Sommige lezers van dit blog vinden dat Isaan en zijn bewoners te veel geromantiseerd worden. Zelf houd ik wel van die romantiek, maar dit keer dus de rauwe werkelijkheid. Wel zal ik mij beperken tot die Isaanse vrouwen die geen contacten hebben met farangs, op de schrijver na natuurlijk. Niet omdat ik mij af wil zetten tegen die vrouwen die wel contacten hebben, omdat ik van die groep vrouwen te weinig weet. Aan de lezer laat ik het wel over om te beoordelen of er wel of niet verschillen bestaan tussen die twee groepen, als dat onderscheid althans gemaakt mag maken.

Om te voorkomen dat veel lezers af zullen haken omdat ze mijn beschrijvingen ongeloofwaardig vinden zal ik eerst toelichten onder welke omstandigheden de vrouwen waar ik mee te maken heb leven en welke kansen ze krijgen in het leven. En ik zal aangeven hoe ik zelf leef en hoe het merendeel van mijn contacten verlopen met de Isaanse bevolking. Want ik pretendeer natuurlijk niet een algemeen beeld te kunnen schetsen van de Isaanse vrouw, mijn beschrijving zal altijd wat gekleurd zijn, omdat het mijn persoonlijke ervaringen (van ruim 40 jaar) met Isaanse vrouwen betreft.

Samen met mijn in de stad Ubon geboren vrouw leef ik al 6 jaar op het platteland van Isaan, op een afstand van 20 km van de provinciehoofdstad Ubon en 1 km van het dichtstbijzijnde dorpje. Ons huis is gelegen aan een onverharde bosweg met weinig verkeer die twee dorpjes verbindt. De aankoop van ons landje verplichtte ons om het land op een agrarische manier productief te maken. Het voordeel was dat we (= mijn vrouw) het land zeer goedkoop konden aankopen, maar het nadeel was dat mijn vrouw het werk niet alleen aan kon en er dus werknemers moesten komen om te helpen (zelf doe ik weinig op het land). En zoals De Inquisiteur onlangs aangaf dat zijn zwager als rijstboer wel geld/rijst overhield aan de rijstteelt, maar dat dat duidelijk minder opleverde dan het minimumloon, dan betekent dat dat als je werknemers inhuurt je verlies lijdt. Mijn vrouw betaalt zelfs wat meer dan het minimumloon en dus lijden wij ook verlies. Maar daarvoor hebben we wel volop de ruimte, de mogelijkheid om leuke dingen te doen met en op ons land en bovendien eten we verse en antibioticavrije vis en volop onbespoten fruit en groente. En het leven is verder goedkoop hier dus we kunnen het ons veroorloven. Bovendien hebben we teak-, mahonie- en andere hardhoutbomen aangeplant die als we oud zijn (diep in de 90 of zoiets) te gelde gebracht kunnen worden, omdat dan ons pensioen en mogelijk ook onze AOW naar verwachting weinig tot niets meer waard zullen zijn.

We hebben tot nu toe zeker geen spijt gekregen van onze beslissing om ons hier op het platteland te settelen. Er zijn waarschijnlijk wel mogelijkheden om het land commercieel uit te baten, maar dan zal het grootschalig moeten gebeuren en zal het onkruid weggespoten moeten worden in plaats van weg geschoffeld. Maar we zijn niet naar Thailand gekomen om onkruid weg te spuiten.

Onze naaste buren zijn geen rijstboeren – daar is het land te droog en te onvruchtbaar voor – maar gepensioneerde ambtenaren die echter de voorkeur geven aan overnachten in hun huis in de stad Ubon en alleen af en toe langs komen om wat aan de tuin te doen. Zonder veel succes overigens, want hun dragonfruitaanplant van 6 jaar geleden had al jaren geleden opbrengst moeten opleveren, zonder goede verzorging lukt dat natuurlijk niet. Voor hen is het land dus eerder een last dan een lust en daarmee een waarschuwing voor de farang die ook plannen heeft om op het platteland van Thailand te gaan wonen. Niet iedereen – ook een eventuele Thaise partner – zal hier aarden.

De eerste rijstboer komen we pas op zo’n 500 m tegen, dan zitten we gelijk in een gebied met vrijwel alleen rijstboeren. De overgrote meerderheid van de mensen die op het platteland wonen zijn weliswaar rijstboer, maar hebben vaak extra inkomsten want van één rijstoogst per jaar kun je niet leven.

Ondanks dat we op het platteland leven zijn de meeste mensen waar we regelmatig mee in contact komen geen rijstboeren. Dat is geen bewuste discriminatie van ons, dat gebeurt gewoon. Zo ben ik lid van een voetbalteam met 26 spelers. Daar zitten geen rijstboeren tussen, wel stadsmensen en mensen die een woning of werk op het platteland hebben. We hebben zelfs 6 spelers uit een naburige provincie. Ook onze tegenstanders zijn geen boeren. Zo is er een politieteam en een team van het elektriciteitsbedrijf. Geen boeren.

Verder heeft mijn vrouw jarenlang onze visvijver opengesteld voor hengelaars voor 100 baht per keer (en 1,5 kg vis). Voor dat geld krijg je de Thaise boer niet aan je vijver. De hengelaars kwamen soms van honderden kilometers ver en hadden soms een verrassend dure uitrusting. Nee, dat waren niet de doorsnee plattelanders.

Een andere reden is dat de arme plattelander niet gauw bij je komt eten omdat hij weinig tot niets terug kan doen. Maar het is natuurlijk niet zo dat we daarom helemaal geen contact hadden met de boerenbevolking. Dat zal wel uit het vervolg blijken.

De stad Ubon biedt veel werkgelegenheid met al z’n ambtenaren, zijn hotels en restaurants, ziekenhuizen, universiteiten, een luchthaven met diverse binnenlandse bestemmingen en een busstation waar je zelfs een directe verbinding kunt krijgen met Phuket en ook met Chiang Mai, bestemmingen van ver boven de 1.000 km. Er is een busverbinding met de stad Pakse in Laos. En omdat Ubon de grootste stad is in een gebied met een straal van 200 – 300 km zijn er natuurlijk veel winkels en doe-het-zelfzaken. Een paar jaar geleden is er een Central Plaza geopend werk biedend aan naar schatting 1.000 mensen. Veel natuurlijk voor een stadje met circa 100.000 inwoners. Als je rondkijkt op de zeer ruime parkeerplaats van Central Plaza zal je veel auto´s zien met kentekenplaten uit andere provincies. Rijstboeren als bezoekers zal je daar echter niet aantreffen; die komen alleen naar de stad voor bijvoorbeeld een ziekenhuisbezoek. Farangs die vaak op plaatsen als het Central Plaza komen krijgen daardoor een totaal verkeerd beeld van de gemiddelde Isaaner; ze zouden eens een keer om zes uur in de ochtend naar een plattelandsmarkt moeten gaan. Maar daar kom je geen farang tegen.

Er zijn dus genoeg mogelijkheden om wat te verdienen in de stad, dan moet je wel van aanpakken houden, gezond zijn en niet te oud en je moet een beetje inventief zijn. Zo ken ik een docent bouwkunde die er ook een aannemerij heeft, (tand)artsen die tijdens de lunchpauze en na hun diensttijd een eigen praktijk hebben. Maar ook laaggeschoolden hebben kansen. Zo is er een echtpaar van rond de dertig die in de ochtend hun aanplant van jasmijn verzorgen en bloempjes plukken voor de verkoop en ’s-middags en s’-avonds gebakken inktvisringetjes aan de man brengen. Daarnaast ken ik een succesvolle kapper in de stad waar je 6 jaar geleden voor 120 baht terecht kon maar die in 2 jaar via 150 naar 180 baht ging. Voor dat geld kreeg je echter ook een hoofdmassage en werd je haar zowel voor als na het knippen gewassen. Het is wel duidelijk dat hij ver boven het minimum dagloon van 300 baht uitkwam. Ondertussen is hij naar Chiang Mai verhuisd omdat hij daar nog veel meer kon verdienen.

In een straal van zeg 20-30 km rondom de stad Ubon zijn er meer kansen om wat te verdienen dan in de rest van het Isaanse platteland. Aan de uitvalswegen liggen bijvoorbeeld diverse grote winkelbedrijven omdat er in de stad weinig parkeergelegenheid is. Ook zijn er buiten de stad diverse researchinstituten zoals het Ubon Ratchathani Rice Research Center bij ons in de buurt. De universiteiten breiden uit en zo komt er 25 km buiten Ubon een filiaal van de Ubon Ratchathani Rajabhat University inclusief zwembad, sporthal, atletiekbaan en voetbalstadium. De infrastructuur in en rondom de stad verbetert steeds verder: de uitvalsweg die wij altijd gebruiken als we naar de stad gaan is veranderd van een tweebaansweg in een vierbaansweg met brede middenberm en met vluchtstroken. De onverharde bosweg waar ons huis aan gelegen was is in zes jaar tijd veranderd in een beton-/asfaltweg. De weg van ons dorpje naar de uitvalsweg naar Ubon is verhard en heeft dit jaar zelfs aan elke kant twee extra betonstroken gekregen voor fietsers. Verder is in een zijrivier van de Mun River een dam aangelegd om irrigatiekanalen van in totaal ruim 100 km van water te voorzien. Eén van die kanalen loopt zelfs gedeeltelijk over ons land.

Niet ver van ons huis is een groot elektriciteitsdistributiecentrum opgezet met hoogspanningsleidingen die elektriciteit vanuit Laos aanvoeren. De lokale elektriciteitsvoorzieningen zijn de laatste jaren duidelijk verbeterd. Voor al die uitbreidingen is land aangekocht tegen de marktwaarde en die was in sommige gevallen zeer hoog, namelijk miljoenen bahts per rai. Zo was er een oud vrouwtje dat opeens miljoenen kreeg voor haar land en dat vervolgens maar onder haar kinderen verdeelde. Ook bij ons in de buurt zijn er dus mensen die redelijk verdienen of die opeens – voor Thaise begrippen – rijk zijn geworden. En dat biedt natuurlijk weer kansen voor anderen. Mijn lokale kapster bijvoorbeeld vraagt al vele jaren slechts 50 baht per knipbeurt, sommige vrouwen betalen duidelijk meer voor een behandeling. Die kapster komt dus duidelijk boven het minimumloon uit en zal meer verdienen dan andere kapsters die verder van de stad wonen. Onze lokale ijsman die om de dag één of twee grote zakken ijs voor 40 baht per stuk aflevert, komt aan een inkomen van driemaal het minimumloon. Hij moet daarvoor wel om drie uur in de nacht opstaan.

Maar niet iedereen krijgt die kansen. Zo is er een restaurant even buiten de stad met een capaciteit van honderden bezoekers waar de medewerksters – vrouwen van circa 40 jaar – 180 baht verdienen voor een dag werken van 9 uur in de ochtend tot 9 uur in de avond. En in dergelijke restaurants – waar je geen farang tegenkomt – is het niet erg gebruikelijk om fooien te geven. De vrouwen weten dat ze minder dan het minimumloon krijgen, op hun leeftijd is het erg lastig om een normaal betaalde baan te krijgen. Is er sprake van uitbuiting? Nee, de eigenaar kan waarschijnlijk gewoon niet meer betalen, omdat hij erg lage prijzen – uit concurrentieoverwegingen – moet vragen. Zo kosten 13 sateetjes inclusief pindasaus, geroosterd brood en groente in zuur slecht 100 baht.

In ons dorpje zijn natuurlijk diverse eetgelegenheden en één ervan kan je met een beetje goede wil zelfs een restaurant noemen en ze hebben zelfs een menukaart (in het Thai). Het restaurant wordt gerund door een echtpaar en tijdens de drukke uren helpen de kinderen en wat vrienden mee. Die kinderen en vrienden krijgen natuurlijk geen loon, hoogstens wat in natura. Ik wilde een keer een gerecht hebben met cashewnoten. Maar cashewnoten hadden ze niet in voorraad omdat een dergelijk duur ingrediënt niet bepaald gewild is. En dat terwijl er in de buurt cashewplantages zijn! Ik wilde ook een biertje bij het eten. Dat hadden ze echter niet want ze hadden geen drankvergunning. Er ging wel iemand een biertje voor mij halen. Later zag ik dat dat biertje op de rekening staan voor de inkoopprijs en dat terwijl ik er een glas en ijs bij had gekregen. Ik wil daarmee aangeven dat het bij ons in de buurt buitengewoon lastig is om aan een normaal inkomen te komen. Er is gewoon te veel concurrentie en er zijn nog steeds te weinig mogelijkheden om een vaste baan te krijgen.

Uit het voorbeeld van het biertje (geen drankvergunning) blijkt dat Thaise mensen verrassend vaak zich aan de wet houden (helaas wat minder aan verkeersregels). Vroeger werden er bijvoorbeeld vaak op de markt zakjes met levende hagedissen verkocht voor consumptie. Mijn vrouw kocht die nu en dan om die hagedissen vervolgens op ons land vrij te laten wat helaas resulteerde in een slangenplaag. Een paar jaar geleden kwam er een verbod op de vangst van hagedissen en sinds die tijd worden er inderdaad geen hagedissen meer aangeboden op de markt en dat terwijl er echt nooit politie op de markt is. Overigens worden die hagedissen nog steeds gevangen, maar worden ze alleen niet meer op de markt verkocht.

Maar nu de Isaanse vrouwen. Er zijn twee opvallende gewoontes die ik hier wil vermelden:

De eerste is dat Isaanse vrouwen hulpvaardig zijn en rekening houden met anderen, dus ook met mij. Als ze bij ons komen eten – vaak in gezelschap van hun partner en soms met kinderen en vrienden – gaan ze gelijk aan de slag met eten klaarmaken, tafel dekken en dergelijke (nee, we eten hier niet in een kring op de grond). Mannen doen dat wat minder en bij voorkeur doen ze dan iets met de barbecue. De vrouwen nemen vaak (= in ruim driekwart van de gevallen, en dat geldt zowel voor familie als voor vrienden) eten mee; soms kant-en-klaar gekocht en soms thuis bereid. En ze houden rekening met wat ik lekker vind. Zo is er een vrouw die een cursus taart bakken heeft gevolgd en inderdaad af en toe een lekkere zelfgemaakte taart meeneemt.

Wordt er van mij verwacht dat ik de handen uit de mouwen steek als ik bij vrienden ga eten? Nee, ik mag zelfs geen ijsklontje in mijn biertje doen. Maar dat komt natuurlijk omdat ik vrijwel altijd de oudste van het gezelschap ben.

De tweede opvallende gewoonte is dat Isaanse vrouwen niet roken. Nooit. En niet alleen de vrouwen die bij ons op bezoek komen, ik heb er ook bij andere gelegenheden op gelet. Zo ben ik dit jaar op twee trouwpartijen geweest in twee verschillende dorpjes. Niemand van de vrouwen rookten daar. Op een housewarming party in de stad Ubon werd door de vrouwen niet gerookt. En op de zaterdagochtendmarkt bij ons in de buurt waar ruim duizend mensen komen en waar ik iedere zaterdag naartoe ga, wordt niet gerookt. Verder ben ik in ons dorp naar twee dorpsfeesten geweest; één keer in de middag en één keer in de avond. Daar rookten vrouwen niet. Ik moet er wel bij vermelden dat ik in alle gevallen de enige farang was.

Op de markt worden trouwens geen sigaretten verkocht. Wel is er een bejaarde man die zelfgemaakte tabak verkoopt aan mijn vrouw (bijna niemand anders koopt dat trouwens). Mijn vrouw rookt natuurlijk ook niet, maar ze rolt daar sigaretten van en doet er een strikje om. Die sigaretten geeft ze samen met wat eten en drinken op iedere Boeddha-dag aan “oma”. “Oma” is echter een echte Isaanse en dus laat ze de sigaretten onaangeroerd. Er zit trouwens een aardig verhaal vast aan “oma”. Dat gaat ruim 10 jaar terug in de tijd toen we onze vijver lieten uitgraven. Als aardigheidje lieten we een eiland achter in die nieuwe vijver door daar de grond niet af te graven. In de nachten die volgden voelde mijn vrouw dat er iets mis was en er werd een neef bijgehaald die monnik was geweest. Hij kwam tot de conclusie dat één van de vroegere eigenaressen van het land nog steeds niet vertrokken was en dat ze nu bij toeval gevangen zat op het eiland. De oplossing was om een bootje te maken van bananenblad en om de overtocht naar het vaste land te veraangenamen werden eten, alcohol, kaarsjes, wierookstokjes en een penis gesneden uit een bananenstam in de boot gelegd. We hebben nooit meer problemen gehad. In tegenstelling zelfs, “oma” jaagt mensen die ons onvriendelijk gezind zijn weg en vervult daarnaast ook nog wensen. Daarvan wil ik één voorbeeld geven:

Er kwamen eens twee jongens hier vissen met één hengel. Erg bedreven in het vissen waren ze niet, want zelfs na een volle dag hadden ze nog steeds niets gevangen. De volgende dag kwamen ze toch terug, maar weer niets. Op de derde dag zag ik ze echter al vroeg op de dag vertrekken volbeladen met vis. Ik vroeg aan mijn vrouw wat er aan de hand was en ze zei dat die jongens voor het vissen een muntje voor “oma” in het water hadden gegooid….

“Oma” is dus een sterke vrouw, een typische Isaanse.

Terug naar het heden. Het gaat om een vrouw van 26 jaar die in een juwelierszaak werkt. Een toevallig voorbij lopende farang zal denken dat ze daar alleen wat mooi zit te wezen. Maar daar vergist hij zich deerlijk in. Weliswaar is ze inderdaad mooi; misschien wel de mooiste vrouw die ik ooit ontmoet heb op mijn vrouw na natuurlijk maar die is dan ook buitencategorie (ze leest mee). Maar ze heeft hoewel het een boerendochter betreft wel een studie op de universiteit (ict) succesvol afgerond.

In deel 2 meer over onze 26-jarige schone. En andere vrouwen natuurlijk.

Over deze blogger

Hans Pronk
Hans Pronk
Geboren in 1950, in Thailand getrouwd in 1977, geëmigreerd in 2011. Twee geweldige kinderen en 5 lieve kleinkinderen. We wonen nu met z’n tweeën in de Isaan met de eerste buren op zo’n 250 m. Al 5 jaar zijn we zelfs de provincie Ubon niet uit geweest. Uitgaan: een paar keer per maand uit eten. Saai? Geïsoleerd? Nee. Op de foto is te zien hoe ik hier leef: buiten, omringd door natuur, luchtig gekleed, naar m’n zin en op z’n tijd bezoek, zoals van achterkleinkind Nalin. “Achter”, omdat haar moeder ons oma en opa noemt. Hobby: zoeken naar betrouwbare nieuwsbronnen.

15 reacties op “Isaanse vrouwen, de rauwe werkelijkheid (deel 1)”

  1. dirk zegt op

    Uitgebreid verhaal, omtrent gewoonten en gebruiken in je woonomgeving en een beschrijving van de infrastructuur van Ubon. Voor een oudgediende in Thailand niets nieuws onder de zon, voor een redelijke nieuwkomer wellicht informatief. Een lange aanloop naar de rauwe werkelijkheid van de Isaanse vrouw.
    Ben dus benieuwd naar deel 2, wat die rauwe werkelijkheid dan in jouw ogen daadwerkelijk is. Voor zover hetgeen dat je tot nu toe schreef , heb ik daar nog geen duidelijk beeld van. Dus maar afwachten wat er verder komt….. succes..

  2. Rob V. zegt op

    Een mooie omschrijving Hans, dankjewel. Als je de economische situatie meeneemt (Thailand is een hoger midden inkomen land), dan verschilt dit echt niet zo gek veel met Nederland. Ik lees dus niets ‘opmerkelijks’ of geks, en dat bedoel ik dan als compliment.

    Wat betreft Isaaners (m/v) die wel of niet met westerlingen in contact zijn geweest: dat is gelijk aan de verhalen vertellen van tukkers* die wel of niet met Aziaten contact hebben gehad. De ene verdient er misschien zijn boterham mee, een tweede heeft er 1 in zijn vrienden kring, weer ander heeft ze weleens contact en nog een ander heeft ze alleen maar op TV gezien.

    *of pak een andere niet randstad groep uit een gebied dat dus t.o.v. e randstad minder heterogeen is.

  3. Hans Pronk zegt op

    Fraaie foto’s weer redactie!

  4. Pieter1947 zegt op

    Prima verhaal en mooi beschreven.Op naar deel 2

  5. Pieter zegt op

    “Geweldig” Zeker met alle nuances..

  6. Frank Kramer zegt op

    Beste Hans,
    ik heb (en niet voor het eerst) met heel veel plezier jouw zorgvuldig en zo beelden geschreven verhaal gelezen.je schrijft goed omdat ik de dingen die je beschrijft al lezend werkelijk als een film aan me voorbij zie komen. Wi je daarvoor bedanken! De cliffhanger van de mooie dame van de juwelier doet me nu al uitkijken naar een volgende inzending.

    ik lees jouw verhaal en schrijf deze reactie tijdens een uitstapje. ik ben nu inmiddels iets meer dan 24 uur en voor het eerst, in Vietnam. da’s een avontuur kan ik je zeggen. Hoewel ik in een betrekkelijk rustige plek ben, is het verkeer hier totaal gestoord. Natuurlijk zijn de mensen hier anders, heel anders, dat vraagt van mij ook geduld en wennen. Want zelfs ook in de non-verbale communicatie is alles hier echt anders. Zoals de dames in Isaan ook weer anders zijn. En laat mij eens pochen, ik ben goed in non verbale communicatie en aanpassen aan de locale mores. Daarmee heb ik hier alweer een avontuur. En ik geniet ervan. Jouw verhaal doet mij wensen om ook Isaan eens rustig te bezoeken.

    ik geloof wel in de wijsheid van oude spreuken en zegswijzen, dus ook in het adagium (sorry maar zo heet dat) Wie goed doet, goed ontmoet. Want een beetje filosofisch beschouwd is uiteindelijk het leven voornamelijk een afspiegeling van jouw binnenwereld. En dan mag ik niet mopperen, en zo te lezen jij ook niet. Deze laatste 24 uur ontmoette k al enkele mensen die, anders dan wat ik in mijn omgeving in Thailand gewend ben (Chiang-Mai – San Kampaeng) mij proberen te belazeren met die nu nog even ingewikkelde valuta. maar z veel aardiger heb ik ook hier al weer enkele fantastische mensen ontmoet, heel anders, heel boeiend, heel aardig.

    Ik ben vanavond al uitgenodigd om mee te eten de eigenaar en zijn familie, omdat ik maar alleen op reis ben, daar wordt ik nu verwacht.

    Ik kijk uit naar deel twee van jouw verhaal.

    Groet!

    • rori zegt op

      In noord-vietnam? drie moetjes om te bezoeken.
      1. Ha long bai
      2. Bien Do son
      3. Met de boot over naar het tempeleiland Hon Dau.
      4. Sa pa

      Oh het verkeer op de scooters daar ken ik. Daarbij vergeleken rijden de thais als engeltjes

  7. Johan Choclat zegt op

    Mooi verhaal Hans , ben benieuwd naar het vervolg.
    En inderdaad , als iedereen niet alles voor zichzelf wil hebben ,kan een ander ook goed leven ,
    en kom je zelf toch niets tekort.

  8. rori zegt op

    Ik zit meestal in een klein dorpje (Ban Khun Fang) een 40 km noorden van Uttaradit stad (volg de 1045) en dan nog een 10 km over een eh betonweg (3019) en dan ook bijna in het niets.
    Oh ja Ban is een ingeburgerd NEDERLANDS woord komt vanuit baan en word ook gebruikt in Indonesie en Maleisie.

    Mijn oudste zwager en mijn vrouw zijn ooit begonnen met een waterflessen fabriekje (20 liter voor 15 bath, 1,5 liter flessen per 6 voor 50 en kleine van 500 cc 12 stuks voor 50 bath).
    Ik vraag mij altijd af wat dat oplevert aangezien de omzet ongeveer een 300 – 500 grote per week is tegen een marge van zeg eens 8 bath zonder afschrijving en uurloon. Maar ja het verlies word door oudste zwager aangevuld.

    Verder heeft de familie (vrouw, schoonmoeder en 2 zwagers, (zwagers hebben beiden een eigen bedrijf regio Bangkok) nogal veel land in de omgeving. Als er een stuk land te koop is koopt de oudste zwager vanuit Bangkok dit vaak op.
    Zodoende mag de familie zich verblijden met vlak land en nogal wat berghellingen voor rijst, tabak, bananen, teakbomen, dadel palmen, kokos palmen, durian, jack fruit, ananas, mango, mangosteen, baplang, majongshit, longong, manau (twee soorten limoen), etc.)

    Ik doe als ik in het dorp ben vaak groot onderhoud aan de grond rondom het huis (moeders is 78). Vaders is 2 jaar geleden overleden.
    Het grondgebied rond het huis bestaat uit rond het huis verschillende breedtes van vlak beton. Daarbuiten aan de voor en 1 zijkant grind. Natuurlijk is het beton ooit aangelegd om de modder te dwarsbomen en het huis droog te houden. Maar er is geen rekening gehouden met een natuurlijk afloop anders dan naar het huis toe. Is niet veel maar 1 cm verval naar het huis is toch ook niet je van het over 2 tot 6 meter breedte.
    Als je dus naar buiten loopt als het geregend heeft loop (nu liep) je door 1 cm water. Heb afgelopen januari dit probleem opgelost door aan de 4 hoeken van het huis een gleuf te hakken (pershamer) en een putje te maken met een afvoer naar buiten.
    Om het beton op te hogen vanaf het huis leek me meer werk en dan nog een laag vloeibeton van zeg eens een 2 cm aan het huis naar 0 aan de buitenkant is ook HEEL veel beton.

    Het huis staat op een stuk grond van een 2500 m2 zodat er naast, voor en achter het huis ruimte is voor tuin.
    Voor en zijkant natuurlijk voorzien van allerlei soorten (oorspronkelijk) lage en hogere struiken (nu bomen) en natuurlijk veel soorten van wat we in Nederland kamerplanten (Dracaena) noemen maar hier tot wel een hoogte van een meter of 5 komen. En veel soorten van peperstruiken en een soort van heel hoge afrikaantjes.
    Achter mangosteen, ananas, bananen, peper.thaise limoen, Spaanse citroenen, string bonen, boterboontjes, zoete aardappels, bildstar (groeien hier echt. ooit een zak pootaardappelen meegenomen),
    rode, witte, bloem en paksoy kolen. Aardbeien. Oh alles op plastic ondergrond en afgedekt met visnetten.
    Breng en verdeel met 2, 4, 6 en 10 mm slang onder het plastic water naar de planten.
    Dus op het platteland veelal ons eigen eten uit de tuin.

    De landbouwvelden van moeders en de vrouw worden verpacht. Eerder werd een deel van de oogst gegeven maar wat doen wij met maximaal 3 personen met 16 tot 20 zakken van een 40 kilo per jaar?
    Ja het werd door moeders ook maar weer weggegeven. Leek mij een slecht systeem.
    Dus dat word sinds drie jaar financieel opgelost. Dit door op mijn advies de waarde en de opbrengst van de grond in te schatten en daar dan een percentage van te nemen. Wat de boer die het land bewerkt meer oplevert is aan hem. Schijnt zo te zijn dat die er beter van worden en de oogsten toenemen.

    Omdat de weg voor het huis (ligt 2 meter boven straatniveau) net in een dalletje van een 50 cm aan 1 zijde en 75 cm aan de andere kant ligt staat er voor het huis als het hard regent water op de straat. Nu vind moeders dat dat de schuld van de buren is. Want zij sturen het water naar haar toe?? Dus ruzie met de buren om het maar op zijn nederlands te zeggen. (iets voor de rijdende rechter).

    De grond aan de overkant is gevlakt en ligt tot maximaal een meter boven straatniveau en is ook van de familie. Het is een stuk grond van een 250 meter langs de weg en een 80 tot 100 meter diep. Nu wilde de gemeente een drainage aanleggen juist door het midden van het stuk grond waar alleen maar bananen en ananas op groeien maar dat vond schoonvaders niet goed.

    Ooit heeft oudste zwager daar wel toestemming voor gegeven en er ligt dus een drainagebuis vanaf de straat onder de grond door op een 3 a 4 meter diepte (aflopend) naar de rivier.
    Toen dat was aangelegd was schoonvaders op zijn stuk land in de buurt van Lake Sirikit. Dus bij terugkomst heel erg boos van waarom dat net doen als hij er niet is. Hij: “Ik wil dat niet dus oplossing ik stop de buis dicht zodat het water van de buren niet naar mij komt???”.
    Dat er water voor zijn huis bleef staan was niet zijn probleem maar van de gemeente en de buren want zij moesten het water maar verbieden naar beneden te stromen. Ondertussen na het overlijden van schoonvaders heb ik begin 2017 dit goed opgelost door zaken weer in ere te herstellen.

    Ook en omdat ik de enige ben die de tuin rond het huis bijhoud werk ik ook regelmatig aan de straatzijde. Hou het gras aan beide zijden van de weg kort, Zorg dat de struiken en de bomen gesnoeid worden en dus niet te gek hoog groeien en natuurlijk ruim ik IEDERE dag plastic op.
    Hou de zijkanten van de weg modder en zand vrij etc. voor betere drainage.
    De eerste keren dat ik aan de voorzijde aan het werk was werd en door passerende dorpsbewoners nogal vreemd opgekeken. Het had wel het effect dat op een 200 meter aan beide zijden waar eetmogelijkheden zijn hele groepen mensen stonden te vergaderen en te overleggen wat die gekke farang aan het doen was om 12.00 uur in de middag?

    Aan moeders word (werd) dat dus terloops op de dorpsmarkt gevraagd en ook van wat ik nog meer van plan ben. Ook moet-moest iedereen natuurlijk weten wat ik voor werk doe en hoe ik alle zaken als een truck, mijn gereedschap en de rest kon betalen. Of ik en mijn vrouw getrouwd zijn en waar en hoe hoog de sinsot wel was geweest en waarom er geen feest in een van de drie tempels was geweest.
    Mijn moeder reageert daar meestal of zwijgend of heel overdrijvend op (is zo geinstrueerd door mijn vrouw en zwagers).Zij stelt altijd dat de farangvan schoon houd en geen los plastic of afval wil zien. Heeft tot gevolg dat er tegenwoordig GEEN afval meer over ons stuk weg van een 250 meter meer gedropt word maar wel direct daarna?

    Er is al wel door verre ooms en tantes ooit een soort van toestemmingsdag voor ons huwelijk georganiseerd waarbij aan de overleden familie en verre maar dan ook heel verre voorouders hun zegen is gevraagd. Dit natuurlijk met gerolde sigaretten, veel wierook, veel eten, fruit en zelfs een fles thaise whisky.
    Gelukkig heeft moeders twee huistempels 1 aan de straatzijde en 1 achter het huis. Dit in de tuin waar vroeger het voorouderlijk huis heeft gestaan. Dus de laatste tempel was in deze het centrum van de “feestelijkheden”.

    Omdat er regelmatig overlijdens ceremonies zijn in de buurt (met 3 tempels binnen een km) hoor je dat nogal eens en ook veel van de overledenen zijn natuurlijk ergens wel een bet achteroom of tante en de opvolgers daarvan. Dus reden genoeg om ALLE maar dan ook ALLE te bezoeken.

    Tijdens 1 van die bijeenkomsten waren er problemen met de watervoorziening van de tempel. Omdat ik door de familie al als een soort van expert werd gezien moest ik maar eens gaan onderzoeken. Ik de pomp nagekeken. Heel heet. Oplossing emmer met koud water erover en een ventilator ervoor. Later terug om de kap van de waaier te halen en de rotzooi uit de waaier te halen. Verder gezegd tegen geluidoverlast vooral GEEN doeken over de pomp en de motor te leggen. Anders word hij niet gekoeld?? Maar er loopt toch water door? Ja door de pomp en NIET door de motor?????

    Gevolg is wel dat ik nu de expert ben op het gebied van waterpompen en andere zaken en zo door de hele omgeving ook word gezien. Als werktuigbouwer en ex projectmanager proces en productie installaties heb ik de basiskennis in deze.
    Als wij op het dorp zijn en er dus een storing is word ik dus nu steevast als eerste om advies gevraagd.
    Ik denk dat dat komt omdat ik geen Payment wil. Oh ik krijg altijd van alles mee om naar huis te brengen. Wat mij in deze opvalt is dat mensen die het minste aan bezittingen hebben afstand kunnen doen van iets om anderen een plezier te doen.
    Als ik door het dorp loop word ik vaak aangesproken of gewenkt om even binnen te komen voor een glas water, een banaan, een stuk ananas, gewoon een fles bier of als moeders iets speciaals heeft gekookt krijg ik soms een helft mee om mee naar huis te nemen.
    Weigeren staat gelijk aan beledigen dus dat doe ik al niet eens meer.

    Ook word ik weleens, maar dat is zeer zelden gevraagd, of ik iemand financieel kan helpen (lenen) bij ziekte of anders. Laat dit altijd door moeders regelen en navragen. Als moeders zegt het is goed help ik. Oh ik leen het nooit uit ik doneer het altijd maar wel gespecificeerd. Mijn maximum is in deze 4000 a 5000 bath.
    Ik stel ook altijd dat ik het GEEF en dat het geen lening is. Een lening terugkrijgen lukt toch niet bij een dag-inkomen soms van 300 bath of minder. Hoe vaak: Tot nu toe in 4 jaar een keer of 5.
    Wat krijg ik ervoor terug. Een hoop aanzien en waardering.
    Het gaat zelfs zo ver dat ik ooit stom met een lege tank op een km of 10 van huis stil kwam te staan met de auto.
    Een passant op een motosai stopte en vroeg mij in erg gebrekkig engels wat het probleem was. Eindresultaat. Hij weg en komt terug met een olie kan met 5 liter benzine.
    Toen ik hem wilde betalen voor zijn diensten kreeg ik te horen NEE ik had ooit een tante geholpen dus hij hielp mij. Bleek later dus een neef van iemand te zijn welke ik 4000 bath had gegeven.
    Bij feestjes en of evenementen komen ook altijd mensen naar mij toe om samen op de foto en of brengen mij altijd iets te eten of drinken. Als het eten van de ene op is staat de andere alweer klaar om mij het volgende te brengen.

    Mijn zwager heeft om in de bergen zijn bananebomen, durian en jackfruit te onderhouden en de bergwanden verder van gras en bomen te ontdoen welke niets opbrengen (domme l.l) een beheerder hulp op het land ter plekke.
    Heeft voor het werk zelfs voor nederlandse begrippen goede spullen. Grote Kubota MG060 met scoop, graafbak, grondfrees, opsteek grasmaaier, drieschaarsploeg en twee 3 assige aanhangers. Dus heel modern en goed spul. Voor transport nog een kleine Isuzu truck erbij. Alles eigendom van mijn oudste zwager.

    De man is een jaar of 34 en heeft een vrouw van 24 en een zoontje van 5. Wonen in een huis cq hut gebouwd uit een geraamte van een aantal boomstammen. Muren van gevlochten bamboe en dak van golfplaten.
    Een echte thaise buiten keuken aan de zijkant en een “buiten toilet en douche”.
    Verder twee bedden cq matrassen op een onderstel van blokken hout en bamboe stammen waarop de matrassen. De vloer van het huis is aangestampte klei. Verder een TV, een grote koelkast en natuurlijk twee of drie ventilatoren welke de laatst 5 a 10 jaar niet zijn schoongemaakt. Een soort van kast en een grote plastic krat voor de kleding en andere zaken.
    Buiten onder het afdak aan de voorkant twee hangmatten en een buiten bed. Uitzicht als in het paradijs zo mooi. Het huis staat op een stuk vlak tegen de berg en kijkt uit over de omgeving. Schiiterend uitzicht dat wel.
    De man werkt de hele dag op het veld. Zij help ‘s-morgens mee maar is ‘s-middags thuis om op de hangmat te schommelen. Eh ook mijn vrouw is een bijzonder mooie vrouw maar de omschreven doet zeker niet onder. Ja mijn vrouw is ook alweer 52. Jaren tellen toch op de een of andere manier.
    Waar ik mij iedere keer als ik-wij daar kom(en) om spullen op te halen is het feit dat het stel en ook hun kind altijd blij en vrolijk zijn.
    Nooit vreemde vragen nooit vragen om meer maar gewoon gelukkig zijn met hun gezondheid en hun leven. Althans dat denk ik en volgens mijn vrouw en zwager zijn ze dat ook.
    Schijnt zelfs zo te zijn maar dat heeft mijn vrouw mij verteld dat de vrouw de dochter is van de eigenaar van een hotel-restaurant in Uttaradit stad. Zij heeft gekozen voor haar man en schijnt door haar familie te worden genegeerd??
    Wat daar waar van is weet ik niet.

    Oh de grote evenementen in jaar op het dorp zijn dus:
    1. De overlijdensbijeenkomsten (zeker 1 per week)
    2. De daaropvolgende crematies (zie 1)
    3. De 100 dagen herdenkingen (zie 1 en 2 dubbel)
    4. De inwijdingsrituelen voor Songkran als er weer jonge mannen naar het klooster gaan. (net carnaval met de optochten).
    5. Buddha sabbath weekend
    6. Thai nieuwjaar
    7. Volle maan feesten
    8. Einde schooljaar en overgang naar de middelbare school

    Dus feesten zat.

    Bezienswaardigheden:
    1. Wat Lao Pa Sa
    2. Wat Pak Fang
    3. Wat Kun Fang

    Ban Khun fang clubhouse homestay – horse resort.
    Address: 45/1-4 Tombon koonfang, Muang Ban Khun Fang 53000, Thailand
    Phone: +66 81 345 3943
    5. Net iets eerder links over de brug de windmil lodging. Is echter geen nederlander maar een thai die dit organiseert.
    6. Vanuit 4 verschillende paardetrektochten maar ook off road en on road motortourtochten georganiseerd.

    7. Vrijdag markt en soms bij rijke oogsten vaker. Heb er geen regelmaat in kunnen ontdekken.
    8. Voor aan op de 1045 op dinsdag en zaterdag een grote markt.

    Voor relax zelf meest naar Uttaradit.
    1. Hier natuurlijk de Lotus-Tesco met zijn vele subwinkels en de MK, MD, KFC, Svensen, foodcourt.
    2. De TT market met een outside TT bar en foodplace en vele eetstalletjes en kleine winkeltjes
    3. Friday’s. Supermarkt annex hotel restaurant waar iedere avond een lifeband speelt.
    Hier regelmatig naar toe voor een biertje met als snack gebraden varkensstrips. Oh ja ik maak van mijn bier altijd een radler door er wat citroen in te mikken.
    4. Voor de Fridays zit een hot pot annex buffet restaurant. Is wel goed maar te duur.
    5. Ook zitten er in Uttaradit twee duitsers welke een eigen restaurant hebben. 1 in het centrum en 1 aan de noordkant van de stad. De laatste is het beste.

    Mijn vrouw is naar mijn mening ook erg traditioneel. Is samen met haar vriendinnen soms teveel bezig met oude tradities en dat uit zich in het tijdens feestelijkheden rondlopen in traditionele streekkleding.
    Oh ik ben ook enkele keren verrast met kleding geschenken. Waaronder van die pofbroeken, bloezes en andere hoogwaterkleding. Sorry heb het ooit 1 keer op verzoek om foto’s gedragen maar daarna NOOIT weer.
    Ik loop in Nederland ook niet in oud groninger kledingdracht. Zelfs niet met karnaval in een boerenkiel.

    In de omgeving waar ik veel rondtrek of met de auto, de motor of de motosai. zijn veel leuke zaken te vinden.
    Iets ten noorden van Uttaradit zit 1 van de grootste rietsuikerfabrieken in Thailand en tevens de grootste whisky cq drankstokers.

    Gaan regelmatig via allerlei binnenwegen door geweldig natuurschoon naar Laplae.
    Hier eten we soms als het heet is bij de waterval in een restaurant met tafels IN de rivier. Als je daar zit met blote voeten (is aan te raden anders schoenen vol water) komen vissen je dode huid ophalen. IS ER GRATIS bij.

    Verder vanuit Uttaradit naar Laplae is er net voor je de stad door de poort binnen rijd aan de rechterzijde een openlucht museum met traditionele oude teaken huizen waar je een idee kunt krijgen van de historische betekenis van Laplae. Ook geeft het het leven weer zoals het vroeger geweest moet zijn. Een beetje geromantiseerd maar wel leuk om te bezoeken.

    Als men hier meer van wil zien laat het even weten. Heb ook foto’s maar het geen idee hoe deze toe te voegen. Zou wel leuk kunnen zijn.

  9. Rob Tha Mai zegt op

    Ik ken Ubon sinds 1991, kom en kwam er regelmatig, daar familie van mijn vrouw er vandaan kwam. Ik heb Ubon echt in ontwikkeling gezien. Eerst nauwelijks een hotel te vinden, nu overal. En dan het gezrellige eten op het grote plein in het centrum. Later kwam ik er vanuit Nam Yun en zag dat alle teakbossen verdwenen waren.
    Ik had er ook nog een collega wonen, maar ietrs meer naar het westen langs de rivier, het was een gevluchte Oost-Duitser.

  10. pascal zegt op

    Beste Hans
    Bedankt voor dit fijne eerste verhaal, zeer goed geschreven.
    Kijk al uit naar het vervolg!

  11. mee farang zegt op

    Wat een prachtige en beeldende getuigenis
    van het dagelijkse leven in Isaan Country.
    Mooi zo! Ik kijk uit naar deel 2.

  12. Hans Pronk zegt op

    Bedankt voor alle aardige reacties.
    Dat is natuurlijk een stimulans om nog eens wat te schrijven maar een veelschrijver zal ik niet worden want daarvoor beleef ik hier te weinig.

  13. Dirk zegt op

    Hans, een prachtig verhaal en ik ben blij dat ik vaak situaties in de Isaanse cultuur heb proberen te verklaren. Her en der zal ik na het lezen van jouw verhaal, alhoewel persoonlijk, toch een en ander kunnen bijstellen. Sommige zaken zijn echter in Isaan vrij plaatselijk en dat brengt het goed in beeld brengen in gevaar. In de meeste door jou geschetste situaties kan ik mij wel vinden. Prachtige foto’s trouwens. Na de eerste in het dorp gemaakte foto kwamen de “bestellingen” los, vaak vergoed met een glas bier, een bord eten of in sommige gevallen – op mijn aandringen – helemaal niet.

    Dirk

  14. Sieb zegt op

    Fantastisch mooi verhaal en geniet hiervan!Ik woon sinds 15 jaar in chongmek en aan het mooie sirindhon dam meer.Geweldig om hier te zijn en is een van de plaatsen van de provincie Ubon Ratchathani.Chongmek is de grensplaats naar Laos.En de omgeving is rustig met natuurlijk de gebruikelijke lokale winkels en isaan restaurants.Aan het meer word nu volop gebouwd en er komen steeds meer campings met restaurants.Je ziet de voorruitgang van het gebied.Sinds een aantal jaren kun je zelfs nu een westerse maaltijd kopen bij deze restaurants.Echter mijn favoriet is het hotel/restaurant in kung chiang waar zaterdags een leuke markt is en je per boot naar laos kan gaan,Het hotel heeft een fantastisch restaurant/zwembad en je kunt er zelf bruchettaas kopen,heerlijk!Ben zeer benieuwd naar inderdaad het vervolg op de cliffhanger.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website