‘Happy Birthday’
Mijn verjaardag, ditmaal eens te vieren bij schoonma in Thailand, begon al ongewoon.
Want die morgen, nog vol van energie en verbazend slechte oploskoffie, had mijn persoontje eerst een was gedraaid met de antieke bovenlader in de bijkeuken.
Bij het uithalen van de was maakte ik vervolgens kennis met de schoonste kikker van de provincie, en waarschijnlijk ver daarbuiten.
Die oprecht dacht een veilig onderkomen te hebben gevonden in schoonma’s middeleeuwse machinerie, tot ik hem onwetend van zijn aanwezigheid bedolf onder een lading vuile vakantiewas.
Onze slootbewoner daardoor veroordelend tot een complete cyclus meedraaien in zijn eigen schuimende poel des verderfs.
Tot mijn verrassing overleefde hij zowel het waspoeder als de helse Efteling-rit, en zat even later roerloos bij te komen in het Thaise zonnetje.
Om dan, na een kleine afspoelbeurt mijnerzijds, lui knipogend weg te hoppen naar veiliger oorden.
Waar waterboarding van verdwaalde amfibieën niet zomaar uit de Isaanse hemel komt vallen.
Niet wetend of Kermit giftig is, en hallucinaties door ongewild kikkerlikken bij het aantrekken van een schoon t-shirt nergens op mijn verlanglijstje staan, geef ik de hele dot textiel vervolgens nog maar een herkansing in de tombola-tobbe.
Wat later, na het bezorgen van een lichte hernia aan de drooglijn, met vrouw Oy naar het nabijgelegen stadje Chakkarat gebrommerd.
Om daar wat aankopen te doen, teneinde het komende feest niet op de ongewenste klippen van voedselgebrek of bierschaarste te laten lopen.
Iets wat zelfs in de zwartste Isaan-scenario’s niet is voorgekomen, dus verlieten wij de markt pas nadat verscheidene zakjapanners klaagden over een burn-out.
De door ons bereden aftandse Honda, met truttig mandje en al, is een oude bekende.
Dit rode gevaar kreeg ik gisteren namelijk ook al in de knuistjes gedrukt, toen we ’s middags de twee kleintjes van schoonzus afhaalden van het kleuterschool-dagverblijf.
Deze ligt op slechts een steenworp afstand, maar er dient een drukke weg overgestoken te worden, dus afhalen van het grut is een must.
Bij het schoolplein aangekomen troffen we daar ook zwager aan, wat rondhangend met een maat.
In de schaduw van een boom twee paar longen blootstellend aan de verfrissende werking van een gedeelde krong-thip sigaret, en spontaan aanbiedend om meteen, maar even van brommer te wisselen.
Waarop het tweetal al snel wegreutelde richting huis en uiterst vage bezigheden.
Om er dan achter te komen dat de zo vlot geruilde Honda, nu dichtbevolkt en topzwaar, op de laatste dampen reed en hortend tot stilstand wenste te komen midden op de razenddrukke asfaltweg.
Pál voor een naderende suikerriet-truck.
Even terzijde, en voor lezers die graag hun kennis verrijken, het openen van een gortdroge benzinetank heeft ook een voordeel.
Namelijk dat alle daarbij uitgeslagen schuttingtaal vanzelf weer terugkomt voor correctie op spelfouten.
Dit alles overleefd hebbende kregen we later, als excuus voor het stuitende brandstofgebrek, zijn standaard zinnetje: ‘no money’ te horen.
Mijn eigen briljante idee, hem te vertellen ’s avonds bij de dorpswinkel zijn brommer eens af te tanken in plaats van zichzelf, kon niet op enige bijval van vrouw Oy rekenen.
Het zou de Thaise harmonie maar verstoren en zwager was tenslotte de beroerdste niet.
Dat laatste was waar.
Want het beroerd zijn kwam meestal pas later op de avond, wanneer hij gelijk de kanarie in een kolenmijn als eerste van zijn stokje ging.
Het uitbundig vieren van mijn geboortedag zou plaatsvinden op het erf, gelegen voor het huis.
Normaal gesproken het leefgebied van wat broodmagere scharrelkippen en een luidruchtige haan met een braam op zijn stembanden, werd deze dorre woestenij nu door eega en aanverwanten omgetoverd tot een Thaise hoorn des overvloeds.
Alwaar vele dorpelingen, al dan niet via de plaatselijke tamtam uitgenodigd, zich aan de wrakke buitentafel zouden vervoegen.
Om dan, liefst van de hoogste plank, een duik te nemen in de uitgestalde etenswaren, gevolgd door die andere nationale hobby, het vliegles geven aan nietsvermoedende kroonkurken.
Onder de genodigden ook enkele bekenden, zoals Paow, de kersverse ‘Phu-jai Baan’.
Paow is, naar mijn mening, met zijn dertig levensjaren verrassend jong voor deze functie.
Want zijn voorgangers waren wat leeftijd betreft meestal flink op weg het gemiddelde fossiel naar de kroon te steken, en rijp voor de rollator.
Waarop ik Oy vraag of zijn vrouw ook meekomt, want in dat geval moeten we misschien wat sjiekers in huis halen dan Spy-Wine Cooler, en naar kauwgomballen smakende nep-rosé.
Ze lacht, en zegt dat Paow nog vrijgezel is.
Iemand die deze avond zeker géén acte de présence zal geven, is ‘brommerkoning-nieskwal’ van iets verderop.
Deze door mij gegeven en weinig fraaie titel meedragend vanwege een uiterst onaangenaam karakter, en het doorlopend produceren van nies en kokhalsgeluiden in zijn één-mans reparatiebedrijf aan huis.
Enige bescherming dragen tijdens het reinigen van onderdelen in een bak snelverdampende benzine is hem dan ook vreemd.
Maar buur waarschuwen is waarschijnlijk nutteloos.
Gezien de term ‘leeghoofd’ die de schoonfamilie bezigt, zodra hij ter sprake komt.
De langverbeide avond valt, waarop de erfbezoekers, zowel genodigden als verstekelingen, overgaan tot het zich laven aan de lokale anesthesie.
Waarbij vooral zwager hoge ogen gooit.
Zijn magere verschijning wordt door menig gastheer dan ook net zo op prijs gesteld als een lekke ballon op een kinderfeestje.
Zijn standaard bijdrage?
Het zoveel Hong Thong whiskey in een overmaatse bierpul mikken, dat de soda-bubbels daarop iene-miene-mutte dienen te spelen teneinde ook nog een plaatsje te verwerven.
Later, en ter verhoging van de algehele feestvreugde, start iemand een rookvuur om de hinderlijk stekende muggen op afstand te houden.
Manmoedig proberend de andere gasten niet kwijt te raken in de dichte mist die hen even later aan het zicht onttrekt, vraag ik of het niet beter is wat spiraal-wierook te ontsteken, in plaats van deze zelfgefröbelde bosbrand.
Het antwoord van vrouw Oy, met Thaise logica gegeven, is dat je daar kanker van kunt krijgen.
Het feest verliep verder uiterst plezierig, afgezien van een klein Lays-incident.
Een huilend zes-jarig jongetje had daarbij een mep gekregen van zijn net zo jonge nichtje.
Die zich niets liet aanleunen, dus ook geen ongevraagde jongenshandjes in haar zakje chips.
De moeder van de snotteraar, gediplomeerd Thais pedagoge, wist raad.
Door de huilebalk vriendelijk te vragen of hij soms verder als khateuy door het leven wilde, want hij leek wel een meisje met zijn gejank.
Dit werkte als bij toverslag, gezien het sniffen daarop net zo snel verdween als de hersencellen bij een zekere buur.
Later die avond verlieten allen, licht aangeschoten of zwaar slagzij makend, het nu met bierdoppen en kipkluiven bezaaide strijdtoneel.
Maar niet nadat schoonzus de sublieme afsluiter verzorgde.
Door me stralend een biljet van duizend baht te overhandigen, gevolgd door twee lieftallige klapzoenen op beide farang-wangen en een welgemeend ‘Happy Birthday’.
Dankbaar, en ook ietwat overrompeld, waide ik mijn waardering voor haar mooie geste.
Waarop Paow zijn kans schoon zag, een verfrommeld bankje van honderd op tafel mikte, en me ook een natte zoen gaf.
Algehele hilariteit ontlokkend aan allen die, gehinderd door stijgend promillage en
walmend houtvuur, nog in staat waren iets te onderscheiden.
Want dat de Phujai-Baan nog vrijgezel was, had een goede reden.
Eentje die vrouw Oy me best wat eerder had kunnen vertellen.
Over deze blogger
-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur10 december 2024Rooksignalen van oompje Mango
- Cultuur22 november 2024Tropenkolder
- Cultuur14 november 2024‘Drie dagen van bezoeking’
- Cultuur1 november 2024‘Kansloos koloniaal in Pattaya’
Beste Lieven. Wederom een prachtig Isaan waardig verhaal. Mijn compliment en groet van Ryszard.
Hilarisch 5555. Nog gefeliciteerd.
Proficiat Lieven,
Je hebt jezelf overtroffen en hier een literair meesterwerk afgeleverd.
Doe vooral zo verder. Ik geniet er van.
Dag Lieven ,
het lezen van Uw unieke bijdragen maakt me elke keer weer blij !
Fijne verjaardag nog …
Proficiat Lieven, weer een prachtig verhaal en goed om te lezen dat jij niet meer stuk kan bij de Phujai-Baan,dat kan in de toekomst wel eens goed van pas komen 555.
Lieven, wederom niet te overtreffen! En een kleffe zoen van de phujai is ook nooit weg… Lokale hotemetoten moet je te vriend houden.
Gefeliciteerd Lieven,
Een verhaal waar ik blij van word! Veel gelachen.
Van harte gefeliciteerd enne
het was weer zeer vermakelijk !
Lieven weer een prachtig verhaal uit het Isaanse leven Heb gelachen over de zeer herkenbare feitjes Leuk geschreven Dank je hiervoor
Gefeliciteerd Lieven, dit was weer een hilarisch verhaal blijf schrijven want dit zijn geniale stukjes !!!
Geweldig, sfeervol geschreven. Hoop op een snel vervolg.. En nog van harte hoor. HG.
Als altijd, made my day.
Schitterend !
Bundelen die verhalen wordt een bestseller!