‘De magneet die Thailand heet’
Thailand.
Voor velen in mijn familie en directe omgeving een ‘ver van mijn bed-show’.
Een plaats waar men in hun beperkte optiek slechts aanlandde voor drie dingen.
En wel ‘dames van verdienste’, beroofd worden van je laatste cent, en als hekkensluiter: een opzienbarende voedselvergiftiging oplopen.
Niet persé in die volgorde, want volgens velen gaan punt één en twee hand in hand.
Toch is de magneet die Thailand heet vaak in staat gebleken degenen die er aanmeerden niet meer los te laten.
In den beginne ontmoette ik een medewerker van de plaatselijke Rabobank. Die me, tijdens het gladjes door de strot duwen van een verzekering die me zou behoeden voor de gevolgen van bedrieglijke bankbreuk en ontploffende bitterballen, vertelde ook Thailandganger te zijn.
Hij voegde eraan toe bij zijn eerste bezoek aan Bangkok te zijn overvallen en beroofd. De Thaise politie was, na een bezoek aan het plaatselijke bureau, ook al niet hulpvaardig geweest. Ik betuigde mijn medeleven. Een overval is tenslotte een serieus iets.
Waarop het jongmens de woorden ‘Khao-San Road’ liet vallen, en het gepresenteerd krijgen van een te hoge drankrekening. Weg scènes van bivakmutsen, ploertendoders en kille politiecellen met wreedlachende cipiers.
Ondanks dit licht traumatische bargebeuren, was hij het jaar daarop toch weer in Thailand aangeland. Kijk eens aan. Ik beloonde hem vervolgens door de verzekering aan me voorbij te laten gaan, ik at toch nauwelijks bitterballen.
Mijn buurjongen overkwam eigenlijk het omgekeerde.
Die wilde helemaal niet naar Thailand. Jarenlang gingen vele van zijn vrienden daar lekker bierhappen in gezelschap van welgevormde Thaise schonen, maar hijzelf vond het maar niks.
Te ver, te duur, hij sprak de taal niet en er mankeerde volgens hem niets aan Europese stranden als bruinbak-stekkie.
Wat moest hij bij die reserve-Chinezen?
Men moest maar doen wat men leuk vond, en hem er buiten laten.
Tot de dag kwam dat hij uiteindelijk toch toegaf aan de druk van de vriendenschaar. Op de dag van vertrek slaakte hij de verzuchting: ‘Als het niks is, ga ik volgend jaar gewoon weer naar Ibiza’.
Bruinverbrand, een derde onderkin rijker, en meer enthousiasme uitstralend dan Emile Ratelband met zijn vingers in een stopcontact kwam hij terug op Schiphol. Me toevoegend dat hij al had geboekt voor de volgende onderdompeling in drank, deernes en dagelijkse massages.
Op Ibiza brandt de plaatselijke horeca nog iedere zomer stapels wierook, vurig biddend voor zijn terugkeer.
Tot op heden zonder resultaat, zo kan ik u melden.
Minstens zo positief was de schoonmaker die jaren geleden het trappenhuis van onze toenmalige flat mopte. Deze vergat ter plekke zijn plechtige eed aan Hygiënius de Grote, en liet meteen alles vallen toen hij mijn zwarte Carabao T-shirt ontwaarde.
Zijn verraste uitroep ‘Héé, dat zie je niet veel!’, verraste ook mij.
Want de weinige keren dat ik eens iemand in Nederland met een ‘I Love Pattaya’ T-shirt tegenkwam, keek ik in de spiegel.
Enthousiast zoals alleen een ‘eerste keer’ Thailandganger kan zijn, was er meteen een stortvloed aan verhalen over alle vrienden die hij daar gemaakt had, en hoe hij nauwelijks kon wachten om weer af te reizen.
Meteen mijn eigen roze bril-euforie herkennend na de eerste trip naar Siam, lang geleden.
Zijn ongeremde optimisme bracht voor mij een beetje zonneschijn en een prettig Déjà Vu-gevoel in dit zo sjofele betonnen trappenhuis, waar je normaal gesproken alleen platgetrapte peuken, kille tocht, en sikkeneurige mede-flatbewoners tegenkwam.
Vaak in gezelschap van hun veel te grote viervoeter, wiens voorouders zo te zien nog stukjes van de familie Baskervilles opboerden, en het dweilen soms tot een riskante onderneming maakten.
Een complete verademing na de gebruikelijke retorische vragen over goedkope seks, armoede, en ‘zeker wel heet daar?’
Een plezierige ontmoeting die nimmer tot stand was gekomen zonder de aantrekkingskracht van het magnetische Oosten.
Weinig tijd hebbende, beloofde ik hem bij de volgende trappen-mopperij een zelfde Carabao-shirt te zullen geven, uit mijn niet geringe voorraad.
Vergaard onder bloedhete plastic marktluifels, zwetend, neusvervellend en menig Thai verbijsterend door mijn manier van opdingen.
De volgende keer dat het trappenhuis gedweild werd was het door een oudere heer van een ander schoonmaakbedrijf. Die bij het noemen van de naam Carabao waarschijnlijk alleen geantwoord had met ‘gezondheid’.
Het beloofde T-shirt heb ik dan ook zelf afgedragen.
Nu zou de oplettende lezer kunnen stellen dat al deze voorbeelden representatief zijn voor één en dezelfde categorie reiziger. En wel de mannelijke variant. Alleenreizend, grof geld in de buidel, en de blik standvastig op zelfbevrediging. In Thailand aanlandend voor platvloers, lichtzinnig en bovenal hedonistisch vermaak.
De categorie toerist met de diepgang van een roeiboot, die op de Thaise markt een half uur staat af te dingen voor een petje van een kwartje, en zich dan ’s avonds voor een klein fortuin klemzuipt aan overprijsd import-bier.
Maar dan moet ik die stelling weerleggen met het feit dat ik lichtjaren geleden tot diezelfde categorie behoorde.
Een nieuwsgierige farang die na het lezen van het boek ‘Zacht als zijde, buigzaam als bamboe’ van Sjon Hauser besloot de knoop door te hakken, en met kloppend hart en klamme knuistjes de allereerste vliegreis naar het onbekende Thailand ondernam.
Een keerpunt in mijn leven.
Maar deze ontmoetingen gaven me wel te denken.
Want wat is het toch dat zovelen, zelfs als ze er soms zwarte sneeuw ervaren, steeds weer doet terugkeren naar de Thaise dreven?
Tot op heden heb ik het antwoord op deze vraag niet kunnen vinden.
Het is, en blijft een groot mysterie.
En zoiets vraagt om langdurig onderzoek ter plaatse, vindt u ook niet?
Over deze blogger
-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur10 december 2024Rooksignalen van oompje Mango
- Cultuur22 november 2024Tropenkolder
- Cultuur14 november 2024‘Drie dagen van bezoeking’
- Cultuur1 november 2024‘Kansloos koloniaal in Pattaya’
Het is, en blijft een groot mysterie, klopt Lieven.
Laat ik er een paar van de duizend + opnoemen[volgens mij]voor toerist of buitenlandse bewoner.
*Uiterst prettige klimaat voor lijf en leden.
*De bereidheid van vele van de bevolking om het de toerist nar zijn zin te maken.
*Vele bezienswaardigheden.
*Het vele jaren toch gewoon ‘lekker goedkoop’ zelfs na je ‘dure’ ticket.
*Een veel grotere vrijheid hebben als in je thuisland en je hier vaak kan doen waar je zin in heb.
*Je vrouw is de baas thuis en die wil gewoon in Thailand wonen en dan weer eens even in de BE of NL.
*Economische vluchteling, omdat je een rot uitkering heb en daar in Europa niet van rond kan komen.
*Vrouwen hebben regelmatig een ander kijk op relaties en dus jij ook al snel.
*Je altijd al de patser uit heb willen hangen met een groot huis en een dikke auto en dat hier kan.
*En natuurlijk omdat je toch ergens op vakantie heen wil samen met je vrienden totdat je een vriendin gevonden heb, hoewel dat natuurlijk helemaal niet de bedoeling was.
Er zijn natuurlijk zat toeristen die voor een of meerdere van die andere 990 redenen kiezen, maar die komen ook wel eens per ongelijk blijvend in een ander land terecht.
Ondergetekende had dat bijna in een Grieks georiënteerde situatie, kan de beste over komen.
Goa en Sri lanka die ook leuk waren vielen af, die ook aangenaam waren, maar geen podium plek pakten.
Puntje 1 en puntje 7 waren doorslaggevend voor mij plus nog een paar van die andere 990 puntjes.
PS er zitten een paar [wink] tussen.
Vanuit 2 jaar China, Kunming, bij toeval een keer rond Kerst in Bangkok aangekomen. Ik was meteen verkocht en kocht binnen een paar maanden een condominium. Maar het zou ieder ander land geweest kunnen zijn als ik maar uit NL weg kon. Weg van het ‘gebemoei’ van overheid, familie en buren. Weg van de vele nutteloze financiële verplichtingen; belastingen, opgelegde verzekeringen, ‘solidaire bijdragen’ en vergunningen, waar ik principieel geen begrip voor kan opbrengen. Ik wil mijn leven niet van wieg tot graf door derden uitgestippeld hebben.
Hier kan ik kopen (behoudens grond) wat ik wil. Geniet een grote mate van vrijheid. Behoudens de nutteloze 90 dagen melding en de jaarlijkse verlenging van de verblijfsvergunning zie ik de Thaise overheid nauwelijks. Ik krijg hier geen ongewenste blauwe enveloppen. Nog niet tenminste. Want het schijnt dat de grijpgrage NL overheid zelfs op grote afstand daar verandering in wil brengen. Toont weer hun eindeloze bemoeizucht; zelfs als je ‘economisch gevlucht’ bent. Geldschrapers in extremis.
Het enige wat mij met NL verbindt is een paspoort (nog wel)…. en deze site.
Rebel4Ever
Ik denk dat het moeilijk is uit te leggen Lieven, het is meer een gevoel.
Toen ik in 1979 op 21 jarige leeftijd voor het eerst voet zette op Thaise bodem wist ik het meteen, dit was thuiskomen voor mij.
Ik was al op heel wat plekken in Europa geweest maar kon niet begrijpen wat er nou zo speciaal was aan Benidorm of Lioret de Mar,Frankrijk was mede door de taal een no go voor mij.
In die tijd had je travellercheques en mijn maat en ik waren hier iets te makkelijk mee omgegaan waardoor we de laatste 5 dagen voor de terugreis werkelijk niets meer hadden, de meisjes waar wij mee hadden opgetrokken hebben ons toen zonder erom te vragen van eten en drinken voorzien, ’s avonds gewoon een lekker koud biertje.
Later pas ben ik gaan begrijpen waarom dat zo anders was als bij ons,waar je tegen etenstijd echt niet op visite moet gaan.
Ik had al snel door dat ik eens hier wilde wonen.
Beste GeertP,
net als jij in Thailand iets te vlot door de muntjes geraakt, lang voor de terugreis naar Nederland. ( schreef er ooit een stukje over )
De hulpvaardigheid en de vriendelijkheid van een bepaalde dame ( nu mijn vrouw ) heeft me er toen ‘doorheen’ geholpen. Daarna was mijn lot wel bezegeld, want heb nimmer meer een ander land bezocht voor vakantie of om er langdurig te willen verblijven.
Had hier ook geen enkele behoefte aan, ondanks dat het ook in Thailand niet altijd van een leien dakje ging. Mensen die beweren in bv Spanje of Turkije het paradijs te hebben gevonden neem ik dan ook met een grote korrel zout. Perfect word het nergens, maar Thailand doet een aardige poging in mijn optiek.
Ook de twee bovenstaande reacties geven wel aan dat er nog veel meer redenen zijn om naar Thailand af te reizen en er daarna te willen blijven.
Misschien is het wel een groter mysterie waarom niet meer mensen hier een stekkie zoeken. Maar dat zal ook wel te maken hebben met die ‘ver van mijn bed-show’ en de vooringenomenheid van velen als het om Thailand gaat.
Allen dank voor de reacties, vriendelijke groet,
Lieven.
En om dat laatste.. de echte grote vraag.. laten we daar maar blij om wezen.. want anders hadden we hier ook grote hordes oppervlakkige zeuropieten gehad!
THAILAND is een prachtig land,vriendelijke mensen zeker in het noorden,maar helaas is Thailand aan het veranderen,wordt nu een duur land om te verblijven,woon hier in het noord oosten,wordt alsmaar stiller hier.
Om je hier dus te vestigen moet je ook knaken op zak hebben,zeker als je een familie moet onderhouden,wat u bevindingen zijn kan ik niet delen,Thaien die in het buitenland wonen blijven daar ook meestal,en willen niet meer terug,ik kan er vele,blijft koffie dik kijken,ik zie echt geen magneetje wat mij aan trekt hier.
Heerlijk om te lezen.
Ik houd van (een aantal) mensen hier in NL, ook enkele die in Thailand zijn geboren en zou er zoals het nu is tegenop zien om een eind te reizen. Thuis is het erg prettig.
Door deze verhalen te lezen ben ik dan toch af en toe ‘op reis’ en leer ik de hier (al dan niet tijdelijk) verblijvende dames beter begrijpen.
Hallo Lieven,
Mooi geschreven en voor een stuk kan ik me er wel in vinden. Inderdaad leuk klimaat , alles nog betaalbaar , lekker eten en….vriendelijke glimlachende Thai . Maar over dit laatste wil ik toch iets zeggen. De indruk die je van veel Thai krijgt als toerist klop inderdaad. Vriendelijke en gedienstig en altijd lachend. Maar als je hier woont ervaar ik het toch anders. In het gewone dagdagelijkse leven klopt dit nog wel , tot je er zaken mee begint te doen. Samen iets opstarten , een woning bouwen , onderhoudsmensen voor je zwembad en tuin …enz.. Dan kan die bekende Thaise glimlach supersnel verdwijnen en veranderen in een grimas. Ze proberen je op te lichten waar mogelijk , foutjes in de facturen , niet komen opdagen op afspraken of erger nog : verdwijnen met de noorderzon en liefst met je centjes erbij ,”garantee” is een woord dat ze wel in je contract schrijven maar verder heeft dat woord geen enkele betekenis…. ik kan zo nog wel even doorgaan .
Toch ben ik hier nog steeds graag vanwege de eerder opgesomde punten . Maar aan “business” zou ik hier niet meer beginnen .
Groetjes ,
Erik