Je maakt van alles mee in Thailand (222)
In de serie verhaaltjes, die wij plaatsen over iets bijzonders, grappigs, merkwaardigs, ontroerends, vreemds of gewoons, dat lezers in Thailand hebben meegemaakt, vandaag:’Foster Parents Plan en de schattige Bum-Bim’
BUM-BIM
In de jaren negentig hield ik er een Thais vriendinnetje op na. Ze heette Bum-Bim, was 7 jaar oud, woonde bij haar oma, en deed op mijn kosten leuke dingen. Zoals naar school gaan en daar vlijtig kleurplaatjes volkalken voor de verre Nederlandse suikeroom. Tenminste, zo werd mij verzekerd door de organisatie die zorgde voor haar welzijn, Foster Parents Plan.
Mijn andere, (en volwassen) Thaise vriendin in die tijd vond dat ik die maandelijkse poen veel beter aan haar kon overmaken. Tenslotte was zij net zo Thais, net zo arm, en net zo op zoek naar een gulle geldschieter. Ze had gelijk, maar kreeg het niet.
OP BEZOEK
Later ontmoette ik echter mijn huidige levensgezellin en echtgenote Oy. En dingen veranderden.
Zij vernam namelijk ook van mijn Foster-kindje, en vond dat ik het niet kon maken Bum-Bim niet te bezoeken, terwijl ik zelf wekenlang lamballend geld over de balk smeet in Thaise poelen des verderfs.
Nadat ik zwakjes de grote afstand en daarna de taalbarrière opwierp als goede reden om niet te gaan, bood ze spontaan haar diensten aan als tolk.
Het ontlokte me meteen de lach van de dag, want haar gesproken Engels zou steenkool nog laten blozen.
Maar ze drong aan, en uiteindelijk belde ik toch met Plan. We bleken welkom, waarbij Plan de tolk regelde. Dit resulteerde uiteindelijk in twee buskaartjes voor een rit van Pattaya naar het verre Khon Kaen.
Een behoorlijk lange rit zelfs. Bij tussenstops op stations werd ik gewaar dat voor met voedsel en drank leurende Thai een busreizende farang een geschenk uit de hemel is. Voor iemand als ondergetekende, slechts gewend aan waterige bakkies pleur op tochtige Nederlandse stations, een complete openbaring.
Waren we op alle uitgestoken dienbladen en uitpuilende ijsemmers ingegaan, was het schone Khon Kaen door ons nimmer bereikt. Vanwege het voor die tijd bezwijken aan hart en lever-vervetting.
TOPDRUKTE
Om drie uur s’ nachts kwamen we slaapdronken aan in Khon Kaen, en na een korte rit met een fietsriksja ( waarbij het geknars van de sinds de vroege ijzertijd niet meer gesmeerde fietsketting ons klaarwakker hield ) betraden we wat later het hotel.
Daar wist het baliepersoneel ons een kamer van een dikke 2000 baht per nacht aan te smeren, onder het mom van topdrukte. Dat we de volgende morgen rustig een potje hadden kunnen voetballen in de eetzaal zonder ook maar ÈÈn andere ontbijtende hotelgast te raken, was een detail, maar toch.
De dag daarna werden we met een busje opgehaald door een vrouwelijke tolk, en twee mannelijke begeleiders. Dit laatste voor de veiligheid van Bum-Bim. Logisch, want tenslotte kon iedere bleekgezicht uit dat vage buitenland wel zeggen dat hij een sponsor-kindje kwam bezoeken.
Onderweg naar Bum-Bim’s woonplaats werden op de markt snel nog wat potten Ovaltine, dozen waspoeder, en twee kilo kleverig snoepgoed ingeslagen. Als geschenk aan de familie. Oma nam het spul wat later met een zwartgetande glimlach van me aan, staande naast een verlegen Bum-Bim. Een lief kind, waar ik nauwelijks meer dan twee woorden mee gewisseld heb.
Vriendin Oy kon het gelukkig prima met haar vinden, wat voor mij een behoorlijke opluchting was.
NEUSJE VAN DE FARANG
Daarna volgde een wandeling naar de nabijgelegen school, en kennismaking met BB’s lerares. En diens vrouwelijke collega’s.
Nieuwsgierig naar de bezoekende farang lieten deze dames direct alle andere werkzaamheden vallen, en daarmee complete klaslokalen vol Thaise toekomst aan hun lot over.
Langs hen heenkijkend kon ik zien en horen dat de Thaise kids de afwezigheid van orde en gezag met beide handen aangrepen om eens flink keet te schoppen.
Later, na vertaling door mijn eigen wandelende woordenboek, begeep ik dat het zinnetje ‘farang, chamoek jai’ op mijn voorgevel sloeg. Wat maar weer eens bewijst dat de toenmalige schooljeugd een dikke voldoende verdiende voor het vak observatie. Ook op het onderdeel ‘schoolbankjes beklimmen en gekke bekken trekken’ zouden sommigen ooit cum laude afstuderen, ik was er zeker van.
Door de stomende hitte in het klaslokaal langzaam van mijn stoel druipend werd ik op de hoogte gebracht van BB’s schoolprestaties, en hobbies. Dat laatste was beslist niet ‘oma helpen met het huishouden’, zoals de tolk me wilde laten geloven. Het eerste kind dat van vreugde opspringt als moeder roept te komen helpen met de afwas moet nog geboren worden.
HET HOOFD
Na een half uurtje keuvelen verscheen het schoolhoofd in beeld. Een boomlange, uit de kluiten gewassen ex-militair. Inclusief camouflagepak. Deze was, ( nog mijn onuitsprekelijke dank daarvoor ), duidelijk niet op de hoogte gebracht van de komst van een vreemde snuiter uit Holland.
Even vreesde ik zeer hardhandig van het schoolterrein verwijderd te zullen worden door deze beer van een vent. Vrees ingegeven door de uiterst vuile blik van het Hoofd. Welke men meestal reserveert voor onbeschofte colporteurs, of opdringerige bumperklevers.
Enfin, hij ontdooide gelukkig later alsnog, en nadat mijn hartslag weer onder de driehonderd gezakt was, brachten we nog een uurtje gezellig door met rondstruinen op het schoolplein. Wat vrolijke kiekjes van Bum-Bim en klasgenoten rijker, meldden we ons later die middag weer aan de hotelbalie.
Waar men ondanks de topdrukte toch de kamersleutel in no-time aan ons wist te overhandigen. Waar vind je nog zulk personeel.
ANDERE PLANNEN
Dat was de eerste, en ook de enige keer dat ik Bum-Bim ontmoet heb.
Ik was namelijk niet meer zo gecharmeerd van Plan. Zo was daar allereerst de lichte hartverzakking die men me had kunnen besparen door even het schoolhoofd in te lichten.
Dan de twee betaalde ‘beveiligers’. Die ik op het besturen van het busje na niet op enige nuttige bezigheden heb kunnen betrappen.
Als men gedane dutjes in de schaduw, roken van kanthooi-shag, oeverloos kletsen en het bietsen van drankjes tenminste niet meerekent.
Voeg daarbij de zich opstapelende berichten over strijkstokken waar van alles aan bleef hangen bij Plan, de directeur die aan salaris per dag zo’n beetje de Balkenende-norm binnenharkte, en het feit dat het gehele dorp op geld van datzelfde Plan dreef.
Dus Bum-Bim kon toch wel naar school in haar uniformpje. Aldus stopte ik met suikeroom spelen.
Voor het geld dat ik zo maandelijks overhield had ik echter al wel een prima andere bestemming gevonden.
Want ditmaal zou ik vriendin Oy gaan sponsoren.
Om naar Nederland te komen.
Een strak plan, al zeg ik het zelf.
Ingezonden door Lieven Kattestaart
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Leven in Thailand30 december 2024Dokters (lezersinzending)
- Belasting Nederland30 december 2024Thailand belasting vraag: betreft pensioen afkoop
- Gezondheid30 december 2024Vraag aan huisarts Maarten: Complexe gezondheidsklachten in het buitenland en kan Ivermectine mij helpen?
- Visum Kort Verblijf30 december 2024Schengenvisum vraag: Met mijn kleinzoon naar Nederland
Uitstekend plan Lieven! Zelf heb ik ook mijn bedenkingen bij “goede doelen”. Tussenpersonen moet je zoveel mogelijk uitschakelen en in Thailand liggen daartoe mogelijkheden genoeg.
Weer een geweldig verhaal van je, Lieven!