Terug naar het paradijs

Door khun Rick
Geplaatst in Leven in Thailand
Tags: ,
8 november 2024

Raquel Rodr / Shutterstock.com

Thaise taxi’s hebben een voorkeur voor korte passagiers. Dat compenseren ze dan wel weer met een vriendelijk tarief en een al even vriendelijke babbel. Zo worden de bijna vier uur van Hua Hin naar Bangkok toch nog aangenaam. En het lage plafond valt te omzeilen met diagonaal plaatsnemen. Met platte billen en scheve nek aangekomen bedacht ik dat ik ook voorin had kunnen zitten, maar op wiens schouder had mijn liefje dan moeten rusten?

Het weerzien met good old Don Muang was hartelijk. Behulpzame bagagedragers die ook zonder fooi vriendelijk bleven lachen. Die winst verzilverden we dan weer ruimschoots bij de Chinees, waar het tarief vijf keer over de kop ging. Maar als het vrouwtje honger heeft moet je niet lang talen. Zelf knabbelde ik verlekkerd op een jodekoek (kan nog hè?) van thuis met een slokje coke zero van de 7/11 een eindje verderop. Don lag er zelf voortreffelijk bij en hoeft qua gezelligheid zeker niet onder te doen voor zijn grote zoon Suvarnabhumi, de erfgenaam die beter past in de visie van de overheid op efficiëntie, capaciteit en nationale dikdoenerij. Maar zowel de vader als de zoon mogen er best wezen en boeddha figureert als de Heilige Geest om het plaatje compleet te maken (met de royalty’s als altijd welkome aardse vertegenwoordiger van de goddelijkheid).

Even vier uur wachten voor we weer door mochten, met terugwerkende dank aan het onwrikbare check-out beleid van ons nagenoeg lege vakantiehotel aan het strand. En ook een beetje met dank aan mezelf, want de angst om een vlucht te missen wegens files of een defecte taxi speelt me steeds parten. Dat het zomaar mis kan gaan bewees een losliggend vrachtwagenwiel ergens tussen HH en BKK dat enkele tellen voor onze aankomst nog lustig over het hobbelige asfalt stuiterde, maar gelukkig geen schade of letsel had aangericht, behalve aan de lange camion die het verloren was. Maar ook die leek niet terneergeslagen; er staken nog voldoende wielen op hun assen om de reis voort te zetten.

(Editorial credit: KITTIKUN YOKSAP / Shutterstock.com)

De vlucht met Air Asia was niet slechter dan die met het dubbel zo dure Thai Airways (die dag dan), behalve dat de versnaperingen extra kosten. Dat vind ik geen probleem: die van Thai Airways zijn gratis, maar oneetbaar en bij Air Asia is het eenvoudiger om de kelk voorbij te laten gaan, wat dan ook bijna iedereen doet. De korte reisduur zal daar een rol in spelen, naast de doorgaans geringe financiële draagkracht van de economy passagiers.

We kozen in Udon op het vliegveld de man met het grootste bordje Taxi Airport en de joviale jonge vent gebood mij om hem vlot te volgen met mijn volgepakte zware bagagekarretje. De koffers tot aan de auto brengen viel kennelijk niet binnen het afgesproken tarief. Ik had niet eens onderhandeld. Mijn vrouw is er geen fan van en ik schatte zelf ook mijn positie om de prijs te drukken tamelijk zwak. Volgende keer maar weer. Ik duwde mij dan ook zelf maar een ongeluk om de fortuinlijke uitverkorene zo snel mogelijk te helpen aan zijn quota bahtjes voor die zaterdag, 500 stuks in totaal.

GRAB durfde vrouwlief niet aan; kennelijk zijn die mannen en ook vrouwen hun leven niet zeker op het vliegveld wegens duur aangeschafte concessies, die zij dus niet aangeschaft hebben. Amsterdamse taferelen bijna.

De speciaal voor zijn vak opgeleide chauffeur van onze taxi beweerde ongevraagd dat hij alles kon besturen behalve een vliegtuig. Het was aan zijn rijstijl niet af te lezen. Het licht maakte hij (heel energiezuinig) pas aan in onze straat nadat hij stoïcijns de hele rit op de rechter baan had doorgebracht met een snelheid van rond de 70 km/u. Maar praten kon hij als de beste, hoewel mijn vrouw naderhand beweerde dat hij klonk als een stemacteur van een naar het Thais gesynchroniseerde soap uit Korea. Misschien droomde hij van een carrière hogerop. Mijn hoofd stond intussen weer scheef door het te lage plafond (of mijn lange nek) en de geur van binnendringende uitlaatgassen had ook zijn tol geëist. Ik snakte naar rust en frisse lucht.

Schoonmoeder was ondanks het late uur (22.00) nog wakker en heette ons hartelijk welkom aan de poort. Alle koffers naar binnen gesjouwd naar onze slaapkamer, waar helaas de airco tijdelijk de geest had gegeven. Dan maar slapen met de ventilator, straks. Lukte heel vroeger immers ook best wel.

Eerst de kussens en het dekbed uit hun plastic zakken tegen het stof halen. Helaas deze keer vóór de schimmel, dus alles was groen uitgeslagen en riekte navenant. Voor alles is er een eerste keer. Bedtextiel mocht dus meteen de tuin in, inclusief mijn luxe recent geïmporteerde bamboe kussen van Lucovital, want daar hadden de schimmels net zo goed van genoten. Mijn leren stadsschoenen die hier steeds voor luchtig loopcomfort zorgden ondergingen hetzelfde lot met hun welig tierende gevlekte uitslag. De gympen leken ongedeerd. Op nylon gedijen die champignons zeker niet zo goed. Gelukkig hadden we de eerste generatie beddengoed nog ergens opgeslagen, dus geen man overboord, alleen mijn humeur wat.

Bij het douchen bleek het putje verstopt (niet de eerste keer overigens), maar op mijn knieën zittend kon ik het met een warme straal op de rug weer vlot krijgen en stond ik even later lekker fris naast mijn bed voor een wat oververhitte nachtrust, want zo’n fan op een pootje brengt toch minder verkoeling dan een airco, ondanks zijn meer luidruchtige werkwijze. Een lekker koel drankje moest wachten tot morgen; koud water vindt nog wel een plek in onze koelkast die grotendeels is overgenomen door de medicijnen en schoonheidsartikelen van schoonmoeder, maar een fris glaasje coke zero is er niet te vinden (dat laatste is overigens een witte leugen voor de dramatiek: deze keer prijkte er voor het eerst een grote fles zero in de koelkastdeur, ik had hem de vorige keer niet op gekregen). Is ook maar beter zo, laat drinken leidt tot nachtelijke wandelingen naar de wc en al is de onze en-suite, alle uitgestalde bagage en cadeaus op de vloer na aankomst noodt tot valpartijen, wat met steeds brozer wordende heupen het beste te vermijden is.

Ik sliep redelijk goed, maar met enkele hoorbare nachtmerries, waardoor mijn vrouw dan weer minder goed sliep dan ik. Mijn nachtelijke schermutselingen wekken gelukkig haar medelijden waardoor er geen ruimte is voor verwijten.

In de vroege ochtend werd ik gewekt door een lustig kwetterende, mobiele geluidsinstallatie op straat. Ik weet niet waarover het ging, maar het klonk feestelijk. En wie zit er met het licht te spelen? Donker, licht, donker, licht, een beetje flauw. Oh, het was de ventilator die speelt met het gordijn: open, dicht, open dicht. Niet flauw bedoeld dus, maar wel hetzelfde effect. Na de tanden gepoetst te hebben liep ik met een fris bekkie naar de keuken, die eigenlijk onze eetkamer is. Onderweg nog even een aantal modificaties in het interieur aanbrengen, omdat schoonmoeder weer eens creatief heeft geschoven met mijn dierbare decoraties. Eentje miste een oor, afgebroken bij het poetsen. Herinneringen aan vroeger als mijn eigen moeder de propellers en kanonnen van mijn modelbouw oorlogstuig afbrak met haar stofdoek. Zo’n ding heb ik hier nog nooit gezien overigens.

Ik wil hier weg, want ik ben wat depressief door alle tegenslag, de hitte en ontberingen en ik verlang naar Scotty van Star Trek, die zo’n handig teleportatie apparaat had. Maar Scotty is al lang dood en zijn Enterprise in populariteit inmiddels ruim voorbij gestreefd door Star Wars. Ik schuifel naar de keuken (eetkamer) en de dag klaart wat op: mijn lieve meisje heeft een bordje voor me klaarstaan: rijst met een kleurrijke omelet erop en ernaast een bakje met varkensvlees, dat zwemt met wat groente in een soort soep. Als kers op de taart gedroogd rundvlees in dunne, harde strookjes dat ze mij triomfantelijk als beef jerky verkoopt. Dan kun je toch niet chagrijnig blijven? Ik durf nog niet naar buiten, bang dat haar moedertje de tuin weer heeft gemolesteerd. Eerst even rustig mediteren in de slaapkamer. Zonder airco, maar de monteur is gebeld.

Over deze blogger

khun Rick
khun Rick
Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.

4 reacties op “Terug naar het paradijs”

  1. Emiel zegt op

    Wat een prachtig verhaal Rick. Ik heb een paar keer moeten slikken.

    En ja, deze keer kort en bondig. Zie je wel dat je het kan als je wilt 😉

  2. LangePiet zegt op

    Leuk verhaal en heel herkenbaar. Ik ben recent ook naar de schoonfamilie vertrokken, het is altijd een beproeving. Alhoewel ze hun best doen, op hun manier.

  3. Klaartje zegt op

    Dag Rick,

    Wat ben jij toch een schrijverstalent, ben echt jaloers.

    Heb weer met veel plezier je bijdrage gelezen tot …. het opeens einde verhaal was! Spijtig, mijn leesplezier had gerust een pak langer mogen duren.

    Klaartje.

  4. Hendrik zegt op

    Prachtig verhaal, niets op aan te merken. Laat ze maar komen, een verademing voor ons blog.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website