De handel en wandel van Roy
In mijn hoofd ben ik altijd een beetje een sjacheraar geweest, de eerlijke variant natuurlijk. In realiteit was ik echter mijn hele werkzame leven lang een brave overheidsdienaar, de hele dag in de weer met documenten, mensen, computers en telefoons. Een eerzaam beroep, volgens enkelen grotendeels of volledig overbodig, maar ik heb het vrijwel nooit met tegenzin gedaan. Echt avontuurlijk werd het daarentegen nooit, maar waarschijnlijk is dat wel beter geweest voor de gemoedstoestand.
Mijn vader heeft in de zeventiger jaren eens twee jaar op de ambulance meegereden als verpleger en was blij dat hij later weer rustig dat vak in het ziekenhuis kon uitoefenen. Daar natuurlijk veel moois en ook groot leed meegemaakt, maar hij hoefde er wel niet meer bang te zijn voor zijn eigen leven, hoogstens dat van zijn patiënten. Ik ben niet in zijn voetsporen getreden, maar in zijn generatie van de familie en die erna vonden velen hun roeping wel in de verpleging. Ik heb het nooit overwogen en mijn broers ook niet, maar één van mijn broers dochters is net als haar opa dat vroeger ook al was een toegewijde verpleeg(st)er geworden hier in het Zuiden; de roeping heeft gewoon een generatie overgeslagen.
Bijna had Covid een vroegtijdig einde gemaakt aan haar loopbaan tussen de ziekenhuisbedden. Tal van haar collega’s en natuurlijk nog meer patiënten hebben definitief het onderspit moeten delven tegen dat kleine blauwe virus met de rode stekels op zijn rug. Zij is de dans ontsprongen, behoorlijk ziek geweest maar nu weer volop in actie. Ik heb haar veelal gruwelijke ziekenhuisverhalen in die tijd toen hoofdschuddend aangehoord en een diepe mentale buiging gemaakt voor zoveel heldenmoed in een jonge net afgestudeerde meid van amper 20. Natuurlijk zijn er ook hordes van sensatiezoekers geweest die in stiekem opgenomen filmpjes lege ziekenhuisbedden lieten zien aan hun collega ontkenners. Dat valt voor mij altijd moeilijk te rijmen met haar werkelijkheid, want het was nogal tegenstrijdig. Voor de duidelijkheid: geen haar op mijn hoofd dat twijfelt aan de waarheid, die van haar. Zo moest mijn zoon destijds aan zijn schouder geopereerd worden na een stoere duik naar de bal, maar heeft heel wat extra weekjes moeten wachten eer hij aan de beurt was omdat er een tekort was aan lege bedden en gezonde doktoren en verplegers. Wellicht was het bij een levensbedreigende aandoening wat minder lang geweest, maar het blijft toch symptomatisch voor die paar griezelige jaren.
Niet mijn roeping
Nee, ik zocht mijn voldoening buiten het werk niet in de zorg voor mijn zieke medemens, al ben ik op zich wel een sociaal type. Ik had meer plezier in wat (zij het zeer marginale) commerciële activiteiten. Soms waren het horloges en daarna ook wat audiospullen. Dat laatste eigenlijk nu nog wel, maar dan meer als snel van apparatuur wisselende gebruiker. Geld heb ik er nooit echt mee verdiend, soms wel wat, maar zo kostten mijn hobby’s mij ook niet veel in de loop der jaren. Helaas ontbreekt mij vaak de discipline om eerst te verkopen en dan pas nieuw te kopen wat heeft geresulteerd in een tamelijk vol huis, soms tot enige ergernis van mijn medebewoners en met name mijn lieftallige vrouw.
Een pijnlijke herinnering aan een mislukte poging wat bij te verdienen borrelt ongewild op: met vier collega’s samen hadden we 2000 gulden bij elkaar gelegd om in het goedkope westen van Nederland een populaire Renault 5 te gaan kopen, die dan in Limburg duur doorverkocht zou worden. Dat was een dik weekloon van iedere partner in die tijd, dus onze echtgenotes hadden we maar niet betrokken in onze plannen, die zouden we dan wel verrassen met de winst. Internet was er nog niet, dus het drietal (ik bleef thuis) ging gewapend met een Telegraaf en een Volkskrant langs een paar omcirkelde adresjes in Zuid en Noord-Holland via een van tevoren uitgestippelde route. Na een lange zaterdag kwamen ze thuis met een overigens onverkoopbare Renault 6. Eén nummer extra kon in de autohandel kennelijk veel verschil maken.
Enige ongeplande reparaties, wegslepen, aanduwen, een nieuwe accu en vele advertenties later hebben we het gele geval maar voor 1600 gulden weggedaan. Dat was het begin en tevens het einde van deze niet zo lucratieve bijverdienste. We hebben wel nog een jaar lang veel lol gehad om onze domheid. De virtuele HD (help douwen) en RR-bordjes (rondom roest) lieten ons regelmatig schaterlachend over de kantoorvloer rollen, tot het management genoeg had van ons bijna hysterisch gedrag en het verbood. In die jaren werd er nog heel wat onbedaarlijk afgelachen om de grootst mogelijke onzin. Echt tot buikpijn toe, nu is dat niet meer. We zijn het lachen wat verleerd.
Reïncarnatie van malle Pietje
Wat ook wel eens tot wat verwarring en schrik heeft geleid bij vrouw en kinderen waren mijn noodstops bij een stapel grof vuil aan de straatkant waar ik dan vervolgens enthousiast in kon gaan delven op zoek naar iets verkoopbaars dat vaak later dan toch weer bij het afval belandde. One man’s trash is niet altijd de cash van de ander, maar blijft gewoon trash. Soms leverde een incompleet setje half doorgeroeste tuinstoelen dan toch twee tientjes op of kon ik er iemand anders gratis blij mee maken. Netto geen winst, maar in mijn hart dan wel weer. Inmiddels ben ik met die bezigheid wel gestopt omdat mensen mij hun rommel gingen aanbieden in de veronderstelling dat ik een soort van malle Pietje was geworden. Had ik overigens graag willen zijn, maar het vak van lompenboer paste niet bij mijn ‘reputatie’ als ambtenaar en ook niet bij het formaat van mijn woning.
Een rolmodel in de wereld van de handel was daarentegen mijn goede kennis Roy die ik ooit in een grijs verleden had leren kennen in de ambtenarij. Roy was zo’n altijd vrolijk, altijd lekker bruin gebakken (zon en blauwe lampen) en nogal hyperactief type, die na zijn reguliere werkweek nog voor mensen muren ging metselen en daar ook vrij bedreven in was, naar eigen zeggen. Dan stond hij met zijn blonde highlights (een van zijn echtgenotes was kapster) en gebronsde torso in de avond en weekends fluitend op de steigers en groeiden onder zijn handen garages en huizen in ruil voor wat grijze of zwarte vergoedingen. Door de week kon hij dan op kantoor uitrusten van de fysieke inspanningen, al was hij daar ook bij management en collega’s een graag geziene gast. Wellicht omdat zij ook tot de klantenkring van zijn bijbaantje behoorden en dus wat toleranter waren jegens zijn verlaagde animo tussen de archiefstukken die voor zijn dagelijks brood zorgden.
Ook zijn altijd vrolijke en joviale uitstraling heeft ongetwijfeld bijgedragen aan zijn populariteit. Zijn vlotte babbel maakte hem daarbij nog extra aantrekkelijk en de bijbehorende charme kwam goed van pas bij zijn andere bijverdienste als marktkoopman. Jaar in jaar uit draaide hij een aantal grote jaarmarkten in de regio en die zorgden voor een fijne aanvulling op zijn ambtenaren salaris dat zich ook op latere leeftijd nog op instapniveau bevond. Zijn ambities lagen nu eenmaal niet in een ambtelijke carrière, nee die bezigheid zorgde alleen maar voor zekerheid en stabiliteit, hetgeen niet automatisch het geval was bij zijn nevenfuncties met hun wisselende inkomsten.
Liefde voor de gevallen vrouw
Intussen had hij na een aantal (echt-)scheidingen van plaatselijke dames de weg naar Thailand gevonden en in onze vriendenkring werd hij gezien als de grote pionier daar. Hij bezat er zelfs een condominium van waaruit hij met zijn brommertje binnen enkele minuten op het strand zat om er samen met zijn vrienden te genieten van een pilsje, de zon en passerende bikini’s. Zijn verhalen over lekkere Hollandse kost van ‘bij Kees’ of ‘bij Piet’ herinner ik mij nog als de dag van gisteren. Helaas moest hij nog heel wat jaartjes werken in Nederland, dus het voltijdse leven in het paradijs moest nog even wachten.
Omdat Roy zo’n hartelijke, joviale en vrolijke vent was trok hij veel aandacht van allerhande slag vrouwen, hoewel minder spannende types dan hij dat daar ook wel voor elkaar krijgen. Wat ik altijd aan hem heb gewaardeerd is dat hij reëel aankeek tegen zedeloze vrouwen. Hij was wars van de hypocrisie die veel anderen koesteren tegen deze overwegend toch bloedmooie leveranciers van betaalde liefde, vaak zelfs van heren die wel dankbaar gebruikmaakten van de plezierige aangeboden diensten, maar er in hun reguliere leven behoorlijk op afgaven en neerkeken. Zoniet Roy. Hij kon waardering èn sympathie opbrengen voor het mensje dat zich verschool achter de commerciële activiteiten waar hij zelf overigens ook niet wars van was. Sterker nog, voor één van deze dames ontwikkelde hij verregaande amoureuze gevoelens en zo brachten zij enkele jaren lang menige vakantieweek samen door in het altijd zonnige vakantieland waarbij ze dan als man en vrouw samenwoonden in zijn piekfijne flatje aldaar. Dat zij dan gedurende zijn afwezigheid de kost overwegend op haar rug liggend verdiende met andere heren deerde hem daarbij niet. Beter dan iedere maand kapitalen overmaken, die hij overigens ook niet bezat. Het zal wel niet 100% pijnvrij geweest zijn, maar de maniakale jaloezie van veel andere hoerenlopers (excusez le mot) was hem totaal vreemd.
Drama ligt op de loer
Van al zijn escapades op en rond het zonovergoten strand hoorde ik overigens pas achteraf, nadat het noodlot hem een bijzonder smerige streek had gespeeld. Omdat ook het leven van de actieve ambtenaar meer werkzame dan vakantieweken kent besloten de twee tortelduifjes tot een drie maanden durende vakantie samen in het wel wat killere Nederland, maar dan wel in de zomer als de kou hier ook meestal meevalt. Ze was daarvoor zelfs bereid om haar lucratieve bezigheden in de liefdesindustrie op te schorten of zelfs op te geven. Op haar teenslippers voelde ze namelijk feilloos aan dat Roy:
- Een hele aardige vent was
- Niet rijk maar wel in staat voor haar te zorgen en
- Reëel aankeek tegen haar arbeidsverleden en daar geen enkel punt van maakte.
Ik heb daar later wel eens met hem over gefilosofeerd en mijn conclusie was dat hij daarin werkelijk ruimdenkender was dan menige andere man die vaak de diensten niet afslaan, maar wel de leveranciers ervan met de nek aankijken. Hij die vrij is van zonden mag van mij de eerste steen werpen, ik werp eens mooi niks hier.
Omdat het voor zijn meisje toch een flinke stap was en ze nog nooit (zo ver) gevlogen had, werd besloten dat hij die kant op zou komen om haar op te pikken en na twee weken samen in Thailand dan naar Nederland te vliegen voor drie maanden bij hem thuis. Het visum had hij in orde gemaakt en veilig op zak en zijn terugvlucht was haar heenvlucht. Helaas ging het allemaal niet bepaald zoals gepland en veranderden de dromen van een leven samen in een groot drama. Twee dagen vóór zijn vertrek naar Thailand kreeg hij namelijk het verbijsterende bericht van haar ouders dat ze overleden was. Ze was op een drukke weg uit de songtheaw gesprongen, maar helaas geschept door een personenauto die het niet zo nauw nam met de regeltjes op het zebrapad. Zelfs een toerist weet dat die daar geen enkele functie hebben, maar kennelijk was ze op het verkeerde been gezet doordat één bestuurder zich wel aan de spelregels hield en die ernaast helaas niet. Wellicht had ze ook een paar alcoholische versnaperingen teveel genuttigd die haar beoordelingsvermogen wat hadden aangetast, maar van de doden niets dan goed, dus we leggen de schuld volledig bij de moordlustige chauffeur.
Omdat de hele reis van Roy al in kannen en kruiken was geweest en vanwege de grote innerlijk verwarring die plots in zijn hoofd ontstond, is hij ’s anderdaags toch maar naar Thailand gevlogen om net op tijd voor de begrafenis dan wel de crematie daar aan te komen. Hij heeft mij dit verhaal pas jaren later verteld en mij toen ook pas de foto’s van het arme kind getoond, zowel in levende als in overleden hoedanigheid. Een prachtige zongebruinde (ja en met trots) vrolijke krullenbol die als voor hem gemaakt leek. En als contrast de afbeeldingen van in het mortuarium, waarvan hij ook een heel pak had, die zelfs mij na al die jaren nog kippenvel bezorgen al moet gezegd worden dat ze er piekfijn bij lag ondanks de verwoestende klap op het zebrapad. Het pakketje foto’s (toen nog van papier) bewaarde hij stiekem in een doosje op de vliering van zijn garage. De details van de post mortem plaatjes zal ik de lezer besparen anders loopt die straks ook onnodig lang met dat beeld op het netvlies, zoals ik al jaren, nog maar niet te spreken van dat van Roy zelf.
Wat dan wel weer grappig is na deze dramatiek: de dag na de afscheidsceremonie zat hij werkelijk gebroken, zonder zijn vriendinnetje en ten einde raad aan een strandbar zijn verdriet weg te spoelen met een koel drankje toen hij aangesproken en getroost werd door een opmerkzame horeca werkneemster. Om een al lang verhaal niet nog langer te maken: zij heeft hem toen voor een groot deel over de shock heen geholpen en was later ook een tijd lang zijn vriendinnetje.
Denk nu niet dat dit voorval hem niet heeft aangegrepen; toen ik er jaren later voor het eerst van hem over hoorde bij een bezoekje in Nederland stonden de tranen in zijn ogen en ook wel een beetje in die van mij. De gastvrouw was die avond in Nederland overigens niet de troostende dame van destijds aan de bar.
VTC: Verenigde Thaise Compagnie
Maar ik ben wat afgedwaald.
Roy zag ook commerciële kansen in Thailand zolang hij nog woonde in Nederland: neem goedkope spullen van daar mee op de terugreis en verkoop ze op de jaarmarkten in Nederland en later ook in zijn snuisterijen winkeltje in Limburg.
En zo kon het gebeuren dat hij nooit vieze sokken en onderbroeken in zijn ruim- en handbagage had, maar allerhande prullaria die hij winst toedichtte op zijn marktjes. De rest van de koloniale goederen stuurde hij in grote dozen vanuit Chinatown rechtstreeks naar Nederland met een ingecalculeerde verliesmarge van één op de vijf zendingen qua belangstelling van de Nederlandse douane en/of corrupte Thaise post. Tegenwoordig is die foutmarge kleiner, maar is hij dan ook niet meer in de weer met dozen. De Chinezen zitten nu in grote magazijnen vlak over de grens in Duitsland en je kunt daar even snel je handelswaar per bestelbus ophalen in plaats van per passagiersvliegtuig.
De legende van de bamboe motorfietsen
Legendarisch vond ik zijn 100% waargebeurde anekdote van de bamboe motorfietsen die de souvenirwinkels in heel Thailand bevolken in allerhande maten en van verschillende kwaliteit, maar doorgaans kunstig gemaakt en grappig om te zien. Roy had het Thaise equivalent van een grote Ikea tas volgepropt met een dertigtal van die houten tweewielers en die in plaats van een koffer ingeleverd als ruimbagage. Ik was nog persoonlijk met hem de plaatselijke strandwinkeltjes afgestruind om ze bij elkaar te zoeken, want geen enkele verkoper had de hele collectie op voorraad. In de dagen erna zal menige andere liefhebber van de knutselsouvenirs wegens ‘uitverkocht’ bot gevangen hebben.
Het handeltje trok na landing in Düsseldorf wel de aandacht van de douane daar want hoewel ruimdenkend als het gaat om persoonlijke bagage zijn ze wat bekrompen als ze commerciële import vermoeden. Hij heeft ze echter met succes wijsgemaakt dat hij de secretaris was van een motorclub in Limburg en ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan voor elk van de leden zo’n bamboe Harley had meegebracht om het jubileum wat extra flair te geven. Vertrouwenwekkend en overtuigend als hij was met zijn joviale lach mocht hij de zak mèt inhoud maar zonder invoerrechten meenemen met felicitaties voor zijn clubgenoten van de Duitse douane. Op de Nederlandse markten gingen ze als zoete broodjes over de tafel en zo kon hij van de winst weer zijn volgende ticket bekostigen. Ik kreeg er ook eentje kado en hij staat nog steeds bij mij in de kelder stof te vangen. Misschien tijd om hem eens een meer dankbare plek in huis te geven.
Koffer vermist, urenlang
Soms is de douane helaas wat minder inschikkelijk. Ik heb zelf eens (letterlijk) uren op mijn koffers staan wachten in Düsseldorf met mijn toen nog minderjarige zoon. Nadat ze uiteindelijk als werkelijk de allerlaatste kwamen aanrollen op de band mochten we ze vervolgens nog even uitpakken bij een half elftal (naar beneden afgerond) ijverige douane jongens en meiden omdat er een heel erg verdacht voorwerp in één van de koffers zat. Het bleek om een kam te gaan die zoonlief als grap voor zijn eigenlijk nagenoeg kale oom had meegenomen. Hij heeft namelijk echt nooit meer een kam nodig in zijn leven, net als ik. Helaas zag het overigens totaal ongevaarlijke dingetje er ingeklapt uit als een stiletto en was dus niet aan de aandacht van de röntgenscanners achter de schermen ontsnapt. Je ziet ze overal langs de weg of in winkeltjes liggen in souvenir territorium en het is hartstikke grappig om te zien dat spul allemaal. Je staat er dan ook gewoon niet altijd bij stil hoe dom je kunt zijn en er eentje in je koffer stoppen.
Buiten aangekomen was onze bestelde taxi natuurlijk al een uur weg, maar na een telefoontje wel bereid om naar ons terug te rijden in ruil voor een verdere forse bijdrage aan het reisbudget dat we maar hebben geaccepteerd. Uit medelijden hoefde ik van de douaneheren overigens wel de 40€ boete niet te betalen voor onze tweede slof sigaretten. Omdat zoonlief toen pas 16 jaar was had hij namelijk geen recht op een eigen belastingvrije slof peuken voor zijn oma. De jonge douaniers zagen kennelijk de ellende in mijn ogen na 24 uur onderweg te zijn geweest met bijbehorende uitputting en hoge sanitaire noden.
Dan maar aan de valse Rolexen
Als een volleerd smokkelaar stuurde ik mijzelf per post eens een keer wat nep horloges toe, omdat ik ze niet in mijn koffer durfde mee te nemen. Drie stuks in één envelop, drie of vier enveloppen. Die ‘misdaden’ zullen (hopelijk) inmiddels wel verjaard zijn. De helft van die ‘handelswaar’ verdween onderweg (al in Thailand of misschien ook hier pas) en de andere helft die wel aankwam, zette ik dan op Marktplaats om mijn verlies nog enigszins te compenseren, maar dat was ijdele hoop. Niemand hapte toe, kennelijk verkoos men het origineel en een souvenir is kennelijk alleen maar leuk als je het zelf ter plekke aanschaffen gaat. Meebrengsels door anderen zijn dan ook niet interessant, tenzij je het verkooptalent van Roy bezit, natuurlijk. Maar dat bezat ik niet. Ik heb de prullen toen maar cadeau gedaan aan familie en vrienden. Ze zullen wel stuk voor stuk ergens in een kliko geëindigd zijn, want de kwaliteit hield niet over; ze waren niet bepaald A-grade. Eerder F of G. Had ik ze kunnen verpatsen, dan was de winstmarge per stuk twee tientjes geweest, dus per saldo na aftrek van alle kosten, moeite en angstige momenten eigenlijk een waardeloos, verlies leidend ‘handeltje’.
Met mijn vrouw heb ik ook wel eens eenvoudige, maar mooie rieten handtasjes en schoenen uit Laos in onze koffers gepropt eveneens met commercieel oogmerk, maar ook dat plannetje ging de mist in. Ze liggen nu nog in de kelder weg te schimmelen behalve de paar exemplaren die ze zelf gebruikt. De andere kant op handelen heb ik als nog rampzaliger ervaren; ‘import’ uit Nederland afkomstig wordt toch primair als geschenk gezien. Als je er geld voor vraagt krijg je nogal vreemde blikken en terecht.
Meer succesvol ondernemer Roy woont nu overigens al een aantal jaren permanent in Thailand, hij heeft zijn schaapjes niet echt op het droge, maar ze staan ook niet meer tot de lippen in het water. De AOW dient nu als basisinkomen. Hij komt nog wel af en toe naar Limburg om het snuisterijenwinkeltje dat nu niet meer op zijn naam staat een paar weekjes lang te runnen voor zijn Thaise ex (ze hebben landje wissel gedaan). Dan kan zij op familiebezoek gaan in Thailand en hij hier zijn contacten nog wat koesteren. Zo hebben beide het reuze naar de zin. Een minder geslaagde liefdesrelatie is op die manier veranderd in een geslaagde symbiose. Intussen leeft hij zijn droom aan de warme kust van Thailand, omringd door zijn makkers en (los-) bandige dames en dat hopelijk (als zijn lichaam het lang genoeg volhoudt) nog voor vele jaren. Aan zijn altijd optimistische geest zal het niet liggen. En mijn eigen handelsactiviteiten? Eigenlijk niet verder het vermelden waard.
Over deze blogger
- Khun Rick dateert van 1959 (momenteel 65 jaar), opgegroeid en nog steeds woonachtig in Zuid-Limburg. Na 40 jaar ambtenarij nu al bijna 5 jaar met vervroegd pensioen. Komt sinds 2001 regelmatig als toerist in Thailand, maar leerde zijn vrouw in Nederland kennen en is met haar vaak te vinden bij schoonmoeder in Udon Thani. Samen reizen is zijn passie, eten (helaas) ook en sporten een noodzaak. En natuurlijk schrijven: vroeger serieus en nu luchtiger.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur15 november 2024Een kwestie van (on-) geloof, religie onder een loep van opaalglas
- Cultuur13 november 2024Dromen van een gouden truck
- Cultuur10 november 2024Hondenleven
- Leven in Thailand8 november 2024Terug naar het paradijs
Mijn dag is weer goed Rick,ik ken Roy niet maar ik heb een broer die aardig in de richting komt,hij ziet overal handel in.
Dank voor je reactie Geert!
Ja, het is een beetje verslavend, zeker als het lukt.
Maar je moet er wel enige aanleg voor hebben….
Ik schrijf liever/beter dan dat ik handel…ook heel leuk, maar behalve her en der een pluim levert het weinig op….
Prachtig verhaal, heel veel dank voor het delen ervan.
Bedankt voor je reactie, Frans en heel graag gedaan.
Gruwelijk genoten van jouw verhaal Rick, Leuk geschreven ,heel herkenbaar.
Bedankt voor je reactie, Andy. Altijd heel fijn om te horen.