij ziet de toekomst met redelijk vertrouwen tegemoet. Over vijf jaar wil hij de laatste 20 rai van zijn land verkopen, land waar zijn dochter geen enkele belangstelling voor heeft. Hij heeft dan geen schulden meer en houdt misschien wat geld over. Hij zal zijn vrouw Fon helpen in het winkeltje en misschien verdienen ze daarmee wat meer. Met de bijdrage van zijn dochter en wat overheidspensioen denkt hij het samen met zijn vrouw wel te redden, als er maar geen andere vervelende dingen gebeuren.
De sociaaleconomische filosofie van “de economie van het genoeg”
Wijlen koning Bhumibol begon in 1994 met het onthullen van een model voor zelfredzaamheid voor met name het boerenbedrijf, een visie die met nog meer kracht werd uitgedragen na de financiële crisis in 1997. Boeren zouden in kleine gemeenschappen vrijwel geheel zelfvoorzienend moeten zijn, waarbij zij onderling wel arbeid en producten konden uitwisselen, maar niet of nauwelijks met de buitenwereld. Ze zouden daardoor meer immuun zijn voor economische schokken. Een ideaal boerenbedrijf bestaat in die visie uit 20 tot 30 rai grond, met een indeling in vier stukken: 30 procent voor een vijver met water voor eventuele irrigatie en het kweken van vis, 30 procent voor rijst genoeg voor een jaar consumptie per gezin, 30 procent voor andere gewassen als fruit en groenten, en tenslotte 10 procent voor huisvesting, veehouderij en andere activiteiten.
Zowel in de Grondwet van 2007 als in die van 2017 staat dat de staat de filosofie van de ‘economie van het genoeg’ moet volgen:
Grondwet 2017, hoofdstuk 75
De staat moet een economisch systeem organiseren dat de mensen kansen biedt om allemaal samen op een alomvattende, eerlijke en duurzame manier te profiteren van de economische groei en om zelfredzaam te zijn in overeenstemming met de filosofie van een toereikende economie (‘self-sufficiency economy’), moet oneerlijke economische monopolies elimineren en moet het economische concurrentievermogen van de mensen en het land ontwikkelen.
Ik noem slechts een paar punten van veelvoorkomende kritiek op deze filosofie: Wat moeten de boeren doen met de 19.000 kubieke meter grond bij het uitgraven van de vijver? Veel boeren geven aan dat ze nu al niet ‘genoeg’ hebben. Onlangs maakte de bekende stand-up comedian Note Udom grappen over deze ‘self-sufficiency economy’. Er werd tegen hem een aanklacht ingediend wegens majesteitsschennis (zie: Bangkok Post – Comic in crosshairs after Netflix show ). Een ander punt van kritiek is dat er zo geen geld is voor andere uitgaven, zoals onderhoud van het huis, onderwijs voor de kinderen en zaken als een vervoermiddel.
De werkelijkheid van het sociaaleconomische leven in de dorpen
Ik ga bij deze beschrijving uit van de hieronder genoemde bron (Royal Sufficienty) die vertelt over het boerenleven in het dorp Baan Tiam met 126 huishoudens (400 personen), een honderd kilometer ten noorden van Chiang Mai. Het artikel geeft aan dat de situatie daar niet zo veel verschilt van die in andere dorpen in Thailand.
In Baan Tiam geven 34 procent van de huishoudens aan dat de eigen productie van marktgewassen hun voornaamste bron van inkomsten is. Daarnaast noemen 30 procent van de huishoudens hun werk als landarbeiders als belangrijkste bron van inkomsten. Van de overige inwoners heeft 35 procent een overheidsbaan (overheidsprojecten, onderwijzers, parkmedewerkers, ziekenhuis), 8 procent heeft inkomen uit een winkel en 18 procent uit andere bedrijfjes. Daarnaast is er werk in de bouw en infrastructuur.
Rijst is het voornaamste landbouwproduct. Veel daarvan wordt door de boeren zelf geconsumeerd. Een ander deel wordt verkocht of vaak ook weggegeven aan de dorpsbewoners. Er wordt best veel gezocht naar de mogelijkheden om andere landbouwproducten te exploiteren: knoflook en sojabonen werd het meest geplant, maar ook diverse groenten en vruchten. Weersomstandigheden en prijsfluctuaties maken het vaak moeilijk.
Heel veel oorspronkelijke inwoners zijn naar elders vertrokken om een beter betaalde baan te vinden. De meesten maken geld over naar hun verwanten in Baan Tiam.
De cijfertjes, een vergelijking tussen Thaise en Nederlandse boeren
Hoeveel boeren zijn er in Thailand?
Zo’n 30 procent huishoudens in Thailand (6.7 miljoen) geven aan dat landbouw hun voornaamste werkgelegenheid en bron van inkomsten is. De gemiddelde leeftijd van boeren in Thailand is de laatste 20 jaar flink opgelopen: van 45 naar 55 jaar. Jongeren zien het niet zitten als boer aan het werk te gaan.
In Nederland zijn boeren 0,6 procent van de totale werkgelegenheid. Dat zijn nu 54.000 huishoudens, een afname van de 100.000 agrarische huishoudens in 2000.
Inkomen, schulden en subsidies voor Thaise boeren
Het gemiddelde inkomen per huishouden per jaar voor een boerenfamilie is 220.000 baht. Dat is 60 procent van het gemiddelde inkomen van alle huishoudens in Thailand en behoort zo tot de laagste-inkomensgroep. De helft van dit inkomen komt uit agrarische werkzaamheden in het eigen bedrijf, de rest uit andere werkzaamheden en overgemaakt geld uit andere bronnen (familie e.d.). De schuldenlast voor alle Thaise huishoudens is groot, maar nog eens 10 procent groter voor boeren.
Thaise boeren krijgen 15 miljard baht rijkssubsidie per jaar en dat is 2.500 baht per huishouden per jaar. Zo’n 20 procent van de boeren heeft een inkomen beneden de armoedegrens van 32.000 baht per jaar, 30 procent heeft schulden meer dan het jaarinkomen en 10 procent heeft schulden van meer dan 3 maal het jaarinkomen.
Het inkomen van een agrarisch huishouden in Nederland is 82.000 euro per jaar, terwijl het gemiddelde huishoudinkomen 48.000 bedraagt. Boeren behoren tot de hoogste inkomensgroep in Nederland, 53 procent behoort tot de 20 procent hoogste inkomens. Nederlandse boeren krijgen uit een Europees fonds 836 miljoen euro per jaar, dat is 15.000 euro per boerenhuishouden per jaar.
Landbezit van Thaise boeren
Dat is in de afgelopen 20 jaar drastisch gedaald, van gemiddeld 35 rai per huishouden tot nu 14 rai. Zo’n 40 procent van de boeren heeft geen land en zijn dus pachters of ingehuurde landarbeiders.
De Nederlandse boeren bezitten 75 procent van het land dat ze bewerken, een 30 hectare (180 rai) per bedrijf met vrij grote regionale verschillen. Zeg dat een hectare ongeveer 70.000 euro waard is dan bezit een boer in Nederland gemiddeld ruim 2 miljoen euro aan land. Van de Nederlandse boeren kan 20 procent als miljonair worden aangemerkt.
Prijzen van landbouwproducten in Thailand
Er zijn in Thailand grote verschillen in wat de boeren ontvangen voor hun producten en wat de koper betaalt op de markt. Voor een kilo ongepelde rijst krijgt een boer ongeveer 6 baht terwijl een kilo gepelde rijst voor een koper op de markt tussen 30 en 36 baht kost. Dat is een factor 5-6 verschil. Lees daarvoor ook het opiniestuk uit de Bangkok Post hieronder genoemd. In Thailand verdienen de tussenhandelaren heel veel geld, ten nadele van de boeren.
In Nederland is het prijsverschil tussen boer en consument veel kleiner. Daar is het een factor 2-3. De boer krijgt voor een liter koemelk 0.5-1 euro en de consument betaalt in de supermarkt 1 tot 2 euro.
Nawoord
En tenslotte ben ik erg benieuwd hoe de lezers denken hoe het lot van de Thaise boeren verbeterd kan worden. Wat kunnen ze zelf doen? Wat moet de overheid doen?
1 “Boeren zijn de ruggengraat van de natie” in het Thais เกษตรกรเป็นกระดูกสันหลังแห่งชาติ (kà-sèe-tà-kon pen krà-dòek sǎn lǎng hèng-châat)
2 “De economie van het genoeg” of “sufficiency economy” in het Thais เศรษฐกิจพอเพียง (sèet-thà-kìt phoh phiang).
Voornaamste bronnen
Artikel “Royal Sufficiency and Elite Misreprensentation of Rural Livelihood’ in het boek ‘Saying the Unsayable, Monarchy and Democracy in Thailand, 2010
Een goed opiniestuk in de Bangkok Post: Bangkok Post – Leave no farmer behind
Een lekker lang artikel (60 pagina’s) met alle informatie. De eerste 10 pagina’s geven een duidelijk overzicht van het gehele artikel: World Bank Document
Over deze blogger
-
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.
Lees hier de laatste artikelen
- Geschiedenis19 december 2024Op zijn verjaardag in 1995 gaf koning Bhumibol aan dat alle mannen een gratis sterilisatie konden ondergaan
- Geschiedenis14 december 2024Hoe een Nederlandse krant schreef over de studentenopstand van 14 oktober 1973
- Geschiedenis12 december 2024Hoe schreef de Nederlandse pers in 1960 over de geschiedenis en de huidige situatie in Thailand
- Cultuur17 november 2024Schemering op de waterweg
Ongelooflijk artikel!!!! En dan te beseffen dat het eten in Thailand “altijd zo heerlijk en goedkoop is”.
Ik schaam mij nu diep na het lezen over het leven van de boeren in het achterland. De Isaan is arm, maar dat het zooooo arm is heb ik me nooit gerealiseerd.
Triest.
Het probleem in Thailand is de macht van de tussenhandelaren en de groothandelaars, de boeren zouden zich moeten organiseren in coöperaties ( wat niet zonder gevaar is).
Cooperaties, herverkaveling, breken van de macht van de grote tussenhandelaren. Maar met de invloed en vrijheid die bedrijven zoals CP Group krijgen is dat allemaal zeer lastig. Dat raakt mensen hogerop in de portemonnee, geld moet naar boven stromen… (kuch kuch). Dus hervormingen die boeren en tevens de productiviteit en concurrentie positie op de wereldmarkt verbeteren zie ik er niet zo snel van komen. Dan moet er politiek en dergelijke echt andere wind gaan waaien.
Goed artikel Tino!
Beste Tino,
Even snel gerekend.
Deze boer verdient volgens jouw 100.000 + 70.000 loonwerk (gemiddeld) + (12×3000 winkeltje) + 2500 subsidie per jaar + (12×4000 ondersteuning van dochter) = 256.500 bath per jaar (21.375 per maand)
Uitgaven zijn investeringskosten zoals zaad en misschien kosten hypotheek (geen idee hoe dit zit bij de boeren in Thailand) daarentegen bezitten ze meestal wel weer een eigen groentetuintje.
Een nichtje van mij heeft een goede baan in Bangkok. Verdiend met hard werken 17.000 per maand is 204.000 bath per jaar. Wel hoge kosten voor huur (want het is Bangkok), kosten te ondersteuning van de familie. Houd veel minder dan 10.000 bath over, maar kan redelijk rondkomen. Dit, omdat ze zeer verantwoordelijk met de rest van haar geld omgaat (wat ik overigens zeer knap vind, ik zou met zo weinig geld zeker niet rond kunnen komen).
Als de boer goed omgaat met zijn geld heeft hij het volgens jouw gegevens niet zo slecht als jij doet voorkomen (dit naar Thaise maatstaven).
Dat het geen vetpot is hoeven we niet over te discussiëren.
De vergelijking tussen Thailand en Nederland is niet te maken. Daar de levensstandaarden en cultuur in beide landen gigantisch verschillen. Das appelen met peren vergelijken.
Tenslotte dat de boeren het in Thailand slecht hebben, dat is zeker.
Maar deze boer die jij nu aandraagt, zit met jouw gegevens zeker boven het gemiddelde bruto maandsalaris van Thailand. Terwijl ik denk dat de meeste daar toch echt wel onder zitten.
Wil je het echt laten zien dan moet je echt alle inkomen weten en alle uitgaven. Pas dan kan je netto zien wat er overblijft voor normaal levensonderhoud.
Opgezocht op internet: Volgens de laatste cijfers van het Thaise Statistiekbureau National Statistical Office (NSO) lag het gemiddelde maandsalaris in Thailand op 12.255,- (Thaise baht) bruto per maand is 150.660 per jaar.
Met vriendelijke groeten,
Theo
Beste Theo,
Terechte opmerkingen. Ik zocht naar het gemiddelde inkomen van boeren in Thailand, en een aantal bronnen geven (soms heel) verschillende getallen. Vervelend.
Het getal wat ik hier noemde: gemiddeld 220.000 baht per jaar is het bruto huishoudinkomen. Dat mag je niet helemaal vergelijken met een maandsalaris. In veel huishoudens komen twee inkomens binnen. Bovendien is het een bruto-inkomen. Het is mij niet gelukt gegevens te vinden over het netto-inkomen. Dat zal best een stuk minder zijn.
Gemiddelden zeggen bovendien niet alles. Hoe is de verdeling? Daar vond ik geen gegevens over, behalve dan dat 20 procent van de boeren onder de armoedegrens zit(10 procent voor de hele bevolking).
Boer Udom heeft het geluk dat het winkeltje ook wat opbrengt en zijn dochter hem steunt. Over zijn inkomen als boer schreef ik ‘nooit meer dan 100.000 baht per jaar’, meestal minder dus. En hij raakte veel bezit kwijt.
Woon zelf in de Isaan Korat
Maar subsidie op de rijst die krijgen we niet meer
Hier is ook de familie actief op de rijstvelden
Maar je betaald voor een tractor en gif
Dan nog een keer een tractor dan gooien we hier
Gewoon rijstkorrels op het veld en dan maar hopen
Te veel regen of te weinig regen geen oogst
Maar wel kosten gemaakt
Het is en blijft een moeilijk onderwerp en daarom niet één op één te beoordelen of te vergelijken.
Te vaak komt het voor dat ouders zichzelf totaal opofferen voor hun kind(eren) met de hoop dat zij het pensioentje voor hen gaan betalen. Wat mij betreft is dat een gevaarlijke manier van gokken.
Een kind wat verder wil studeren kan ook een persoonlijke lening bij het studieloket aanvragen zodat de ouders niet onnodig belast worden.
Indien iemand besluit land te verkopen maar wel land gaat pachten weet toch ook dat het eigen land ook verpacht kan worden?
Ik ben mij terdege van bewust dat een boer in Thailand van noord tot zuid een zwakke positie heeft maar er zijn momenten dat men de makkelijkste weg kiest en misschien heeft dat met gebrek aan kennis te maken. Eveneens de reden dat de kinderen het niet zien zitten om als boer te moeten overleven.
De grote vraag gaat dan worden wie het voedsel in de toekomst gaat produceren en ik denk dat CP, de gigant die vanaf de bron tot de consument de touwtjes in handen heeft, een bijzonder ongezonde rol in Thailand daarin speelt.
Een land moet geen landloze boeren willen en wellicht was dat wat wijlen Rama 9 wilde benoemen. Versterk jullie eigen bastions voordat het grote geld je gaat opeten.
Mijn vriendin heeft 9 rai rijstvelden en er moet elk jaar geld bij, met in het verleden veel schulden gemaakt om toch te kunnen boeren en te kunnen overleven. Vroeger was dit land van de ouders, en nu verdeeld over 3 zussen. Die zussen hebben al wat rai verkocht om schulden te kunnen betalen. Nu heb ik gezegd laat je broer maar gratis boeren op jouw land en laat hem maar wat zakken rijst hier afgeven als vergoeding. Zo eten we toch gratis rijst het hele jaar door. Er is hier in de streek veel armoede en de dorpen lopen leeg. Jonge mensen vertrekken en willen niet meer boeren, en de dorpen vergrijzen snel, veel oudere vrouwen vooral. Ook is er veel land te koop maar niemand wil kopen, want wat moet je ermee. Dit gaat nooit meer goed komen en ik zie het somber in voor de toekomst. Misschien voor groot grondbezitters nog rendabel maar voor de kleinere dorps boertjes niet meer rendabel. De meeste boeren hebben een andere bron van inkomsten nodig om vante leven. Nu is rijstboeren ook geen dagtaak, want maar een paar maanden per jaar is er hier werk op het land. En voor ouderen hier is een staats pensioen van 600 tot 900 baht diep triest. In de steden is er een andere manier van bestaan dan hier in op het platte land in de Isaan. Ik woon hier 30 km onder Udon Thani in een klein dorp en zie wat er om me heen gebeurd, ook veel drank en jaba gebruik en misbruik.
beste Jan
Je woont niet ver van mij vandaan als ik het goed begrijp.
En ik kan je hele verhaal alleen maar beamen.
In dit dorp zijn eigenlijk geen full-time boeren meer. Men verbouwt rijst op het land, houdt genoeg achter voor eigen consumptie (en van de familie) en verkoopt wat er overblijft. Iedereen doet er wat naast (verkoop, klusjesman, chauffeur voor schoolkinderen) en/of krijgt geld van de kinderen die niet zelden in het buitenland werken (Taiwan, Korea, Saoedi-Arabie, Australie).
Nauwelijks jongeren, veel jaba, weinig kinderen, veel alleenstaande vrouwen van 30 tot 50, en oudere mannen.
Mijn partner heeft ooit 8 rai als voorschot op de erfenis gekregen en uit de opbrengsten wordt het pensioen aan de ouders betaald. Dat is eveneens het geval voor de twee andere kinderen en dan komen de schoonouders op het platteland ook op 20.000 baht en krijgen ze ook extraatjes van nog levende broers, zussen en de achterkleinkinderen.
Die 8 rai wordt door een broer uitbesteedt. De opbrengst hebben we niet nodig maar wordt gebruikt binnen de familie en als we op bezoek zijn krijgen wij weer allerlei goederen. Ruilhandel binnen de familie en kennissengroep en in het gebied van de schoonouders werkt het bij veel families zo.
Belangrijke voorwaarde is wel dat het boerenleven een part time baan is dus dat de werkzame leden een baan hebben en liefst als (semi) ambtenaar.
Op zo’n wijze is de traditie als boer in Isan prima te doen maar dan moet de groep (familie) wel de wens hebben om als groep door te willen.
Rijke families omarmen het principe en dat heeft uiteraard een reden want anders waren ze niet zo rijk.
Andere boeren zitten weer in een andere situatie maar land moet men altijd behouden en met een waterput kan het zorgen dat er ook in de droge tijd groente te telen is, al is het alleen maar voor eigen gebruik.
Het probleem is vaak geld maar de landelijke en plaatselijke overheid heeft er ook een rol in. De laatste wil wel maar men kiest op landelijk niveau voor korte termijn oplossingen. Pappen en nat houden. De prijs is voor een ander.
Boeren zijn niet langer meer de economische ruggegraat maar het blijft een interessante groep als het op verkiezingen aankomt en is daarom deze groep, naar mijn bescheiden mening, verworden tot een politieke speelbal.
De 10.000 baht gratis geld gekkigheid voor 50 miljoen inwoners van het land gaat de CP aandeelhouders (7/11, Makro, CP Food) veel geld opleveren maar de boeren betalen de sigaar uit eigen doos.
Tel uit je winst en daar is scholing best wel handig voor. Stel je voor dat zo’n bedrag in het onderwijs zou worden gestoken.
Dan los je het armoedeprobleem van de boeren nu niet op maar wel in de toekomst.
Alles kost tijd en beter laat dan ooit maar de grote vraag is voor mij hoe de vraagsteller er zelf over denkt.
Als de trend doorzet is de gemiddelde leeftijd van de boeren over 10 jaar 60. Die oudere boeren zullen een deel van hun land (of alles) verkopen en een deel van dat land wordt mogelijk opgekocht door jonge, succesvolle boeren. De arbeidsproductiviteit zal daardoor toenemen en het boerenbedrijf wordt hopelijk winstgevender.
Een neef van mijn vrouw is rijstboer in Mukdahan; hij is zo’n 40 jaar oud en volgens mij succesvol alhoewel hij geen rijke ouders heeft. Hij experimenteert ook met exotische gewassen en verkoopt die via internet. Of hij land opgekocht heeft weet ik niet maar het zou mij niet verbazen.