Inleiding: Ik vraag mij wel eens oprecht af of de ontelbare uitingen in ‘social media’ een representatieve afspiegeling zijn van wat werkelijk leeft onder de algemene mensheid. Soms denk ik dat enkele duizendsten van één procent de dienst er uitmaken, omdat ze een bepaalde missie hebben, een agenda die ze aan de rest van het publiek willen opdringen. Sommigen van die rest geven wel eens wat tegengas, maar ze worden vaak zo agressief terug hun hoek in gejaagd dat ze maar liever afhaken en er verder het zwijgen toe doen. Niet iedereen kan met zoveel verbale agressie omgaan. Een voorbeeld dat ik zelf vaak zie zijn de publicaties omtrent fitness en bodybuilding. Er hoeft maar een goed gebouwde (hard trainende) vent op een foto te verschijnen of de
vliegen over je scherm. Een ander voorbeeld zijn de foto’s van mooie Thaise dames. Zijn allemaal omgebouwde mannen volgens de negatieve brigades (die meestal nog nooit een vliegtuig van binnen hebben gezien). Een westerling die zijn (verdiende) geluk heeft gevonden bij een prachtige dame is een oude viezerik en als Joe Biden in beeld verschijnt, is de kachel helemaal aan (nu is die aardige peer ook wel wat erg verward de laatste tijd) in bewoordingen die van een totaal disrespect voor alle fatsoensnormen getuigen.
Omdat die types om het hardst schreeuwen en kennelijk de tijd hebben om het internet te scannen op inhoud die ze kunnen torpederen of misbruiken als vehikel voor hun eigen praatjes ontstaat makkelijk de indruk dat dit lawaai de stem van de massa’s is. Die dan ook niet voor niets de zwijgende meerderheid genoemd worden. Gelukkig wordt dit forum beheerd door een redactie (waarvoor mijn dank) onder aanwending van normen die niet te zeer afschrikken of afstoten, anders zou ook de Thailandblog ongetwijfeld ten prooi vallen aan de banaliteiten die elders bijna niet meer te ontlopen zijn.
Na deze wat generieke inleiding kom ik zo meteen op het thema dat ik wil aansnijden, waarbij echter de strekking van het bovenstaande wel degelijk een rol speelt.
De crocodile farm, onweerstaanbaar trekpleister voor dierenliefhebbers
Mijn eerste bezoeken aan Thailand speelden zich voornamelijk of eigenlijk uitsluitend af in Bangkok. En als versbakken toerist (die zijn Lonely Planet gids weliswaar vliegend naar de overkant van de wereld had gesleept, maar het ding vervolgens links liet liggen) ga je dan bedenken wat te doen alvorens de avonduren aangebroken zijn.
Nu ga ik een controversieel thema aansnijden in deze blog, dus tere zielen zet je vooral schrap of knijp de oogleden alle vier stevig op elkaar. Zeg niet achteraf dat je niet gewaarschuwd was.
Ik ging met mijn toenmalige reisgezel naar de destijds ook al zeer omstreden crocodile farm. Daar zijn al veel woorden vuil aan gemaakt, hier en op de rest van de WWW, maar een extra (nagenoeg) objectieve kijk op het fenomeen kan natuurlijk geen kwaad voor wie zich verveelt en hier graag wat te lezen wil vinden. Als alleen maar gloednieuwe, nooit tevoren beschreven onderwerpen ter sprake mochten komen was het snel uit met het leesplezier, hier en overal anders. L’histoire se répète, dus ook wat erover geschreven wordt.
Het was, niet geheel verrassend, een zonnige dag in februari en mijn vriend had zijn lokale vriendinnetje mee op sleeptouw. Met zijn drietjes hadden we plaats genomen in een tochtige bus, die je vooral de adem benam bij rode verkeerslichten omdat dan de hete uitlaatgassen ongehinderd door de omhoog geklapte ramen naar binnen joegen, recht onze luchtpijp in. Er waren momenten dat ik het liefst uit ons transportmiddel was gesprongen om in een airco-gekoelde winkel te verdwijnen, teneinde weer op frisse adem te komen. De vriendin beschuldigde ons van gierigheid omdat we niet met de taxi waren gegaan, zonder het uit te spreken, maar ik zag het aan haar gezichtje, al kan het ook ademnood geweest zijn. Het was een rustige meid, die wellicht bedacht dat ze toch iets kritischer had moeten zijn in de keuze van haar partner of op zijn minst die van de besteding van die dag. Maar dat had ze niet, dus zaten we met zijn drieën naar lucht te happen op weg naar de wereld van de krokodil, waar veel Thai en farangs eerder in een wijde bocht omheen trekken (ik sluit overigens niet uit dat deze specifieke busreis in een luchtdichte bus plaatsvond en een andere trip in een openlucht exemplaar, maar ik neem mij de dichterlijke vrijheid om de smog-rit te integreren in het crocodil-farm verhaal om niet een afzonderlijk verslag te moeten doen met als enig onderwerp een benauwende busrit).
Na zo’n half uurtje (of iets langer) bus met ingehouden adem overleefd te hebben arriveerden wij op de parkeerplaats van ons reisdoel. De eerste indruk van de buitenkant was er eentje van armoedigheid. Geen glamour te bekennen, maar dat zou aan de binnenkant natuurlijk heel anders zijn hielden wij elkaar voor. Ik was op dat moment in mijn leven nog niet vertrouwd met het begrip dual-prizing, maar aan de kassa ontving ik mijn eerste les in dat vak. Het was een factor 6 of 8 of zo in mijn nadeel uiteraard. Nu is dat fenomeen ook een thema om een volledige post aan te wijden, waarbij de één het roerend eens zal zijn met dit toch enigszins discriminerend overkomende gebruik en de meerderheid het zal zien als niet rechtvaardig of zelfs schandalig. Ik verkies het om mijn visie verder in het midden te laten om te vermijden dat ik een andere controverse toevoeg aan dit stuk en mij straks wellicht moet verdedigen tegen aanvallen uit verschillende hoeken, wat ik mij als ouderwordende, stressgevoelige jongere niet wil aandoen, voornamelijk omdat ik schrijf voor mijn plezier en om anderen een lolletje te doen en niet om mij hier of waar dan ook als kop-van-jut aan te bieden.
Enfin, na 2 ‘forse’ en 1 laag entreegelden voldaan te hebben, stonden we dan uiteindelijk binnen. De dampen van de reis nu vervangen door de typische geuren die door dierentuinen waaien. Er was voor de souvenirjagers aan de ingang al meteen de kans om een eindeloos aanbod van allerhande artikelen te bewonderen en desgewenst aan te schaffen, allemaal met elkaar gemeen hadden dat ze vervaardigd waren van vel dat onlangs nog een reptiel voorzien had van een stevige geschubde buitenkant. Van schoenen die een pooier in Amsterdam (of een andere wereldstad) niet misstaan zouden hebben (als hij ze dan al voorbij de altijd attente douane van Schiphol kon loodsen), tasjes voor de modebewuste, maar minder diervriendelijke vrouw (en ook man, natuurlijk) en nog honderden andere al dan niet nuttige voorwerpen als riemen, beurzen, sleutelhangers en van die grappige baby krokodillen voor op de kast. Voor wie zich afvroeg wat er dan met de binnenkant van die onfortuinlijke huiden was gebeurd, lag het antwoord een deur verderop in de hoedanigheid van een restaurant met als specialiteit, enfin dat moge duidelijk zijn.
Omdat wij niet hongerig waren, geen nieuwe schoenen nodig hadden en ook afgeschrikt waren door de hoge prijzen van al dat moois en lekkers liepen we gauw door op weg naar de levende kroko’s, waarvoor we immers gekomen waren. Allereerst moesten we daarvoor echter een aangeketende tijger passeren, die geduldig met zijn baasje onder een afdakje lag te wachten op menselijke fotomodellen die met hem op de gevoelige plaat wilden. Het prachtige beest zal zich wel het zijne erbij gedacht hebben, maar ook door de wat korte ketting om zijn nek kon hij geen passend gevolg geven aan die eventuele gedachten en dus legde hij zich maar neer bij de goedbedoelde aanrakingen, die hem reduceerden tot een knuffeldier met lange tanden. Hij was ook lekker loom en goed doorvoed, dus de natuurlijke drang om zijn tanden te zetten in al het lekkers dat hem dag in dag uit omringde leek enigszins afgezwakt. Maar het was een joekel van een beest en best intimiderend, dus bij ons kwam niet het idee op om erbij in de buurt te komen, ook niet vanaf de achterkant, waar de meeste menselijke fotomodellen aan te treffen waren. Wat die wellicht niet wisten was dat ook de achterpoten voorzien zijn van een stel vlijmscherpe klauwen die elk een mens binnen enkele tellen kunnen reduceren tot reepjes shoarmavlees. Even pijnlijk, maar niet zo lekker natuurlijk.
Voor de lafbekken zoals wij was er aan de overkant van papa tijger een lading tijger kroost te vinden waarmee men eveneens op de foto kon, ook tegen een kleine vergoeding. Ook die kelk ging aan ons voorbij al zijn zulke kleine katten beeldschoon en smeken om aangeraakt te worden door gretige mensenhanden. De apenbaby’s sloegen we eveneens over, ondanks hun koddige persoonlijkheden en grappige mensenkleertjes en make-up.
Een kleine kanttekeningen tussendoor: zonder de toeristenindustrie (ook de binnenlandse, want er waren maar weinig farangs en ondanks de 8-voudige prijs vormden die ook financieel een stevige minderheid) hadden deze prachtige beesten wellicht niet eens bestaan, net als de meeste beesten die zich in kooien bevinden overal op de wereld (behoudens uitzonderingen). De ‘romantiek’ van het vangen van wilde dieren in de natuur om ze vervolgens tentoon te stellen in één of andere Zoo ligt gelukkig in het verleden (dat roep ik hier zomaar even zonder zelf research verricht te hebben naar de juistheid van deze bewering).
De reptielen komen eindelijk (en nog levend) in zicht
Voort ging het naar een serie van één-persoons bekkens voor bijzondere exemplaren van onze geschubde vrienden. Dat waren de mutanten, reptielen zonder kleur, geen staart of twee koppen (dat laatste wellicht niet, maar genoeg andere genetische afwijken dus wel). Ook een hele grootte van een meter of vijf lag in zo’n bakje, maar na een stuk of tien misbaksels hadden we de abnormaliteiten wel gezien en ging het verder naar het grote basin. Daarin lagen duizenden krokodillen lekker in een laagje water in een basin, zo groot als een voetbalveld te roosteren in de zon, omringd door vele lotgenoten en hun uitwerpselen.
De stank viel eigenlijk nog mee, maar de aanblik van zoveel opgesloten reptielen was niettemin indrukwekkend. Of misschien ook wel shockerend. Pas op dat moment kwam voor mij het besef waar de naam van het etablissement vandaan kwam en waarom het daar ‘crocodile farm’ heet en niet ‘crocodile zoo’. Dat had de aandachtige lezer natuurlijk al lang begrepen, die is slimmer dan ik destijds en laat zich niet misleiden door een paar apen, olifanten en papegaaien die als doorzichtige camouflage voor het dierenleed zijn toegevoegd om de argeloze bezoekers een rad voor de ogen te draaien. Maar is het wel bedrog of spelen ze gewoon open kaart door het farm te noemen? Is het niet gewoon een slachthuis met publiekstribunes, waar de levende have nog tegen vergoeding kan worden bewonderd alvorens ze door de achterdeur wordt afgevoerd om omgetoverd te worden tot handtasjes en malse krokodilsteaks? We hebben er nog een paar in stukken gehakte kippen op gegooid vanaf onze houten brug omwille van de toeristische ervaring en het sussen van ons geweten, maar dat hielp natuurlijk niets en niemand.
Ook voor deze creaturen geldt dat ze zonder de vleesindustrie niet hadden bestaan. Ze zijn speciaal voor hun primaire rol in de mode van de mens of diens smaakpapillen in de wereld gezet.
Op zich is dat natuurlijk niet anders dan wat zich overal in de dierenindustrie afspeelt en in zoverre ook niet meer of minder acceptabel of verwerpelijk. Bij het publiekelijk etaleren van de onfortuinlijke reptielen (en hun al niet beter verwende farm-genoten die weliswaar niet geconsumeerd, maar wel geëxploiteerd worden) mag iedereen desgewenst vraagtekens plaatsen. Wie regelmatig het internet frequenteert zou vervolgens kunnen concluderen dat het gros van de mensheid de hele farm meteen zou willen opdoeken, vervolgens affakkelen, de krokodillen vrij laten en de uitbaters opknopen. En bij het fenomeen crocodile farm zou ik verwachten dat ook in de niet virtuele wereld daarvoor een lichte meerderheid te vinden is (behalve voor het opknopen, dat wil bijna niemand).
Maar is dat ook zo voor dierentuinen bijvoorbeeld. Vooropgesteld dat ze goed geleid worden is het dierenleed daar toch goed te overzien en is het voor individuele dieren daar beter toeven dan in de soms uitermate wrede natuur? Zie daarvoor ook het internet dat bezaaid is met filmpjes van zebra’s en gnoes die verlekkerd uit elkaar gescheurd worden door hongerige leeuwen en vervolgens half-levend verslonden worden, daar waar de betreffende prooidieren in de zoo veilig stokoud kunnen worden en de rovers gevoerd worden met door hun verzorgers al voor hun om het leven gebrachte kippen of huisvarkens. Ja, maar het ene is de natuur en het andere is voor het amusement van die verwerpelijke mensen die een zoo, een dolfijnshow of een kinderboerderij met hun al even verwerpelijke kroost bezoeken. Roept het diervriendelijk volk dan uit volle borst en gaat volledig voorbij aan al het dierenleed dat Moeder Natuur veroorzaakt bij zijn bewoners.
Voorstanders van globale sluiting van alle zoos schreeuwen om het hardst op het internet, maar laten hun gevoel zwaarder wegen dan hun verstand en overzien niet alle consequenties van hun vurige wens. De zwijgende massa slentert met zijn kinderen gezellig op zondag langs kooien met ijsberende roofkatten of schattige stokpaardjes.
Daarmee blijft dit een gevoelige materie, want waar moeten onze kinderen een levend dier zien als er plots geen dierentuin meer bestaat? Wat heeft het voor zin als in Afrika een mooi beest rondloopt dat we alleen maar te zien krijgen op TV, als het ook nog eens net verslonden wordt door een roofdier? De dierenactivisten roepen dan vol begrip voor de wensen van dierenliefhebbers dat ze maar een safari moeten boeken als ze een wild dier willen zien. Wat weer volledig voorbij gaat aan de daarvoor vereiste (en meestal ontbrekende) financiële middelen en losstaand van de mot die ze vervolgens met de klimaatactivisten zouden krijgen.
De olifant danst nog vrolijk door het Thaise landschap
In Thailand hebben we geen tekort aan olifanten, die altijd de favorieten zijn geweest en zullen blijven van wie dol is op exotische dieren. Behalve de ivoorjagers en wat (vaak ook) Afrikaanse boeren die bang zijn voor hun schamele oogstje draagt iedereen deze goedaardige planteneters een warm hart toe.
Als men ze kunstjes laat doen of er ritjes op wil maken moeten ze echter in de ban van fanatici omdat ze niet goed tegen de hitte kunnen en hun ruggen krom trekken van de zware karretjes op hun rug. Maar als ze afgeschaft worden voor deze meestal toeristische doeleinden betekent dat hun einde en dat van hun verzorgers alsmede de inkomsten die ze genereren binnen de toeristenindustrie. Niet iedere vakantieganger legt nog grif zijn bathjes neer als hij de trompetterende kolossen alleen nog maar in de verte kan zien voorbij trekken, zonder ketting om de poot, dat wel. Nee, we willen erop zitten en eraan zitten, er onderdoor lopen voor geluk, we willen hem een banaan in de slurf duwen en een schilderij aan de muur hangen dat de uit de kluiten gewassen creatieve baasjes spontaan voor ons produceren met diezelfde slurf.
Waar het toeristenaspect bij de krokodillen wellicht een sappige bijvangst is, lijkt het voor de olifant een must voor zijn existentie.
Liever een dode olifant dan een gevangene roept de fanaticus in feite, want in het ook steeds verder urbaniserende Thailand kun je de uitgediende kolossen niet zomaar met een tik op de billen de natuur injagen, op hoop van zegen.
Dieren in gevangenschap louter ter vermaak van mensen ligt nu eenmaal nog gevoeliger dan dieren in kooien voor de slacht; die eten we tenminste nog op. Heel voorzichtig beken ik aan het einde van dit wikken en wegen dat ik (behalve in het geval van de crocodile farm en aanverwant dierenmisbruik, zoals een eenzame aap op het dak van de shoppingmall) een mooie Zoo kan waarderen en ook wel eens graag een goed gemutste tamme olifant in Thailand tegen het lijf wil lopen. Niet op de autoweg met een fietslampje aan zijn staart, maar ergens goed verzorgd door een liefhebbende mahout.
Disclaimer:
Het elkaar aanvallen of verwijten maken over verschil van mening aangaande het nut of de zin van het bestaan van dieren in gevangenschap lost de problematiek natuurlijk niet op. Afgezien van wat sadisten en niets ontziende zakenlui (die hier hopelijk niet ronddwalen) zal iedereen in deze blog dierenwelzijn hoog in het vaandel hebben staan. De één wat fanatieker dan de ander en soms ook via totaal andere routes.
Een vegaan gruwt bijvoorbeeld al van de gedachte een beest een haar te moeten krenken omwille van zijn eetlust en de carnivoor zet er graag zijn tanden in als het maar ‘netjes’ is behandeld toen het nog leefde.
Deze post diende overwegend om een stukje onschuldig leesvoer aan te bieden waar we (bijna) allemaal verzot op zijn; het soort amusement dat ook te genieten valt zonder over de rug van onschuldige dieren te stampen.
Over deze blogger
- Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur19 december 2024Een onvergetelijke tocht door de Jungle
- Cultuur15 december 2024Bejaard, bebaard, maar toch nog de moeite waard?
- Korte verhalen12 december 2024De vervulling van een allerlaatste wens
- Cultuur8 december 2024De lange weg naar een nieuwe identiteit
Pfff Rick! Wat een eind tekst! Je zou zomaar belastingadviseur kunnen zijn.
Maar, goed te zien dat ook gij Brutus aan, op of met geketende dieren bezig bent geweest, aan welke ernstige omstandigheid ook ik me heb schuldig gemaakt. En wie niet van de ouwe hap in dit blog. Tja, vroeger ‘kon dat nog’, op een olifant kruipen, het hoofd in een krokodillenbek stoppen of een gedrogeerde tijger aaien. Ook in dit blog is gelukkig doorgedrongen dat ‘we’ dat nu niet meer doen.
Dieren zijn er niet voor exploitatie maar laten we niet te ver doordraven. In Nederland zie ik binnen nu en een jaar een wolf een klein kind dood bijten en ik ben benieuwd wie dan niet het woord ‘afknallen’ in de mond durft te nemen. Misschien Dion Graus die met ‘kst! kst!’ wolven kan verjagen….
En schreeuwen op internet? Ach, dat is een minderheid en die laat zich graag horen. Niet te druk om maken of blokkeren.
Bedankt voor je reactie Erik,
(Het dier in) de mens neigt nu eenmaal tot exploitatie en consumptie van zijn mededieren. Wie wil kan van deze gewoontes makkelijk afwijken en van planten leven (al zijn dat ook levende wezens), aan te vullen met één vitamine b12 pilletje per dag en zich voortaan voort te bewegen op schoeisel van boomschors (sorry boom) of gelijk de Messias blootsvoets. Maar gekheid terzijde, de instelling van het morele compas is maatgevend en dat compas wordt nu eenmaal sterk beïnvloed door allerlei, soms onweerstaanbare krachten.
Goed geschreven, geheel mee eens!
Is het verder nog wat geworden tussen die vriend en zijn lokale reisgezellin?
Wilde zij niet een fraai damestasje kado krijgen tegen krokodillentranen?
😉
Bedankt voor het compliment Frans.
De liefde van het koppeltje heeft helaas die vakantie niet overleefd, zelfs het einde niet gehaald.
Pracht artikel, meer van dit zeer welkom.
Dank, J-P!
Ik zal proberen om nog wat verhaaltjes uit mijn geheugen los te peuteren.
Respect voor uw spontane manier van schrijven, voor uw mening en voor de enkele minuten ontspanning bij het lezen van dit verhaal. Wie ben ik om iemand aan te vallen. Succes!
Dank JP,
Ik probeer het steeds zo luchtig mogelijk te houden in de hoop niemands aanvalslust te ontketenen.
Beste , een prachtig geschreven stuk vol met waarheden. Ook zeker of de doorgeslagen ( zogenaamde) natuurfanaten. Wij wonen nog 6 maanden in Nederland en (horeca ) ondernemer wordt je helemaal gek van alle regels voor de natuur en de bescherming van bijv. vleermuizen en konijnen. Eigenlijk valt zo’n beesten farm wel mee dan……. Een kennis van ons is 2 jaar bezig met een heel groot hotel ,maar is nig steeds moeilijk omdat er een speciale muis rond loopt…..
Dank voor het mooie stuk.
Begrijp ik het goed dat des te meer geld men heeft men des te minder rekening hoeft te houden met het welzijn van dieren?
“Een kennis van ons is 2 jaar bezig met een heel groot hotel ,maar is nig steeds moeilijk omdat er een speciale muis rond loopt…..”
Begrijp ik het goed dat des te meer geld men heeft men des te minder rekening hoeft te houden met het welzijn van dieren?
Bedankt Rob,
Ja, soms worden de dieren op een voetstuk geplaatst en soms liggen ze in het fundament van zo’n voetstuk te vergaan. Het zal wel altijd een discussiepunt blijven al willen we natuurlijk allemaal het beste voor fauna en flora…In Nederland èn Thailand en de rest van de wereld ook.
Schitterend stuk Rick zowel naar inhoud en stijl. Tja iemand verwijst hier naar de erfzonde maar God zou de mensheid toch een tweede kans hebben gegeven na het vergaan van de ark van Noah? Ik probeer steeds via filosofie en (religieuze) mythen en sagen het gedrag van het ‘mensdier’ tegenover andere dieren te begrijpen. Maar ik ben er nog niet aan uit. Dierenrechten respecteren is vaak een à la carte menu (waar ze ook vaak opstaan) waarbij de keuze van welk ander levend wezen (al dan niet in een dierentuin) er meer of minder aandacht mag krijgen telkens doorheen de geschiedenis verandert. Vaak door wat religieuze en andere machtshebbers erover dachten. Naast bijgeloof, sociale tradities en culturele geplogendheden. Dat begint al ongeveer en zover bekend in het westen bij Diogenes, de filosoof/cynicus die leefde als een hond en de ‘bioloog/filosoof Aristoteles’ tot hedendaagse biologen/denkers als Derrida,wijlen Frans De Waal en Midas Dekkers. In het Verre Oosten en in het Thailand uiteraard bij onder anderen Siddharta Gautama Boeddha . Vergeet in Thailand ook de belangrijke plaats niet van het niet altijd diervriendelijke anisme. Een fantastisch boek over dat alles is Een beestachtige geschiedenis van de (Westerse) filosofie’ van Erno Eskens en de werken van Karen Armstrong over de biografie van Boeddha en de plaats van de natuur in onder meer het Boeddhisme (het eerste boek bevat schitterende illustraties). Ik meen te mogen denken dat ik je hiermee misschien interessante leestips heb bezorgd.
Bedankt voor je erudiete maar bovenal vriendelijke reactie. Ik ga zeker een poging ondernemen om de door jou voorgestelde boekwerken onder ogen te krijgen.
Het is weer een zeer herkenbaar schrijfseltje Khun Rick.
Heb het eigenlijk allemaal mee mogen maken in het grijze verleden als jonge onbevlogen god.
Door de rivier of grote plas water op de rug van zo’n beest.
Berg op berg af.
Tijgers aaien [doodeng] in de toen nog bestaande tijgerfarm.
Bewaking doppie jopie in het oranje en een geflipte Amerikaan met zijn 9 millimeter onder de linkerarm.
Apen leren kokosnoten plukken bekijken, wat al niet meer voor gedierte waar men geld mee kon verdienen.
De charme van het toeristisch Thailand, dit alles tegen betaling van flink wat Bahtjes en daarna ging je lekker in bath met je tolk/vriendin/ reisleider of hoe je ze ook wilde noemen. 55555
Ik denk dat niet veel mensen beseffen dat hele families voor hun dagelijkse kom rijst afhankelijk zijn van hun dieren waar toeristen om ze OA te berijden, geld voor betalen .zonder dat geld geen eten voor de familie ook niet voor hun dieren waar de meeste Thai heel goed voor zijn .je leest alleen over het kleine personage die hun dieren mishandelen .
Overal op de wereld mag men op een paard rijden , honden africhten voor geld of drugs opsporing, o.a koeien en konijnen enzo. fokken voor de menselijke consumptie , goudvissen eindeloos in een kom rondjes laten zwemmen , kanarie houden in een kooitje waar hij niet in kan vliegen ik kan zo nog wel heel lang doorgaan . Maar daar hoor je niets over. Olifanten zijn altijd al gebruikt als lastdier en vervoermiddel . Bij ons niet daar hebben wij paarden en ezels voor die oorspronkelijk ook wilde dieren waren .
Behalve de dierenmishandelaars ( die heb je ook hier met stroomstokken varkens met veel te velen in een vrachtwagen jagen om vervolgens een lange rit te maken , enzf) . je moet je niet bemoeien met andere culturen waar je als gast op vakantie bent ga anders naar een ander land .
Een fijne reactie weer, Atlas.
Mijmeringen over het verleden ophalen bij de lezer….zonder groots schuldgevoel over zaken die toen makkelijk door de beugel konden maar nu (terecht vaak) niet langer acceptabel zijn. Ongehinderd door de cancelkultuur en erfschuld die de wereld lijken te domineren.
Het doet mij denken aan een “avontuur” dat mijn vrouw en ik ruim 40 jaar geleden meegemaakt hebben:
We waren op vakantie in Chiang Mai en op een mooie dag gingen we met een minibusje op excursie naar een olifantenkamp. Daar konden we een rondje op de rug van een olifant maken maar wij kozen voor een rit door de jungle: allebei een eigen olifant. Een fantastische tocht door rivieren en bergen maar het duurde wel lang want de olifanten stonden vaak stil om wat te eten. Toen we terugkwamen in het kamp was het minibusje al verdwenen en ander vervoer was er niet. Lopend zijn we toen maar richting Chiang Mai gegaan. Na ruim een uur in de zon gelopen te hebben kwam er een auto achterop die ons gelukkig een lift gaf tot de snelweg. Daar konden we een bus naar Chiang Mai nemen. Pff.
Bedankt voor je reactie, Hans.
Een mooie aanvulling op mijn anekdote. Een leuke herinneringen en ik ben er zeker van dat de olifanten jullie ook op een positieve plaats in het (olifanten-) geheugen hebben gegrift.
Januari 1993. In ChiangMai bestaat het enige junglerestaurant ter wereld, althans volgens de advertentie. Het heet Kaithong. Ik eet er een pythonsteak. Sit eet cobra. Beide smaken enigszins naar kip. We zijn er getuige van dat de eigenaar een slang doodt, het bloed aftapt, dit in een cognacglas doet en het daarna aan een toerist aanbiedt. Volgens oude verhalen is slangenbloed sterk potentie verhogend. De toerist drinkt het onbewogen op. Zijn vriendin kijkt blij.
Tijd heelt wonden, wellicht te laat voor de reptielen die jullie smaakpapillen destijds hebben verwend maar vast wel voor hun kleinkinderen.
Of er sprake is van gebruik of misbruik van dieren (dierenleed. dierenmishandeling) is van een aantal factoren afhankelijk. Het is misschien wel eenvoudig om daar een persoonlijke mening over te hebben maar die mening kan best wel eens niet de gangbare acceptatie in een land weerspiegelen.
Ik kan een paar factoren opnoemen: de aaibaarheidsfactor van het dier, gewijzigde inzichten, gewijzigde normen en waarden (mijn oud-oom had een hondenkar en haalde oude schillen op), de aanwezige alternatieven voor de inzet van dieren, het plezier dat het dier zelf heeft, de culturele context (In Nederland hebben we geen krokodillen, apen en olifanten behalve in de dierentuin, in Thailand nauwelijks konijnen, paarden en herten).
Een van de kinderen die ik Engelse les geef heeft thuis ongeveer 20 konijnen. Die worden verkocht als huisdieren. Als ik hem vertel dat mijn arme oma (al jong weduwe en met 8 kinderen) in Tilburg ook zo’n 20 konijnen had maar ze allemaal slachtte en opat gruwt hij van mijn verhaal.