Je maakt van alles mee in Thailand (249)
Alhoewel de Thai niet echt veel verschilt van de gemiddelde Belg of Nederlander maak je in Thailand toch soms iets mee wat je in Belgie of Nederland niet zo gauw zal meemaken. Daar gaat deze reeks verhalen over. Vandaag weer een leuk verhaal van Lieven Kattestaart: ‘Mijn eerste vakantiedag’.
Mijn eerste vakantiedag
Ik weet niet hoe het u allen vergaat, maar voor mij is de eerste vakantiedag nog altijd de beste.
Het begint al op Schiphol. Waar ik in de wachtruimte gezeten, omringd door zoetgevooisde Oosterse stemmen, slechts de ogen hoef te sluiten om mezelf al op plaats van bestemming te wanen.
Eenmaal richting Bangkok zoevend denk ik opgetogen aan de komende weken. Eerst lekker een tijdje logeren bij schoonmoeder in de Isaan, daarna liters zonnebrandcrème laten verdampen in een beruchte badplaats. Wie doet me wat.
Nou, mijn vliegzenuwen misschien? Die reizen namelijk altijd ongevraagd en eersteklas met me mee. Waardoor ik de hele vlucht geen oog dichtdoe. Kwelling op grote hoogte. Echtgenote Oy ? Die laat nog net haar kruintje uit een KLM-deken steken, en slaapt de slaap des rechtvaardigen tot aan het Thaise ochtendgloren.
Jaloersmakend, want mijn vlucht bestaat geheel uit speelfilms kijken, het claustrofobische toilet bezoeken, en aankomsttijden loeren tot ik scheel zie. Dat laatste is trouwens wel handig als je, zoals ondergetekende, tijdens turbulentie beide vleugels tegelijkertijd in de gaten wil houden.
Eenmaal geland, in trots bezit van geldig paspoort en economy-kramp, word het anders. Dan slaan zelfs ellenlange wachtrijen en humorloze douaniers nog geen deuk in mijn aankomst-euforie.
In de broeierige aankomsthal staat een Thaise neef ons op te wachten. Hij zal vandaag als gids en chauffeur fungeren. Dat we in de stomende krochten van de luchthaven een stief half uurtje zoet zijn met het terugvinden van zijn Toyota kan de beste overkomen.
Aangekomen ten huize schoonma gloort er voorzichtig iets van échte vakantie aan de horizon. Want na het hartelijk begroeten van de familie, en reisgravel uit de navel spoelen, word het tijd voor meer serieuze zaken.
Oftewel, lamzakken geblazen.
Oy, omringd door een kleine schare van kwebbelende nichten en belangstellende buurvrouwen verhuisd naar een naburig pand. Waar een ware orgie zal plaatsvinden van oeverloze kaartspelletjes, uitwisselen van roddel en achterklap, en het consumeren van tax-free Baileys. Wee degene die hen daarbij durft te storen. Die kan maar beter levensmoe of leeuwentemmer zijn. Zo is mijn ervaring.
Ikzelf word door oudste zwager Oth vriendelijk naar de koele zijkant van het huis gedirigeerd. Alwaar jongste zwager Oeth en neef reeds aanzitten rond een Thaise hoorn des overvloeds. In de vorm van een klein mickey-mouse dekentje, bezaaid met drank, sodaflesjes, en bergen etenswaar.
Ik schud de teenslippers van de voeten en voor het eerst sinds het betreden van Schiphol, voor mijn gevoel nu een kleine eeuwigheid geleden, ontspan ik een beetje.
Zwager duwt in mijn ene hand een limonadeglas, tot de rand gevuld met whisky-soda. En in de andere een vork. Gemaakt van het merk pisbakkenstaal waar Uri Geller ooit patent op had. Waarmee ik in de Kai Nung dien te prikken. Gewone gekookte kip, met een al net zo gewoon sausje erbij.
Dat zoiets simpels zo lekker kan zijn.
De volgende uren zijn een complete aanslag. Op mijn zintuigen en pelotons hun congé gevende hersencellen. De ene na de andere heerlijkheid word opgediend, en mijn glas bijgevuld zodra ik het durf los te laten. Ik bedank in mijn kluk-kluk Thais, en probeer intussen vergeefs mijn benen net zo in kleermakerszit te vouwen als de rest.
Krampscheuten geven al na twee minuten aan dat ik maar gewoon moet doen, en hier niet de gymnast uithangen.
Krokant gebakken kip, mandjes kleefrijst, en speciaal voor de vuurvaste verhemeltes, een flinke schaal som-tam salade. Ik waag me, overmoedig door vele weken vrijheid in het verschiet weer eens aan dit zo bedrieglijk fris uitziende afbijtmiddel van Thaise makelij.
Het nablussen vergt vervolgens het uiterste van de toch al slinkende biervooraad.
Pittige tom yam soep, Isan worstjes, en heerlijke doch afvallige glasnoedels die van mijn vork rollen iedere keer als ik wil toehappen. Neef serveert een salade van rode wevermieren. Vanmorgen persoonlijk door schoonma uit de boom gesjord, vakkundig verzopen en nu een kleine rode piramide vormend op een dienblad. Voor de liefhebber.
Ik ben nog niet teut genoeg en bedank ervoor.
De disgenoten laten zich intussen ook niet onbetuigd, wat resulteert in het vroegtijdig in zicht komen van de bodem des koelbox. Een buurjongetje word met de belofte van een waterijsje om verse waar gestuurd. Hij zal, kinderen eigen, eerst uitgebreid zijn ijsje opeten alvorens ons het gerstenat en de smeltende ijsblokjes te brengen.
De uit Nederland meegebrachte sigaren worden door de mede-eters vriendelijk aanvaard en opgestoken. En even vriendelijk weer neergelegd. Men rookt bij nader inzien toch liever het plaatselijke kanthooi.
Neef zegt, na twee halen, dat de sigaar hem een beetje misselijk heeft gemaakt. Gezien zijn inname van geestverruimend vocht zou ik zelf de dader in een andere hoek zoeken.
Tijdens dit Isaanse onderonsje vertellen mijn drie metgezellen elkaar flink wat sterke verhalen.
Waarbij ik mezelf erop betrap steeds vaker met hen mee te kunnen lachen. Zou het koesteren van een jetlag door het nuttigen van Chang bier mijn taalvaardigheid soms opkrikken?
Ik wil het graag geloven.
Een langsbrommerende buurvrouw heeft een bosje versgevangen hagedisjes aan het stuur hangen. En informeert of ze de feestvreugde misschien nog wat kan verhogen door het aanbieden van deze plaatselijke delicatesse. Wat later zet ik voor het eerst van mijn leven de tanden in een gebakken mini-varaan.
Beter dan kip, is mijn lichthoofdige conclusie.
Deze lange, lánge Thaise middag dobbert zo verder. Opboerend en uitbuikend ben ik tenslotte blij dat de muur me ondersteunt. Want ik krijg het idee in een LSD-trip rond te zwemmen. Niet dat ik dat spul ooit gebruikt heb, maar zo moet het wel aanvoelen.
Ik kan namelijk nauwelijks geloven dat dit echt gebeurt. Dat ik al hier ben.
Hier, in de Isaan.
Heerlijk loom geleund tegen schoonma’s optrekje. De inwendige mens voor jaren voorzien van voedsel, roezig van de drank en het Nederlandse hoofd heerlijk gekoeld door een inderhaast door bezorgde disgenoten aangerukte ventilator.
Omgeven door het platteland der plattelanden.
Ik kijk om me heen en zie: bloedhitte, dorre rijstvelden, vervellende palmbomen, en wat scharrelkippen met anorexia. Plus een kleine kudde naar de stal terugkerende bultrunderen met klingelende nekbelletjes.
Deze stoppen even bij het erf, veinzen te willen poseren voor een Paulus Potter-schilderij, en plegen vervolgens een stille aanslag op de moestuin van schoonma.
Nooit eerder heb ik me ergens zo ongelooflijk op mijn gemak gevoeld.
De ontspanningsmeter staat al uren voorbij het punt van ‘zalig en kanniebeter’, maar mijn geest me vertelt dat dit onzin is. Dat ik dit droom. Dat we nog niet aangekomen zijn, maar nog steeds onderweg. Hoog daarboven in die zilveren vogel.
Later die avond struikel ik dan als een overvoede en met alcohol gelardeerde Hollandse zombie het bed in. Om vervolgens een gat in de volgende dag te slapen.
Vreemd genoeg heb ik daarna geen enkel probleem met uit bed komen, of ook maar een schaduw van een kater.
Zou het dan toch waar zijn dat je meer kunt hebben als je het ergens zo ongekend naar je zin hebt? Wie zal het zeggen.
De volgende vakantieweken zijn ook prima.
Wel ánders, dat wel.
Namelijk vol rust, reinheid, en regelmaat.
Tenminste, als je strandstoelen bezet houden, gebarentaal maken naar barpersoneel, en chloorhappen in het zwembad zo kunt noemen.
Maar het word nooit meer zo intens als die eerste vakantiedag.
Over deze blogger
-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
- Fietsen11 januari 2025Je maakt van alles mee in Thailand (249)
- Leven in Thailand5 januari 2025Je maakt van alles mee in Thailand (245)
- Leven in Thailand1 januari 2025Je maakt van alles mee in Thailand (243)
- Leven in Thailand30 december 2024Je maakt van alles mee in Thailand (242)
Weer heerlijk geschreven Lieve,ik geniet altijd van je verhalen.
Beste GeertP,
dank voor het compliment. Mooie opsteker voor een twijfelende schrijver als ondergetekende.
Vriendelijke groet, Lieven.
Je kan zo een verhalenbundel schrijven en verkopen. Heb van je schrijfkunst genoten en paar keer tranen in de ogen van het lachen, Dank je wel
Fantastisch geschreven en ik herken het helemaal.
voor 95% zou ik hetzelfde verhaal kunnen opschrijven.
het is heerlijk om mee te maken en ook om so af en toe eens te lezen.
Mijn dank voor het leesgenot
Eddy
Geweldig geschreven .Carmiggelt is er weer
Prachtig mijn complimenten 🙂
Hallo Lieve, blij met weer een herkenbaar verhaal. Ook blij dat ik al jaren het vliegtuig niet meer in geweest ben. Hahaha dus houd ik alleen het positieve van je verhaal over. Bedankt.
De lijfelijke ervaring van een eerste vakantiedag, in familiekring, is me nog niet bekend.
Maar ik kan niet langer wachten wanneer jouw teksten me zo meeslepen…
Bedankt!
Ik heb net het verhaal onder het genot van een biertje gelezen op een terras in Khon Kaen. De mensen rondom mij keken me vreemd aan omdat ik diverse malen nogal luid aan het lachen was. M’n gedachten waren alleen maar: Wat een geweldig tot de verbeelding sprekend verhaal. Bedankt.