Het Thaise roddelparadijs voor Nederlandse en Belgische expats
Mijn schrijfsels over de Isaan en de Thaise eilanden werden door een deel van de lezers als te romantisch bestempeld en dat is prima. Vond ik zelf ook wel eigenlijk. Te veel compensatie? Misschien wel. Dus vandaag gaat de roze bril voorgoed af en ruil ik die in voor een pikzwart exemplaar. Dat past mij ook beter. Lees en geniet of huiver en irriteer je. Up to You!
Ik zat laatst in een bar in Pattaya, zo’n plek waar het altijd happy hour is en de ober je al lang kent, maar jij hem nog steeds niet bij naam. Daar zaten ze weer, die vaste kliek van Nederlandse en Belgische expats en pensionado’s. Een stel mannen van een zekere leeftijd, ieder met een glas bier voor zich en een blik die verraadt dat ze ooit vol dromen en plannen naar Thailand kwamen. Nu zitten ze elke dag op dezelfde krukken, hun huid gebronsd van de tropische zon, of eigenlijk meer van het terras, en hun ogen glazig van een eeuwigdurende lethargie.
Het gesprek ging zoals altijd nergens over en overal tegelijk. “Heb je gehoord van Henk? Die zit nu met een nieuw meisje, de derde dit jaar.” En daar gingen ze, als een roedel aasgieren boven een gevallen hert. Met scherpe tongen en een mix van jaloersheid en leedvermaak werden de ins en outs van Henks nieuwe verovering besproken. Alsof ze zelf geen verleden hadden waar de verhalen van af druipen. Elke ontmoeting, elk gerucht en elke misstap wordt tot op de bodem uitgeplozen en breeduit uitgesmeerd als het nieuwste roddelblad van de expatgemeenschap.
Het is een soort volkskunst geworden dat geroddel. Een manier om de dag door te komen, om toch een beetje spanning te voelen in een leven dat al lang zijn pieken en dalen heeft verloren. Ze spreken over elkaar alsof ze het hebben over oude voetbalwedstrijden: “Heb je gehoord dat die Belgische Erik zijn vrouw heeft laten zitten voor een barmeisje van twintig?” Daar volgt dan het verplichte gemompel van afkeuring op, terwijl de meesten stiekem denken: ach, had ik het maar gedurfd.
Ze vullen de dagen met verhalen en halve waarheden, alsof het een sport is om elkaar net dat ene detail te vertellen dat niemand nog wist. Ze zitten daar als een jury van hun eigen, zelfgecreëerde rechtbank. Niemand komt er ongeschonden vanaf. Zelfs de afwezige Jacques, die ooit bij de Vlaamse televisie werkte, of was het nu toch maar een lokaal radiostation, wordt geregeld door de mangel gehaald. “Die Jacques, altijd grote praatjes, maar hij laat z’n vriendin wel zijn biertje betalen,” en ze lachen alsof dat hun eigen pensioengeld weer even goedmaakt.
Maar achter die stoere praatjes en het eeuwige geklaag schuilt ook een soort leegte. Want waar hebben ze het eigenlijk over, dag in dag uit? De hitte? De prijzen van bier? De koers van de baht? De verkeerschaos die hen nog steeds verbaast, alsof ze niet al tien jaar of langer hier wonen? Soms lijkt het wel alsof ze nergens anders meer over kunnen praten. De wereld buiten Thailand is een vage herinnering geworden, iets waar ze niet meer echt bij horen. Nederland en België zijn nu slechts landen om over te klagen als de winter weer zijn intrede doet of als de belastingen weer omhoog gaan.
En dan heb je de stiltes tussen de verhalen in. Die veelbetekenende momenten waarop je voelt dat ze eigenlijk niets meer te zeggen hebben. Ze zitten elkaar zwijgend aan te kijken, met datzelfde bier voor zich, totdat iemand weer begint over die ene keer dat ze bijna een ongeluk hadden met hun scooter of over de stijgende huurprijzen van hun appartement in Jomtien. Het is een eindeloze herhaling, een ritueel waarin ze zich vastklampen aan de kleine sensaties van roddel en achterklap, alsof dat hen nog een gevoel van vitaliteit geeft.
Eigenlijk zijn ze als oude acteurs die hun rollen te lang hebben gespeeld en nu hun teksten op de automatische piloot opdreunen, zonder echt nog te weten waarom. En elke dag dezelfde voorstelling, met dezelfde mensen in de hoofdrol, en toch steeds weer dat sprankje hoop dat er iets verrassends zal gebeuren, dat er iets zal zijn om het bestaan een nieuwe wending te geven. Maar die wending blijft uit, dus dan maar een rondje bitterballen en nog een biertje erbij.
Zo vullen ze hun dagen, die grijze stoet van verloren jaren. Want ergens diep vanbinnen weten ze ook wel dat het leven hier niet veel anders is dan het leven daar, behalve dat de zon altijd schijnt en de drank iets goedkoper is. Maar ja, dat mag de pret niet drukken, toch? En zolang er nog iets is om over te roddelen, zolang er nog een Henk is die met z’n zoveelste nieuwe aanwinst de tongen losmaakt, zolang is er altijd nog een verhaal te vertellen. Zelfs als dat verhaal allang geen verrassing meer is.
Over deze blogger
- De Expat (66) woont al 17 jaar in Pattaya en geniet van elke dag in het land van melk en honing! Vroeger werkzaam in de wegen en waterbouw, maar het grillige weer in Nederland ontvlucht. Woont hier met zijn Thaise vriendin en twee honden net buiten Pattaya, op 3 minuten loopafstand van het strand. Hobby's: genieten, uitgaan, sporten en met vrienden filosoferen over voetbal, Formule 1 en politiek.
Lees hier de laatste artikelen
- Column19 november 2024Column – Thailand: Het land waar de glimlach een uniform draagt
- Column18 november 2024Columm – Gouden Illusies in Thailand: Over gebakken lucht en glimmend geluk
- Column17 november 2024Column – Welkom in Statusland: een glimlach met een bijsluiter
- Column16 november 2024Column – Het verborgen probleem van het Thaise onderwijs
Een leuk verhaal maar het is wel/ook roddel natuurlijk.
De Thai roddelen over de buitenlander vooral als je met een vrouw aan het praten bent weet jou vrouw of vriendin het ook zeer snel .
Prima verhaal. Niks roze , en dat pikzwarte zie ik ook niet zo hoor. Heb trouwens met je eerdere verhalen ook geen problemen hoor. Als jij schrijft hoe jij ’t ervaart…prima toch. Een duimpje voor deze story in ieder geval .
Prima geschreven, niks mis mee.
Het is gewoon hoe veel pensionada’s de dagen vullen in Nederland, België, Thailand, Spanje, Portugal en waar ze ook zitten,onschuldig vermaak en als je get storend vindt dan ga je toch gewoon ergens anders zitten.
Ach, het zal niet veel verschillen van de gepensioneerden in NL die elkaar aan de haven of het dorpsplein van het dorp op de ‘praatbanken’ ontmoeten. ( zonder bier, maar met een shaggie)
Weet zeker dat de onder de Pattaya groep op de foto ook nog regelmatig gepraat wordt over het gearresteerd zijn tijdens het bridge kaarten, overdag in een gehuurd zaaltje van een thaise entrepreneur.
Misschien filosoferen ze nog wel over wie het toch geweest kan zijn die de politie tipte.
Af en toe een reisje maken breekt al de sleur. Dat kan binnen Thailand maar evengoed eens naar Korea de Filipijnen en Vietnam of waarom eens niet naar Japan.
Wat fysiek bezig blijven is zeker ook een leuke bezigheid….wat fitnessen wat zwemmen zelfs golfen….mogelijkheden zat. Overdrijf niet met Alcohol en heb wat discipline.
Maar dit verhaal geldt naar mijn mening voor de meeste gepensionneerden zowat overal in het Westen met als enig groot verschil dat in B of NL veel gepensioneerden hun tijd vullen met taxi en of oppas te spelen voor kinderen of eerder hun kleinkinderen.
En ieder zijn mening maar ik vind dat het zeuren en klagen niet zelden begint van zogauw de gepensioneerden hier een vaste relatie aangaan. Wie daar de lusten van wil krijgt er niet zelden een hoop lasten bij en die zijn niet gratis.
Mijn motto is……vermaak je in Pattaya maar ga je niet al te veel binden. Koop niets maar huur alles.
Vrijheid is blijheid.
Mag ik hier even op inhaken?
Sinds kort hebben we in Khon Kaen een WhatsApp groepje.
Volgende week woensdag, 30/10 vanaf 18.00 uur zien we elkaar voor het eerst bij de Blue Bar , vlak bij het Pullman hotel in Khon Kaen.
Iedere lezer is welkom daar.
Gaan we roddelen over de Expat ??
Ik zal er zijn. Uitstekende bar trouwens met mooi (ook jongens) personeel en wel tot 5 uur ’s ochtends open. Bij mijn weten de enige bar in Khon Kaen die zo laat openblijft. In het barstraatje links van het Pullman hotel is er nog zo een barretje dat soms maar (illegaal) om 8 uur sluit maar dan moet ik er het voortdurend gezeur van ‘Where do you come from, handsome man’ van ver(en mis ge-)lopen bargirls wel bijnemen. Maar dat terzijde
Precies beschreven zoals het is en zoals het zal blijven . Ook ik zie ze vaak genoeg zitten als ik in de grotere steden in Thailand komen vraag mij dan af of ze echt niets anders te doen hebben dan deze dagbesteding.
Gelukkig ben ik zelf niet zo, ik moet er niet aan denken. Ik zie het niet zitten om altijd maar weer landgenoten op te zoeken, eerlijk gezegd kan ik die missen als kiespijn. Tijdens mijn frequente trips in Thailand is mijn uitvalbasis een gehucht op het platteland , zo’n 20 km van Khon Kaen vandaan waar ik en mijn Thaise levensgezellin, al ruim 20 jaar, tot rust komen en plannen maken voor de volgende trip in of buiten Thailand.
Ik mijd het soort gezelschappen als het beschrevene als de pest, zowel in Nederland als in Thailand. Te veel verzuring, te veel negativiteit.
Over ‘verzuring’ gesproken: herinner me ineens dat ik ooit daarover iets heb geschreven:
https://www.thailandblog.nl/leven-thailand/hoe-staat-het-met-uw-verzuring/
das dan uw mening,maar vindt het toch fijn om een oude vriend of andere belgen effe te bezoeken in de buurt waar we logeren dan,en het thaise gesprek kan ik niet voeren,dus altijd plezant om de vlaamse woordenschat te gebruiken in de maand vakantie daar!
Mooi neergepend. Ook jij bent een echte schrijver hier!
Het is opvallend dat ze qua uiterlijk ook op elkaar gaan lijken.
Een herkenbaar verhaal. Wat ook kenmerkend is, behalve het geroddel, moet het eigen land het voortdurend ontgelden. Dat is een apenland waar niks deugt, er zitten teveel vreemden die zich niet aanpassen ( eigenlijk net zoals zij dus hier in Thailand), er zijn teveel regeltjes en de burger moet teveel aan de overheid betalen ( die overheid betaalt wel het pensioen waarmee ze hier het mooie weer kunnen maken)
Tot ze ziek worden en vanwege geen verzekering terug naar het moederland moeten ( waar een vreemdeling hen verzorgt en de pamper vervangt)
Wij zitten hier met enkele vlamingen ( ook Nederlanders welkom) iedere donderdag namiddag, een 2tal uurtjes samen. veel lachen met grappen, weinig roddelen. Ik ben trouwens geen roddelaar. Speel hier met een team 2x per week poolcompetitie ( voor het plezier en indien mogelijk). Ik ben de enige farang in de ploeg. Of de Thai roddelen weet ik niet, het meeste van de gesprekken kan ik toch niet volgen en van mij verstaan ze ook niet alles. Toch wordt er veel gelachen en plezier gemaakt.
Fietsend langs de Linge, de Waal of door ‘t Brabantse land. Maar ook wanneer ik door ‘t Isaansche landschap trap kom ik dit soort praatgroepjes tegen. Gezellig keuvelend, denk ik dan omdat m’n Thais ontoereikend is.
Ik zie de Isaners net zo lachen om elkaars verhalen als de mannen in ons Nederland.
Het is wél frappant dat het meestal mannen zijn.
De vrouwen zijn aan ‘t werk, of zijn verstandiger?