Lezersinzending: Heengaan in Isaan
Ik verblijf al zo’n 10 regelmatig in Thailand en heb daar een partner, die we Nit zullen noemen met Warayut, haar “volwassen” zoon; ze komen uit een klein dorpje in de Isaan, in de provincie Roi-Et. De Isaners komen veelal uit Laos en hun spreektaal is dan ook Lao, en is geen dialect van het Thai.
De Bangkokkians kijken neer op de “primitieve” Isaners die wel voor de goedkope arbeid en de beste rijst zorgen, maar dat terzijde.
Er zit veel Chinees bloed in de Laotiaanse en dus ook Isaanse bevolking, geen wonder want Laos vormt een deel van de zuidgrens van China, terwijl aan de Oostgrens veel verwantschap is met de Kmer (Cambodjanen). Gedurende een paar duizend jaar hebben de vele koningen van het Kmer-rijk, Siam en Burma landjepik gespeeld, en pas in de 20e eeuw, na het verdrijven van de Fransen uit Indo-China zijn de grenzen vastgelegd. Alleen Thailand is nog een koninkrijk, zoiets als in Nederland, alleen ceremonieel (maar wel met veel meer pomp). De koning van Cambodja heeft zijn land overgedaan aan de communistische Pol Pot (van de “killing fields”) en vazallen, maar woont nog wel in een paleis in het Zuiden, de maat van Pol Pot, Hun Sen is een ouderwetse dictator en grote vriend van China. Het enige echte conflictgebied is aan de Zuidgrens met Maleisië, waar de hoofdzakelijk moslimbevolking naar onafhankelijkheid streeft door terroristische aanslagen op scholen, ziekenhuizen, arme boeren, onderwijzers, en uiteraard troepen. Het gebied werd zo’n honderd jaar geleden door Thailand ingepikt en blijft een bron van ellende vooral door financiering van de activiteiten via drugsmokkel, donaties van Saudi-Arabië en Maleisische moslimgroepen. Elke dag worden er wel een paar mensen vermoord. Het zal wel wat genuanceerder liggen, ook historisch, maar dat is niet de kern van mijn verhaal.
Nit is de oudste dochter van arme rijstboeren, die ook nog eens in het droogste deel van Isaan wonen, zodat de oogst ieder jaar weer een verrassing is, meestal negatief dus. Waarom die Laotianen daar zijn neergestreken is mij een raadsel. Nit heeft een broer en 2 zusters, en is als oudste dus de baas over het stel. Hard werk en weinig eten was het dagelijkse ritme, van vader helpen op de rijstvelden, tot verzorgen van de buffalos; geld voor scholing was er niet en uiteindelijk is het beetje geld dat letterlijk uit de monden gespaard werd besteed aan een vakopleiding van de broer. Nit’s ambitie was om verpleegster te worden, maar het werd huisslaaf bij een familie-lid, werken in de bouw in Bangkok en 18 jaar achter de naaimachine om Nike en Arrow-shirts te maken voor EUR 2 per dag in een zogenoemde sweatshop, eufemistisch naaiatelier genoemd door ons Europeanen.
Zoals dat in Azië nog steeds gewoonte is, zorgen de kinderen voor de ouders als die ziek zijn, of te oud zijn geworden om te werken. AOW in Thailand bedraagt nu ca. EUR 20/maand, en de huidige regering/junta heeft gezorgd dat elke arme Thai voor een bedrag van 1 EUR in het staatsziekenhuis terecht kan.
Opa en Oma waren, toen ik Nit leerde kennen ca. 73 jaar oud, hadden hun rijstvelden verpacht, waarvoor ze in natura worden betaald voor hun jaarlijkse rijstbehoefte (als er voldoende is) en worden verder geldelijk ondersteund door de kinderen voor zover dat mogelijk is. Wel moesten ze daarvoor voor de kleinkinderen zorgen, omdat de ouder(s), meestal in Bangkok, werken.
Gaandeweg heb ik de oudjes, die uiteindelijk maar 5 jaar ouder zijn dan ik, zien aftakelen. Mijn bijdrage bestond hoofdzakelijk uit het maandelijks opsturen van flessen elixer Mo Seng tegen reuma en andere kwalen (werkt echt!), het af en toe kopen van een koelkast, wasmachine of heetwatertoestel voor de douche (in Isaan kan het in de winter 6-10 graden zijn, dus wat fris om je oude reumatische lijf met koud water te wassen) en een bijdrage in de nieuwbouw van het huis (kunststof-sponningen en -ramen want daar was geen geld meer voor, dus de uitsparingen in de muren waren met golfplaat dichtgespijkerd). Ook de watertank, leidingen en pomp heb ik voor ze aangelegd.
Nit, en broer en zussen, spijkeren bij wat ze kunnen van hun verdiensten.
Oma was al een aantal jaren de weg kwijt door Alzheimer en had permanent toezicht en verzorging nodig sinds 4 jaar, en daarvoor werd de zus uit Bangkok, niet getrouwd dus geen andere verplichtingen, gevorderd door Nit.
Opa, ook niet meer zo fris, diabeet en hypochonder, laat zich regelmatig, al of niet terecht, opnemen in het plaatselijke ziekenhuis. Soms denk ik dat het meer om aandacht gaat dan vanwege de werkelijke kwalen, maar versleten is hij wel.
Het einde
Aan alles komt een eind, en Oma werd begin november opgenomen in het streekziekenhuis, 70 km verderop, met onduidelijke ziekteverschijnselen. Thai willen meestal niet weten wat ze hebben en communicatie met doctoren is beperkt. Bij opname moet een familielid als verzorger optreden, verpleegsters zijn er uitsluitend voor de medische handelingen/verzorging, dus anderen moeten de bedden verschonen, eten voeren, kleding wassen etc. Accommodatie hiervoor wordt geboden onder en naast de bedden op de zalen met ca. 30 man/vrouw, op de gang of buiten in de tuin, op de parkeerplaats of wat er voorhanden is. Eten kunnen ze kopen in stalletjes die natuurlijk direct naast het ziekenhuis aanwezig zijn.
Nu was er een logistiek probleem want Opa kon niet alleen gelaten worden, want moet geholpen worden met opstaan, wassen, naar de plee gaan etc., en de daartoe aangewezen zus kon dus niet ook Oma nog eens verzorgen. De jongste zus en haar man waren net een noodle-tent gestart in Pattaya, want hun stek in Bangkok viel droog doordat hun overbuurman, de publiekstrekker 7-11, een zeer grote franchise-keten van Japanse origine, de deuren sloot, en in de soi nauwelijks nog volk langs kwam. Hun investering en de pick-up die ze vorig jaar hebben gekocht moeten afbetaald worden. Nu was Nit aan de beurt, dus die stapte op de nachtbus en ging Oma verzorgen in het ziekenhuis.
Ik probeerde uit te vissen hoe de ziekte verliep, of er nog kans op verbetering was, en gaandeweg kreeg ik de indruk dat de dokters de boodschap niet overkregen of niet volledig wilden geven. Zover de communicatie en taal-issues het mogelijk maakten concludeerde ik dat ze stervende was, ze lag op IC, met voedingssonde en aan de zuurstof, en de arts stelde voor haar luchtpijp te openen om ademen mogelijk te maken. Dat leek mij geen goed idee en ik stelde Nit voor met haar broer en zusters te overleggen om Oma langzaam te laten gaan; ze was, mede door haar vergevorderde Alzheimer niet aanspreekbaar, en meestal niet bij bewustzijn, kon niet communiceren, dus aangeven of ze wel of geen pijn had en enig zicht op herstel was er niet. Wij praten over dit soort zaken wat makkelijker maar euthanasie is in Thailand volgens mij niet aan de orde, Opa kon niet meepraten dus ik moest Nit begeleiden op afstand vanuit Nederland waar ik was.
Op 12 december rond 18.00 u, een dag na mijn aankomst in Thailand belde Nit dat Oma letterlijk de laatste adem had uitgeblazen in haar bijzijn en was, voor zover te beoordelen, vredig ingeslapen.
Crematie
In Thailand wordt iedere Buddhist gecremeerd en daarvoor zijn strenge, traditionele, regels die afgehandeld moeten worden via een soort dorpsfeest. Nu is het Buddhisme in Thailand een variant op de oorspronkelijk Indiase versie, en vermengd met nogal wat animistische gebruiken, en zeker in Isaan, je weet maar nooit. Eerst moest Oma terug naar huis vanuit het ziekenhuis; in Nederland wordt dat door de begrafenisondernemer geregeld, maar in Thailand is voor arme boeren deze luxe geen optie, dus na het tekenen van wat papieren kregen ze Oma mee, in de laadbak van de pick-up van haar zwager die intussen was gearriveerd uit Pattaya. Scheelt 5.000 Baht (EUR 150) en daarvoor kun je veel eten kopen voor de festiviteiten die gaan volgen.
Terug in het dorp werden nu voorbereidingen getroffen door de tempel en aangewezen specialist die alle rituelen beheerst, een soort gemeenschapsbegrafenisondernemer (één woord).
Oma werd nu opgebaard in de leeggeruimde benedenverdieping in een mooi bewerkte, gesloten, metalen koelbox op wieltjes, waarin de eenvoudige houten kist. In Nederland gebeurt dat op een door de begrafenisondernemer oneerbiedig genoemde sjoelbak, een metalen plaat (baar) met koelspiraal, waarop de kist staat, wel met een mooi geplisseerd rokje erom om het frame te verbergen.
Op en om de koelbox worden nu allerlei cadeaus, kransen, bloemstukken en foto’s van de overledene geplaatst, elk voorzien van een tekst in de trant van “goede reis naar het paradijs”.
Intussen waren Warayut en ik op zaterdag 14 december om 6 u in de auto gesprongen om de reis van 800 km te maken naar het dorp, na vooral warme kleding, en zwarte en witte spullen te hebben ingepakt. Warayut, broer en neven zouden tijdelijk als monnik worden geïnitieerd om de ceremonie op te luisteren. Warme kleren omdat het Isaan erg koud was voor de tijd van het jaar door een hogedrukgebied uit China waarmee koude lucht werd aangevoerd. Nit had een tentje gekocht om bij het ziekenhuis in elk geval niet onder de blote hemel te moeten slapen bij 12 graden. Ook de donzen dekbedden gingen dus mee, want isolatie- en anti-tochtmaatregelen zijn onbekend bij de lokale “bouwondernemers”.
Tijdens de reis was het erg zonnig en warm en de temperatuur liep op van 14 graden in Chiang Mai tot boven 30 graden; de koude lucht uit China was verdwenen, we wisselden om de paar uur af en het was redelijk rustig op de weg.
Geluk dus, het dorpsfeest kon afgewikkeld worden onder een stralend blauwe hemel en heldere nachten.
Bij aankomst, na een voorspoedige reis, bleek dat de voorbereidingen in volle gang waren; feesttenten op het terrein, honderden rood-plastic stoelen en tientallen tafels, open “keukens”, podia voor de monniken tegenover de kist, en vele dozen bier, whiskey en moonshine, en bakken met onduidelijk vlees, vis, krekels en groenten, en zakken rijst. Vele tientallen watermeloenen tegen dorst en voor de vitaminen. Grote, vlammen spuwende, gasbranders met kokende olie op gammele drie-poten en een tiental gasflessen, waartussen de zeer vrijpostige kinderen en vele zwerfhonden circuleerden, en tientallen vrouwen druk in de weer met voorbereiden van de maaltijden die geserveerd moeten worden, 3 x dag, 3 dagen lang.
Ik was nogal gaar van de reis en had zeker geen zin in de lokale gastronomische lekkernijen, dus wat witte rijst en een gebakken ei erop en een zelf meegebracht koel biertje was voldoende. De donzen dekbedden bleven in hun verpakking want onder het dak was het ca. 35 graden, dus ik had alleen een fan nodig, die ik moest bietsen van de ceremonie, want alles was uit het huis van Nit geritseld, stoelen, pannen, bestek, inclusief de gasfles. Zelfs mijn handdoek, nog van de Bijenkorf, was weg. Mein en dein kennen ze niet in Isaan. Heb je iets nodig dat een ander even niet nodig heeft (hij of zij is er toch niet) dan “leen” je het, o ja, vanzelf teruggeven is er niet bij natuurlijk, “want wij zijn arm’, een geluk als je het terugvindt in goede staat!
Na de 3 oksels met koud water te hebben opgefrist, de waterheater is al een jaar kapot en ik was er al 2 jaar niet geweest dus blijft het gewoon zo, de farang moet dat maar regelen, naar bed en als een blok geslapen.
De volgende ochtend om 5 uur wakker door de levende have rond het huis, televisie van de buren op standje 12, honden, hanen, koeien, dus eruit en scheren met koud water, en ik was mijn scheerkwast vergeten, douchen, dat wil zeggen tussen de inmiddels verder afgekoelde druppels door springen na snel ingezeept te hebben.
Ik neem altijd mijn eigen ontbijt mee, want rijst met gefermenteerde vis of andere zaken gaat er bij mij niet in op mijn nuchtere maag, dus juice en muesli met yoghurt uit mijn koelbox.
Nit was al eerder opgestaan en druk met de voorbereidingen in en om het ouderlijk huis dat op 100 mtr afstand ligt. De dorpsvrouwen waren al druk in de weer met de maaltijden voor de bezoekers en monniken die langs zouden komen en waarvoor ik uiteraard ook moest opdraven.
Na de eerste ronde gebeden en nadat de monniken met hun eerste rits envelopjes vertrokken waren nam ik de benen en reed naar de provinciehoofdstad Roi-Et op 70 km om een goede waterheater te kopen en gelijk een paar polo’s en instappers zonder hiel aangeschaft, want het talloze keren per dag uit-en aandoen van schoenen is een worsteling voor mijn niet meer zo soepele lijf. In Roi-Et waar je 10 jaar geleden geen enkel shopping-center kon vinden is nu een Robinson, een mall met een soort Bijenkorf met merk-artikelen en andere voor farang onmisbare zaken zoals veilig, gekoeld vlees, sandwiches, fatsoenlijk brood, fruit en groenten, restaurants en kleren met maten XL en XXL. Ook is er een HomePro, dus ook in Isaan komt de vooruitgang.
Ik vond hetzelfde merk en type heater zodat ik zelfs geen schroef hoefde te verplaatsen en na een uurtje werk was er weer volop heet water in douche, voor de wastafel en in de keuken, zoals ik dat 8 jaar geleden had aangelegd.
Het Duitse merk Stiebel is goed ingeburgerd in Thailand, wel duurder dan lokale of Chinese rotzooi, en uiteindelijk heeft de oude het ca. 20 jaar gedaan, want die kwam nog uit ons huis in Chiang Mai. Een nu elektronische regeling heeft de ouderwetse drukschakelaar vervangen dus de nieuwe geeft meer stabiel warmwater. Diepte-investering dus en ’s-avonds met veel genoegen lang onder de douche gestaan.
Ik was op tijd voor de 2e sessie van gebeden, in zwarte broek en wit overhemd en kreeg nu het verdere programma te horen: Maandag de hele dag gebeden en eten voor het hele dorp en omstreken, dinsdag crematie, woensdag Oma’s as sorteren, en misschien kon ik donderdag terugrijden. Ik maakte duidelijk dat ik niet in één dag alleen terug ging rijden, daar voel ik me toch een beetje te oud voor, en legde ze het dilemma voor. Reacties komen dan na familie-overleg dat 3 keer van mening verandert.
Maandag moest ik wel zorgen voor een cadeau, een fan die groter was dan de andere fans die al gedoneerd waren, ik ben uiteindelijk een rijke farang niet waar, en moet de status ophouden. Warayut, natuurlijk ook door Opa en Oma opgevoed tot hij op z’n 12e bij ons kwam, wist niet wat hij moest geven dus ik stelde voor een krans; wij het dichtbij (5 km) liggende stadje Pathum Rat in en fan en krans met bijhorende karton-bord met tekst die ter plaatse wordt geschreven, aangeschaft en bij de koelbox gezet naast Oma. Op mijn knieën langs de 10 monniken met een envelopje.
Warayut, zijn oudere broer, 3 neven en broer Chay van Nit en man Gay van jongste zus, een uitermate aardige Laotiaan, moesten nu ingewijd worden, dat wil zeggen kaalscheren, wenkbrauwen eraf, oranje lappen om en door de overige 10 monniken formeel geaccepteerd worden via de nodige rituelen en gebeden onder toezicht van familie, dorpsoudsten en veel oude vrouwen in de kamer en honderden daarbuiten.
En daarna natuurlijk eten, veel eten, en drinken, veel drinken. Niemand kookt tijdens die dagen in het dorp, iedereen eet en zuipt mee. Het is uiteindelijk een dorpsfeest!
Het eten werd deze keer speciaal voor mij klaargemaakt door een aantrekkelijke vrouw die een oogje heeft op mij en jarenlang in Bangkok een straattentje had. Ik noem haar mevrouw Pad Thai, een gerecht dat ze altijd voor me maakt als ik in het dorp ben, haar naam ken ik niet, en haar man doet regelmatig bouw”kundige”klussen in en rond het huis. Hij denkt dat hij Engels spreekt want hij heeft in Saudi-Arabië, Pakistan en Tunesië gewerkt als voorman en komt niet verder dan: stand-by, inspection en supervisor. Hij is altijd strontlazerus bij dit soort gelegenheden.
Na hun magen, en plastic zakjes gevuld te hebben, dampen de vrouwen af en blijven de mannen zuipen tot het tot 3 keer aangevoerde bier en moonshine op is en stappen op scooter of in de auto onder het oog van de mee-zuipende politie.
Met enige moeite kon ik me terugtrekken, ik word als één van de familie beschouwd, een vreemde die ze niet verstaan, en ik hen niet, maar ik hoor er een beetje bij. Wel vinden ze het vreemd dat ik niet laveloos word want het is toch gratis?
Crematie-dag: Iedereen is er weer vroeg bij en rond 11 uur, nadat iedereen en ook de monniken gegeten hebben, en weer hun envelopjes hebben gekregen, ook Warayut en neven, wordt de koelbox met Oma geladen op een opgetuigde pick-up met grote speakers. Aan elke kant van de kist zitten 2 monniken op de rand van de laadbak en er wordt een lang touw aan de stellage op de pick-up vastgemaakt, die symbolisch door familie en anderen wordt voortgetrokken, ik neem aan uit de tijd dat een osse-kar als lijkwagen diende. Rechts de vrouwen, links de mannen en het touw onderhands vasthouden.
Met zeer luide muziek gaat de stoet dan naar de tempel, die gelukkig tegenover het huis ligt. Om het een beetje aantrekkelijk te maken wordt de langste route rond het grote complex genomen, onder de bloedhete zon, zodat het toch gauw 30-45 minuten duurt en je kramp krijgt door de korte pasjes. Na aankomst bij het crematorium gaat de stoet er eerst 3 keer omheen en gaan de gasten zitten, familie en nabije kennissen onder de veranda op de grond, waar ook de monniken op de verhoging zitten, de anderen in tenten rond het crematoriumgebouwtje. Ik krijg altijd een stoel aangeboden.
Ik schat dat er zo’n 250 tot 300 mensen waren, waaronder veel hoogwaardigheidsbekleders, Opa was in z’n goede tijd nummer 2 van het dorp en ook shamaan, dus had/heeft aanzien. Pontificaal in het midden op een speciaal voor hem gereserveerde gebeeldhouwde bank het hoofd van de lokale politie in z’n te krappe uniform (Thaise leger en politie hebben allemaal een uniform van 1 maat te klein zodat de knopen op barsten staan), die constant op z’n mobieltje bezig was, want hij is natuurlijk uiterst belangrijk.
Na vele gebeden zonder begin of eind voor mij, komen de donaties van de verzekering (premie hebben de oudjes zelf betaald), dorpshoofd, politie, bank, vrijwillige brandweer en weet ik veel wie nog meer. Met een bord voor hun buik met het bedrag, waarvan voor de trap naar de oven een foto wordt gemaakt. Totaal haalden ze daar ca. 300.000 Baht op, EUR 10.000, en daarvan wordt het feest betaald.
Mijn fan, die ook meegesleept was, met de andere fans en kransen, werd aan de burgemeester gegeven!. Ik dacht dat ik die wel mee naar huis had kunnen nemen als vervanger voor de verdwenen fan! Shit.
Na deze plechtigheden, terwijl Oma uit de koelbox was gehaald en in haar kist voor de ovendeur stond, omringd door de kinderen en kleinkinderen (de tijdelijke monniken) moest iedereen de trap op met een schaafsnipper hout leuk omwikkeld met een stukje A4 copy-papier, om die in de kist op Oma te leggen, die nu netjes aangekleed, zichtbaar was. Bij rijke crematies behoort het sandalwood te zijn, en zijn het grote krullen, maar het leek me eerder eucalyptus of een andere goedkope houtsoort.
Langzaam stijgt de spanning en op een gegeven moment komt de letterlijke klapper:
Een gillende keukenmeid aan een lange staaldraad, die van de veranda van de monniken naar de kist, of oven gaat, dat detail kon ik niet zien, wordt met een lont aangestoken en vliegt met een rot vaart en herrie richting kist waarvan de inhoud ontvlamt. Intussen gaan overal op het terrein een soort mortiergranaten af.
Ik moet nog kies navragen of de kist dan al achter de deur staat of pas de oven wordt ingeschoven als de vlam in de pan slaat, op een soort stalen wagentje op rails zoals in de kolenmijnen wordt gebruikt om de kolen naar boven te halen.
Nit en zusters barsten in tranen uit op het bordes, en de familie kwam de trap af. Ik moest of afstand blijven en had het er moeilijk mee dat ik haar niet kon troosten. Ik neem aan dat het vuurwerk zelfverzonnen is in Thailand om de geesten te verjagen, en een Chinese aanvulling is op de Buddhistische rituelen, want Thai, en zeker Isaners, zijn enorm bijgelovig.
In stilte wordt de rook uit de hoge schoorsteen aanschouwd en de gebeden beginnen weer. Intussen gaat het publiek weg, om in het huis weer te gaan eten en zuipen, want het eten staat alweer klaar.
Na nog een half uur of zo, ik was de tijd vergeten, liepen wij ook terug. De tijdelijke monniken verkleedden zich en-public, zich discreet omdraaiend om niet klok- en hamerspel te openbaren, want monniken dragen geen ondergoed.
Epiloog
De laatste avond is er minder animo voor het eten, de lucht is er niet minder om en de trouwe zuipers zijn er natuurlijk al. Ik probeer wat gebakken rijst en een biertje en damp snel af. Ik heb genoeg van het kijken in open, malende, tandeloze muilen van ouwe vrouwen die de zure ongekookte varkensworst door hun mond rollen en met hun tandvlees proberen fijn te malen en steeds maar weer handen vol kleffe rijst er bijstoppen totdat een peristaltische beweging de zaak naar beneden duwt. Getver.
Een warme douche en naar bed.
De volgende ochtend is het weer aantreden, nu in de tempel bij het crematorium, voor het verzamelen van de afgekoelde botten van Oma.
De kolenkar staat voor de open ovendeur met een golfplaat er onder. Ik mag er nu bijzijn en om beurten halen de familie-leden en ik, op aanwijzing van een tandeloze boer/ovenmeester, botjes met een tweezer (gespleten bamboe-stokje dat als tang werkt) uit het gruis en worden op een stuk gaas gelegd, tot het meeste er wel uit is. Er is niet veel over van Oma.
Vervolgens wordt afgedaald naar de begane grond waar uit een paar emmers, ongetwijfeld gewijd, water met een bakje over de botjes wordt gegoten en flink geschud. Daarna wordt er een flesje met desinfectant, of etherische olie, in een emmer opgelost waarna nogmaals gespoeld wordt. Het fijne gruis verdwijnt tussen de grassprieten.
Na deze reiniging worden de stukken en stukjes geselecteerd om in een klei-pot te worden gedaan, en in een metalen, bewerkte pot, c.q. urn. Het kleinste spul wordt verdeeld over een aantal glazen stolpjes van zo’n 3 cm diameter, voor iedere familie één, voor op de schoorsteen, of bij gebrek daaraan op het huisaltaar.
Intussen wordt door 2 stevige familieleden een gat gegraven/gehakt in de harde grond waarin de klei-pot in een doek gewikkeld, wordt bijgezet, waarna we weer naar boven gaan voor de verdere afhandeling.
De ovenmeester schudt, schraapt de rest uit de kar, dat op de golfplaat valt. Met een borstel komt de rest er achteraan.
De as en kleine botjes worden nu keurig op een langwerpig hoopje geveegd waarop een net afgebroken tak met bladeren wordt gelegd, met daarover een sarong en blouse van Oma en een schouderdoek. Het lijkt nu net of ze eronder ligt.
De golfplaat wordt voorzichtig opgetild om niet te morsen en de trap afgedragen.
Bij de ingegraven pot wordt de plaat scheef-, en de kleren tegengehouden, zodat de as netjes in het kuiltje terecht komt, waarna er zand over Oma gaat. Einde oefening.
Weer terug naar huis waar alweer eten staat, maar nu zijn er nog maar zo’n 10-15 oude vrouwen die ervan meegenieten en zo niet hoeven te koken, de overblijfselen van de kokerij gaan weer in plastic zakjes mee naar huis voor de volgende dag en ze schommelen op hun reumatische kromme pootjes het pad af.
Ik ga ver weg van ze zitten om de onsmakelijke taferelen te ontlopen. Ik heb een sterke maag, maar er zijn grenzen.
Intussen hebben Nit en Warayut besloten toch maar mee naar Chiang Mai te rijden en niet een paar dagen te blijven.
Warayut had een extra dag/nacht in de tempel doorgebracht en kon niet slapen vanwege de vele tokeh’s en tjiktjoks in de hut die hem was toegewezen. Hij is een echt stadskind geworden.
De familie-financiën werden in de avond geregeld en de volgende ochtend om 6 uur rijden we weg. Donderdagavond 19 december waren we weer thuis, klaar om kerst voor te bereiden. Ik kon nog net mijn Jamie’s winter bombe maken.
Ingezonden door Dick
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Immigratie infobrief22 november 2024TB Immigration Infobrief Nr 056/24: Airport Don Muang – Binnenkomst op Visa exemption
- Belasting Nederland22 november 2024Thailand belasting vraag: Wanneer moet ik een TIN -nummer aanvragen?
- Lezersvraag22 november 2024Developer gezocht voor een mobiele applicatie
- Lezersvraag22 november 2024Wat kost een elektrisch doorvoerapparaat in Thailand?
Dank Dick voor het verslag !! Mooi onder woorden gebracht. Dubbele gevoelens bij een en ander. Het is zoals het is.
Goed beschreven, met veel interesse gelezen. Veel herkenningspunten m.b.t. de gang van zaken in andere delen van TH.
Mooi geschreven , herken dit , kan er niet mee leven dat men neer kijkt op mensen uit Isaan voor mij is iedereen gelijk mijn vrouw welke de goedheid zelf is doet daar ook aan mee zoals velen , elke keer als ik dit moet horen dan geef ik daar commentaar ook mijn vrouw moet dit van mij horen.
De meeste Isaners spreken geen Laotiaans maar een dialect van de Laos taal. De streek onder Roiet zoals Buriram en vooral Surin spreekt Khmer, een dialect van het Cambodiaans. Mijn vrouw komt uit een klein dorpje in Roiet vlak op de grens met Surin. Ook daar spreken ze Khmer. De rondom liggende dorpjes en het stadje in Roiet 25 km verder waartoe zij behoren spreken Laos. Dat zijn de slechte, voorzichtig zijn dus, de Khmer sprekende zijn de goei. Dat werd mij 41 jaar geleden al verteld en is bij de ouderen nog steeds zo.
Prachtig verhaal ,dank daarvoor
Heel mooi beschreven Dick.
Het lijkt of schrijven je beroep is of was zo vloeiend is het geschreven.
Ik heb nog wel een vraag over die kosten, die vind ik tamelijk hoog.
Komt dat door de status van Opa?
Ik heb ooit weleens bedragen van 30,000 baht horen noemen als bijdrage voor de tempel waar de gebeurtenis plaatsvind. Daar komt dan natuurlijk de rest nog bij vermoed ik.
Erg interessant, dank voor het delen van deze ervaring!
Prachtig verhaal Dick,
Mooie mix van objectieve waarnemingen en persoonlijke, nuchtere en humorvolle commentaren.
Wat een heerlijk en vlot geschreven verhaal, Dick. Erg bedankt!
Prachtig geschreven en toch ook herkenbaar.
Het conflict in het diepe zuiden ligt een stuk genuanceerder, maar het gaat me te ver om daar nu op in te gaan. Ik raad geïnteresseerden aan om eens de achtergronden van het conflict op te zoeken. Ik woon in ieder geval prima in de regio en heb niet het idee dat er dagelijks doden vallen door geweld.
Een prachtig geschreven verslag van het verscheiden van Oma.
Mooi verhaal Dick met een paar kleine foutjes,dat de arme bevolking voor 30THB in het staatsziekenhuis terecht kan is niet te danken aan deze regering maar stamt uit een tijd dat er nog iets gedaan werd voor de arme bevolking.
Tja Dick,
Maar het gaat ook anders met arme Isaners. Allereerst een correctie: Cambodja is een koninkrijk, net als Thailand.
Mijn belevenis in Jomtien: Een redelijk jonge man, werkend bij een van de vele strandlocaties. Vroeg beginnen en maar afwachten hoeveel klanten en tip er aan het eind van de dag naast het schamele loontje beschikbaar is. Van verveling alcohollist geworden en zich dood gezopen. Toen ik het bericht kreeg ben ik naar de wat aan de Sukhumvit gegaan en heb de crematie mogen meemaken. Helaas van alles wat Dick schreef blijft niet veel over; geen feest,drank,voedsel,gasten of familie, helemaal niets. Nadat de monniken hun prevelementen hadden gedaan werd de kist de reeds brandende oven in geduwd en dat was het. Wel mochten we via een verhoging nog even kijken hoe een lichaam verbrand. Niet echt leuk dus. Bij de uitgang van de Wat stond een soort ton waar de weinige belangstellende geacht werden een donatie te doen. En dat was het dus. Hij was ook een Isaner.
Een goed en informatief geschreven verhaal, maar verschillen zullen ongetwijfeld bestaan
Ook zal er ongetwijfeld een verschil bestaan tussen de crematie van een farang en een Thai.
Misschien dat dat in sommige gevallen een groot verschil maakt en hoeveel de monniken
denken te krijgen.
Bij de Boon Wat aan de Sukhumvit Road Pattaya heb ik een paar keer geen goed geval gehad als
dat al mogelijk is bij een crematie.
Weinig respect!
Dit zijn nou de leuke dingen in Azië. Onverwacht op plaatsen waar nooit een toerist komt en waar men nog echt een farang is.
Goed verhaal en mooi beschreven, dank daarvoor!