Weer thuis…
Zo, al weer ruim 3 weken terug in Chiang Rai, al een jaar of 9 mijn vaste bestemming èn thuisbasis in Thailand. De voorbije 6 maanden op die àndere basis doorgebracht, in Nederland. Iets langer dan gepland; ik zou oorspronkelijk eind april van dit jaar naar de Lage Landen vertrekken, maar het al vroeg extreem hete weer – regelmatig 38 tot 40 graden – deed me besluiten een maand eerder af te reizen. Wèl een overgang, hoor: bij aankomst in Nederland was het 8 graden en bleef het een week of vijf koud, winderig en vooral nat weer. Tsja, je kunt niet alles hebben…
Na een maandje kou lijden (en verlangen naar mijn partner…..) ben ik de eerste voorbereidingen voor de terugreis gaan treffen: op zoek naar een ticket voor eind september. Business class moest het worden, of anders toch minstens Premium Economy. Ik gun mezelf – van bouwjaar 1945 – tegenwoordig wel wat comfort. Al snel vond ik een businessclass ticket bij Turkish Airlines voor maar liefst minimaal 1400 euro minder dan wat KLM, EVA Air en Emirates wilden overgemaakt krijgen voor de reis op de gewenste data. Nu was ik al eens met die maatschappij naar Zuid-Afrika gereisd, en dat was een plezierige ervaring geweest. Daarom niet lang geaarzeld en begin mei al geboekt. Turkish Airlines is trouwens net als o.a. EVA Air lid van de Star Alliance.
Je vliegt via het nieuwe vliegveld van Istanbul (wordt 5x per dag vanaf Schiphol aangevlogen), vanwaar ze dagelijks tweemaal naar Bangkok vliegen. Eigenlijk 3 keer, maar die extra mogelijkheid houdt in dat je via Hong Kong vliegt en dus wat langer onderweg bent.
Fast-forward naar september: ik moest ook nog een nieuw Non-immigrant O visum regelen. Doordat ik Thailand eerder verlaten had dan gepland, had ik mijn verblijfsperiode nog niet kunnen verlengen en moest ik opnieuw beginnen. De digitale aanvraagprocedure bleek een fluitje van een cent te zijn (de vorige keer moest ik daarvoor nog tweemaal naar de Ambassade), na wat problemen met mijn bank die op het te uploaden bankafschrift in de adressering niet net zoals bij de officiële tenaamstelling van de rekening mijn volledige voornaam hanteert, zoals die in m’n paspoort staat. Vreemd genoeg iets wat de bank – ING – kennelijk niet simpel kan aanpassen. Dat leidde aanvankelijk tot niet-acceptatie en vragen van de Ambassade, maar uiteindelijk kon het worden opgelost. Nee, niet dankzij de bank die dit, ruim 2 maanden en een klachtenprocedure later, nog steeds niet heeft aangepast, maar dankzij de Thaise Ambassade.
En dan, eindelijk: tijd om de koffers te pakken! Kon 40 kg meenemen, dus ik hoefde niet zuinig te zijn qua gewicht. Ik ben nogal een enthousiaste fietser (met dit jaar al ruim 11.000 km op de klok) – daar heb ik op dit blog het nodige over geschreven – dus de fietskleding en -schoenen plus een nieuw felgeel – alles voor de zichtbaarheid – helmpje gingen er als eerste in. Nieuwe fietsbanden óók: die van de in Thailand op mij wachtende fiets waren na 9500 km òp, en het type dat ik wilde is daar niet te koop. Omdat het zgn. vouwbandjes zijn, zijn ze vrij licht en flexibel, en dus gemakkelijk in de koffer te proppen.
De reis naar Bangkok – beide trajecten met een Airbus A330-300 – verliep voorspoedig. Het immens grote nieuwe vliegveld van Istanbul is goed bewegwijzerd, maar de loopafstanden zijn fors. De Turkish Airlines business lounge is een werkelijke oase, waarin je niet alleen in alle rust en comfort van een enorm aanbod eten en drinken kunt genieten, maar ook kunt douchen en slapen. Ook in de lucht kon er goed gegeten worden; als ik alles wat werd aangeboden ook had gegeten zou ik op de bestemming tonrond uit het vliegtuig zijn gerold. Leuk: op het traject Istanbul – Bangkok komt na vertrek de ‘chef-kok’, in kokskledij, een enorme koksmuts op het hoofd, met iedere individuele passagier de menukaart doornemen en de bestelling opnemen. Niet dat-ie vervolgens achter het fornuis gaat staan, hoor; veel verder dan de oventjes/magnetrons inschakelen zal hij waarschijnlijk niet hoeven te gaan…
Kortom: absoluut geen spijt van de keuze voor deze maatschappij!
Bij het uitstappen in Bangkok bleken we bij de nieuwe satellietterminal te staan, vanwaar je met een trein verder moet naar het hoofdgebouw. Gelukkig kom je daar dan op korte afstand van de immigratie- en bagagehal aan, dus geen lange trektocht meer. Snel door de fast-track bij Immigration, na 10 minuten de koffers en via de douane naar buiten waar mijn partner en haar dochter op me wachtten. Direct in de shuttlebus van het Amaranth hotel – we zouden pas de volgende dag doorvliegen naar Chiang Rai – en daar het zwembad in. Moe? Nou, dat viel wel mee; comfortabel zitten en languit liggend kunnen slapen scheppen wat vermoeidheid betreft een wereld van verschil met Economy.
De volgende middag dóór naar Chiang Rai, met Vietjetair. Vanaf het vliegveld naar huis rijdend daalde snel het gevoel in weer helemaal ‘thuis’ te zijn; de komende 6 maanden zou mijn leven zich hier afspelen. De weergoden verwelkomden me ook, door kort na aankomst de hemelsluizen ruimhartig te openen voor een 20 uur durende zware regenbui; de volgende morgen bleken we het dorp niet uit te kunnen, omdat de enige toegangsweg onder water stond. Gelukkig zakte het water gedurende de middag en konden we kort voor sluitingstijd toch nog Immigration bezoeken voor de Tm30-melding. Bij eerdere terugkomsten was dat niet nodig omdat ik met een re-entry permit binnenkwam, maar nu, omdat ik een nieuw visum had, wèl.
Terug in Chiang Rai, dus, en blij om er weer te zijn. Toch ook een beetje een dubbel gevoel: het zal de lezers niet ontgaan zijn dat deze provincie in september zwaar heeft geleden onder door extreme regenval veroorzaakte overstromingen. Gedurende het hele regenseizoen, dat al wat vroeger dan normaal begon ook, is er véél meer gevallen dan in andere jaren. Regelmatig dagenlange stortregens in plaats van de gebruikelijke buien in de namiddag en avond deden de rivieren tot vèr boven hun normale peil rijzen. Een aantal bruggen werd door het natuurgeweld vernield, en op verschillende plekken in de provincie zijn er zware overstromingen geweest. Zo zette in Mae Sai het grensriviertje tussen die plaats en Tacilek in Myanmar – meestal een stroompje waar je in het droge seizoen met niet meer dan natte kuiten doorheen kunt waden – verschillende malen de Sai Lom Joy markt aan de Thaise kant onder 2 meter water. Nu is het weer gezakt en zijn de opruim- en herstelacties volop aan de gang.
Intussen is het ook droog geworden, is de zon volop gaan schijnen, zijn de waterstanden vele meters gedaald – de in Myanmar ontspringende Mae Kok staat nu weer 5 meter lager dan de hoogst bereikte stand – en lijkt het erop dat deze provincie het ergste achter de rug heeft. Voor veel gedupeerden is dat nog lang niet het geval; als het weinige dat je had door het water is meegenomen blijf je letterlijk met lege handen achter. Volgens officiële cijfers zijn er in de provincie in totaal ruim 55.000 huishoudens in meer of mindere mate geraakt door de gebeurtenissen.
Zelfs de alleroudsten hier die al hun leven lang hier wonen kunnen zich geen overstroming van deze omvang herinneren.
Allerlei initiatieven van particulieren kwamen op gang, om drinkwater, voedsel en kleding te distribueren.
Mijn petje af, bijvoorbeeld, voor Toony en Phaet van het bekende Homestay Chiang Rai (waar ooit mijn kennismaking met Chiang Rai begon) die, gesteund door donaties van gasten, vrienden en bekenden, vele autoladingen vol met essentiële spullen naar getroffen dorpen in de omgeving brachten. Vooral de matrasjes die ze uitdeelden zorgden voor veel blije gezichten. Directe en doelgerichte hulp dus, zonder strijkstokken waar altijd wat aan blijft hangen.
Respect ook voor mijn eigen partner, die al 6 weken (en nog steeds….) iedere morgen om 3 uur opstaat om samen met een tiental andere vrouwen, zonder enige vorm van beloning, grote aantallen – soms wel 1400 – maaltijden voor de getroffenen en hulpverleners te bereiden, een initiatief van een nabijgelegen tempel. Die tempel ontvangt uit alle richtingen donaties die dit mogelijk maken; de provinciale autoriteiten zorgen voor de distributie.
Door de weersverbetering aan het eind van de eerste week van mijn verblijf kon ik eindelijk ook weer op het fietsje stappen om de wijde omgeving van ons dorp (10 km buiten het stadscentrum van Chiang Rai) te verkennen. Aan beide zijden van de Mae Kok de rivier stroomopwaarts gevolgd en de schade gezien in de direct langs de rivier gelegen dorpen. De rivier oversteken net voorbij het Karen dorp Ruammit, bekend o.a. van het olifantenkamp, lukte niet omdat er een stuk van de betonnen brugconstructie door het water is meegenomen. Ook het houten hangbruggetje oversteken, wat kilometers verder stroomopwaarts, is er niet bij: daarvan vind je alleen nog de pylons aan beide oevers terug. De rest drijft op dit moment hoogstwaarschijnlijk in de Mekong, ergens in Vietnam, op weg naar de Zuid-Chinese Zee…
Overal wordt er hard gewerkt aan opruimen en herstel; ook het leger is daarvoor ingezet. Vanmorgen, bijvoorbeeld kon ik alweer over de brug naar Mae Yao fietsen waarvan een landhoofd eerder compleet was weggespoeld. Hopelijk wordt er niet vergeten om ook naar de toekomst te kijken en maatregelen te nemen die de impact van mogelijk toekomstige zware regenval kunnen verkleinen, maar, zoals ze in het Engels zeggen, ‘I don’t hold my breath’…
De natuur hier in het noorden heb ik altijd overweldigend mooi gevonden. Ook nu weer, na alle rampen die zich hebben voltrokken, zijn de landschappen weer indrukwekkend groen en rijk gevarieerd. Een scherp contrast dus tussen die natuurlijke schoonheid en rijkdom, en de kracht en – soms – wreedheid van diezelfde natuur.
Ik voeg wat foto’s bij om dat te onderstrepen. Beelden zijn soms krachtiger dan woorden, nietwaar?
Over deze blogger
- Cornelis, bouwjaar 1945, in totaal 42 jaar in overheidsdienst, op z’n 58e aanvankelijk aarzelend een aanbod aanvaard om vervroegd met pensioen te gaan, daar nooit spijt van gehad en dus nu al ruim 20 jaar van zijn vrijheid genietend. Groot fietsliefhebber, zowel in NL als TH; zet jaarlijks minimaal 10.000 km op de klok en heeft al eerder daarover een reeks artikelen geschreven voor dit blog. Woont een deel van het jaar nabij de stad Chiang Rai bij zijn lief, die hij daar ook ontmoette en waarmee hij nu bijna 9 jaar jaar een relatie heeft.
Lees hier de laatste artikelen
- Leven in Thailand4 december 2024In en om Chiang Rai
- Leven in Thailand24 oktober 2024Weer thuis…
- Activiteiten8 december 2023Chiang Rai en fietsen…..(10)
- Lezersinzending12 januari 2023Zomaar Chiang Rai
Dank voor je prachtige inkijk.
Met een vriendelijke groet uit het Groningse Haren (8 graden op dit moment, het is bijna 10 uur),
Peter
Fijn dat je weer wat geschreven hebt en indrukwekkende foto’s. Goed gedaan.
Ik wil niet achterblijven bij de Peters en mij spontaan aansluiten bij hun welverdiende complimenten voor dit gedetailleerde en van mooie illustraties voorziene verslag. Voor de lezer voelt het net alsof hij deze reis samen met jou heeft beleefd. Complimenten daarvoor van een collega scribent hier.
Dank voor het compliment, beide Peters en Rick!
Weer veel fietsplezier gewenst Cornelis!
Dat gaat vast weer lukken, Rob! Dankje!
Dat gaat vast weer lukken, Rob! Dankje!
Cornelis, ik ben van ‘t zelfde bouwjaar en ben ook ‘n fervent fietser, aangestoken door Etienne Daniëls van Clickandtravel in Chiangmai.
Ben jaloers op jou omdat je nog steeds op eigen spierkracht trapt, terwijl ik elektrisch ondersteund wordt.
Fiets veel door Isan en wel in de Emerald Triangle in het oosten tegen de Mekong, glooiend landschap dus veel ontspannender dan rondom Chiangrai.
Mooi verhaal Cor met mooie foto’s
Goed te horen dat het normale leven weer snel wordt opgepakt
Diverse keren in en rond Chiangmai gefietst
Een paar jaar geleden nog van Bangkok naar Chiangmai gefietst
Begin dit jaar in de Isaan gefietst in februari, maar daar was het bloedje heet, dus zat ik om 6 uur in de ochtend al op de fiets Tot 12.00/13.00 uur
Overweeg daar volgende jaar weer te gaan fietsen
Succes met het fietsen in Chiangmai
Dankje Willem, maar verwar je Chiang Rai niet met Chiang Mai? Naar die laatste plaats is het bij mij vandaan nog een dikke 180 km fietsen met heel veel klimmetjes.
Ook hier probeer ik altijd voor een uur of twaalf terug te zijn, in de koelere maanden kan dat nog een uurtje later zijn. Vroeg op pad gaan is dus het devies,