‘De laatste vakantiedag’
‘Wat wilt u drinken’?
Het is al maanden geleden dat deze vraag mij gesteld werd, en zeker in onberispelijk Nederlands. ‘Een fles vergetelheid van een goed jaar’ wilde ik antwoorden. Maar de kans dat de blonde KLM-stewardess een oeroude Cognac in haar trolley had, schatte ik al net zo klein als de kans dat ze die morgen zonder schoenlepel in haar broek geholpen was.
Terug naar Nederland.
Iets dat, na vele weken onbekommerd ronddobberen in het Thaise paradijs, dagelijks verwend door hemelse temperaturen en menig menukaart, beslist niet op mijn verlanglijst stond.
Alsof je, slechts gekleed in zwembroek en factor 20, bent uitgeloot voor een weekendje ijsvissen in Noord-Korea.
Die Thaise morgen, vroeger dan me lief was, een drietal forse koffers (gewicht: voor de gemiddelde vliegtuigmotor reden genoeg om de vakbond te bellen) in een wachtende taxi gepropt. Dan vanuit een nauwelijks ontwaakt Pattaya op weg naar ’s lands luchthaven, met een ook al sip kijkende vrouw Oy naast me.
Eenmaal in de vertrekhal van Suvarnabhumi is de enige uitzwaaier haar nicht Taen. Een lieve meid die ons de afgelopen weken haar aftandse Toyota leende om daarmee Siam te doorkruisen.
Ze plengt een traantje bij het afscheid. Wat aanstekelijk werkt op Oy, die daarom besluit gezellig mee te doen.
Zelf weet ik even later ook wat waterlanders te produceren, maar dat is na het nuttigen van een bekertje ersatz-koffie uit de Illy-automaat. Zestig baht voor een vingerhoedje toverkol-espresso met de nasmaak van afgekeurde landingsbaan sleurt ook mij over de drempel.
Zo zie je maar dat je altijd hoop moet houden. Want op de valreep blijkt er toch nog een goede reden om snel het luchtruim te willen kiezen.
De incheckbalies blijken die morgen verrijkt met de aanwezigheid van extra vrouwelijk personeel. Één daarvan, welbepoederd en voorzien van zijden sjaaltje, stapt naar voren en vraagt mijn reisdocument in te mogen zien.
Na het doorspitten van het ganse boekwerkje houdt ze vervolgens resoluut halt bij het stempel van mijn al jaren verlopen Non-Immigrant visum.
Na het grondig bestuderen van dit inktgedrukte kleinood, krijg ik met een “Oké sir, you can go now” mijn beduimelde paspoort weer in de klamme knuistjes gedrukt.
Een vliegkater krijgen zonder ook maar een meter gevlogen te hebben, het bestaat. Ik red het op dat moment met twee vingers in de neus, daarbij vurig hopend dat deze beplamuurde besjaalde straks niet aan boord zal zijn om ons de veiligheids-instructies te geven.
Dat ze daarbij de toiletten zou aanwijzen als nooduitgang achtte ik namelijk niet geheel uitgesloten.
En als zo vaak hiervoor vraag ik me af wáár in Thailand toch die geheime locatie met kauwgomballen-automaten is, waar deze lieden hun vakdiploma verkrijgen.
Bij het échte inchecken vraagt de baliedame of we powerbanks in de bagage hebben. Dat hebben we.
Of we die dan even willen verwijderen, want deze mogen niet mee als ruimbagage.
Een nieuwigheidje, waarvan ik niet op de hoogte was.
Net zomin als van de locatie van deze blindgangers in onze volgepropte koffers.
Na het pal voor de balie omspitten van een kleine C&A aan kleding plus huishoudelijke artikelen komen ze eindelijk bovendrijven.
En zo, na het maken van vrienden voor het leven in de rij achter ons, die in hun eigen bagage blijkbaar ruimte hadden voor fakkels en hooivorken, kunnen we eindelijk door.
De onveilige electronica nu veilig in Oy’s handtas.
De KLM-boeing waarmee we reizen is vrolijk in twee kleuren gespoten. De voorzijde in het oer-Nederlands oranje en achter in oer-saai KLM-blauw. Een kleurstelling die mijn ambivalente gevoelens over deze thuisreis aardig weergeeft.
Geheel aansluitend bij mijn humeur laat een verdacht joviale captain ons in drie talen weten dat alle stoelen op deze vlucht Bangkok-Amsterdam bezet zijn, we flinke tegenwind te verduren krijgen, en dat roken slechts is toegestaan voor passagiers die buiten willen zitten.
Drie keer niks dus.
De poging tot humor van de piloot is verder dermate tenenkrommend dat ik bid voor wat extra zwaartekracht in zijn verdere vlieg-carrière.
Echtgenote Oy voelt mijn stemming gelukkig haarfijn aan, en bestelt als notoire geheelonthouder om de haverklap alcoholische versnaperingen. Lebberend aan deze vloeibare verdoving peins ik over het fenomeen dat vakantie heet.
Bedenkend dat de meeste dagen daarvan altijd maar drie nano-seconden lijken te bevatten, waarna je weer mag inschepen voor de terugreis.
Slapen lukt mij nooit aan boord van een vliegtuig, dus houd ik me onledig met films kijken, het per telekinese willen beïnvloeden van onze vliegsnelheid en tenslotte het bestuderen van de medepassagiers.
Bij het bekijken van de rolprent ‘Dunkirk’ is mijn conclusie: optocht van bloedeloos acterende etalagepoppen in oorlogs-setting. Daarbij meer sympathie krijgend voor het getoonde strand dan voor de hoofdrolspelers zelf.
Voorwaar een prestatie.
Ook de andere, al genoemde bezigheden weten mijn humeur niet op te krikken.
Het stipje op het led-scherm dat onze 777 voorstelt, beweegt zich namelijk vooruit met de snelheid van een kreupele kabouter, en enkele stoelen verderop geeft een dik Frans jongetje met flink geblér te kennen ontevreden te zijn.
Waarover is tot op heden in duistere vliegnevelen gehuld, maar de hele elf uur durende vlucht zal hij om de zoveel tijd luid schreeuwend aandacht eisen.
Pa, verlate hippie met knotje en hipster-baard, loopt regelmatig Frans onverschillig met krijsende zoonlief op de schouders door het vliegtuig om hem rustig te krijgen. Met als enig resultaat dat de geluidsoverlast nu gelijkelijk verdeeld wordt over alle passagiers in Economy.
Was de stewardess met een ontstoken vlammenwerper in het gangpad verschenen, had zij beslist op meer sympathie kunnen rekenen.
Mijn advies: de kleine Philippe wat minder Camembert toestoppen, en tot zijn 18e alleen nog vervoeren per Franse streekbus of geluiddichte bolderkar.
Dan, eindelijk, nadert Nederlandse bodem.
Nog eenmaal komt men langs met koek en zopie. Het vooruitzicht een geurig bakkie troost in het sombere hoofd te kunnen gieten maakt dat mijn eigen landingsgestel iets verbetert.
Maar naar even later blijkt moeten een bekertje bronwater en de daarbij geserveerde mini-stroopwafel de langdurig geteisterde reiziger op de been houden.
Vrouw Oy, zojuist zeer jaloersmakend ontwaakt uit dromenland, heeft haar KLM-dekentje naar oud Thais gebruik omgetoverd tot gezichtsmasker, want naar buiten kijken tijdens de landing zou maar ongeluk brengen.
Ik kan alleen maar hopen dat onze piloot daar anders over denkt.
Zelf ook dit Thaise Boze Oog trotserend zie ik slechts koude grijze wolken boven keurig aangeharkte groene weiden, waarna we veilig aanschuiven op een regenachtig Schiphol.
Bij het betreden van de slurf voel ik kille Hollandse tocht, en wil graag een warme sweater opduiken uit onze bagage.
Die jammer genoeg net op dat moment buiten in de regen hardhandig op karretjes wordt gesmeten.
Bij de paspoortcontrole staan we in de rij met een groep Chinese dames. Waarvan sommigen blijkbaar een garantsteller hebben die alleen in hun eigen verbeelding bestaat, en daarom zonder pardon op een zijspoor worden gerangeerd. Wij komen makkelijker binnen en ik weet zelfs in no-time onze koffers van de band te plukken.
Mijn stemming verbetert wat. Zie je wel, eenmaal weer op eigen grond gaat alles beter.
Met niets aan te geven, behalve een duf hoofd, grondige hekel aan Fransozen en het intense verlangen naar een warme douche stappen we op de wachtende douane af.
Die staat al te lachen en roept ons reeds toe.
Waar komt u vandaan? Bangkok?
Welkom.
Na het gewapend met witte handschoentjes doorploegen van drie koffers en een rugzak vindt men het welletjes, en laat ons tenslotte binnen. De wanorde in onze bagage is nu van dien aard dat zelfs Jan Steen bij de aanblik ervan zijn penselen had afgekloven.
Zowat de enigen die de afgelopen 24 uur dan ook niet met hun handen aan, in, of bij onze koffers hebben gezeten zijn Willem-Alexander en Hans Klok, maar het is nog vroeg.
Even snel geld pinnen in de aankomsthal wordt belemmerd door een nieuw kordon Aziaten, die hetzelfde van plan zijn. Wat weer frisse tegenwind oplevert, want verscheidenen van hen bevingeren de flappentap alsof het een gameboy is, met als resultaat dat hun bankpasje meermaals weer wordt uitgespuugd.
Na verwondering hierover, en verwoede nieuwe pogingen volgt tenslotte beraadslaging en berusting.
Waarna exact hetzelfde scenario zich herhaalt bij de volgende doorluchte Zoon van het Oosten.
Na een kwartier stuiterend wachten geef ik het op, en wens al foeterend allen een fikse stroomstoring toe.
Onder de noemer ‘het is altijd fijn iets van het thuisfront te horen’ geeft mijn telefoon-provider via een bliepje te kennen dat we ons weer in Nederland bevinden.
Mocht ik deze gezellige drukte soms per ongeluk aanzien voor de buitenwijken van Beiroet.
Dan reppen we ons naar de Plaza.
De vrees bestaat namelijk dat onze bestelde taxi-chauffeur na al dit oponthoud de moed heeft opgegeven, en is afgehaakt. Dat we hem toch nog vinden mag een klein wonder heten.
Gezien het feit dat hij ons 06-nummer niet bezat, en zijn handschrift op het bordje nog het meest weg had van een kruising tussen Oud-Grieks en een examenopdracht voor gevorderden in de kwantummechanica.
Onderweg praat hij ons de oren van het hoofd over het doorstane file-leed om op Schiphol te geraken, het lange wachten aldaar, en de late thuiskomst vanavond bij zijn bloedjes van kinderen.
Een chauffeur uit duizenden, die me vreemd genoeg als enige in het afgelopen etmaal een mentale opkikker weet te geven.
Want zijn gehengel naar een vette tip geeft me eindelijk dat heerlijke gevoel. Van weer terug te zijn.
In Thailand.
Over deze blogger
-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur22 november 2024Tropenkolder
- Cultuur14 november 2024‘Drie dagen van bezoeking’
- Cultuur1 november 2024‘Kansloos koloniaal in Pattaya’
- Leven in Thailand26 oktober 2024‘Thaise verleidingen’
‘Partir, c’est mourir un peu’. Je brengt het weer schitterend onder woorden, Lieven!
Beste Erik, dank voor het compliment.
Mijn Frans is zo mogelijk nog beroerder dan mijn Thais, dus heb ik het even moeten opzoeken, maar daar komt dit stukje inderdaad wel op neer.
Meestal hebben en vrouw Oy en ik de zakken al vol als we weer terugreizen naar Nederland, maar soms kan het nog erger, zoals is gebleken.
Ik was wel bang dat menig lezer af zou haken omdat het stukje behoorlijk lang is voor mijn doen, en het laatste wat ik wil is mensen vervelen met mijn schrijfsels. Gelukkig blijkt dat niet het geval.
Dank voor jouw reactie en die van alle anderen.
Groet, Lieven.
Zodra je stukjes gaan vervelen zal ik mijn best doen een zure reactie te schrijven beste Lieve. Voor nu wederom mijn dank voor weer een vermakelijk stuk.
Leuk stuk, heb een aantal malen hard moeten lachen.
Haha, wat een verhaal. Mooi verteld en zo waar
Heb me enorm kunnen vergelijken met de schrijver van deze méér dan amusante ervaring om te retourneren naar Hollandse {natte} bodem.
Geweldig geschreven Lieven, graag weer hiervan, komen de tranen ook omhoog ,van het lachen.
‘
Leuk verteld…veel punten komen me bekend voor !!
Fantastisch. Meer van dat aub.
Subliem geschreven verhaal Lieven! Ik heb er geen spijt van gehad mijn ‘Karin Slaughter’ thriller terzijde te hebben gelegd om het te lezen. Wederom genoten van jouw uit het leven gegrepen verhaal. Bedankt, met groet van Ryszard.
Fantastisch leuk geschreven met heerlijke humor 🙂
PRACHTIG PRACHTIG PRACHTIG!
‘het is altijd fijn iets van het thuisfront te horen’
Top !