Het leven verloopt niet altijd als gepland, maar er is meestal een plan B voor wie goed zoekt en wie het verdient.
In de serie artikelen over hartverwarmende en zo mogelijk kritiekloze anekdotes die gerelateerd zijn aan de versmelting van Thaise met Westerse personen en culturen treft de lezer onderstaand het aangrijpende relaas aan over een man die de greep op zijn leven door omstandigheden volledig kwijtraakte en regelrecht op weg was naar zijn ondergang en die van iedereen om hem heen. Totdat er redding voor hem kwam uit onverwachte hoek. Boeddha bood samen met zijn aardse vertegenwoordigers een uitweg die niet gratis was maar samen met een flinke portie eigen inzet wel leidde tot het in Thailand zo vaak gebezigde en luid bezongen begrip ‘happy ending’.
En dat was goed zo.
Marco op zijn neerwaartse spiraal
Marco was mijn buurman in mijn eerste eigen huisje in het zuiden van Nederland, alweer heel wat jaartjes geleden. De man was hoogst intelligent maar ook knettergek. Ik moest een keer zijn cv voor hem printen en ik was met stomheid geslagen door de litanie aan diploma’s en universitaire deelcertificaten die erop prijkten. Pagina’s lang ging het maar door en het was absoluut geen pretpakket zoals mijn eigen atheneumlijst. Nee, stuk voor stuk wiskundige, natuurkundige, chemische en zelfs nucleaire opleidingen. Het kan natuurlijk zijn dat hij het allemaal uit zijn duim gezogen had, maar hij was ook daadwerkelijk quality manager bij een tak van het ministerie van defensie of NAVO die bij ons in de omgeving allerhande kantoren, maar ook grote loodsen met militair materieel bevolkten. Kennelijk was hij op zoek naar wat nieuws en vandaar de noodzaak voor een actueel cv.
Uit privacy overwegingen kan ik hier natuurlijk niet in detail op de inhoud ervan ingaan. In werkelijkheid had dat wel gekund want ik kwam het overzicht onlangs nog ergens tegen op een oude harde of zachte schijf. Die noodzaak om zich naar een nieuwe betrekking om te zien vloeide mogelijk voort uit zijn soms wat excentrieke vrijetijdsbestedingen. Zo was hij een fervent aanhanger van de schietsport en in zijn kluis bevonden zich allerhande wapens, pistolen maar ook geweren. Bijna allemaal uiteraard met de correcte vergunningen erbij. Ik hield in zijn woonkamer voor het eerst in mijn leven een zwaar kaliber 45 Colt pistool in de handen, schietklaar geladen met zelfgemaakte munitie, waarvoor hij alle toestellen en grondstoffen in huis had. Naar eigen zeggen voorzag hij niet alleen zichzelf, maar ook andere lokale hobbyisten en (part-time) criminelen van de kogels voor hun wapens. Het kan grootspraak geweest zijn, maar het verhaal paste goed in het totaalbeeld. Zo vuurde hij met zijn (klein kaliber) flobert vanuit de keuken door de woonkamer en de tuin en dus door twee deuropeningen heen op schietschijven achter in het schuurtje. Zijn vrouw moest dan even rustig in haar fauteuil blijven zitten om veiligheidsredenen. Uiteraard schoot hij met gebruik van een geluiddemper, want het was een druk bewoonde jonge wijk met dito kinderen die zich niet bewust mochten zijn van het gevaar dat zomaar door de dunne tuinschutting heen in hun hoofd kon dringen.
Omdat hij verder ook best een aardige kerel was, mocht ik een keer mee naar de schietvereniging een paar dorpen verderop. Koffertje met wapens achter in de ouwe Honda alsmede zo’n 10 grote blikken bier, verborgen in het handschoenvakje, de deuren en alle andere mogelijke ‘verbergplaatsen’. Wegens zijn alcoholisme mocht hij thuis namelijk niet drinken van vrouwlief. Bij aankomst in de club een half uur later waren al 5 blikken leeg en minimaal evenveel sigaretten opgerookt. Bepaald trefzeker werd hij er niet van, maar hij raakte wel nog de achterwand van de schietbaan zonder doden of gewonden te veroorzaken. Ik bevond mij qua transport vervolgens in een enorm dilemma want te voet terug naar huis zou een urenlange wandeling geweest zijn. Omdat ik zelf ook nog over wat misplaatste jeugdige overmoed beschikte, ben ik toch maar de Honda ingestapt voor de thuisreis gedurende welke de resterende 5 blikken leeggedronken werden. Vreemd genoeg kwam hij niet stomdronken over en kon (ogenschijnlijk zal ik maar zeggen) nog vrij goed functioneren in het verkeer; hij ondernam die trip immers wekelijks op die manier en overleefde telkens weer ongeschonden. Als je maar genoeg doorgezopen bent is de uitwerking van grote hoeveelheden alcohol wellicht anders dan bij gelegenheidsdrinkers. Toch denk ik dat er een engeltje over mij gewaakt heeft die dag, waarschijnlijk omdat ik zelf nooit (als in letterlijk nooit) alcohol tot mij nam en neem. Dat moet het lot behaagd hebben. Maar het kan ook puur geluk geweest zijn.
Het huwelijk begon luid te kraken
Onder al die door hem veroorzaakte druk leed zijn vrouw en daardoor ook zijn huwelijk danig. Vaak hoorden wij de verbale vechtpartijen door de dunne muren en ook het gestommel van fysieke uiteenzettingen drong weleens door. Uiteraard trok vrouwlief daarbij aan het kortste eind, al was zij op zich wel een kranig type. Dat moest ook wel bij zo’n man. Hij vertelde eens dat hij in zijn vorige woning een inbreker van de trap af had geschopt en toen van bovenaf op de borstkast van de man gesprongen was, wat die laatste maar net, maar toch bloedspugend overleefd had. Gelukkig kon de politie ermee lachen en feliciteerde hem zelfs met zijn moedige optreden. Begrijpelijk dat een vrouw, hoe weerbaar ook tegen zo’n bruut geen kans maakte in een fysieke tweestrijd.
Soms kwam ze dan bij ons over de vloer en liet doorschemeren dat ze in een soort van hel leefde, ook al was het niet dagelijks moord en doodslag thuis. Ik moet toegeven dat wij en dan met name mijn vrouw haar altijd goed opvingen en van welgemeend advies voorzagen, maar dat wij en met name ik hem nooit op zijn gedrag aanspraken. Ook in de wetenschap dat hij over een flink arsenaal vuurwapens beschikte. Ik was niet bereid om een kogel voor haar op te vangen, zeg maar en daarnaast koesterde ik ook een bepaald soort sympathie voor de aardige vent die ergens diep verborgen in hem school. Misschien een gevaarlijke houding, maar ik wil het ook niet anders vertellen dan het was.
Uiteindelijk moest hij het echtelijk huis verlaten met een straatverbod, wat ook onze vriendschap praktisch gezien niet ten goede kwam. Het was dan ook al niet de diepste versie ervan geweest. Al snel ging het nog verder berg af met hem en dreigde hij voor de mensheid verloren te gaan, waarover lang niet iedereen rouwig was.
Hulp ligt op de loer
Maar hulp voor deze gevallen zwarte ster kwam uit een onverwachte hoek. Mijn vrouw had steeds klaar gestaan voor de buurvrouw in tijden van nood, maar had ook oog voor de noden van Marco. Al veroordeelde zij zijn gedragingen en verslaving uit het diepst van haar hart, zij zag toch nog genoeg mens in hem om hem een reddingsboei toe te gooien.
Het lot wilde dat wij kort na de definitieve breuk tussen de beide buurtjes op één van onze frequente reizen langs Nederlandse steden een heuse monnik uit Udon Thani hadden getroffen. De goede en nog vrij jonge man wandelde gehuld in het typische oranje omhulsel rond in een kleine jachthaven waar wij ook langs kwamen en zelfs vanuit de verte was hij niet te overzien geweest, niet alleen door de signaalkleur van zijn habijt. Het was ook een uit de kluiten gewassen monnik die qua lengte en omvang niet onderdeed voor mijn overvoede zelf. Hij was vrij modern van opvattingen en onthulde dat hij een soort van invalmonnik was in een bekende tempel in Nederland waar hij voor de duur van een toeristenvisum á drie maanden assistentie en verlichting bracht voor de vaste religieuze types die overbelast waren door de hoge nood aan spirituele bijstand van hier verblijvende boeddhistische landgenoten.
In onvervalst Isaans moet mijn vrouw hem na een korte inleiding verteld hebben over de trieste wedervaringen van buurman Marco en vrouw en zoals het een goede boeddhistische monnik betaamt sprong hij meteen in de hulp modus. We moesten Marco maar eens zijn mobiele telefoonnummer doorgeven voor een goed gesprek onder mannen. De monnik sprak uitstekend Engels en Marco wist ook goed de weg in deze verbindende wereldtaal. Ik heb dan ook aan de suggestie gevolg gegeven in de veronderstelling dat de beslist niet gelovige of spiritueel ingestelde Marco mijn appje meteen zou wegsmijten, maar niks bleek minder waar. Hij reageerde opgetogen en liet mij voelen verheugd te zijn met de belangstelling die wij voor hem hadden; hij had die niet meer voor zichzelf.
Hij beloofde meteen de hem toegestoken hand met beide handen aan te nemen. Naar ik later vernam, is hij de volgende dag richting Noord-Brabant gereisd met de trein. Zijn
rijbewijs evenals zijn oude Honda waren al een tijdje geleden in beslag genomen wegens overmatig alcoholgebruik en technische manco’s. Op latere foto’s die ik van hem zag was zijn haar afgeschoren en was hij zelf ook gehuld in een mooie oranje outfit, net als de grote monnik die kennelijk zijn mentor was geworden. Toen deze na 3 maanden Nederland weer moest verlaten is Marco hem achterna gereisd naar Udon Thani en heeft zijn intrek genomen in het grote klooster dicht bij Nong Prajak. In een mum van tijd leerde hij Thais spreken en schrijven, wat hem in staat stelde om de oude documenten te bestuderen die al eeuwen dienden als grondslag voor de door het klooster uitgedragen levensfilosofieën. Hij vond er zijn geestelijke rust terug en zwoer ook zijn verslavingen af zoals dat iedere goede officiële monnik ook betaamd zou hebben. Aan zijn inmiddels gelukkig hertrouwde ex-vrouw schreef hij een lange handgeschreven brief waarin hij met een oprecht hart zijn welgemeende excuses aanbood voor alle leed dat hij haar ooit had berokkend. Zij kon hem vergeven omdat hij weer de man was geworden waarop zij destijds verliefd was geworden. En wellicht een nog betere man dan voorheen. Ze zijn altijd, zij het wegens het straatverbod op afstand goede vrienden gebleven, nu nog.
Verleiding ligt op de loer
Na enige jaren in het klooster van Udon, waar hij altijd een bijzondere verschijning was geweest, kwam het tot een ontmoeting met een eenvoudige vrouw die het tempelcomplex schoon hield voor de monniken die zich met dergelijke wereldse taken niet bezighielden. Het was zo’n orde van uitsluitend contemplatieve monniken. Vroeg in de ochtend kwam ze met haar emmertje sop op blote voeten de meditatieruimte in sloffen waar Marco dagelijks contact legde met hogere machten en diepere gedachten. Fijne bezigheid. Maar omdat hij geen ingezworen monnik was, stond het hem vrij vleselijke verlangens te voelen voor het andere geslacht daar waar dit voor de echte monniken vanzelfsprekend taboe was. Nadat aanvankelijk slechts steelse en nieuwsgierige blikken werden uitgewisseld groeiden er al snel heftige gevoelens voor elkaar. Marco besloot deze echter eerst met zijn mentor te bespreken. Deze juichte de mooie ontwikkelingen toe en was van mening dat Marco klaar was voor een nieuw leven buiten het klooster. De dikke monnik nam dit besluit niet licht omdat hij precies wist wat voor een brutale zuiplap Marco ooit was geweest. Maar dat was de man van vroeger en niet meer die van vandaag.
De ‘ontslagpapieren’ werden in orde gemaakt en Marco kon als vrij man in burgerkledij het prachtige tempelcomplex verlaten; veel goeds rijker en veel slechts armer. Mede door de goede voeding van de afgelopen jaren had hij ook zijn lichamelijke kracht hervonden. De monniken hadden bij elkaar gelegd waardoor Marco in staat was om een bescheiden stulpje te betrekken dicht bij het klooster. De poetsvrouw trok met haar drie schattige kinderen bij hem in en een periode van groot geluk brak aan. Marco verhief nooit meer zijn stem, ook al was het leven met een nieuw samengesteld gezin niet altijd even eenvoudig. Evenmin nuttigde hij ooit nog een alcoholische versnapering of sigaret. In zijn spaarzame vrije tijd trainde hij in de Muay Thai school om de hoek en hij werd een niet onverdienstelijk beoefenaar van deze traditionele sport. Nadat hij een aantal baantjes uitoefende die hem niet zo geweldig bevielen vond hij zijn roeping als schietinstructeur bij de politieacademie van Udon Thani waar hij met zijn grote ervaring in het vak een zeer gewaardeerd werknemer werd, die menige aspirant-agent bij wist te brengen hoe men het beste met vuurwapens om kan gaan. Na zijn lange werkdagen verdiende hij dan in de avonduren nog wat bij met de productie van clandestiene munitie, hoewel dat daar niet echt als crimineel werd beschouwd, hoogstens een cavaliersdelict.
Later kregen Marco en zijn vrouw nog een schattige baby samen die zij Chom noemden, de naam van zijn mentor monnik.
En zo eindigt hier de optekening van de vroeger zo moeizame levensloop van Marco, maar zijn echte leven duurt nog gewoon voort daar in dat kleine huisje onder de zon, maar ook voor altijd in de schaduw van het grote klooster dat zijn leven ooit redde.
Disclaimer:
De opmerkzame lezer ziet onmiddellijk dat enkele beweringen niet geheel stroken met de werkelijkheid. Zo ook mijn vrouw toen ik haar een samenvatting gaf van dit verhaal. Onder andere merkte ze terecht op dat monniken niet kunnen ‘samenleggen’ want ze bezitten geen geld of andere aardse goederen (in theorie dan). Een serieuze monnik wordt ook niet warm of koud van de aanblik van een mooie vrouw. Ook gaf ze mij een alternatief einde in overweging dat meer strookt met haar eigen beleving van het tempel gebeuren en het geloof in het algemeen. Ik heb die suggestie beleefd afgewezen en belooft ze in een volgende editie in te voegen. Mijn eigen versie is dan wel minder serieus en authentiek, maar daarvoor stukken amusanter (volgens mijzelf). Marco is voor een belangrijk deel gebaseerd op een werkelijk bestaande zuiderling, de spannende avonturen inclusief scheiding echt gebeurd. De uit de kluiten gewassen monnik hebben wij daadwerkelijk onlangs ontmoet in Noord-Holland. Het was een fijne ontmoeting tussen twee stadsgenoten zomaar ergens in Nederland. Het was een serieuze jonge man, die wel stevig met beide benen in deze moderne tijd stond. Inmiddels zal hij weer terug zijn in Udon Thani. En zo vloeiden de elementen samen tot het bovenstaande verhaal.
Over deze blogger
- Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur15 november 2024Een kwestie van (on-) geloof, religie onder een loep van opaalglas
- Cultuur13 november 2024Dromen van een gouden truck
- Cultuur10 november 2024Hondenleven
- Leven in Thailand8 november 2024Terug naar het paradijs
Tja, wat er allemaal in monnikspij rondloopt…! De piloot die de eerste atoombom dropte boven Japan is later ook het klooster ingegaan. Echt, een kleurrijk gezelschap daar! En het staat al eeuwen in een heilig boek: ‘Voor iedere zondaar die zich bekeert is er vreugde in de hemelen…’
Amen, beste Erik!
Bedankt voor dit verhaal Rick. Ook al is dit verhaal niet geheel naar waarheid, komt het wel voor dat door geloof (of levensvisie zo je wilt) mensen op het goede spoor komen. En ja, soms ook ontsporen. Zo zijn er ook in Thailand monniken die een blaffer onder hun pij dragen…
Ik moet trouwens eerlijk bekennen dat ik sommige van je schrijfsels makkelijker lees dan ander, sommige vermakelijk of interessant zijn en een paar wat minder. Reageer lang niet altijd als ik denk dat het niks toevoegt aan de discussie maar lees eigenlijk alle ingezonden verhalen op dit blog wel. Zo schoot mij je stukje over die dame die voor de sofa op de grond zit “Ik zit ook regelmatig op de grond voor mijn bankstel, of met opgevouwen benen op een stoel”. Maar wat moet een ander met die informatie? Dan maar geen reactie. Anyway, schrijf vooral door.
Bedankt voor je lieve reactie Rob.
Ja, het niveau is niet altijd even hoog en ook het thema kan minder belangwekkend zijn. Dat realiseer ik mij ook als ik op de ‘verzenden’ knop duw. Het verschil met het afgeven van een reactie is natuurlijk de arbeidsinvestering. Als een stukje klaar is krijg ik het niet over mijn hart om het weg te gooien; het is dan toch een beetje een kindje van me geworden. Dan pimp ik het nog wat tot het toonbaar en levensvatbaar is geworden en hup, de lezer krijgt het voor de kiezen gesmeten.
Het hangt ook af van mijn eigen ‘mood’ hoe een verhaaltje klinkt. Vrolijk, baldadig, licht ironisch, serieus, soms zelfs droevig (maar altijd ruimte voor lucht). Ik ben best een gevoelige man.
Ik zal nog wel wat doorgaan met schrijven, maar het accent zal noodgedwongen verschuiven naar (semi-) fictie. In tegenstelling tot veel andere bloggers hier heb ik in 23 jaar Thailand weinig spectaculairs beleefd.
Ik kan gelukkig zelfs over een lullig onderwerpje een paar A-4 tjes volpennen, zoals je als aandachtig lezer waarschijnlijk al had opgemerkt.
Een artikel over de pandemie en eentje over de Tsunami liggen al op mijn plank hier, persoonlijk en pijnlijk, maar toch optimistisch. Eentje 100% waar, het andere ‘gebaseerd op’. Jij zult het meteen doorhebben tzt.
Blijf dan ook graag doorlezen en schroom niet om te reageren, al is het alleen maar een vriendelijk woord over de schrijfstijl of bedankt voor de moeite. Schrijven is een rode draad in mijn leven, maar zonder de actieve support van lezers een stuk minder goed vol te houden.
Groetjes, Rick
Bravo Rick,ik heb weer genoten.
Bedankt Geert
Altijd fijn om te horen van je.
Wat een boeiend verhaal weer over een boeiend mens.
Toen in je verhaal het flobert geweer aan de orde kwam, schoot mijn herinnering naar mijn jonge jeugdjaren in een Limburgs dorp ineens te binnen.
Mijn vader had ook een flobert geweer waarmee hij voor zijn plezier zo nu en dan in de tuin op blikjes schoot.
Ik had zin om daar ook eens stiekem mee te schieten en koos als doelwit vanuit een hoog zolderraam op een verkeersbord, dat bij het naburige kruispunt stond.
De plaatselijke diender kon later bij bestudering van de richting van de inslag van het gat eenvoudig de herkomst van de kogelbaan vaststellen.
Ik was versteld van het gat dat je met een dergelijk licht wapen toch kon maken.
Later viel het flobert geweer met de nieuwe wapenwet onder verboden vuurwapens en moest mijn vader zijn geweer inleveren bij de gemeente.
Het ‘misdrijf’ is in der minne geschikt, neem ik aan, want ik heb er nooit meer iets over gehoord.
Bedankt voor je fijne reactie Niek,
Mooie herinneringen.
Ja, in die jaren kon er nog veel qua wapens, voor mijn gevoel inderdaad vooral in Limburg. Mijn vader had een neef in Heerlen met een boerderij en daar kocht hij een dubbelloops jachtgeweer en een soort winchester van, die dan gewoon meegingen in de kofferbak. Het is wel al 60 jaar geleden, want ik was nog maar een ukkie. Ze hebben jarenlang op een plankje boven de bank van mijn ouders gehangen. Geschoten is er dan ook nooit meer mee. Tegenwoordig zou je de krant halen bij ontdekking door de dorpsagent en niet vanwege de antiekwaarde. Ze zijn dan ook al decennia geleden weggedaan. Die flobert (spreek uit flobbéér) van de buurman was er ook nog een tijdje na aanscherping van de vuurwapenwet, maar hij had dan ook een wapenvergunning.
Rick, die flobert, is dat een soort van luchtbuks? Normaal gezien mag je die toch nog steeds hebben mits je ouder dan 18 bent. Ik kan mis zijn maar dacht dat die nog steeds niet vergunning verplicht is. In Belgisch Limburg kan je toch er nog steeds, mits vertoon van je ID kaart kopen. Sterker nog, een pcp air rifel is ook vrij te koop mits je 18 bent. Een jachtgeweer met hagel kan niet meer zonder vergunning terwijl een schot met hagel maar een goede 50m doeltreffend is. Met een pcp air rifel (om maar een merkt te noemen) een .35 van hatsan (9mm en een goede 190joule) schiet op een dikke 70m nog vlot door een osb-plaat van 18mm.
Vrij te krijgen in Nederland en Begie.
Anyway, ik sluit me aan bij Rob V, ook al reageer ik niet toch ben ik fan, blijf vooral schrijven ook al is het (semi-) fictie. Ik kijk al uit naar je verhaal over de pandemie of de tsunami. Bedankt alvast voor je bijdrage hier op het blog.
Nee, de flobert is geen luchtbuks maar een geweer met serieuze kogels.
Bedankt voor je fijne reactie, Ronny.
Dat zijn mijn motivatoren om door te gaan .
In Nederland mag een luchtbuks met kleine kogeltjes van 4,5 mm nog wel, mits met beperkt aantal joules.Voor de rest zowat niks, soms wat overdreven wellicht. België is bezig met een inhaalslag, maar volgens mij traditiegetrouw altijd wat toleranter geweest.
Zoals Niek terecht opmerkt is/was een flobert daarentegen gewoon een klein caliber vuurwapen en altijd al illegaal zonder vergunning, tenminste na de wildwest jaren.
Over enkele dagen zal er weer een nieuw, iets korter verhaaltje van me verschijnen dat ik zelf nogal goed gelukt vond. Laat me je oordeel weten. De twee titels die je noemde zijn iets doorgeschoven, maar liggen al kant en klaar op de plank.
Ik wens je een fijne zondag, Ronny!