Je maakt van alles mee in Thailand (250)
Alhoewel de Thai niet echt veel verschilt van de gemiddelde Belg of Nederlander maak je in Thailand toch soms iets mee wat je in Belgie of Nederland niet zo gauw zal meemaken. Daar gaat deze reeks verhalen over. Vandaag weer een leuk verhaal van Lieven Kattestaart: ‘Jagerslatijn’.
Jagerslatijn
Eens, op bezoek bij mijn Thaise schoonmoeder in de Isaan, kwam ik in contact met een neef van mijn vrouw.
Na een kort handen en voeten-gesprek, met vrouw Oy als onmisbare tolk, kwam ik erachter dat neef soms het nabijgelegen bos introk.
Op zoek naar hagedisjes die, eenmaal voorzien van krokant korstje, een plaatselijke lekkernij bleken te zijn.
Mijn jagersinstinct ontwaakte ter plekke uit zijn zwaar comateuze toestand, en een afspraak was snel gemaakt.
Neef Tian zou me bij het eerste ochtendgloren meenemen op expeditie naar de binnenlanden, waar rijke buit ons wachtte.
Dauwtrappend begaven wij ons de volgende morgen op weg naar het grote enge bos. Dat later het vliegveld van Korat bleek te herbergen.
Getooid met de legerkistjes, broek en het pioniersschopje uit mijn Militaire diensttijd, (enig wapenfeit: de sergeant genezen van zijn lage bloeddruk) plus volgepropte rugzak vond ik mezelf voldoende uitgerust voor de komende ontberingen.
Het feit dat neef Tian op flip-flops liep en behalve zijn katapult alleen wat voorgedraaide kanthooi-peuken meesleepte ontging mij geheel.
Vrouw Oy, mijn verschijning beziend, informeerde vriendelijk of ze geacht werd Rambo te bellen als ik niet voor donker thuis was.
Manhaftig schoof ik deze opmerking terzijde, want wat weten Thaise vrouwen nu helemaal van het jagen op groot wild?
Dat het schopje diende om de kleine rakkers uit te graven werd me onderweg pas duidelijk. Wég visioenen van vernuftige valstrikken, pijltjes met curare of slechts aan enkele Isaanse ingewijden bekende bosvergiften.
Eenmaal in het bos aangekomen stond er geen zuchtje wind. Dit werd echter geheel goedgemaakt door een hartelijk welkom van stekelstruiken, klamme hitte en opzienbarend bijterige mieren.
Tian bleef intussen Thais onderkoeld, en speurde naar tekenen van hagedisseleven.
Neefje wist hun ondergronds verblijf te lokaliseren door het spotten van kleine openingen in de bosgrond.
Waarbij het beter was om niet, zoals sommige overijverige farangs, het verkeerde holletje uit te graven. De huurder van dit pand, een vuistgrote harige spin, was not amused.
Verder begon, na een uurtje uitbundig verdampen van lichaamssappen, mij een patroon op te vallen.
Namelijk dat hagedissen bepaald niet achterlijk zijn, en in hun vrije tijd de bunker voorzien van meerdere uitgangen.
Iets wat neef me al een tijdje probeerde uit te leggen, maar ik had afgedaan als onverstaanbare Thaise details.
Aldus leidden herhaalde en verwoede spitpogingen tot niets. Behalve bomkraters die niet misstaan hadden op een Europees slagveld, en vele ontwortelde struiken.
Sommige locaties werden zelfs tot een halve meter diep uitgegraven. Om dan, na het verzetten van een kubieke meter Isaanse bosgrond, de familie hagedis op zomerreces te vinden.
Ook het amechtig hijgen van deze sportschoolmijder, of het droge rokershoestje van mijn maat bleken maar zelden van pas te komen bij stille wildbenadering.
Aldus was bot het enige wat ik ving die morgen.
Plus de ongewenste attentie van vele ronddarrende insecten. Die me lieten weten eveneens op jacht te zijn, en van huis uit zeer geïnteresseerd in een kleine bloedtransfusie.
Mijn medejager had ook zijn dag niet.
Diens score bleef bij één enkel klein hagedisje, dat hij nota bene tijdens een peukenpauze verschalkte met zijn katapult.
Deze slag was voor de bosbewoners, zoveel was duidelijk.
Bultjes krabbend, en in ons kielzog een kleine hectare aan omgeploegd bosperceel achterlatend vingen wij de terugtocht aan.
En stuitten op de valreep op een stokoud Thais echtpaar, met lange bamboe stokken het struikgewas onveilig makend. Trots toonden zij ons hun vangst aan rode wevermieren, vakkundig uit de bomen gesjord en straks leuk wat bahtjes opbrengend op de plaatselijke markt.
Wederom verslagen. Ditmaal door bejaarden op kaplaarsjes.
Gelukkig wachtte ons thuis het broodnodige begrip en een warm onthaal.
Daar aanschouwde mijn betere helft het ene zielige hagedisje.
En vroeg belangstellend of we morgen weer gingen.
Dan zou ze alvast ruimte maken in de koelkast.
Over deze blogger
-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
- Fietsen13 januari 2025Je maakt van alles mee in Thailand (250)
- Fietsen11 januari 2025Je maakt van alles mee in Thailand (249)
- Leven in Thailand5 januari 2025Je maakt van alles mee in Thailand (245)
- Leven in Thailand1 januari 2025Je maakt van alles mee in Thailand (243)
Rambo Lieven, je hebt het weer overleefd, lees ik! Leuk stukje proza zo op de warme zaterdag. Ga zo door!
De sergeant genezen van zijn lage bloeddruk.. moest even nadenken maar dan schoot ik in een schaterlach. geweldig geschreven. bedankt voor je inzendingen. grts BOB.
Hallo Lieven, amusant verhaal. Voor herhaling vatbaar. :>)
Mooi geschreven en ik kan het me helemaal voor de geest halen.
Ik heb ook ooit gezien hoe de nesten van boom mieren uit de bomen verwijderd worden voor de mieren eieren.
Mijn vrouw is in de natuur opgegroeid en is inmiddels met haar 80 jaar een uitstervend exemplaar met haar kennis van de natuur.
Nog elk jaar lopen we langs struiken waarvan ze van bijna elke struik weet te vertellen waar hij goed voor is.
Ik was ook verrast toen ze haar hand in een hol in de grond stak en er trots een slang uit viste,
Schorpioenen worden nog vaak als speelgoed door de plaatselijke jeugd gebruikt.
De katapult worden nog vaak gebruikt om vogels uit de bomen te schieten.
Er valt veel op te steken voor de westerse farang op het Thaise platteland.
Prachtig verhaal, humor, beetje zelfspot. Heerlijk om lezen.