Leven als een boeddha in Thailand, deel 1
Leven als een Boeddha in Thailand. Nee, niet als een monnik, als een Boeddha. Zoiets als leven als een God in Frankrijk, een aangenaam en onbezorgd leven hebben. Is dat voor farangs weggelegd?
Zes uur in de ochtend. Het zonlicht komt binnen door het open raam van de slaapkamer en ik word wakker. Ik voel naast mij maar het bed is verder leeg. Ik sta op, schiet een korte broek aan en ga naar buiten waar mijn gade al bezig is in de tuin. Ik stap op haar af en geef haar zoals elke ochtend een kus.
Eigenlijk is het geen tuin maar meer een boerderij. Mijn vrouw heeft drie medewerkers – rijstboer(inn)en – die elke dag dat ze zelf niet op hun rijstveld nodig zijn bij haar komen werken. Van de verkoop van producten kunnen we weliswaar hun loon niet betalen maar winst is niet het voornaamste oogmerk. Ach, mijn vrouw heeft haar eigen AOW en een pensioentje en ik trouwens ook en verder is het leven hier goedkoop mits je gezond bent en niet verslaafd aan westerse geneugten.
Ik laat onze drie honden uit in onze boerderij. Alhoewel, onze boerderij heeft ook min of meer het karakter van een park met tal van bomen maar ook veldjes met groente, kruiden en klein fruit, kassen voor gewassen die niet al te veel blootgesteld wensen te worden aan regen en zon, een rijstveld van anderhalve rai en een natuurlijke visvijver van 4 rai. Naast hardhout zoals een monumentale negenstammige padoek (rosewood), 20 meter hoge golden teakbomen en 15 meter hoge mahoniebomen, diverse fruitbomen, ook bomen en struiken met een weelde aan bloemen zoals de dracaena die s’-avonds een bedwelmende, hyacintachtige geur verspreidt ondanks dat de bloemtrossen op 6 meter hoogte zitten.
Terwijl de honden achter elkaar aanrennen en over elkaar heen buitelen omdat ze elkaar in volle ren ten val brengen geniet ik van een zacht briesje dat mijn huid lijkt te strelen, van de natuur, de geluiden en de geuren die op mij afkomen. De honden hebben ondertussen een stuk huid van een vervellende slang gevonden maar als ze merken dat het van een slang is deinzen ze achteruit en er is er zelfs één die van schrik met vier poten van de grond komt. Het zal wel de huid van een cobra of een andere gifslang zijn want ik heb sterk de indruk dat ze onderscheid weten te maken tussen gifslangen en wurgslangen.
Voordat we het land aankochten was het een wildernis ofwel oerwoud alhoewel de grond eigenlijk een landbouwbestemming had. De grond is tamelijk hoog gelegen en door de jaarlijkse moesson was de grond arm aan meststoffen geworden. Maar ondanks dat het nu landbouwgrond is, is de biodiversiteit er ongetwijfeld toegenomen want we hebben veel vlinders en libellen, diverse soorten bidsprinkhanen, wandelende takken en wandelende bladeren, padden en diverse soorten kikkers waaronder boomkikkers die ’s-nacht actief zijn. Ook ruim tien soorten hagedissen zoals een soort waarvan het achterlijf groen is en het voorlijf rood. Natuurlijk ook veel vogels, vleermuizen en met meer dan 20 soorten fruit natuurlijk ook eekhoorns.
Na de ochtendwandeling is het tijd om mijn E-mail te bekijken en internet te raadplegen voor de ontwikkelingen in de wereld. Om half acht ga ik naar ons eiland voor een ontbijt want alleen daar hebben we een keuken. Ik neem wat muesli en verrijk die met wat amandelen en rozijnen. Verder doe ik er onbespoten maprangs bij, een steenvrucht uit eigen tuin die licht zuurzoet van smaak is en een knapperig schilletje heeft. Bananen en mango’s smaken trouwens ook voortreffelijk in de muesli. En om het ontbijt compleet te maken neem ik ook nog een boterham met een gekookt ei plus een plak gerookte zalmforel. Tijdens het eten geniet ik van de zwaluwen die in een duikvlucht wat water drinken, van de ijsvogels die nu en dan het water in duiken om een visje te verschalken, van de roofvogels die hoog in de lucht cirkelen en van de slang die voorbij komt zwemmen met zijn kop net boven water en natuurlijk ook van het uitzicht op de palm- en mangobomen aan de overkant van onze vijver.
Om half tien is het tijd voor koffie met door mijn vrouw gebakken cake. Mijn vrouw maakt voor mij een espresso en een cappuccino van vers gebrande arabica uit Chiang Mai. Zelf neemt ze ook een cappuccino. We spreken gewoon Nederlands met elkaar want ze heeft tientallen jaren met mij in Nederland gewoond.
Om elf uur laten mijn vrouw en ik samen de honden uit, dit keer aan de riem want mijn vrouw is bang dat ze in een onbewaakt ogenblik als de poort openstaat de vrijheid kiezen. Om vier uur en om acht uur worden ze opnieuw uitgelaten zodat ze geen tekort hebben aan beweging.
Na wat fitnessen, een stukje sprinten en een paar baantjes zwemmen in ons zwembad met water van 27 graden is het om half één tijd voor de lunch. Mijn vrouw en haar werknemers zijn zoals gebruikelijk dan al een tijdje in de keuken bezig en vandaag zijn er o.a. een paar gebarbecuede en met kruiden volgestopte pla nins (tilapia) die zich in onze vijver tegoed hebben gedaan aan een overvloed aan garnaaltjes. Een glaasje wijn ontbreekt natuurlijk niet. Verder onbespoten groente uit de tuin en een bescheiden hoeveelheid rijst, ook al van eigen bodem. De lunch wordt zoals gebruikelijk samen met het personeel op ons eiland in de open lucht genuttigd. Bij wijze van nagerecht krijg ik dit keer geen fruit, een Isaans nagerecht of bijvoorbeeld tiramisu maar een tot de rand gevulde kokosnoot waarvan ik het sap met een rietje nuttig. Heerlijk, want de kokosnoot is afkomstig van de palm met de lekkerste noten.
Als het donker geworden is dineren mijn vrouw en ik op ons eiland en genieten we van de sterrenhemel en soms van de opkomst van de volle maan. Het is dit keer een eenvoudige broodmaaltijd maar wel met versgebakken brood van mijn vrouw. De maaltijd wordt door mij afgesloten met een simpele drie-in-één koffie maar wel opgefleurd met een scheutje Regency en een ruime hoeveelheid handgeklopte slagroom. We gaan op tijd naar bed want morgen willen we weer vroeg van het ontluiken van de natuur genieten.
Wil ik hiermee aantonen dat ik als een Boeddha in Thailand leef? Nee, al voelt het soms wel zo. Het wordt nu trouwens tijd om de roze bril af te zetten want alhoewel het bovenstaande een eerlijk beeld geeft van hoe ik hier leef, het is natuurlijk geen volledig beeld. In de vier volgende delen een wat vollediger verslag van hoe het hier in werkelijkheid eraan toe gaat althans hoe ik het hier ervaar. Met ook nog wat tips om het leven hier nog aantrekkelijker/wat dragelijker te maken. Aantrekkelijker voor de Thailand-adepten en wat dragelijker voor de overige Thailand-gangers.
In het laatste deel zal ik een poging doen om te beschrijven hoe het de andere farangs hier vergaat en met “hier” bedoel ik de provincie Ubon in de Isaan. Om de onzekerheid alvast weg te nemen: Nederlandstalige farangs zullen in dat overzicht ontbreken.
Het worden waarschijnlijk wat saaie verhalen en de lezer is dus gewaarschuwd!
Wordt vervolgd.
Over deze blogger
- Geboren in 1950, in Thailand getrouwd in 1977, geëmigreerd in 2011. Twee geweldige kinderen en 5 lieve kleinkinderen. We wonen nu met z’n tweeën in de Isaan met de eerste buren op zo’n 250 m. Al 5 jaar zijn we zelfs de provincie Ubon niet uit geweest. Uitgaan: een paar keer per maand uit eten. Saai? Geïsoleerd? Nee. Op de foto is te zien hoe ik hier leef: buiten, omringd door natuur, luchtig gekleed, naar m’n zin en op z’n tijd bezoek, zoals van achterkleinkind Nalin. “Achter”, omdat haar moeder ons oma en opa noemt. Hobby: zoeken naar betrouwbare nieuwsbronnen.
Lees hier de laatste artikelen
- Leven in Thailand1 november 2024Je maakt van alles mee in Thailand (165)
- Leven in Thailand17 oktober 2024Je maakt van alles mee in Thailand (155)
- Leven in Thailand28 september 2024Je maakt van alles mee in Thailand (147)
- Achtergrond23 maart 2024Is sporten in een tropisch klimaat verantwoord op je oude dag?
Mooi geschreven en geeft goed weer hoe het een Farang vergaat die het goed getroffen heeft
Ben ook benieuwd naar de vervolg verhalen.
Nu is het geen drukte van jewelste in Ubon met farangs, dus de spoeling van verhalen is hopelijk niet te dun.
Heb ook de indruk dat de Thai van ubon die toch meer Khmer eigenschappen bezit , een beetje anders is dat de Thai van Udon die meer laotiaanse eigenschappen vertoont.
Persoonlijk zou ik ook liever in Ubon vertoeven dan in Udon met zijn vele westerlingen , waarvan veel australiers..
Wij zijn in beide plaatsen goed bekend.
jarenlang jaarlijks in ubon geweest en in udon inmiddels meer dan 40 jaar.
Een leuk verhaal en het lijkt erg op mijn leven destijds. Ik ben erg benieuwd naar het vervolg.
Wel wat jammer dat in ‘gerelateerde artikelen’ als eerste staat ‘De laatste maanden van het leven van de Boeddha’ 🙂
Wat heerlijk geschreven. Was in mijn gedachte al aangeschoven voor ontbijt, lunch en dinner!
Mooi verhaaltje Hans, (meneer Pronk).
In het begin vond ik het wel erg rozig, maar dat nuanceer je zelf al.
Ik ben benieuwd naar het vervolg
Die maprangs waar je het over hebt, heb ik toevallig vorige week voor het eerst gegeten. Na zeven jaar in Thailand.
Gekocht op straat bij een stalletje. Het schilletje was een beetje opdringerig maar de smaak was heerlijk.
Wellicht at ik al wat langer geleden geplukte maprangs.
Nou Hans,
Je schrijft: leven als god/bhudda in Frankrijk/Thailand.
Maar ík lees dat je gewoon zélf de god bent die zich in Isarn goed doet!
Zoals je de sterrenhemel en de maan, die nú ook weer vol wordt, beschrijft op jullie eilandje en de geuren van de bloemen van je eigen landgoed!
Ik woon ook in Ubon en zou best graag es willen proeven van jullie paradijs, wanneer ik op fietstour ben.
carpe diem in Isarn.
Beste PEER, hopelijk denk je er nog zo over als je alle delen gelezen hebt.
Het succes van een langdurig verblijf in Thailand , hangt in grote mate af , van de familie waar je in terecht komt.
Zorgen voor de ouders is 30 jaar lang geen probleem voor mij geweest.
Wel andere familie leden die aan de alcohol of aan de drugs verslaafd geraakt zijn.
Die kapen je woning en dan moet jij lieden die niets meer te verliezen hebben en niet meer goed kunnen nadenken. maar eens de deur zien te wijzen.
Zoals we in nederland zeggen zijn er 3 belangrijke punten waar je bij het kopen van een huis op moet letten namelijk :locatie, locate en locatie. Voor Thailand geldt familie, familie en familie.
Mooi beschreven beste Hans, zo te lezen hebben jullie jullie draai wel gevonden in de Isaan. Ik kijk uit naar je aankomende “saaie stukjes”(555) en zal mijn “vervelende gezeur”, dat een parallel tussen een/de god en Buddha maken verwarrend kan zijn. De beste man was immers geen hoger mythisch wezen en zat ergens in India onder een Phoo-thíe (Bo-dhi) boom zich af te zonderen van allerlei aardse geneugten, voor mij houden. Oeps! 😉 Maar ik ben zeker benieuwd welke boodschappen je de verkondigen hebt in de komende stukjes.
Beste Rob, bedankt voor je “gezeur” en je hebt natuurlijk gelijk. Alhoewel, voor die uitdrukking zijn er diverse verklaringen en in één ervan verwijst god naar godos, dat zijn de Visigoten. Die kennen we als het woeste volk uit de Karpaten dat zich plunderend een weg baande tot in Spanje en Frankrijk. Maar om eerlijk te zijn dacht ik natuurlijk niet aan die mogelijkheid want dan is er helemaal geen relatie meer met boeddha. Zie https://ivdnt.org/actueel/columns/woorden-weten-alles/als-god-in-frankrijk/
“Zoiets als leven als een God in Frankrijk, een aangenaam en onbezorgd leven hebben. Is dat voor farangs weggelegd?”
Veel farangs hebben hun verblijf in TH onderschat op basis van een te positieve blik van eigen financien.
Degene die het slim hebben geregeld hebben een goed leven en alle respect voor dat. Ken je plek in de samenleving waar ook ter wereld.