‘Dromen van Lumpini’

Door Lieven Kattestaart
Geplaatst in Leven in Thailand
Tags:
17 oktober 2024

Eind jaren negentig van de vorige eeuw, nog blakend van farang-ijver, heb ik ooit een poging gedaan mijn snelgroeiende pensje weg te werken. Dit almaar uitdijende verschijnsel werd vooral veroorzaakt door inname van plaatselijk verkrijgbare hartvervetting, vergezeld gaande van niet geheel verantwoorde Thaise graanproducten.
Die laatste vloeibaar en licht alcoholisch van aard.

In die vakantie, weer eens op bezoek in de Isaan, had ik het ondanks de gezelligheid na een poosje wel een beetje gezien.
De eerste verschijnselen deden zich voor na het iets te lang blootgesteld zijn aan het betere hangmatwentelen onder schoonma’s mangobomen, resulterend in verrassend afmattende periodes van oeverloos navelstaren.

Aldus dreigde verveling de overhand te krijgen, iets waar men zoals u weet te allen tijde voor dient te waken, zeker tijdens het verdampen van de karige vakantiedagen.

Om dit voor te zijn opperde ik aan vrouw Oy een korte tussenstop in bruisend Pattaya, als welkome afwisseling van hanengekraai in de morgen, en stoffige bultrunderen bij avond.
Dit voorstel, door mij voorzichtig doch doortastend gebracht, kon haar goedkeuring echter niet wegdragen.

Zij had het namelijk wél naar haar zin.
Prima zelfs.
Heerlijk roeren in stomende pot of pan, daarbij al kaartspelend en de laatste dorpsroddels uitwisselend de lome dagen laten verglijden onder de Thaise zon.

Het werd me dan ook al snel duidelijk dat het onbegonnen werk was te proberen eega los te weken van haar wedergevonden paradijs.
Wég visioenen van Pizza-Hut, ongebreideld shoppen bij de Big C, en jammerlijk ten prooi vallen aan menig dijenknedende Pocahontas in airco-gekoelde massagesalon.

Ach, hoe wreed is het lot van de goedwillende echtgenoot die dit alles wordt ontzegd, na het hebben doorstaan van zoveel Isaanse ‘dolce far niente’.

Maar zie, er bleek nog een andere mogelijkheid de nu rap naderende pestilentie der ledigheid te verdrijven.
Deze werd zowaar aangedragen door vrouw Oy zelf, ziende dat ik me begon te irriteren aan kleine dingen, en vrezende dat ik haar Isaanse idylle zou gaan verstoren.

Waarop zij haar unieke plan te berde bracht.
En wel mijn eigen voornemen om nu eindelijk eens wat af te vallen, en het samensmelten daarvan met de zovaak getoonde interesse in het Muay-Thai gebeuren.

Dit laatste natuurlijk genoeglijk gezeten voor de Thaise treurbuis, met een versnapering binnen handbereik. Op die momenten dat schoonma eens niet haar tranentrekkende soapgebeuren wenste te aanschouwen.
Die momenten waren echter schaars, gezien de overvloed aan ellende die rijke families in Bangkok altijd schijnt te moeten overkomen.

Het niveau van de acteurs daarbij al net zo onwaarschijnlijk slecht als het gebruikelijke plot, zijnde het arme dienstmeisje dat de rijke zoon des huizes weet te strikken.
Zelf schat ik de kans op het tot stand komen van een dergelijke relatie gelijk aan de kans ooit nog eens onbuigbaar bestek aan te treffen in een Thaise eetgelegenheid.
Dus ergens op moleculair niveau.

Dit grootse plan van Oy, er voor mij een doe-vakantie van te maken door het nuttige met het beslist onaangename te verenigen, werd door mij dan ook omhelsd als ware het een jarenlang afwezige boezemvriend.

Rondvragend in het dorp kwam ze al snel op de proppen met mijn nieuwe fitness-trainer.
Deze, Bo genaamd, en mager en gespierd als een panter bleek een kenner bij uitstek.
Na jarenlang het beroep van professioneel bokser te hebben uitgeoefend, en ettelijke keren het strijdtoneel in Lumpini-stadium te hebben verlaten met de overwinning in de knuistjes was er dan ook in de verre omtrek geen betere beul te bekennen.
Momenteel zonder werkzaamheden thuiszittend, dus geknipt als coach voor een niet door enige kennis der bokssport gehinderde farang.

Waarop het volgende scenario zich ontvouwde.
Onboeddhistisch vroeg uur, onder begeleiding van uiterst schor hanengekraai en aarzelend schemerlicht, wachtend op mijn trainer. Die niet veel later op zijn reutelende brommertje arriveert, waarop het eerste onderdeel dat op het programma staat een aanvang kan nemen.
Vier kilometer rennen over de lokale dreven.

Die eerste meters joggen in de nog ietwat frisse ochtendlucht en de Thaise zon knipogend op ons neerkijkend, bleken achteraf het beste moment van de dag.
Daarna werd het stukken minder.

Zweten, zwalken en door middel van amechtig hijgen proberen de vluchtheuvel van schoonma’s erf weer te bereiken, daarbij coach Bo met zijn tweetakt-pruttelaar constant op mijn hielen.
Dat hij zelf niet meerende had een eerste waarschuwing moeten zijn, maar ik zie de dingen graag groot, dus dit kleine detail ontging mij geheel.

Eenmaal terug, transpirerend als een otter in een stoomcabine, geen rust.
Stoten en trappen tegen de inderhaast aangeschafte bokszak, touwtjespringen, meedogenloos sparren en daarbij door trainer fijntjes gewezen worden op mijn niet bestaande Muay-Thai talenten.

De rest van die dag de geteisterde spieren proberen te ontzien, om dan rond vieren ’s middags dit helse scenario nog eens dunnetjes over te doen.
Dit keer zonder joggen, maar wel met een hardhandige massage ter afsluiting. Helaas niet door lieflijke dameshanden, maar door de knokige knuisten van coach, die met zijn duimen als spijkers zowat door me heen drukte.

Het moet gezegd, hierna voelde mijn lijf gelukkig nog een heel stuk pijnlijker aan, wat best eens het doel van een dergelijke massage zou kunnen zijn.
Menig bokser schijnt dan ook bevreesder voor eigen masseur dan eender welke tegenstander, wat waarschijnlijk ook de reden is dat men altijd zo vlot de ring instapt om klop te krijgen.

Die avond zat ik als een soort menselijk wrakhout aan het buitentafeltje, alwaar mijn lieve schoonmoeder ter compensatie met een ijskoude halve liter Singha kwam aandragen. Het moeilijkste moment van de dag bleek aangebroken, en wel om hier nee tegen te moeten zeggen.

Zelden zag gerstenat er beter uit dan dit condensdruipende gebeuren, en alleen al de aanblik ervan degradeerde elke prijswinnende brouwers-reclame tot zielig broddelwerk in de marge.

De innerlijke strijd werd iets verlicht door het ook meteen in beeld verschijnen van vrouw Oy. Die, zo liet ze me vriendelijk weten, deze trainende twijfelaar een ere-plaats op het ‘streng alcoholvrij-dieet’ had weten te bezorgen.

Dankbaar voor zoveel echtelijke steun in barre tijden bleek ik in staat tot manmoedig weigeren van het vergif in voordeelverpakking, waarna ik met lede ogen mocht aanzien hoe het heerlijks nu richting zwager Oeth en diens onblusbare binnenbrandjes verdween.

Zo regen de hete Isaan-dagen zich aaneen.
Zon op, brommergeluiden, joggen, sparren met coach, en naderhand wankelend van uitputting proberen net te doen of dit leuk was.
Bo toonde mij als verfrissend tussendoortje en om de moed erin te houden de dikke lagen eelt op eigen scheenbeen, overblijfselen van het jarenlang tegenstanders de hoek in trappen.

In een echt gevecht, daar kwam ik al snel achter, had ik het nog geen tien seconden tegen hem uitgehouden. Ook al geen oppepper voor mijn ego, dat dezer dagen sneller kromp dan een te heet gewassen sportbroekje.

De weekenden had ik gelukkig rust, en dat was ook hard nodig.
Vrouw Oy sloeg mijn gezwoeg intussen met plezier gade.
Vooral omdat ik mijn eerdere Pattaya-ideetjes van slemp&sloerie niet meer te berde bracht, maar om eerlijk te zijn had ik daar ook beslist geen puf meer voor.
Erger nog, ieder brommertje dat in dat weekend voorbij tufte had op mij een soort Pavlov-effect, resulterend in lichte hyperventilatie en zware neiging tot zelfreflectie.

Zodoende twee lange, lange weken genoten van coach Bo’s bezielende boksleiding. Het abrupte einde dat volgde verraste eenieder, niet in het minst mijzelf.

Die bewuste vrijdagmiddag, omringd door een halve hockeyvereniging aan dorpsjeugd die ook werd getraind door Bo, al sparrend doorgebracht op schoonma’s erf.

Dat bijles geven aan Thailand’s toekomst leverde overigens weinig op, want velen gaven al gauw de pijp aan maarten zodra men erachter kwam hoe slopend het hele gebeuren was.
De handschoenen na een paar dagen weer vrolijk aan de wilgen hangend, teneinde het lollylikken en bepotelen van de Game-Boy weer een kans te geven.

Wat ik trouwens meer en meer begon te begrijpen, gezien mijn gruwelijk geschaafde scheenbenen, protesterende spieren en bij tijd en wijle overuren makende hartslag.

Het einde der zelfgekozen beproeving bleek echter nabij.
Doordat mij als kers op de taart per abuis een rechtse directe tegen mijn onbeschermde kroonjuwelen werd gepresenteerd door een twee turven hoge boks-opponent.

Waarna we elkaar met open mond aanstaarden.
De jongeman in kwestie omdat ik ineens op gelijke hoogte met hem zat, en ikzelf omdat zoiets vanzelf gaat als er een pony tegen je edele delen trapt.

Een bezorgde Bo snelde naderbij, maar ik gebaarde zwakjes dat ik oké was.
Het in deze Thaise situaties zo aanbevolen ‘mai pen rai’ kreeg ik echter met geen mogelijkheid over de lippen, heel vreemd.
Gezakt zijnde voor dit examen, en inwendig mijn beurse knikkers natellend, besloot ik dat het welletjes was voor deze week.
Hoog tijd voor innerlijke beschouwing, bespelen van luit en tamboerijn en een al veel te lang uitgesteld bezoek aan vriendje hangmat.

De jeugdige klokkenluider en zijn kompanen zaten even later aan een druipend waterijsje voor de door hen betoonde ijver, al dient gezegd dat wat mij betreft de inzet van sommigen best iets minder had gekund.

Die avond, nauwelijks bekomen van het erf-debácle, werd ik wederom geveld.
Dit keer door buikloop.
Kotsend, kwijlend, en halve en hele uren op het toilet doorbrengend, was ik de daaropvolgende ochtend geen schaduw van mijn vrolijke zelf.
Het heerlijke vrije weekend aldus in rook opgaand door verplichte oefeningen op de onderdelen bedbevuilen en wasbakhangen.

Coach keerde die maandagochtend dan ook onverrichter zake huiswaarts, na het vernemen van mijn lichamelijke malaise. Zijn brommertje verdween iewat mistroostig in de koele ochtenschemering, de bestuurder ervan hopend op betere tijden.
Die kwamen echter niet, omdat de nasleep van het bedlegerig zijn me de energie van een lekke batterij gaf en alleen al het denken aan sport een schier onmogelijke opgave bleek voor mijn nog nabevend gestel.

Zo ging mijn kortstondige carrière als amateuristisch peutengever uit gelijk een Thaise nachtkaars, en bijna net zo snel.

Kort daarna vertrokken we richting Sodom en Gomorra aan zee, alwaar ik dan toch eindelijk de geneugten des levens weer een beetje op zou kunnen pakken.
Uitgezwaaid door schoonma, menig buur en mijn sinds kort weer werkeloze coach.

Die laatste met een fikse stapel bahtjes voor verleende diensten in de hand. Waarvan hij meteen een gedeelte in de dorpswinkel besteedde om daar nog snel drie flessen Chang voor mij te ontvoeren.
Dat de meeste Thai aardige mensen zijn was u vast ook al opgevallen.

Later, eenmaal aangekomen ter plaatse, kwam ik op de fossiele hotelweegschaal tot de ontdekking maar liefst zes kilo lichter te zijn dan vóór het afreizen naar de Isaan.
Op de valreep toch nog een kleine overwinning behaald, zij het dan op mezelf.

Met trots werd dit gegeven overgebriefd aan Oy, die het ook geweldig vond.
Niet dat deze toestand van gewichtsloosheid lang standhield. Binnen de kortste keren was ik namelijk weer op mijn oude formaat.

De oorzaak daarvan?

Er zijn er vele, maar niet in het minst de sublieme kookkunst van vrouwlief.

Daar valt voor deze Lumpini-dromer namelijk ook al niet tegenop te boksen.

Over deze blogger

Lieven Kattestaart
Lieven Kattestaart
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.

Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.

Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.

3 reacties op “‘Dromen van Lumpini’”

  1. GeertP zegt op

    Heerlijk verhaal Lieven, ik zie het helemaal voor me,de Rocky van de lage landen achter een brommertje aansjokken,hopelijk is het een wijze les geweest en kom je bij de volgende verveling op andere gedachten.

    • lieven kattestaart zegt op

      Hoi Geert,
      Het dateert al van flink wat jaren geleden, en tegenwoordig heb ik gelukkig andere manieren gevonden mezelf bezig te houden tijdens bezoekjes aan schoonma in de Isaan.
      Dank voor je mooie
      reactie ( en jij ook Rick)

      Groet, Lieven

  2. Rick zegt op

    Wat een avontuurlijke vertelling weer, Lieven.
    Een verhaal met een moordtempo….als in de achtbaan op een opgevoerde Kreidler….even bijkomen…applaus….dutje doen…


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website