‘Voordeurleed en Thaise macaroni’
Een winderige en koude avond in Maart.
Net wil ik aan de warme maaltijd beginnen, na een lange en al net zo koude werkdag, als de deurbel gaat. Ik zucht. Altijd onder het eten. Alsof ze het erom doen. Wat waarschijnlijk ook zo is.
Vrouw Oy opent de voordeur en zeilt meteen weer terug de woonkamer in.
En zegt: ‘ voor jou’.
Ik had niet anders verwacht. Het is namelijk altijd voor mij. Is het niet buurman die mijn lapje suddervlees taai laat worden omdat hij wat gereedschap wil lenen, dan is het wel de DHL-chauffeur die een pakket voor diezelfde buurman bij ons wil afgeven. En die het vervolgens koud laat of mijn aardappelen dat ook worden.
Vrouw Oy heeft voor aanbellers het standaardzinnetje ‘jij praten met mijn man’, uitgevonden en daarmee is voor haar de kous af.
Al zou Máxima aan de deur verschijnen, dan nog zou ze haar op deze manier te woord staan. Maar Máxima komt niet aan mijn deur, en dat is jammer. Want zij is een van de weinigen die mijn bordje zuurkool met worst wel in de war zou mogen schoppen.
Mocht het eens niet voor mij zijn dan weet ik dat ook meteen. Want dan ontploft de hal in vrolijk Thais gesnater en komt er direct daarna een van Oy’s vriendinnen binnendwarrelen. Al of niet beladen met tupperware-bakjes, vol rijst, groente en smeulende kip.
Ditmaal is het een magere jongeman met een wilde bos krulhaar die mijn drempel bezet houd. Type werkstudent, met als studierichting vlotte babbel en colportage. Grote letters Unicef op zijn sneeuw-witte jas geven meteen al aan waar het ditmaal om te doen is.
De krullenbol blijkt inderdaad een spraakwaterval. Die meteen van wal steekt en vraagt of ik wel weet dat er zo’n vijf miljoen vluchtelingen zijn, en dat zij van Unicef daar graag wat voor willen betekenen. Het feit dat ik al jaren over vluchtelingen hoor, en niet onder een steen leef, hou ik maar voor me. Want het is duidelijk een ingestudeerd verhaal dat hier opgelepeld wordt, en niet bedoelt om een reactie te krijgen.
Behalve een financiële dan.
Terwijl de jongeman mij bedelft onder zijn woordenvloed, sta ik in mijn dunne T-shirtje te verkleumen in eigen deuropening. Mezelf tegelijkertijd twee dingen afvragend: waar is mijn portemonnee, en hoeveel ga ik deze begeisterde dienaar van het Goede Doel geven zodat de deur weer dicht kan?
Waarop een hernieuwde kennismaking met mijn bordje Thaise macaroni kan aanvangen. ( Verschil met gewone macaroni is het toevoegen van een vleugje Vesuvius door mijn Thaise kokkin. Nablussen noodzakelijk teneinde lichamelijk China-Syndrome te voorkomen. )
De jongeman weet mijn aandacht even af te leiden van dit vraagstuk door fluks een poetsdoek tevoorschijn te toveren. Wat dus een stuk Unicef-deken blijkt te zijn, die men daar ter plaatse uitdeelt. De lap doet me sterk denken aan de dekens die ik tijdens militaire dienst uitgereikt kreeg. Dat wil zeggen, zeer dun en van een kleur die je zelf nooit of te nimmer had uitgekozen. Iets dat het midden houd tussen Oostduits-grauw en schillenboer-sepia.
Voor een luttel bedrag kan ik zo’n lap warmte en beschutting weggeven, zo blijkt. Ik herinner me intussen weer waar mijn geldbuidel ligt en wil al opgelucht een schenking kenbaar maken, als de jongeman zijn eerste preekfout maakt vanaf de voordeur-kansel.
Want het zou toch echt zielig zijn, volgens de pleitbezorger van het vluchtelingen-kind, als men bij een ontheemde familie aankwam en er vervolgens slechts een enkel kind blij gemaakt kon worden met zo’n lekkere warme deken. Daarom had Unicef besloten ze per twee te geven.
Daarmee dus ook meteen de donatie een kleine 100% verhogend. Knap gedaan. Maar het irriteert me dat ik op zo’n manier richting het offerblok word geduwd.
Het kippenvel op mijn armen word er ook al niet minder van.
Dan volgt de tweede fout. Of ik maar toestemming wil geven om deze maand mijn bankrekening open te stellen voor een kleine voorjaarssnoei. En naast het dekentje komt nu een tablet tevoorschijn, waarop ik geacht word mijn toestemming te geven voor de transactie.
Einde oefening.
Want hoevaak ben ik op deze manier al niet het goede doelen-moeras ingegaan, zodra ik merkte dat het niet bij eenmaal doneren bleef? Maar men vrolijk iedere maand hetzelfde bedrag inde, en blééf innen. En dat stopzetten me beduidend meer moeite kostte dan toestemming geven aan enthousiaste krullenbollen met Ipad aan de deur.
De tegenaanval word meteen ingezet. Ze mochten nu eenmaal geen contant geld meer aannemen, en worden ook nog eens streng gecontroleerd door allerlei instanties die in de gaten houden of men wel correct met de donaties omgaat. Dat diezelfde instanties nergens te bekennen zijn zodra ik mijn handtekening zet en voor tweemaal een eeuwigheid plus een financieel schrikkeljaar aan Unicef vastzit, kwam blijkbaar alleen mij als mogelijkheid voor.
Maar hij mag van mij terugkomen zodra hij een collectebus bij zich heeft, of voor de Hartstichting gaat werken. Die laatsten had ik namelijk nog niet met tablet of langdradig verhaal aan de deur gehad, en gaan altijd met een handvol euro’s in de bus weer verder. Misschien een ideetje voor Unicef?
Waarop ik een slap handje krijg en hij een deur verder gaat.
Mijn macaroni is intussen van status vorkkrullend heet naar niet te kanen lauw afgezakt, en schreeuwt om een ritje in de magnetron. Terwijl ik die keukenmachine bevinger teneinde weer warm eten te krijgen vraagt vrouw Oy nieuwsgierig hoeveel ik deze keer weer gedoneerd heb.
Ze weet dan ook niet beter of ik geef aan iedere aardig uitziende gek, chanteur of schuinsmarcheerder met vent-vergunning.
Laatst nog aan een beeldschone Poolse, die met wafels leurde. Deze dame was zeer tevreden met de vier euro die ik betaalde. Waarop ik later de wind van voren kreeg van eega, want diezelfde wafels gaf men bij de Lidl gratis weg bij aankoop van een tweede waterijsje, bij wijze van spreken.
Ze is dan ook verrast door mijn standvastigheid deze keer. Ikzelf voel ik me een beetje een Hollandse krent die kleumende Syrische kinderen geen warme poetsdoek gunt. Een krent die zometeen lekker voor de breedbeeld-tv onderuitzakt met zijn warme prakje.
Maar Oy weet ook dat gevoel snel weg te werken. Door te zeggen dat ik al genoeg geef aan buitenlandse goede doelen.
Zoals haar bejaarde Thaise moeder, die tenslotte al jaren voor nop in ons huis op het platteland woont, en nooit vergeefs aanklopt als de koelkast besluit warmkast te worden, of een afvallige dakgoot de vlucht neemt tijdens de moesson.
Ik ga dan ook met wat minder schuldgevoel aan de helse macaroni.
En als ik even later tranen in de ogen krijg heeft dat niets met Unicef te maken.
Over deze blogger
-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur10 december 2024Rooksignalen van oompje Mango
- Cultuur22 november 2024Tropenkolder
- Cultuur14 november 2024‘Drie dagen van bezoeking’
- Cultuur1 november 2024‘Kansloos koloniaal in Pattaya’
Lieve,
Weer prachtig geschreven en voor velen zeer herkenbaar.
Bij de jehova’s aan de deur doe ik het omgekeerde.
Dan stuur ik er mijn vrouw op af.
Die gesprekken in half Engels verweven met Thais en een paar woorden Nederlands duren niet lang.
Je huis nummer wordt dan genoteerd en de komende jaren komen ze niet meer aan de deur.
Ha ha ha leuk verhaal ! Goed geschreven ! Wat Khun Moo betreft aangezien ik geen vrouw heb ,stuur ik mijn honden op die Jehova,s af ! Helpt ook .
Wat een geweldig verhaal weer, Lieven! En je schrijfstijl is ook om van te genieten!
Bon appétit,
altijd goed. I
Dank voor deze smeuïge vertelling.
Ik heb er van genoten en zit nog na te lachen 🙂
Jij praten met mijn man wordt hier ook altijd gebruikt als goed excuus, hahahaha. Vond ik leuk om te lezen. Ook weer goed geschreven. Dank.
Heerlijk leesvoer, bedankt
Wat leuk om te lezen en mooi geschreven, dus dat mag erkent worden.
Zeer herkenbaar, zelfde twijfels en ervaringen,,, en inderdaad ook tranen.
Dank voor het delen van het verhaal.