Een Isaans dorpsleven
De Inquisiteur mag zeggen dat hij goed geïntegreerd is in dit Isaanse dorpje midden in de driehoek Udon Thani/Sakon Nakhon/Nongkai. Iedereen kent hem bij naam, ze groeten hem spontaan, maken graag een praatje, alhoewel dat langer duurt dan normaal wegens de taalbarrière, die hoofdzakelijk de fout van De Inquisiteur is.
Kortom, De Inquisiteur is aanvaard als dorpsbewoner, nu ja, een farang met zijn paar eigenaardigheden.
Wat minder is dat De Inquisiteur vaak problemen heeft om hun namen te onthouden. Dat kan ook komen, omdat hij in het begin mensen dikwijls een zelfbedachte nickname gaf die nu ook vaak gehanteerd wordt door het lief. Dan is ze zeker dat hij de juiste persoon kent wanneer ze wat te bespreken heeft. En door haar shop komt De Inquisiteur veel te weten, de winkel fungeert ook vaak als cafe of vergaderruimte.
Het dorpje is klein, een gehucht van de gemeente Nakham. Nong Feak, De Inquisiteur vindt dat een leuke naam.
Tino Kuis mag het me niet kwalijk nemen, al tientallen malen gevraagd wat de achtergrond van die naam is, maar De Inquisiteur krijgt er nog steeds kop noch staart aan. Zou iets te maken hebben met moerassen?
Er staan ongeveer tweehonderdvijftig huizen, de meeste in de dorpskern waar korte straatjes de norm zijn, er loopt geen enkele drukke straat doorheen het centrum.
Maar ook een deel woningen aan de rand zoals huize Inquisiteur en een aantal boerderijen verderaf gelegen.
Een pittoreske dorpskern met houten huizen en veel groen, mooi zelfs, mits een kleine opknapbeurt met behoud van de stijl zouden ze kans maken om als werelderfgoed erkend te worden denkt De Inquisiteur vaak.
In de omgeving bochtige wegen, traag stromende grachten en beken, een meanderend riviertje. De rijstvelden mooi onderbroken door bomen, die ze laten staan om een schaduwrijke rustplaats te hebben tijdens de arbeid. Gammele hutjes ook, meestal gezet in gemeenschap met restmateriaal om de grazende runderen in de gaten te houden. Nog veel bossen ook, de meesten gecultiveerd maar ook een klein woud dat beschermd is.
Zo’n kleine gemeenschap is een weerspiegeling van de wereld qua mensen, maar makkelijker om te observeren. Je hebt de werkers en je hebt de luieriken. Je hebt er met zin voor de gemeenschap en er zijn er die daar zich niets van aantrekken. Er zijn de durvers en er zijn de berustende. En er zijn mensen die nooit drinken en er zijn zuiplappen.
Deze laatsten zorgden voor een vreemd fenomeen de afgelopen twee jaar.
Toen De Inquisiteur hier in het begin was dacht hij dat zowat iedereen zichzelf te pletter zoop. Dat kwam door meerdere zaken: de foute verhalen van mensen die dat blijven beweren, hij was overweldigd door een soort tijdelijke cultuurshock en eerlijk – hij had destijds alleen oog voor het lief. Bovendien leken de mensen hier op elkaar vond hij, kwam er nog bij dat hij niks verstond van wat ze vertelden. Langzaamaan kon De Inquisiteur dat hardnekkig vooroordeel van zich afzetten. Natuurlijk drinkt niet iedereen hier alle dagen als een gek. Feit was dat vlak naast zijn nieuwe woning Poa Sid woont die met zijn gade een piepklein ‘woonkamer-winkeltje’ uitbaat en op zijn erf graag mensen heeft. Die lokt hij door gratis te koken, een ganse dag door, van ’s ochtends vroeg tot ‘s avonds.
De notoire drinkebroers maken het grootste deel uit van zijn klandizie, in het totaal een man of tien inclusief Poa Sid zelf. Dat er af en toe iemand afkomt om ook eens een enkel glaasje te drinken is normaal, zijn erf is als een soort cafe. Beetje bij beetje begon De Inquisiteur de echte zuipschuiten te herkennen: Jaa, Leun, Piak (broer van het lief), Poa Deing, Poa Wat, Sak, Poa Mu, Tii, Khom, … . Ook een enkele dame: Wan, en ook een paar vaste mannen uit een naburig gehucht.
Deze kerels werkten nauwelijks, enkel wanneer hun krediet bij Poa Sid en in de dorpsshop afgesloten werd verhuurden ze zichzelf als dagloner – als er werk was.
Er was toch altijd wel iemand die wat geld op zak had om een fles lao khao te delen.
Het fenomeen begon met Tii. Die kreeg er zelf genoeg van om alle dagen dronken te zijn en ging naar een bepaalde tempel in de buurt. Om een gelofte af te leggen: geen alcohol meer, levenslang. Die ceremonie heeft De Inquisiteur al eens beschreven in een ander blog. En zie, Tii houdt vol, voelt zich veel beter, en ondanks het feit dat Isaaners nauwelijks kritiek geven op dronkenschap ondervond hij dat hij meer respect kreeg in het dorp.
De volgende was Poa Mu, de varkensboer. Beer van een vent, maar een onbetrouwbare handelaar in varkens. Ooit presteerde hij het onmogelijke: voor een tambun in de grote tempel had men twee biggen bij hem besteld, die hij de dag voor de ceremonie moest leveren. Dronken als hij was vergat hij het en verkocht de biggen om zijn schulden te betalen. Geen tambun-varkens, een ramp en deze maal werd er toch wel wat af geroddeld. Poa Mu besloot om Tii te volgen, naar de tempel, levenslang geen alcohol meer.
Nog geen maand later: Khom gaat naar de tempel om dezelfde gelofte af te leggen, enkel, hij doet het voor drie jaar. Khom kreeg problemen in zijn relatie, zijn vrouwtje is een echte schoonheid en die wou hij niet kwijt. Nu is Khom een ijverige metaalbewerker en leeft in harmonie met zijn gade.
Ook Piak, broer van het lief, kwam onder druk te staan. Mede door De Inquisiteur. Die was zijn profitariaat danig beu en op een bepaald moment kon De Inquisiteur zich niet houden, hij voerde hem een week lange alle dagen lao khao zonder dat iemand anders het wist. Piak kreeg deliriums, zag geesten en geraakte fysiek onderkomen. Zijn moeder en het lief overtuigden hem: naar de tempel. Twee jaar zal Piak geen alcohol nuttigen.
Piak hield vol, doch na die twee jaar begon hij weer te drinken. In eerste instantie bier, maar al vrij snel, vanwege de prijs, terug aan de lao kao. Hij was weer de oude: profiteren van zijn moeder en zus. Dronken in onze shop zitten, andere mensen schofferen. En op een avond doet hij dat ook bij De Inquisiteur. Tsja, nogal impulsief maar De Inquisiteur verkoopt hem een pak rammel. Voor de ogen van zijn moeder en het lief. En hop, de volgende dag weer naar de tempel. Levenslang zonder alcohol is het doel.
Piak’s boezemvriend Leun begon ook zelf in te zien dat zijn leven anders kon doch durfde de stap niet aan. Het kost zijn oude moeder heel wat overredingskracht, vele buren helpen haar. En De Inquisiteur geeft de doorslag wanneer de moeder haar zoon nog maar eens probeert te overtuigen terwijl ze op het terras van de shop zitten: ‘als je nu direct gaat Leun, breng ik je’. Anders moeten ze een rit van veertig kilometer naar die tempel met een gammel brommertje overbruggen. En hop, ook Leun is vrij van alcohol.
De voorlopig laatste in rij is Sak, broer van Leun. Zijn lief vrouwtje kwam op een dag melden dat ze thuis weg wou en graag in de sala van de shop wou slapen. Echt. Ze kon er niet meer mee leven. Sak is wanneer hij nuchter is een normaal iemand, werklustig, vrolijk – maar een klier van een vent eens gedronken. Hij hield het nog twee dagen vol, dan komt hij tevoorschijn, nuchter, praat een poosje met zijn vrouwtje en jawel hoor, tempelwaarts. Ook Sak is vrij van alcohol nu.
Nu zijn er in het dorp niet echt veel zuipschuiten meer over. Jaa en Poa Deing zijn gewoonweg hopeloos verslaafd en willen geen gelofte gaan afleggen, zelfs niet voor drie maanden of zo. Poa Wat drinkt ook nog steeds maar kan het zich veroorloven om bier te consumeren in plaats van de verslavende en zware lao kao. Ook Wan, die gekke dame, blijft aan de slag. Alleen heeft zij vaak niet de middelen om te drinken en dan wacht ze op betere tijden. De mannen uit de naburige gehuchten zijn nog de lastigsten: zij proberen keer op keer hun oude drinkmakkers aan te zetten om mee te doen, maar voorlopig blijft iedereen die een gelofte aflegde er trouw aan.
Natuurlijk zijn er nog wel stevige drinkers zoals Luu, Samak, Joo, … . Doch die laten hun werk niet vallen, onderhouden hun relatie, dragen zorg. Deze mannen gaan graag jagen met hun overjaarse buksen, dat doen ze een keertje of twee per week. Komen ze tegen sluitingstijd wat flessen bier of lao halen, showen dan graag hun buit en bereiden het vlees op een open vuur. Gezelligheid troef, doch ze stoppen altijd op tijd, morgenochtend ligt er werk te wachten weten ze.
Voor de rest drinken de dorpelingen enkel bij speciale gebeurtenissen, heel af en toe nog eens dat ze zonder aanleiding beginnen, dat wil zeggen, iemand heeft voldoende geld en zin om te delen. Doch dat loopt nooit uit de hand, ze worden enkel vrolijker en praatzuchtiger en na een paar uurtjes trekken ze huiswaarts.
De Inquisiteur vindt het een vreemd fenomeen.
Waarom enkel hier in het dorp zoveel drinkers die plotseling besluiten om er wat aan te doen? En dit binnen een tijdsbestek van zowat twee jaar? Navraag bij het lief of dat vroeger ook wel gebeurde – blijkt het van niet, ook haar moeder kan zich niet herinneren dat veel mensen tegelijk naar de tempel gingen om het drinken af te zweren. Het vindt ook niet plaats in de omgevende gehuchten, familie van het lief wist dat te vertellen, die verbazen zich er ook over.
Zit er dan toch sociale druk achter? Worden ze dan toch wat meer bewust door de talloze campagnes? Is het financieel?
Doch net als de betrokkenen en hun families vindt De Inquisiteur het een goede zaak. De vrolijkheid in het dorp is er niet op achteruit gegaan. Mooi zo.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Leven in Thailand24 december 2019Winter in Isaan: Kerstmis
- Leven in Thailand22 november 2019Winter in Isaan (8)
- Leven in Thailand16 november 2019Winter in Isaan (7)
- Leven in Thailand12 november 2019Winter in Isaan (6)
Mooi verhaal weer, meneer Inquisiteur. Ik kan melden dat ik gestopt ben met roken, al een half jaar!
Al die namen! Kom laat liefje-lief dat eens in Thaise letters schrijven en hier naar toe kopiëren.
หนอง nong (stijgende toon) is natuurlijk moeras, terug te vinden in heel veel Thaise plaatsnamen, zoals Nong Khai, Nong Bua Lamphu enz. enz. Moeras was en is een belangrijke plaats voor de voedsel voorziening.
Ik kan หนอง นา คำ Nong Na Kham vinden: een district (gemeente, amphoe) in het uiterste noorden van de provincie Khonkaen, tegen de grens met de provincie Nong Bua Lamphu aan, op weg naar Sakon Nakhorn en Udon Thani. Klopt dat? Naa is rijstveld en kham is goud. Het Moeras van de Gouden Rijstvelden. Neem nog een slokje. De naam Na Kham komt eindeloos veel voor in Thailand
Nong Feak, หนอง แฝก ??, kan ook น้อง nong met hoge toon zijn. Geen idee. Proost!
Wat opvalt , als in een klein dorp woont
Dat je de mensen, na verloop van tijd beetje leert kennen.
Ook in het dorp waar wij wonen, is gelijkbaar in grote als die jij beschrijft.
en zie toch veel veelal mannen , met een gewoonte om al heel vroeg in de morgen
de sterke drank zitten te nuttigen,
waarbij er al voor enkelen de tempel geen oplossing meer voor is.
Bij die vaste groep veel drinkers, zie nu ook een falang zitten.
weleens een praatje met hem gemaakt .
Hij geeft ook toe , kan geen dag beginnen zonder drank.
De meeste verslavingen hebben meestal geen happy eind.
Buiten misschien verslaafd zijn aan massage met een happy eind
Leuk verhaal heb je altijd.En zo te zien woon je super landelijk en mooi.De stijl van de huizen vind ik schitterend.Nog heel veel fijne jaren in thailand waar wij zelf ook graag heengaan.Alleen effe pauze vanwege de bath ha ha Maar komt wel weer.