Leven als Single Farang in de Jungle: “Socialen”
Uit wat Lung addie op het blog leest moet hij afleiden dat er nogal wat Farangs, welke eenmaal verkast naar Thailand, met andere Farangs zo weinig mogelijk of zelf geen contact willen. Sommigen noemen hun landgenoten zelfs zeikerds, azijnpissers …. heb reeds een mooie reeks dergelijke scheldwoorden bijgeleerd.
Nou, niks mis mee, ieder zijn eigen leven, ieder zijn eigen keuze. Hier, in de streek waar Lung addie woont, heb je ook zo enkele mensen. Doch de meesten, en het zijn er tenslotte niet al te veel die hier vast wonen, hebben dat niet. Op zondag, dan is het markt in Sapphli, zitten we steevast samen bij Lung Oo, waarvan in vorige artikels reeds sprake. Lung addie probeert elke zondag namiddag present te zijn voor wat hij noemt: “socialen”. Socialen is een werkwoord wat ik gestolen heb uit de Duitse taal. Geen gezuip maar rustig een biertje drinken, geen gezaag of gemekker, wat bijpraten en waar nodig wat goede raad meegeven. Lung addie noemt zichzelf soms “de helpdesk” van Chumphon” ….
Een vaste figuur is Nora, Noortje. Noortje is, zoals de naam laat vermoeden, Nederlandse doch heeft een groot deel van haar leven in Frankrijk en zelfs in de Franse overzeese gebieden zoals French Polynesia gewoond. Dus Noortje spreekt vloeiend Frans, Nederlands en spreekt ook voldoende Engels. Kan dus zowat met iedereen een praatje slaan en doet dat ook. Noortje is tenslotte een aangename gesprekspartner.
Noortje is heel sociaal mens. Haar zoon zaliger, was gehuwd met een Thaise dame, hier uit Sapphli, en jaarlijks komt Noortje maanden, zelfs een groot deel van het jaar, bij haar schoondochter, Nung verblijven. Haar schoondochter heeft een gekend massagesalon, in het straatje om de hoek van Lung Oo’s “meetings place”, de oude pier van Sapphli. Er komt daar nogal wat volk over de vloer, veel dames en heren, mensen die massage nodig hebben na een ongeval, mensen met rug- of ledenmatenpijnen… voor een deskundige massage. Noortje is dus heel goed op de hoogte van het reilen en zeilen in de omgeving van Sapphli. Zij is dan ook een perfecte informatieve bron voor Lung addie, hier soms ook “het schrijverken van het blog” genoemd. Nogal vaak geeft haar info aanleiding en inspiratie voor een posting op het blog.
Noortje houdt van de natuur. Neen ze is geen dame met geitenwollen sokken aan. Gewoon een natuurliefhebber. Zo was zij de originele bezielster van de strandopruimingsactie hier in Sapphli. Het project gaat nog steeds verder en Noortje was heel tevreden toen, na een afwezigheid van een paar maanden, bij haar terugkomst, het strand er netjes opgeruimd bijlag. Het strandopruimingsproject zal weldra uitgebreid worden naar de scholen toe. Eerste afspraken met de burgemeester, met Lung addie en zijn buurman zijn reeds gemaakt. De buurman, als ex professor betrekken we in de actie omdat we een goede tolk Engels-Thais kunnen gebruiken.
Gisteren kreeg Lung addie van Noortje de info dat er in Sapphli iets merkwaardigs zou te zien zijn. Er zou een man muurschilderingen komen aanbrengen in een nieuw, nog te openen restaurant. Daar ik niet mijn “nodige wapens” als “vliegend reporter” bij me had en het ook niet paste in mijn verdere planning, deed ik beroep op Noortje om foto’s te nemen en eventueel later verslag over het verloop uit brengen. Dit zou wel weer stof voor een artikel kunnen opleveren. De muurschildering is niet volledig afgewerkt geraakt en gaat dus een dezer verder. Deze keer zal ondergetekende wel ter plaatse zijn om zelf verslag uit te brengen. Niets beter dan het zelf mee te maken en te aanschouwen om daarna te delen met de lezers van het blog.
Ook regelmatig tegenwoordig op dit “socialen” is onze verzekeringsagente, Nat. Zij komt op regelmatige basis een praatje slaan met haar klanten, geeft eventueel uitleg bij vragen aangaande de ziekte verzekering. Natuurlijk met ook als doel eventueel nieuwe klanten te werven. Verschillende Farangs hebben op deze manier, door mond aan mond reclame en haar aanwezigheid, voor een ziekteverzekering bij haar maatschappij ingetekend. Ze spreekt enorm goed Engels en dat is natuurlijk een groot voordeel.
De dames gaan meestal wat eetbaars kopen op de markt en troepen dan samen om het verzamelde lekkers te consumeren. Het is er steeds een gezellige boel, iedereen kent iedereen en elk heeft wel iets nieuws te vertellen. Het begint daar meestal rond 17.00 uur en eindigd rond 20.00 uur want Lung Oo sluit graag tijdig zijn deuren.
Ja, socialen kan zijn nut hebben ook al staan sommigen er afkerig tegen over. Hoe zit het bij de andere lezers, hebben dezen welke wat meer afgelegen wonen ook iets in dien aard?
Over deze blogger
-
Geboren in 1955. Maakte kennis met Thailand meer dan 20 jaar geleden, toen ik regelmatig in BKK een tussenstop maakte na het beëindigen van werkopdrachten radiometingen op de toen nieuwe luchthaven van Hong Kong. Woon nu meer dan 10 jaar permanent in de provincie Chumphon. Ik ben de auteur van het TB-dossier 'Uitschrijven voor Belgen'.
Mijn beroep was Expert Senior Field Engineer radiometingen. Hobbies:
- het administratief bijstaan van Thaise weduwen van overleden Belgische mannen, met de Belgische overheidsdiensten: pensioenen-erfrechten-belastingen.
- Radio-zendamateurisme telegrafist met licentie in Thailand en Cambodja.
Lees hier de laatste artikelen
- Thailand algemeen16 november 2024Je maakt van alles mee in Thailand: een schot in de roos (nieuw)
- Eten en drinken8 november 2024Zelf kaas maken in Thailand (3 slot)
- Eten en drinken7 november 2024Zelf kaas maken in Thailand (2): dag 4 tot 12
- Eten en drinken6 november 2024Zelf kaas maken in Thailand (1): dag 1 tot 3
Dat velen geen contact willen zegt natuurlijk veel over de personen in casu, maar het kan ook te maken hebben met het soort landgenoten dat je hier aantreft. Blijkbaar verschillen die nogal van het geboorteland. Immers, ik mag aannemen dat men vroeger in Belgie of Nederland niet als kluizenaar door het leven ging. Wat mij betreft, ik zoek ze wel uit, maar mijd ze beslist niet. Vind het reuze gezellig met landgenoten te praten. De Thais zijn helaas geen vervanging. Pas als ik het Thai net zo goed beheers als het engels of Duits denk ik het wel zonder farangs te kunnen. Maar zelfs dan… Ze denken toch anders dan wij. Komt bij dat zij ons ook altijd als anders zullen zien.
Oerigens, zelfs al men de farangs mijdt blijven de meesten terugvallen op de eigen taal/cultuur. TV, internet, fora, online boeken, enz.
Hier in Nederland wemelt het ook van de azijnpissers. Op mijn werk, overal.
Maar moet ik me dan maar terugtrekken in een ton zoals Diogenes? Omgaan met aangename en minder aangename mensen is deel van het leven. Of je zou moeten stellen dat 90 procent van de expats zeikerds zijn. Goed, in dat geval kan men beter terug gaan, of er voor zorgen vloeiend Thai te leren spreken.
Ik zoek de Nederlanders niet op, maar ga ze ook niet uit de weg, maar ik zie bij verschillende bevolkings groepen wel heel erg dat groepsgedrag, zo is er hier in Pattaya een Duits restaurant, waar de eigenaar in lederhosen, en de bediening in dinderl kleding rond loopt, ieder zijn meug, maar ik denk dan, als je zo aan Duitsland hangt, wat doe je dan hier?? Ik heb vrienden uit allerlei landen, weinig Nederlanders trouwens, maar als je hier leeft en woont, moet je m.i overal voor open staan!!!!
Als ik in Chiangrai ergens zit om een kop koffie,of een biertje te drinken,praat ik graag met andere farangs. Uit interesse wil ik graag weten,of ze als toerist onderweg zijn,of dat ze misschien hier wonen,en dan is de volgende vraag meestal,waar ze wonen,waarom en of het bevalt. Zonder dat ik een nieuwsgierige indruk wil maken,zijn deze vragen vaak het begin van ieder eerste contact tussen farangs,of landgenoten. Natuurlijk kun je niet verlangen dat iedereen qua denken op jou golflengte ligt,en daarom kun je de soorten meestal indelen in groepen. Je hebt farangs die zelf ook graag praten,en je hebt ze ook die zich het liefste afzonderen, waarbij ik geloof dat ze in Nederland in hun persoonlijkheid niet anders waren. En je hebt farangs, die reeds vele jaren in Thailand wonen,en hoewel ze haast geen woord Thai spreken,denken ze alles beter te weten. Een beter weten wat voor het grootste deel gebaseerd is op fantasie,en half weten,en zelfs zover gaat dat ze zich verbeelden meer te zijn,als alle andere landgenoten,die hier nog niet zolang wonen, of als toerist onderweg zijn. Helaas is deze laatste groep niet zelden aan te treffen,en voor mij de hoofdreden om uiterst voorzichtig te zijn met de keuze van mijn gesprekspartner. Het duitse woord voor deze groep is ,,Klugscheißers”waarbij mij helaas geen treffender woord in het Nederlands te binnen schiet.
Ik zoek ze niet op.
Per slot van rekening, als je echt enkel met landgenoten wil omgaan, wat doe je hier dan ?
En ja, veel zijn azijnpissers. Echt. Continu slecht spreken over hun relatie, hun vrouwen met de familie, het land (Thailand), de “gevaren”, de zogenaamde discriminatie. Toeristen idem dito. Genieten van de lage prijzen, klagen over het gebrek aan veiligheid.
Af en toe ontmoet je leuke mensen. Die koester je.
En ik heb geen rancune tegenover mijn vaderland (België), het was mooi daar. Let wel, ik zeg ‘was’.
En ik zeg goedendag, iedere keer ik een zeldzame farang ontmoet.
Maar nogmaals, ik ga ze niet opzoeken. Het overkomt me.
Ik woon in Bangkok Metropolis, in een 99,99% Thaise omgeving. Ook tijdend het shoppen kom ik zelden een westerling tegen. Heb daar eerlijk gezegd ook geen behoefte aan.
Op mijn ochtend wandeling sla ik soms een praatje tijdens het wandelen met eem landenoot en een Canadees, en dat is het. Voor geen van ons moet dat meer zijn
Leuk Addy en wat een mooie foto! We moeten genieten van dit toch unieke plekje en t zo houden!
Op naar de volgende meeting, Voor de akte “houd strand zee en rivier schoon van plastic zo red je duizenden zee dieren van een afschuwelijke dood!”
Veel dank!
Ik heb een maat gevonden, door een oude schoolvriend die op bezoek kwam bij hem.
De schoolvriend bracht ons in contact en wij zijn nu echte vrienden geworden. Wij komen uit dezelfde Belgische stad en het is nog eens leuk om in onze ‘eigen taal’ te converseren!
Ik weet niet of er nog Belgen of Nederlanders wonen in de buurt waar ik nu vertoef. Ban Bon, district Samrong, Ubon Ratchthani. Dat is tegen de grens met Sisaket provincie.
Gelegen aan de grote weg is met nummer 2178.
Ik ben benieuwd of er hier ook nog een Farang woont tussen de rijstvelden. 555
groetjes,
Loeng Johnny
Moderator: Neem contact op met de redactie.
Waar ik woon (Narathiwat) is het aantal farangs op de vingers van één hand te tellen. Persoonlijk ken ik er slechts twee, een Amerikaan en een Engelse, beiden werkzaam op een school. In de ruim twee maanden dat ik er nu woon heb ik slechts tweemaal een vreemde farang gezien. Beiden vermoedelijk slechts hier voor tijdelijke zaken. Mocht ik iemand direct tegen het lijf lopen, dan zeg ik wel gedag, maar meer dan dat ook niet. Wat hebben we gemeen buiten het farang-zijn?
leuk stukje om te lezen, maar ook al die reacties. De plek waar ik woon (8mnd) is een afgelegen dorpje net buiten Khon kaen. de naam Donyang. Ben de enige farang hier, als ik mijn thaise family moet geloven. Ik ga zeker niet naar een bar toe, om daar contact te zoeken met andere farangs. De rust en de vredige toestand hier is voor mij een geschenk. Gisteren naar de troonrede geluisterd en vervolgens het commentaar. Nu weet ik waarom ik in thailand woon met mijn nieuwe family. Ook nog even bij de apotheek langs voor neusspray. Met wat gebaren taal, rust en tijd kreeg ik precies wat ik wou hebben. Van beide kanten in glimlach en een groet. Dit gaf me ook het sein, dat ik de juiste keuze heb gemaakt. De thaise taal ben ik niet machtig; leer enkele woordjes en alle mensen in het dorp nemen de tijd voor je.
Interessant is het te constateren dat de farang mijders hierin juist totaal verschillen van de Thai, de bevolkingsgroep waarbij ze zich beter zeggen thuis te voelen. Als een Thai een andere Thai tegenkomt in het buitenland volgt er meestal gelijk een wederzijdse glimlach en het liefst een praatje. Dan al snel een uitwisseling van telefoonnummers of e-mail adressen. Zij begrijpen dit soort Europese gereserveerdheid totaal niet. (Dat hebben ze me vaak gezegd, omdat ze zien dat ik ook graag wat afstand houd!)