Groeten uit Isaan (8)
Het is een pittoresk gebouwtje, eigenlijk niet meer dan enkele boomstammen die als steunpalen fungeren. Daarop liggen horizontaal dikke lange takken en dwars hier op zijn, afhellend van voor naar achter, nog eens armdikke takken aangebracht waar tweedehands ijzeren golfplaten op genageld zijn die zowel aan voor- als achterkant oversteken. Aan de zijwanden is er een soort laag hekwerk aangebracht, ook met dikke takken, met een kleine opening als poortje. Die opening wordt afgesloten met losse bamboe stokken, armdik maar licht in gewicht. Het resultaat is een gammel geheel dat zich toch kan handhaven wanneer er eens wat zwaardere windvlagen opsteken.
Het is de runderstal van liefje-lief’s broer Piak. Twee volwassen koeien en ondertussen al een nakomeling. Op de vloer ligt stro, de resten van de rijsthalmen die dan toch nog hun nut hebben. Een iets hoger deel is droog, daar vleien de beesten zich neer, het lager gelegen deel is bedekt met de door de koeien geproduceerde mest. Er is een voederbak, ook al in bamboe takken, die aan binnen- en buitenkant bereikbaar is. Naast deze stal is er zopas, in dezelfde stijl maar slechts de helft van de grootte een tweede bouwsel. Om stro droog te bewaren.
Wie denkt dat het een makkelijke opdracht is om koeien of kwaai’s te houden is eraan voor de moeite. De beesten eisen toch wel wat aandacht op. Het begint ’s ochtends, ondanks ze gevoederd worden met stro eisen de beesten vers voer, en in de droge periode is dat schaars. Moet Piak er mee op stap om een geschikte graasplek te vinden maar hij is niet alleen. Zowat de helft van de huishoudens in het dorp heeft beesten, dus moet men verdraagzaam zijn. Wie eerst is heeft dichtbij een goede plek, dus is het een kwestie van zo vroeg mogelijk te gaan. De koeien worden vastgelegd met een symbolisch touwtje want het zijn krachtige zoogdieren, regelmatig zie je ze op stap zonder begeleiding, zichzelf losgerukt.
Piak moet de stal dagelijks schoonmaken. De mest wordt naar de kant geschept, die wordt gebruikt bij de groentenkweek, ook huize Inquisiteur gaat er regelmatig ‘roven’ voor de tuin. Vers stro leggen en de voederbak aanvullen. Overdag gaat hij regelmatig even poolshoogte nemen. Zijn de dieren nog op de plek waar hij ze achterliet, is alles in orde, hebben ze schaduw, drinken?
In de late namiddag moet Piak de viervoeters weer gaan ophalen. Net als bij iedereen loopt hij gewoon achter ze aan, ze kennen de weg, alleen willen ze nog snel-snel wat vers groen tot zich nemen, een tik met een stok op het achterwerk zet ze aan om verder te gaan. Het is iedere dag een leuk zicht wanneer iedereen zijn dieren ophaalt, een stoet van koeien en kwaaien waar af en toe een koppigaard tussen zit die niet direct naar de stal wil. Iedere automobilist houdt daar terdege rekening mee, de koeien hebben voorrang.
Doch dat is niet het enige werk. Nakomelingen worden geproduceerd via kunstmatige inseminatie. Een heel gedoe, en maandenlang is de ganse familie bezorgd voor het moederdier die langzaam maar zeker een enorme buikomvang krijgt. Eens de tijd er is moet men het beest in de gaten houden. Een koe wil bevallen op de door haar gekozen plek, het vindt hier in de streek quasi nooit plaats in de stal. Zo ook het kalf van Piak. Dat kwam ter wereld zowat een kilometer verder ergens in een veld. Liefje-lief en De Inquisiteur werden opgetrommeld want de moeder beschermt haar jong en is zenuwachtig, terwijl Piak het kalf zo snel mogelijk naar de veilige stal wil halen. Het eindigde ermee dat De Inquisiteur, minder geduldig dan de gemiddelde Isaaner, het kalf dan maar in zijn armen nam en er mee op stap ging. Een onderschat karwei want het beest woog al dik vijftig kilogram bij geboorte, bovendien met een glad en nat lijf dat voortdurend uit zijn armen schoof. Iedereen in de lach want geen mens die er hier aan denkt om dat zo te doen.
Het kalf gaat de dag nadien al direct mee op stap om te grazen, nu ja, de twee volwassen beesten, het kalf drinkt melk van de moeder. Wankelende stappen, af en toe uit de bol gaande en huppelen, een vrolijk beestje. Maar Piak moet nu wat in de buurt blijven de eerste dagen, het kalf blijft meestal wel bij de moeder doch af en toe wil het de wereld verkennen zonder bewust te zijn van de gevaren. Loslopende honden zijn plagers, maar de velden zitten ook vol slangen en ander giftig ongedierte natuurlijk, ook een te diepe poel kan noodlottig zijn. De Inquisiteur mag een week of twee zijn eigen honden niet los laten, die zijn te zwaar, te groot en te enthousiast, ze willen spelen met dat jonge beest doch moederkoe kan ferm uithalen met haar achterste poten.
Tussentijds moeten de beesten ook wel extra verzorging. Zij zitten soms vol met insecten en sommige zijn niet goed voor hun gezondheid. De koeien inwrijven met een eeuwenoud recept van kruiden en bladeren is een deftig werk van een dag: planten en kruiden verzamelen, scheuren, mengen, afkoken, een brij mixen. Een van de twee volwassen beesten krijgt een schimmel, De Inquisiteur kan dat niet onderscheiden maar Piak ziet dat aan de kwijl. De dierenarts is de enige dure oplossing en het is een hele dag wachten op de man die pas ’s avonds langs komt. Vervolgens komt de eerste koudegolf eraan. Moet Piak ’s avonds op een veilige manier een vuur aansteken en regelmatig onderhouden wanneer de vochtigheid te groot is. Ook muggen en andere insecten worden zo bestreden indien te massaal aanwezig: een zwaar rokend vuur drijft dat ongedierte weg, De Inquisiteur verbaast er zich over dat de buffels niet stikken.
En dat alles voor een schamele opbrengst: het kalf, indien gezond opgroeiend, kan worden verkocht vanaf een zeker gewicht. Piak wil het beest verkopen eens hij er ongeveer tienduizend baht voor krijgt. De Inquisiteur doet het niet meer: voorrekenen hoeveel netto opbrengst het eigenlijk is. De kosten van inseminatie, dierenarts en vooral zijn arbeid, een westerling wordt er moedeloos van.
Doch het houden van buffels is een soort van spaarpot voor de meesten. Ze gaan zich niet aan het plannen en rekenen zetten. Het geeft zelfs een soort aanzien, prestige. Vooral kwaai’s worden hiervoor gehouden. Want indien de boer geluk heeft is het een stambeest. Voor de kweek, voor rijke verzamelaars, jawel. Die geven er dan enorm veel geld voor. Koeien zijn voor in noodgevallen, als er plots geld nodig is. Detail: dat is ook de reden waarom ze de dieren nooit een naam geven, men wil er zich niet aan hechten want het kan nodig zijn om ze plots weg te moeten doen.
Vaak wordt een koe snel zelf geslacht, want dat brengt meer op dan ze naar een slachthuis brengen. Want daar zijn nog eens extra kosten aan verbonden: transport, medische keuring – dit laatste vindt men echt pure onzin, meestal komt het erop neer dat de prijs naar beneden gaat.
Het is altijd een happening wanneer een dorpeling een koe slacht. Bloederig gedoe midden in de rimboe. Doch veel blije gezichten. Wat eetbaar is, en dat is zo ongeveer alles wat in en rond een koe zit hier, wordt in gelijkwaardige hoopjes versneden. Vlees, vet, longen, maag, darmen, huid,…. Gemiddeld kost zo’n pakketje tweehonderdvijftig baht, een koopje tegenover wanneer ze dat alles op de markt moeten gaan kopen.
Het wordt ook eerlijk verdeeld, niemand kan bijvoorbeeld zeggen dat hij tien pakketjes wil. Of zoals De Inquisiteur: ik koop enkel de filets, ik hoef de maag, longen en andere niet. Neen, iedereen gelijk voor de wet, iedereen de mogelijkheid, je koopt een pakket of niets. Zelfs voor de items waar er weinig van is, zoals staart, ogen, … is er een verdeelsysteem. Om beurten krijgt men dat in zijn pakket en iedereen weet exact wiens beurt het is.
De eerste jaren mocht De Inquisiteur er niet bij zijn, ze wisten niet wat voor een figuur hij was, dit is een ‘privé-aangelegenheid’. Vanaf ze hem vertrouwden trommelen ze hem telkens weer op. Altijd zoeken voor De Inquisiteur want telkens op een andere, goed verdoken plek. Maar na de eerste keer gaat De Inquisiteur nu een uurtje later. Het is een gemeenschapsgebeuren met het nodige plezier en drank maar nogal bloederig. Een biertje minder dan maar, doch van dat bloederige af, men blijft toch hangen op de slachtplek. En om de zoveel keer is de kop, ontdaan van tong, ogen, oren en hersenen, voor hem. Ze vinden het een beetje verkwistend want zij koken zelfs daar nog een bouillon van, maar De Inquisiteur zijn honden amuseren zich er een volle dag mee.
Watjes zijn wij westerlingen, wij kunnen vlees nog enkel verpakt zien liggen.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Leven in Thailand24 december 2019Winter in Isaan: Kerstmis
- Leven in Thailand22 november 2019Winter in Isaan (8)
- Leven in Thailand16 november 2019Winter in Isaan (7)
- Leven in Thailand12 november 2019Winter in Isaan (6)
Waarde Inquisiteur,
Telkermale geniet ik intens van uw verhalen.Nauwgezet volg ik ze nu reeds lang tijd.Het geeft mij een dieper inzicht van het leven in Isan.Ikzelf woon in hartje Chiang Mai,ik ben een echt stadsmens.En U compenseert mijn beperkte kennis van het boerse leven in Thailand. Uw litteraire schrijfstijl schuilde reeds besmuikt in uw eerste stukjes en komt nu allengs tot grote bloei.Ik bewonder U. En ik ben u dankbaar voor het intense genot dat U mij telkermale schenkt.Moge alle complimenten die U veelvuldig krijgt een blijvende stimulans zijn tot schrijven. Een warme groet van een stadse John
Beste Inquisiteur,
Het blijft boeiend, soms zijn het alle daagse dingen en dit is er zo 1.
Het mooiste is het leven zo onbezorgt met zorgen die je lang geleden hebt achter
gelaten.
Leest weer erg leuk.
Met vriendelijke groet,
Erwin
Beste Inquisiteur, ook ik geniet elke keer weer van je verhalen. Waar ik echter ook naar uitkijk is je beloofde verslag over het rijstveld van Piak. Heeft hij er nog wat geld aan overgehouden of alleen wat rijst voor eigen gebruik?
Piak heeft er 20.000 baht aan overgehouden.
Omrekening na aftrok kosten is dat volgens het aantal werkdagen van hem en zijn gade (en inclusief ieder 3 dagen mee snijden door m’n lief en mezelf) ongeveer 220 baht per dag … . Maar dat deert hun niet, die arbeid zijn ze allang vergeten, voor hun telt het totaalbedrag.
Dat valt mij nog mee. Maar het betekent wel dat je geen mensen kunt inhuren om het werk te doen. Dan maak je verlies.
In de agrarische sector in ruraal Thailand kunnen traditionele producenten nauwelijks in hun levens onderhoud voorzien. Dit ondanks hard werken. Die mensen blijven doorgaan met het kweken van dieren en planten op een schaal en wijze die economisch volstrekt onrendabel, zelfs nonsens, is.
De inquisiteur weet over die dramatisch teloorgaande wereld nostalgisch, zelfs romantisch, te schrijven. Vele farrang die niet meer hard labeuren moeten in hun “Thaise levensfase” zijn gecharmeerd door de romantische nostalgie.
In realiteit is het een uitzichtloze strijd, vechten tegen de bierkaai, een dramatisch bestaan met vele fiasco’s.
Bangkokiaanse stedelijke beleidsmakers zijn zich nauwelijks bewust van de dramatische socio-economische situatie waarin vele van hun landgenoten leven.
Er wordt veel te weinig ingezet op structuurhervormingen en reconversie in ruraal Thailand.
Booming business in Bangkok regio, in Chonburi en andere Rayongs. Armoe troef in de dorpen in het Noorden en Noord-Oosten.
Voor de nostalgische farrang die kikt op het authentieke een aardige belevenis.