Je maakt van alles mee in Thailand (68)
Elke buitenlander, die verliefd wordt op een Thaise schone, krijgt er op een gegeven moment mee te maken. Tenminste, als de verliefdheid wederzijds is en de verhouding zich ontpopt tot een min of meer serieuze relatie. Als de dame dan begint over een bezoek aan haar dorp in de Isaan om de goede man voor te stellen aan de ouders, is het oppassen geblazen. Voor haar een belangrijke gebeurtenis, voor hem iets om zich weer te verbazen over het Isaanse leven.
Blogbeheerder Peter overkwam dat een flink aantal jaren geleden, schreef daar een verhaal over, dat mooi past in onze serie.
Een emmer voor de monnik
Tijdens de tweede dag van mijn bezoek aan een Thais dorp in Isaan mocht ik mee naar de plaatselijke monnik. Het gezelschap dat zich richting monnik begaf, bestond uit een Thaise schone, haar ouders en een reuteltje kinderen. Dit alles gevolgd door een farang, die geen idee heeft wat er gaat gebeuren.
Dat is tevens het leuke van Thailand, je weet nooit wat er gaat gebeuren en niemand die de moeite zal nemen het je uit te leggen. Zo is het iedere keer weer een verrassing.
De monnik woont op steenworp afstand. Een buurtmonnik dus. Zo’n haarloze monnik in doeken gewikkeld ziet er altijd indrukwekkend uit. Je krijgt automatisch respect voor hem. Het monnikencharisma straalt er mijlenver van af. Een monnik behoudt altijd zijn waardigheid, zelfs als hij gewoon nieuwsgierig is en vraagt waar die lange bleke farang vandaan komt. Niet dat ik zijn vraag begreep. Maar in het antwoord van mijn vriendin hoorde ik zoiets als “Ollan-t”. Nu kun je van de Thaise taal al geen soep maken, in Isaan spreken ze ook Lao of zelfs Khmer. Daarnaast hebben ze ook nog een eigen taal die ik voor het gemak, maar Isaans noem.
Hard lachen
De monnik knikt alsof hij het goedkeurt dat ik uit “Ollan-t” kom. Ik verwacht niet dat hij op de monnikenschool geleerd heeft waar “Ollan-t” ligt. Want Thai denken sowieso dat Thailand het centrum van de wereld is. Maar een monnik weet nu eenmaal alles. Hij staat dichter bij Boeddha dan wij simpele zielen.
De monnik zit op een verhoging als een Keizer op zijn troon. In kleermakerszit. Als ik de houten vlonder wegdenk, zweeft hij een stukje boven de grond. Ik ben altijd licht gespannen bij dergelijke belangrijke gebeurtenissen. Bang dat ik het verpruts. Dat ik iets vreselijk fout doe en de familie van schaamte moet verhuizen naar een ander dorp. Gelukkig zijn Thai geduldig en heb jij als onhandige farang veel krediet. Als je blundert dan gaan Thai hard lachen. Niet om jou uit te lachen, maar om je de mogelijkheid te geven je uit een hachelijke situatie te redden. Dat doe je dan door hard mee te lachen. De Thai lossen alles op met lachen of met geld (geld heeft wel een lichte voorkeur).
Onbeleefd
Een paar belangrijke spelregels heb ik uit mijn hoofd geleerd. Je mag nooit met je voeten naar een monnik wijzen. Dat is een erg onbeleefd. Een monnik vol trots laten zien dat je net bij ‘Van Haren’ je schoenen hebt laten verzolen is daarom nogal onhandig.
Voor de zekerheid houd ik mijn vriendin nauwlettend in de gaten. Zolang ik een beetje hetzelfde doe als zij moet het lukken. De schoenen moeten uit en we strijken neer op het matje voor de verhoging waar de monnik zit. De voeten naar achteren natuurlijk. Het kan beginnen. Eerst neemt de monnik een envelop met inhoud in ontvangst. Zoals overal zijn geestelijken gek op geld. Van dat geld kunnen ze anderen helpen, zoals zichzelf. Een monnik is tenslotte ook maar een mens.
Bruine emmer
Ook krijgt de oude monnik een emmer. Een emmer met inhoud. En dat fascineert me zo dat het zelfs de inspiratiebron vormt voor dit artikel. Die speciale monnikenemmers met inhoud koop je namelijk bij de plaatselijke HEMA. In die emmer zitten alledaagse zaken zoals oploskoffie, thee, noedels en wierookstokjes. Zaken die een monnik hard nodig heeft voor het eenvoudige monnikenbestaan. De bruine emmers zijn het goedkoopste, dus ook het populairste om weg te geven. Al vraag ik me af wat een monnik met zoveel bruine emmers moet.
Dan begint het echt. De monnik begint te praten. Het is meer preken, soms lijkt het op klaagzang. Misschien wel over zijn zware monnikenleven. Makkelijk hebben ze het niet die monniken. Het blijven natuurlijk kerels, die ook wel eens de bloemetjes buiten willen zetten. En het vlees is zwak.
Het kan ook zijn dat hij over totaal iets anders mompelt in monnikentaal. Dat hij ervan baalt weer een bruine emmer te krijgen. Dat hij liever een blauwe had gekregen, met zo’n handige deksel. Daar kun je tenminste ijsblokjes in doen.
De kinderen die ook op het matje zitten, vervelen zich. Ze gaan continu verzitten. Met de voeten naar de monnik. Ma probeert krampachtig de kinderbeentjes naar achteren te vouwen. Dat lukt niet. Maar het geeft niet, het zijn kinderen. Ik vouw mijn handen met enige regelmaat in een Wai. Soms moet ik ze voor me op de grond zetten en mijn hoofd naar de grond buigen. Ik doe alles braaf mee. Wie weet helpt het ergens voor. De monnik smijt ook met water. Het lijkt de katholieke kerk wel.
Thaise zegening
Aan het einde van de ceremonie richt de monnik zich speciaal tot mijn vriendin en mijn persoon. Hij zal ons wel veel geluk en voorspoed wensen. Mijn vriendin spreekt de monnik na en moedigt mij aan mee te doen. Nu is mijn Thais een beetje beperkt. “Aroi Mak Mak”, lijkt me nu niet gepast. Maar Khap Khun Khap moet wel kunnen dacht ik in al mijn eenvoud. Dus roep ik enthousiast: “Khap Khun Khap!” Iedereen begint te lachen. “No, no”, zegt mijn vriendin om duidelijk te maken dat ik dan maar beter niets kan zeggen. Het is niet gemakkelijk zo’n Thaise zegening.
De monnik is eindelijk klaar met zijn gebed en zal zich nu discreet terugtrekken om te gaan kijken hoeveel geld er in de envelop zit.
Ik loop weer met mijn verlichte geest naar huis, een ervaring rijker en een emmer armer.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Lezersinzending17 december 2024Te koop van een lezer: twee unieke percelen bouwgrond (Don Sae-Phimai-)
- Golf17 december 2024Golfclub fitting (lezersinzending)
- Visumvraag17 december 2024Thailand Visa vraag Nr 225/24: TM86 formulier bij omzetten van Tourist naar Non-immigrant O
- Visumvraag17 december 2024Thailand Visa vraag Nr 224/24: Kan ik meerdere malen per jaar naar Thailand op Visa exemption?
Geweldig! Heel herkenbaar!
Heel herkenbaar en leuk verhaaltje.
Toen ik pas in Thailand was vroeg ik honderduit naar de betekenis van rituelen en gebruiken.
Of dat ik eens mee mocht naar het dorp in de Isaan.
Ik moet er wel bijzeggen dat ik niet op zoek was naar een partner.
Toen ik besloot om naar Thailand te verhuizen, nam ik me ook voor om samenwonen te vermijden.
Ik wilde hier wonen, niet samenwonen met een Thaise schone.
Het bevreemdde me dat er zo minimaal op gereageerd werd als ik vroeg naar de betekenis van iets.
Alsof ze zich geneerden voor mijn vraag of niet begrepen waarom ik het vroeg, (nieuwsgierigheid),
Ook mijn verzoek om mee te mogen naar het familiedorp werd genegeerd. Uitleggen wat dat gebruik betekende deden ze niet, de vriendinnen die ik inmiddels gekregen had.
Het was of ze dachten: Jij komt toch hier wonen? Dan moet je toch weten hoe de dingen hier gaan?
Nu ik hier vijf jaar woon begin ik het een beetje door te krijgen allemaal, maar vergeet ook nog regelmatig bepaalde rituelen zoals die voeten.
Of waarom je mee mag naar de familie.
Beste Eli,
Je voeten achterom vergeten is hier behoorlijk fout, je zit tenslotte niet op het strand, toch?
Wat echter best wel gezegd mag worden mbt Nederlanders op leeftijd in Thailand: die waren nooit zo lenig in de heupen en knieën.
Probleem opgelost: altijd om een stoel vragen, zoniet blijven staan en snel de hut uit.
Maar je vraag was waarom minimaal reageren op getoonde interesse.
Kijk, dat is vaak wederzijds en helemaal niet erg.
De dames kijken op de lange termijn en jij op de korte.
Piet
Wat die geschenken emmers aangaat, daar heeft de Thai de “Kringloop winkel” uitgevonden.
Bij een paar tempel bezoeken aan familie welke monnik waren, stom verbaasd gestaan, naar schatting vele honderden oranje geschenken emmers stonden opgeslagen, van de vloer tot het plafond en vele van die emmers gingen via de achterdeur terug naar de winkel waar ze gekocht waren door goed gelovigen om weer aan goed gelovigen verkocht te worden.
Gr.Arno
Hahaaaaa, hierrrrr geniet ik van!
En die bruine emmer gaat via het achterluifel van de tempel weer naar de plaatselijke HEMA ,waar het weer tegen inkoopsprijs van de hand gaat, zodat het bruine plastieken loeder weer de volle mep oplevert.
En juist dát noemen wij in het Westen “oplevende economie” !
Nog slimmer..
In Wat Arun (in Bangkok met de boot te bereiken) verkocht men de emmers in stalletje in de tempel zelf.
En na schenking ging de emmer weer vrolijk opnieuw in de verkoop!
Ha , ha Ze lopen voorop met de circulaire economie.
lekker groen bezig zo!
Hergebruik van grondstoffen.
Gr. Arno
Onze thaise schoondochter zegt dat je de emmer niet koopt maar huurt. Daarom mogen ze hem terug in de kraam zetten. Dan kunnen ze hem nog vaak verkopen “verhuren”.
De bedoeling en/of betekenis van de rituelen?
Ik denk dat dat meer een Westerse manier van denken is.
Het hoort zo. En alle deelnemers hebben hun eigen vaste rol.
De aflaten in de oudere Katholieke Kerk waren ook vaststaand en gewoon.
Ik ervaar het aanwezig zijn en/of uitgenodigd zijn als een grote eer.
En als oudere niet wetend of begrijpend foutjes maken zoals de aanwezige kleine kinderen. Dat mag en kan.
Mooi beschreven verhaal met de juiste humor.
Vriendelijke groet,
Het is zo, dat vele Thai (vooral de huidige generatie), de achtergrond van de rituelen zelf niet kennen.
Zij begrijpen ook de (zangerige,) gebeden van de monniken niet, zijn in sanskriet (oude indische taal), een situatie, zeer te vergelijken met de rituelen; destijds in de (rooms)katholieke kerkdiensten, waar alleen het Latijn werd gebruikt. Een taal, die de grote meerderheid van de aanwezigen niet begreep.
Leuk; met mild sarcasme verhaald. Toch een correctie mijnerzijds. “Van de monnik straalt het respect af…” Dat klopt niet met de (mijn) werkelijkheid. In tegenstelling tot katholieke monniken in het westen zien monniken hier te lande er smoezelig en lui uit. Behoudens, zwalken, bedelen en prevelen en geld tellen voor de aankoop van het nieuwste model I-phone, zie ik nooit andere praktische activiteiten tot het algemene nut. Dan ‘onze’ monniken; die maakten dijken en groeven sloten, creëerden zo de eerste polders, richten de ziekenhuizen en scholen op, waren de beste leraren, deden aan wetenschap en waren lief voor arme kindertjes; soms TE lief, dat weer wel.
Maar waar ik als ongelovige zwaar diep respect voor heb, zijn de Trappisten. Die jongens hadden een goede smaak en hebben de mensheid echt gelukkig gemaakt…die mogen blijven.
Vroeger, in de Thaise dorpjes, moesten die monniken ook aan de bak en hielpen zij mee met allerlei projecten. Heel normaal en vanzelfsprekend als je het mij vraagt. Het statige Bangkok had daar bezwaar tegen en met het uitbreiden van die grip/invloed ging wat vroeger normaal was verloren. Tino schreef daar eens een stukje over: De teloorgang van het dorpsboeddhisme:
https://www.thailandblog.nl/boeddhisme/teloorgang-dorpsboeddhisme/
“Onze”, niet mijn, monniken vervulden een maatschappelijke rol met alle opmerkingen die je daarover kunt maken. Hier is het eenrichting verkeer, gesmeerd met geld. Weleens een monnik gezien die een ernstig zieke komt troosten? Neen, ze komen pas als de betreffende is overleden. Zingen wat, kasseren, eten en vertrekken. Kil en koud. Natuurlijk is het de Thai met de paplepel in gegoten dat het zo hoort. Maar het kon zoveel beter.
Misschien heb je gelijk?
Toch geeft deze gang van zaken veel rust en zekerheid aan de Thai.
Vredelievende groet,