Overheid wil bedelaars kortwieken

Zoals we ook hier konden lezen is de Thaise overheid voornemens om het bedelen te ontmoedigen door de meer kapitaalkrachtige bevolking (en ook de genereuze farang) te verbieden (in elk geval ontmoedigen) om het bedelvolk een aalmoes te geven. Het is natuurlijk een weldoordachte keuze van door het volk gekozen professionele politici die precies weten wat goed is voor hun burgers, maar men kan er natuurlijk vraagtekens bij stellen of de insteek ideaal is. Op mij komt het over alsof een niet al te slimme houthakker eerst de stam van een boom omzaagt en vervolgens aan de kruin wil beginnen. Ik denk dat we allemaal eigenlijk willen dat het iedereen goed gaat, maar we moeten daarbij niet uit het oog verliezen dat de één meer bezorgd is om de arme medemens en de ander meer om het straatbeeld dat door in allerhande (meestal miserabele) toestanden verkerende misdeelden enigszins negatief kan uitstralen op de plekken waar deze lieden hun roeping nagaan, wat bijvoorbeeld weer slecht afstraalt op het toeristenaspect.

Ik zit meer in het eerste kamp, maar ik weet dat ook op onze blog andersdenkenden vertoeven die de schuldvraag en de oplossingsplicht (nagenoeg) geheel bij het bedelvolk leggen. Het is dan ook volgens mij geen probleem dat zich vanzelf oplost door de hongerigen gewoon niet meer te voeden en de dorst van de dorstigen niet meer te lessen. Natuurlijk begrijp ik ook wel dat je ergens moet beginnen met oplossen en dat er soms georganiseerde misdaad schuilgaat achter veel van de ellende waar we in de straten mee geconfronteerd worden. Geamputeerde benen die opeens weer tevoorschijn floepen na een lange bedeldag of ledematen die speciaal voor dat doel afgehakt zijn en ogen die eruit geprikt worden voor een meer authentieke en daardoor lucratievere blindheid (of komt dat alleen maar in films voor?). Het internet staat vol met slechte voorbeelden. Als armoedebestrijding en opvang van de slachtoffers (evenals de eliminatie van de bedelkartels) gelijktijdig plaatsvinden met de acute afschaffing van het bedelaarsvak zal ik meteen in de houding springen voor de bedenkers van deze utopie en ik gun ook alle betrokkenen een gelukkige ommezwaai naar een nuttig en productief bestaan, maar mijn realiteitszin maakt mij toch wat sceptisch.

Ik kom vaak in Duitsland, waar ze hun zaakjes toch behoorlijk voor elkaar hebben en zelfs daar zie ik carrière bedelvolk dat nog nooit gewerkt zal hebben en dat ook nooit zal doen (voorzichtige inschatting). Ook de beelden van ‘zombies’ in de slums van grote Amerikaanse steden stemmen niet tot optimisme, terwijl dat toch één van de rijkste landen ter wereld is. Dus waarom zou ons aller Thailand het beter doen? Laten we het maar eens afwachten en kijken waartoe het leidt. Er zijn wel meer geniale oplossingen in rook op gegaan, die met de beste bedoelingen bedacht waren. Een heel fraai voorbeeld vind ik het fantasievolle plan om veiligheidsgordels in pick-up laadbakken verplicht te stellen, om te vermijden dat vermoeide arbeiders na gedane arbeid alle kanten op vlogen bij de minste of geringste botsing (dit was uiteraard niet de letterlijke tekst van de wet, maar een vrije interpretatie ervan). Uitgelachen en daarna in vergetelheid geraakt.

Geven en nemen, het eerste ligt mij beter

Genoemde anti-bedel maatregelen of beter gezegd anti-donatie zetten mij plots aan het denken over mijn eigen persoonlijke gevoelens over geven of krijgen. Een voorkeur voor geven of voor nemen? Cultuurverschillen (tussen Thailand en Nederland) of verschillen we in wezen niet zoveel van elkaar binnen of buiten onze eigen culturen? Ik ben van nature eigenlijk nogal een genereuze en joviale vent. In mijn jeugd en puberteit had ik kennelijk een wat norse blik, die weliswaar niet correspondeerde met mijn binnenleven, maar toch ertoe leidde dat anderen mij anders zagen dan ik in feite was. Daarnaast was ik ook steeds een forse kerel en recentelijk ook nogal ‘poempoei’ geworden waardoor ook mijn hoofd danig in omvang toenam. Dat geeft ook een vertekend beeld van hoe iemand zich van binnen voelt. En wat doe je dan als (opgroeiende jonge maar) aarts goede man? Precies, je gaat compensatiegedrag vertonen om alsnog bij je leefomgeving in de smaak te vallen. In mijn geval uitte dit gedrag zich dus in generositeit.

Mijn bloedeigen moeder (waar ik overigens dol op ben, ze leeft nog steeds en is de goedheid zelf, dus ook erfelijkheid is niet uitgesloten) dichtte mij in een mislukte poging tot opvoeding ooit een keer gierigheid toe en begrijpelijkerwijs sneed dat nog dieper, maar nooit zodanig dat ik ook echt een krent werd. Integendeel zelfs, het maakte me zo mogelijk nog genereuzer, uiteraard steeds binnen de grenzen van het betamelijke, immers wie alles weggeeft staat zelf in het hemd en met lege handen in het leven. Voor elk wat wils of juist niet Ik reis al meer dan 23 jaar op en neer naar Thailand en zal nooit nalaten om voor (niet letterlijk) iedereen een kleinigheidje mee te nemen in beide richtingen: chocolade of iets (misschien niet bijzonder) nuttigs voor de Thaise vrienden en familie en een souvenir van de straatkraampjes voor de Nederlandse thuisblijvers. De geschenken voor de Nederlandse kant beperken zich de laatste jaren echter tot Lazada meebrengsels voor de kleinkinderen want op de lange duur is de originaliteit en fantasie er wel een beetje vanaf en zie je de meegebrachte kleinoden, zoals de verplichte houten olifant, de neppe voetbal outfit of het (waarschijnlijk valse) zijden sjaaltje en andere landseigen decoraties ook nooit terug in de woonstee van de ontvangers, wat natuurlijk een veeg teken is.

Maar hoe zit dat in Thailand?

Vandaag wil ik dan ook meer focussen op de perceptie van generositeit zijdens de Aziatische tak van mijn kennissenkring en logischerwijs de aangetrouwde familie aldaar. In de weken vóór ons vertrek richting tropen ben ik vaker online of bij de Action en aanverwant te vinden dan normaal en speur ik naar artikelen die in de smaak zouden kunnen vallen bij hun overzeese ontvangers.  Soms ga ik echt onverstoorbaar en gericht te werk, op zoek naar iets zinvols waaraan daadwerkelijk behoefte bestaat, maar meestal laat ik mij leiden door wat in de aanbieding is of ligt weg te kwijnen in de opruimingsbakken van de Euroshop, het Kruidvat of bovengenoemde Action. Natuurlijk ben ik mij ervan bewust dat China dichter bij Thailand ligt dan bij Nederland, maar op het Thaise ‘platteland’ is misschien niet iedereen vertrouwd met de onuitputtelijke bron van gadgets die men daarvandaan kan halen. Ooit zal de wereld zo geïmpregneerd zijn met Chinese meuk dat ik mij wat anders moet bedenken. Echter, niet al mijn giften komen vandaag uit die milieu- en mensonvriendelijke massaproductie industrie.

Nietjes voor mijn goede vriend Toto

Zo schonk ik mijn vriend de koekenbakker (als in ‘bakt koeken voor de kost’, dus het gebruik van dit woord is geen uitnodiging voor galspuwers om te roepen dat men een vriend zo nimmer noemen mag, alsof dat woord het centrale woord en enige essentiële is van het hele betoog) naast een Amsterdamse hoody (zie de foto) recentelijk een echt fraaie, massieve nietmachine uit mijn privécollectie om zijn plastic cake-verpakkingen mee dicht te nieten, een kleinood dat mij decennia lang trouw had gediend gedurende mijn ambtenaarschap, maar dat nu werkeloos in een lade lag te wachten op een tweede leven. Een echt goede nietmachine gewoon. Ik deed er ook 2 doosjes nieten bij. Mijn vriend was oprecht blij (geen ironie deze keer) met dat geschenk en het trekt nu met hem van markt naar markt en niet er weer lustig op los. Wel was het voor hem onmogelijk om in Thailand de geschikte nieten (model 21/4 uit de oude doos) te vinden bij de kantoorhandel noch online bij de Chinese discounters, dus de volgende vakantie bracht ik hem 30.000 van zulke (made in Solingen-Germany, denk ik) nieten mee, waar hij een tijdje mee vooruit kan, zij het niet voor eeuwig want hij jaagt er heel wat roomsoesjes doorheen per jaar. Dit was dan ook een voorbeeld van een zeer geslaagd geschenk.

Uitdelen langs de weg

Ook T-shirtjes van de Primark of uit de opruiming van Esprit, H&M, Zara, Mango etc. doen het goed in familiekringen en de volgende keer worden ze dan ook demonstratief, maar ook echt van harte gedragen. Weer geslaagd! Mijn vrouw trapt vaak op de rem (ja, ze rijdt ons daar rond, zoals ik haar de rest van het jaar in Nederland rond rijd) als ze een veel ouder iemand een kar vol lege flessen of oud papier over de weg ziet duwen om een paar briefjes van 100 (baht) weg te geven (met mijn volmondige instemming). Lezers die niet gediend zijn van deze vorm van naastenliefde kunnen ervoor kiezen om gereedschap te geven in plaats van geld, of helemaal niks, maar wij nemen ons nu eenmaal de vrijheid om het zo soms aan te pakken. Het is geen imperialisme, neokolonialisme, verlicht despotisme, neerbuigendheid, bemoeizucht, aandachttrekkerij, of welk ander negatief predicaat de vereniging van zeurders zou willen toekennen aan een dergelijke geste (van mijn vrouw); het is een goed mensje, met het hartje op de juiste plek en vanuit dat goede hart trapt ze dan wel eens op de rem. Pure bedelaars voorzien we iets minder vaak van cash, zeker daar waar het jonge krachtige kerels betreft wier enige handicap het gebrek aan werklust lijkt. Maar ook die passeren we soms niet zonder een kleine donatie. Mijn gedachte is dan dat hun leven in duigen ligt, ongeacht ontbrekend arbeidsethos of wat er ook heeft geleid tot hun deplorabele toestand en een klein bedrag dat mij geen pijn doet voor hun (meestal) een opkikkertje in een donkere dag vormt. Mezelf realiserend dat de veel bedelaars geen honger hebben, maar eerder dorst naar alcoholische versnaperingen. Zover de interactie met het bedelvolk.

Eenrichtingsverkeer of toch niet?

Ik illustreer dit ‘essay’ over geven en krijgen met enkele situaties uit mijn eigen leven, zonder daarmee voornamelijk tot uitdrukking te willen brengen hoe genereus ik wel niet ben. Ik loop met niks te koop. Schenken is een geschenk voor de schenker Wat mij vroeger (ik benadruk ‘vroeger’, waarmee ik mij deels distantieer van mijn toenmalige zelf) echter stoorde was de Thaise vanzelfsprekendheid van het in ontvangst nemen, de morele verplichting die ik aan mij opgelegd voelde (maar die ik wellicht aan mezelf had opgelegd) om wat weg te geven, wat mee te brengen om het geschonkene dan vervolgens zonder blijk van waardering en zonder eventueel uitpakken ervan weggemoffeld te zien worden om er vervolgens nooit meer wat over te horen of van te zien.

Ook zwervers bezigen die houding nogal eens; wellicht beschouwen ze het als mijn boeddhistische plicht om voor hun te zorgen, terwijl ik dat geloof noch enig ander ooit heb aangehangen en ook nooit zal doen. Daar stond dan wel weer tegenover dat ik altijd blij verrast ben wanneer een Thaise (mij vaak verder niet bekende) medemens een aangeboden koekje, snoepje of frisdrankje niet afslaat, wat in Nederland eigenlijk standaard wel gebeurt. Ik herinner mij dan dat een geciviliseerde Thai het onbeleefd vindt om je een ‘nee’ te verkopen. In Bangkok heeft dat voor mij wel eens geleid tot grote omwegen in het verkeer omdat de lokale bewoners zich schaamden om te bekennen dat ze de weg net zomin als ik wisten en dan maar gewoon vinger wijzend wat riepen. Misschien geldt dat principe ook voor snoep afslaan, al steken ze het toch meestal gelijk in hun mond, wat meer doet vermoeden dat ze toch net als ik zoetekauwen zijn.

Dat het doorgaans eenrichtingsverkeer is, deert me niet zozeer. Ik sleep toch altijd allerhande pepermuntjes en dergelijke mee in mijn buiktasje en het is vaak beter besteed aan een pezige Thai dan aan een al oewan genoeg farang. Beng beng, zoals ze hier wel eens grinniken en dan grinnik ik lekker mee. Ik ben dan ook zelf veel meer een gever dan een krijger. Dat laatste vervult mij doorgaans met ongemak. Ook al omdat een zeldzaam geschenk soms volledig de plank mis kan slaan qua (mijn) smaak. Altijd bang voor wat zich in dat cadeaupapier verschuilt. Misschien voelen mijn Thaise makkers en familie het ook zo. Ik krijg (gelukkig) ook nooit een geschenk hier (behalve bv gratis roomsoesjes van mijn nietende vriend hierboven). Zit misschien niet zo in de cultuur hier ten lande en een geschenk krijgen is dan wellicht ook bevreemdend qua ervaring? Is er hier sprake van een cultuurverschil? Het blijft moeilijk te doorgronden. Genoeg inkomen versus de touwtjes net aan elkaar kunnen knopen speelt wellicht ook een rol, maar iemand een pleziertje doen hoeft niet veel te kosten en is toch een universeel verlangen? We geven immers ook om ons zelf beter te voelen (klinkt cynisch, maar is toch een erkend psychologisch fenomeen, een secundaire levensbehoefte). Maar vervliegt deze in feite zelf verwennende drift dan bij de landsgrenzen? Een ingewikkelde materie. Ik heb mezelf er in getraind om gewoon te accepteren dat het is zoals het is. Per persoon of per land, maakt mij niks uit.

Geven is (voor mij) leuker dan krijgen.

Dus wat dat betreft kom ik hier (in Thailand) goed aan mijn trekken. Het maakt qua waardering ook een danig verschil hoe je een gift aanbiedt. Ik heb daarvoor een bepaalde methode ontwikkeld die het imago van het geschenk opkrikt middels een passend achtergrondverhaal. Bijvoorbeeld dat T-shirt van Primark of de chocolade van de Aldi is uit Duitsland (kwaliteit, mensen). Een (nieuwe) hoody uit de dumpshop op de Kalverstraat (tegenwoordig outlet genoemd) is niettemin uit Amsterdam (staat er ook groot op). Met die nietmachine heb ik 25 jaar zelf geniet, wat ook gewoon zo is, natuurlijk, maar iemand anders had het ding gewoon bij zijn pensioen in de kliko gesmeten. Ik nam hem, met toestemming van het voltallige management, mee naar huis omdat het apparaatje nog een tweede of derde leven verdiende, want ik kreeg hem destijds zelf al tweedehands en nu heeft het oudje een dierbare vriend verblijd. It’s (vaak) about the sizzle, not the steak. Bij cash donaties is dat sugarcoating niet nodig of mogelijk, maar (terecht) laten doorschemeren dat het niet van een grote hoop komt, voegt waarde toe voor de ontvanger. Een blijk van waardering hoe subtiel dan ook voedt immers als een infuus mijn verlangen om geliefd te zijn, om mijzelf goed te voelen. En als die ander dan ook een beetje blij is, dan zijn er alleen maar winnaars in dit verhaal.

Disclaimer

Ik schenk niet uit arrogantie of uit superioriteitsgevoel. Ik kan goed van mijn pensioen rondkomen, maar ben niet rijk (wat geld betreft). Ik geef niet uit medelijden, maar wel soms uit medeleven, meestal gewoon uit vriendschap of oprechte belangstelling voor het welzijn van die ander. Geschenken (hoe klein ook), komend uit een goed hart, bevorderen de vriendschap (naast allerhande andere factoren natuurlijk). Ze tonen aan de ander dat hij je interesseert en dat je belangstelling hebt voor zijn welbevinden. Lees voor ‘hij’ gerust ‘zij’ als dat beter bij je geslacht past of een willekeurige tussenvorm. Ik schenk natuurlijk niet alleen maar troep aan mijn medemensen. Geen zorgen. Ik wil ze echt een plezier (-tje) doen. Ik verlang niks terug, maar waardeer (niet eis) wel een (nog zo subtiele) blijk van waardering. Ik laat ook qua waarde en frequentie de kerk of tempel in het midden, waardoor er geen afhankelijkheid kan/zal ontstaan. Ik respecteer (nagenoeg) iedereen en ieders cultuur (en ook ieders -goedbedoelde- inbreng betreffende het bovenstaande dat zie ik als een makkelijk te aanvaarden geschenk).

Ik neem hierboven geen (extreem) standpunt in; nee ik observeer, denk over het onderwerp na en deel mijn ervaringen met de lezers. Ik schrijf niet over ‘geven’ om mijzelf rectaal te tooien met pauwveren, maar om een (nu meer dan ooit) controversieel onderwerp te delen met de community hier. Anderen doen het wellicht beter en dat juich ik van harte toe. We moeten allemaal onze eigen keuzes maken als het gaat om hoe we aan onze vriendschappen invulling geven en hoe we staan ten opzichte van de wat minder bedeelde medemens. Het bovenstaande is verder geen waterdichte wetenschappelijke thesis met volledige en uitgewerkte onderzoeksgegevens. Al wil ik het ook geen slap gezever noemen zonder inhoud, de waarheid ligt in het midden. Ik zeg het er voor het gemak, maar bij voordat een andere amateur psycholoog (de tekst niet goed begrijpend gelezen hebbend) me met mijn eigen betoog om de oren slaat, want wie zit er op zo’n ‘geschenk’ te wachten? Ik dus niet.

Over deze blogger

khun Rick
khun Rick
Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.

14 reacties op “Een koffer vol geschenken; De kracht van het geven versus de angst om te krijgen”

  1. EfdeCee zegt op

    Schitterend geschreven, heerlijk om te lezen. Psychologische diepgang? ik weet het niet, maar het zet je wel aan het denken, hier en daar.
    Kudo’s!

    • Rick zegt op

      Bedankt voor je reactie,
      De amusementswaarde is in mijn anekdotes doorgaans wat hoger dan de educatieve….
      Na het laatste woord moet de lezer dan denken: wacht even, wat heb ik nu eigenlijk gelezen? Zich achter het oor krabben en met een bepaald niet precies te plaatsen gevoel verder gaan met zijn dag…

  2. Atlas van Puffelen zegt op

    Mijn vrouw [weduwe met vorige relatie] had dat ook in de eerste vele jaren van onze relatie.
    Veel begrip te veel dacht ik wel eens voor beroepen als bedelaar, vuilnisbakkensnuffelaar, onzinspulletjesverkoper et cetera, nou ja, kortom de beroepen die als persoon niet van acht tot vijf aanwezig waren on the job maar tot wel vaak minimaal zestien uren per dag inhielden.
    Over vele ‘filialen’ waar men wederom hun plek in de hiërarchie en locatie tot het uiterste moest bewijzen.

    Om over koffers die niet te tillen waren met giften, voor de inner kring, maar niet te spreken, godzijdank keken de vliegmaatschappijen vaak de andere kant uit in die dagen.
    .
    Ja, het gaat van oprechte lieden dit soort mensen die hun beroep uitoefenen tot regelmatig keiharde ondersteuning door de firma ‘list en bedrog’ of het in leven geroepen door veelal sportschoolhouders of motorjochies met een organisatorisch vermogen die dit soort zelfstandige een beter leven toe wensen door de verhouding kosten /baten te maximaliseren.

    Er werden in die dagen door vele kleine middenstanders vooral bij de eerste twee beroepen ondersteunende acties gedaan, och het is de Thaise mentaliteit ‘elkaar helpen’
    Het apart verzamelen van plastiek flessen of aangezien men aan het werk was als bedelaar of vuilnisbakkensnuffelaar, het verstrekken van voedselpakketten, ja zelfs het cash betalen van diensten, voor het door andere lieden, natuurlijk illegaal gedumpte vuil in de vuilnisbak terugplaatsen
    Tenslotte wil je als mkb er een fatsoenlijk uiterlijk voor je shop en doe je dat met geven en nemen.
    De heren van de politie kwamen dat ook een beetje controleren, meestal in de eerste dag van de maand.

    Het is hier uiteindelijk een uitstervend beroep geworden, bedelaar, hoewel de vuilnisbakkensnuffelaars het nog goed doen erger nog in de ochtenduren dat beroep en in de middag een tripel A locatie langs de kant van de weg met voedsel of drankjes geeft ze een dagindeling en inkomen waar men schijnbaar vrede mee heeft.
    ‘Arm zijn’ is OOK een keuze, zeg ik maar.
    Voor diegene die echt ledematen missen of niet fatsoenlijk werkende ligt het wat moeilijker.

    De kinderen van mijn vrouw in de puberteit, je zou denken naïef maar nee door de wol geverfd om een manier die zelfs ondergetekende regelmatig de das heeft omgedaan financieel, nou ja, de das, meer wat financiële tegenslagen.
    De jongste een zoon was niet zo dacht ik, hoewel ik heel kort mijn kaarten daar op ingezet had als serieus aanspreekpunt.
    Zijn beroepskeuze was officier in het leger, later veel later begreep ik dat dat zijn methode was om een soort S5 te krijgen.
    Binnen vier maanden weer thuis en klaar nooit meer een woord over ‘An officer and a gentleman’ gehoord.
    Voor de nieuwe generatie, dat was een waardering [S5] voor je geestelijke gesteldheid en reden om afgekeurde te worden in de toen nog aanwezige dienstplicht in Nederland, in Thailand bestaat zoiets ook voor beroepsopleidingen, S5.
    Hij heeft daarna nog taxichauffeur willen worden, maar zag de zin van een rijbewijs niet zo in.

    De meiden mochten na diverse ‘O ja, erg leuk’ meestal zelf wat kopen toen ik nog de vakantieman was.

    Als vaste bewoner van dit land heb ik mij met vele zaken al ‘overgegeven’ aan dat soort opvoedkundige en culturelen zaken die jij vermeld.
    Tegen een mobieltje aanpraten terwijl de tegenpartij allang heeft opgehangen.
    Na een paar minuten of uren later erachter komen dat mister ‘natuurlijkweetikdat’ het helemaal niet zo goed wist.
    En vele andere zaken die in ons welopgevoeden Nederland niet zo gedaan worden.
    Hoewel ik in mijn blijvende interesse in het welzijn van het geboorteland via de digitale highway toch wel eens de indruk krijg dat het geven en nemen van kleinigheden tot grootse zaken in een minder positieve spiraal terechtkomt.

    Ik ben een financieel ‘vluchteling’ in die zin dat op twee fronten een huisvesting er op na houden mij boven de pet ging.
    En had al snel door dat het ook je grijze massa zwaar beïnvloed bij vele buitenlanders die ik in de kennissenkring heb en had die ‘overwinteren’.[Niet allemaal natuurlijk]
    ‘Thuis’ was vaak niet hier, schouderophalend met soms waterige ogen.

    • Rick zegt op

      Bedankt wederom voor je uitvoerige en als altijd zeer ludieke reactie, die gerust een inzending op zich genoemd kan worden qua inhoud en stijl!
      Als het mogelijk was zou ik je voordragen voor de ‘Thailandblog Pullitzer Prijs voor Beste Commentaar.’
      Dit soort feedback is het geschenk voor de man die urenlang op zijn gsm zit te prutsen, zich verdacht maakt bij zijn vrouw en al last krijgt van vergroeide duimgewrichten, alleen om het lezersvolk van deze blog te animeren. Ik salueer deemoedig!

  3. GeertP zegt op

    Schitterend geschreven Rick, de zoveelste luchtballon van de regering.
    Hoe wil je gaan handhaven?
    Ik maak zelf wel uit of ik geef,veel mensen hier kunnen niet anders, er is bijvoorbeeld geen reclassering.
    Hier bij mij in het dorp is er een vuilnisbaksnuffelaar die gewoon nergens aan de bak komt omdat hij één keer een fout heeft gemaakt en daarvoor in he gevang heeft gezeten, prima vent ,ook nog eens veel te slim voor het werk dat hij doet,als ik een bedrijf had gehad zou ik hem zo aannemen.

  4. Annemarie zegt op

    Deze stukjes doen me denken aan een schrijver jaren geleden, De Inquisiteur.
    Beschaafd (politiek) correcte stukjes vol met vragen over het leven in Thailand.

    Sawadee Ka
    Annemarie.

    • Rick zegt op

      Bedankt Annemarie,
      Ik treed graag in zijn voetsporen zonder hem zelf gekend te hebben. En daarna geef ik het stokje zelf weer door….

  5. Bert zegt op

    Toevallig deze week bij Superrich geweest om een aantal biljetten uit andere landen (Vietnam-Laos-China-Japan-Cambodja en Indonesië) overgebleven bij reizen uit een ver verleden om te wisselen voor Thaise baht.
    De juffrouw wist mij te vertellen dat de biljetten alle nog wel geldig waren in eigen land, maar te oud om bij hun te wisselen. Jammer, was toch een kleine thb 5.000 waard.
    Later die dag gingen we ergens wat eten en de parkeerhulp was duidelijk geen Thai en mijn vrouw sprak haar aan uit welk land ze kwam. Vietnam kwam ze vandaan en dus kreeg ik de opdracht om al het Vietnamees geld aan haar te geven. Haar man kwam er bij (ook parkeerhulp) en toen ze zagen dat we een envelop vol hadden vroegen ze of ze ook uit Laos mochten hebben. Mijn vrouw keek me aan en ik begrip haar hint en gaf de gehele envelop. Hun konden dat wel wisselen zeiden ze.
    Nou die mensen blij en wij ook met een goed gevoel gaan eten.

    • Rick zegt op

      Grappige, zij het was kostbare ervaring, Bert.
      Jouw geld zal vast goed besteed worden door het stelletje en ze hebben dit ‘probleem’ ook nig eens belangeloos voor je opgelost. Een ware win-win situatie dus.

  6. Rick zegt op

    Bedankt voor je vriendelijke reactie Geert,
    Wellicht komt er een anti-bedel afdeling bij de dorpspolitie om de inhoud van je beurs vóór en
    na het uitlaten van de hond te controleren….
    Ik was gisteren in Aken en daar zit ook op iedere hoek een hongerige bedelaar of ze komen agressief op je af en eisen een bijdrage.
    Een aantal van hun ‘verdient eerlijk de kost’ en zoekt statiegeld flesjes, ook in de ondergrondse afvalcontainers die ze openen met een speciaal sleuteltje dat normaal wordt verstrekt aan de mederwerkers van de stadsreiniging.
    Gisteren was daarbij kennelijk wat mis gegaan en moest er politie en een ambulance aan te pas komen in het winkelcentrum van de stad. Deksel op de vingers gekregen of klem komen te zitten? Of gewoon een andere medische complicatie veroorzaakt door
    de ongezonde levensstijl? Ik ben maar niet gaan informeren; het blijft toch altijd een smet op je zonnige eigen dag….

  7. Arno zegt op

    er zit overal kaf onder het koren.
    Onbetwist zullen er echt mensen zijn welke echt aan de bedelstaf zitten.
    Maar bij een aantal heb ik mijn twijfels en is het ook bewezen.
    Diversen zijn te vergelijken met de bedelaar welke door Eddie Murphy uitgebeeld word in een film.
    Op de knieën zittende op een plank met wieltjes als zijn verlamd niet kunnen lopen.
    Zwarte bril op de neus als zijnde blind.
    Doch toen twee politieagenten hem onder de oksels oppakten en op zijn benen zetten, liep hij weg, luid roepende “Prais the Lord, a miracle has happened, I can walk, I can see”

    Gr. Arno

    • Rick zegt op

      Klopt helemaal, Arno.
      Ik was onlangs in Brussel en er liep een Quasimodo-achtig type rond in kleding van die tijd. Lopen is in die samenhang een eufemisme, zijn benen staken alle kanten uit en een wandelstok compenseerde voor de onbalans. Het zag er allemaal wat oncomfortabel uit. Hij bedelde in een mij onbekende taal, het klonk als Latijn, maar welke vakman zou vrijwillig kiezen voor een dode taal, die hoogstens door een paar priester studenten verstaan wordt? Als zijn tijdelijke werkplek niks meer opleverde, liep hij plots als een kievit naar een ander filiaal van zijn onderneming om daar dan weer een onbeholpen strompelaar te worden. Ik ben hem zeker drie keer tegen gekomen op mijn wandeling. Omdat hij er wat akelig uitzag, twijfel ik aan zijn beroepskeuze en succes, maar wie weet….

  8. Hans Pronk zegt op

    Geven van cadeautjes is niet echt een gewoonte in Thailand, althans dat merk ik als Isaan-bewoner. En verjaardagen worden veelal niet gevierd. Wel wordt er bijvoorbeeld een bijdrage gegeven bij feesten om de kosten te dekken. En natuurlijk giften aan tempels. Die giften aan de tempels komen gedeeltelijk ten goede aan de armen.
    En nu en dan wordt er door bezoek wat drank of eten meegenomen maar dat beperkt zich wel tot de mensen die het zich kunnen veroorloven. En een enkele keer krijg ik bijvoorbeeld een T-shirt of een amulet, maar dan niet voor een speciale gelegenheid zoals een verjaardag maar op een willekeurig moment.
    Er wordt wel veelal gegeven in noodsituaties. Zo hoorde ik jaren geleden dat een echtpaar bij een verkeersongeluk om het leven gekomen was; de kinderen werden opgevangen door de grootouders en in de omgeving werd geld ingezameld voor die kinderen. De mensen steunen elkaar hier.
    Zelf geef ik zelden cadeautjes maar beperk ik me zoals veel Thaise mensen tot geven wanneer het nodig lijkt. En is het gezegde niet: “het is beter te geven dan te ontvangen”? Daar zit veel waars in, maar dat geldt niet voor cadeautjes, althans voor mij.

    • Rick zegt op

      Bedankt voor je doordachte reactie Hans,
      Ik denk dat jouw ervaringen tamelijk representatief zijn. Onlangs wilde mijn vrouw haar moeder verrassen met een klein feestje ter ere van haar 72ste verjaardag (leeftijd door beide dames samen ingeschat). Moeder leeft in Udon en mijn vrouw al bijna 25 jaar in Nederland. In het dorpscafé werd de taart zolang in de koeling geparkeerd totdat het grote moment aanbrak en ‘happy birthday’ uit de speakers knalde. Moeder keek nieuwsgierig om zich heen wie de feestneus dan wel niet was. Pas toen ze de taart voor de neus kreeg gehouden om de 72 kaarsen uit te blazen daalde de realiteit in om later thuis tot het volle besef te komen, dat ze weer een jaartje ouder was geworden (72 jaar klopte, na controle van haar ID-kaart).
      Cadeautjes weg geven; ik gaf al aan wat mijn motivaties zijn en ook dat iedereen daarin zijn eigen gevoel moet volgen. Het jouwe sluit daarbij beter aan bij de Thaise cultuur, maar dat mag voor mij de pret niet drukken. Ik ga gewoon stug door, al is het in de loop der jaren wel wat minder enthousiast geworden…ook van mijn kant….


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website