John Wittenberg geeft een aantal persoonlijke bespiegelingen van zijn reis door Thailand die eerder verschenen zijn in de verhalenbundel ‘De boog kan niet altijd ontspannen zijn’ (2007). Wat voor John begon als een vlucht, weg van pijn en verdriet is gegroeid tot een zoektocht naar zingeving. Het Boeddhisme bleek hierbij een begaanbare weg te zijn. Op Thailandblog verschijnen met enige regelmaat zijn verhalen.

Hoe lang is een Chinees

“Goodmorning, my name is John, roomnumber 403 and I would like to stay two days longer in your hotel. Is that possible?”

“Goodmorning sir!”

“My name is John, roomnumber 403 and I would like to stay two days longer, is that possible?”

“Yes?” “Hello.”

“My name is John, roomnumber 403, and I would like to stay two days longer!”

“Goodmorning mr. John”

“Goodmorning! My roomnumber is 403 and I would like to stay two days longer”

“Which roomnumber?”

“403.”

“Moment please.”

“Hello, can I help you?”

“My name is John, roomnumber 403 and I would like to stay two days longer”

“How many days?” “Two.”
“Moment please.”
“Your name, sir?”
“John.”
“Goodmorning mr.John.” “Goodmorning”

“Can I help you?”
“I would like to stay two days longer” “How many days?”
“Two.”
“Roomnumber?”
“403.”

“Let me check, moment please”

“Your name is mr. John?”

“”Yes. I still am, but can I stay two days longer?”

“Two days?”

“Yes.”

“Moment please…. Please, mr John, pay an additional deposit of five days, because there is not enough money left in your deposit”

“But I only want to stay two days longer, not five.”

“You want to stay five days?”

“No, two days.”

“Moment please…….you have to pay an additional deposit of five days, sir.”

“But I only want to stay two days, not five and you have my guarantee already from my creditcard”

“You have to pay an additional deposit of five days.”

“But why five days, when I want to stay only two days?”

“Because of the housebar, sir.”

“But there are only two bottles of beer and coke and the water is complimentary.”

“How many days?”
“Two.”
“You have to pay an additional deposit of five days in cash, sir.” “Here you are!”
“Thank you, sir.”
“So I can stay two days longer now I have paid for five days?” “We already booked it half an hour ago, sir!”
“Thank you, have a nice day.”
“You too, mr. John.”

Een lelijke hoest en een mooie herinnering

Shanghai heeft een gezellige lange winkelpromenade, Nanjing Road, eindigend op een groot plein (People’s Square). Dit grote plein heeft een paar prachtige moderne gebouwen, de opera (met zigeunerbaronachtig repertoire), een soort stadhuis met een tentoonstellingsruimte over de nieuwe architectuur van de stad in een waarlijk prachtig gebouw en het nieuwe Shanghai Museum in een bakstenen bunkerachtig complex met een ouderwets aandoend interieur.

Wel fraai is de grote hal met zeer overzichtelijk ingedeelde afdelingen: kalligrafie en tekeningen, prehistorie, folklore, munten (wat me koud laat), meubels (helaas gesloten) en als klap op de vuurpijl: het porselein. De zeer kwetsbare tekeningen hangen achter glas aan twee grote houten rollen aan de boven- en onderkant. Wanneer je de tekeningen passeert verscherpt de verlichting. Om vervolgens weer te dimmen na vertrek. Erg professioneel. De afdeling porselein is fenomenaal. Wat ze in Beijing verstoppen (of misschien helemaal niet hebben) laten ze hier in volle glorie zien. Met het kwijl in mijn mondhoeken aanschouw ik het porselein, erg overzichtelijk en duidelijk tentoongesteld. Ik zie de mooiste vaas die ik ooit heb gezien. Uit de Yongzheng periode (1723-1735) tijdens de Qing dynastie. Een korte tijd, maar een nimmer geëvenaarde periode van het mooiste porselein ooit (zeer kostbaar, kijk even op zolder of je toevallig niet eentje hebt).

Deze olijfvormige vaas is gedecoreerd met een tak met abrikozen. Het is adembenemend mooi, verstild en waarachtig. Nu ik er weer aan denk, loopt het water me nog in de mond. Een perfecte kopie (laat dat maar aan de Chinezen over) is voor vijfhonderd euro te koop. Ik twijfel even, maar houd het in mijn onbreekbare geheugen gegrift.

Shanghai is aan de kust gelegen en heeft een windje dat de meeste rook (van schoorstenen, auto’s en sigaretten) doet verwaaien naar andere grote steden. Nu ruikt Bangkok niet naar Zwitserse berglucht en ik ben als asfaltjeugd echt wel grote steden gewend, maar de Chinese steden overtreffen alles in vervuiling. Zodra ik voet op Chinese bodem heb gezet, ben ik aan het kuchen.

Je hebt hier kruidenapothekers die -op recept van een dokter of een andere tovenaar- uit houten laatjes allerlei kruiden of gedroogde planten onder het goedkeurend oog van de klant op een groot wit vel verzamelen. Thuis wordt dan een papje gemaakt of een thee en dan maar duimen dat het tegen de kwaal helpt.

Het is voor mij een tikje te ingewikkeld om zo van mijn hoest af te komen en ik vertrouw maar op een serie kleine flesjes, gevuld met een hoestsiroop. Met een klein rietje drink je deze toverdrank en wanneer iedereen in mijn omgeving stopt met roken helpt het zeker.

Er wordt wat afgerookt hier, overal waar je komt paffen ze dat het een lieve lust is. En dat in combinatie met de uitlaatgassen maakt dat ik heel wat flesjes wonderdrank er doorheen jaag. Ik vertrek morgen naar de frisse lucht van de miljoenenstad Bangkok, met een lelijke hoest en een mooie herinnering aan China.

Mooie gedachten met een grote draagwijdte

Een uurtje noordelijk vliegen van Bangkok ligt Chiang Mai. Ik neem mijn intrek in een nieuw pension, binnen de eeuwenoude ommuurde kern. De eigenaresse herkent me nog van vorig jaar en haar lelijke dochter is er helaas niet mooier op geworden.

In Bangkok fietsen is je leven nodeloos in de waagschaal leggen, in Chiang Mai niet veel minder, maar de afstanden zijn hier op Haags niveau, dus ik waag het er maar op. En het is goed voor mijn conditie, bovendien ben ik verlost van het eindeloos gepingel met de tuk-tuk rijders. Want in Chiang Mai heb je niet zoveel taxi’s met meters als in Bangkok. Met gevaar voor eigen leven en dat van anderen, laveer ik fietsend door het verkeer op weg naar “mijn” tempel, met Boeddha als mijn beschermheilige. Zo’n beetje mijn katholieke middenweg als boeddhist.

Ik passeer de route die ik elke dag nam als bedelmonnik, de Binthabad. Het ontroert me nog immer en -weekhartig als ik ben- kan ik over de giften nog steeds niet met droge ogen vertellen. Nu de route langs mijn netvlies glijdt, denk ik weer intens aan mijn bedeltochten terug. Ik krijg tranen in mijn ogen en een brok in de keel.

Wat is dat toch? Waarom raakt het me toch zo intens? Het is geen verdriet maar vreugdevolle ontroering gepaard met het verkrijgen van een grote geestelijke gift. Een zaadje vormend dat langzaam aan het ontkiemen is. Boeddha leert ons dat zijn weg begint met kennis, maar ik heb zijn leer eerst praktisch ervaren. Het kruist mijn leven en ik pak het gretig op.

En toch ervaar ik nog steeds het verdriet. Maria is nog steeds dichtbij, veel te dichtbij. Tegelijkertijd zou ik dit geschenk waarschijnlijk nooit zo hebben ervaren zonder het plotselinge afscheid van Maria. Want de zoektocht naar het verklaren van dit nodeloos extra lijden bracht me naar het boeddhisme.

Ik glimlach, want ik zie nu dezelfde lome, onverstoorbare hond vredig op straat liggen, als een heilige koe in India. Een sympathieke hindernis opwerpend voor eromheen lopende voetgangers. Ik zie het plekje waar arme mensen wachten op overtollig voedsel van de monnik. Ik denk aan de knielende Thai tijdens het ontvangen van mijn dankgebed. Ik denk aan de glassplinters op straat, ze voorzichtig mijdend tijdens het lopen op blote voeten.

Ik denk aan de overtreding die ik heb begaan door de giften aan te moedigen van Thai die pakjes chocolademelk in de aanbieding hadden. En ik denk aan de overtreding die ik heb begaan door hard weg te lopen van gevers die sojamelk met alle goede bedoelingen wilden schenken. Ik denk aan het drukke kruispunt waar, zoals overal in Thailand, de voetganger vogelvrij is, behalve de monnik! Ik liep rustig, onverstoorbaar en met gebogen hoofd het kruispunt over en de auto’s stopten uit respect. Zonder mijn monniksgewaad zou ik telkenmale ternauwernood aan de dood zijn ontsnapt.

Ik denk aan de lieve kinderen die heel voorzichtig, begeleid door de ouders, eten in mijn bedelnap stopten en met een schuin oog naar de blanke monnik keken. En daarna knielend, met hetzelfde schuine oog, mijn koeterwaals Pali aanhoorden, terwijl de ouders heel devoot de ogen sloten. Ik denk aan die lieve oude vrouw die me een banaan gaf en voor wie ik voor had willen knielen uit zuivere dankbaarheid. Ik denk ook aan de in zijde geklede vrouw die vanuit de achterklep van haar Mercedes mij voedsel en een royaal gevulde envelop gaf. Wat me geheel koud liet, ten onrechte natuurlijk.

Maar bovenal denk ik aan de man die het jasje gaf. In armoedige kleren en met zijn vereelte handen, zeer scherp in mijn geheugen gegrift, legde hij de muntjes in mijn bedelnap. Nu een van mijn grootste bezittingen, met de ongekend immense symboliek dat het geven, hoe armlastig je ook bent, zoveel mooier is dan het krijgen. Zijn gebaar heeft voor mij een grote draagwijdte, zonder dat hij het besefte. Hij kon ook redelijkerwijs niet bevatten dat hij met deze gift mijn leven zo beïnvloedde. Aansporing tot deze daad van hem was de intentie goed te doen, mededogen te tonen, een ander te helpen zonder voorwaarden vooraf en zonder iets terug te verwachten.

Doe dus goed, zonder per se de draagwijdte te willen overzien. Want uit mededogen kan alleen maar goeds voortkomen.

Niets is permanent

Stevig doortrappend op mijn fiets (een Raleigh nota bene) passeer ik de poort van Wat Umong. Ik sla meteen linksaf en stop voor mijn huisje. Nog altijd vredig aan een spiegelglad meertje, omringd door wildgroeiende struiken. En wijze oude bomen, waaronder het schaduwrijk goed toeven is en die je je beschut doen voelen voor de boze buitenwereld. Ik kijk naar de prachtige bananenboom, nog even fier als voorheen, mijn fixatiepunt voor de talloze mislukte meditatiepogingen.

Daarna wandel ik naar mijn tempel. En ik ben oprecht blij hier te zijn. Zoveel warme herinneringen! Ik ga op het plekje zitten waar ik ben gewijd. Met het (lege) abttroontje en zijn pannenkoek als stille getuigen. De grootste getuige is natuurlijk Boeddha zelf, een groot goudglanzend beeld de tempel dominerend in al zijn majesteit. Ik buig drie keer en ben even in mezelf. Dan op weg naar het huisje van dr. Phran Arjan Songserm, mijn begeleider en leraar. Ik heb hem nog zoveel te vragen. Mij was ter ore gekomen dat hij gezwicht is voor de zoete verlokkingen van een uiterst charmante Thaise. Geloof me, daar zijn ze goed in hier. En inderdaad, hij heeft zijn saffrane robe aan de wilgen gehangen en smaakt nu het intense genoegen een vrouw in zijn sponde te mogen omarmen, onderwijl lurkend aan een fles whisky.

Niemand overigens die daar aanstoot aan neemt, zolang iemand maar geen monnik meer is, mag hier veel. Hij heeft nog steeds zijn baan als hoogleraar aan de boeddhistische universiteit. Die Phra Arjan! Wie had dat ooit gedacht. Hoe ervaar je dat nou zo? Bijna 40 jaar geen vrouw mogen aanraken en dan ineens met je neus elke dag in de boter vallen!

Dat zijn zo nu mijn gedachten, terwijl ik natuurlijk oorspronkelijk heel andere vragen heb wanneer ik hem weer zou ontmoeten. En waar is nou toch Vichai, de monnik met wie ik tegelijkertijd ben gewijd? En Suree, de wereldwijze jonge monnik. En Juw, de fragiele monnik met de jampotglazen? De blijdschap in mijn tempel te zijn, vervliegt zienderogen nu ik mijn bevriende monniken niet meer kan vinden. Met hangende schouders slof ik wat rond. Moet ik dan weer noodgedwongen teruggrijpen naar een van de kernleerstellingen dat niets permanent is? En telkenmale ervaren dat deze kennis, hoe waar ook, geen troost biedt?

– Wordt vervolgd –

Over deze blogger

John Wittenberg

2 reacties op “De boog kan niet altijd ontspannen zijn (deel 21)”

  1. Didi zegt op

    John, wat een prachtig verhaal weer.
    Geniet van het leven.
    Hartelijk dank.

  2. l.lagemaat zegt op

    John, het leven is loslaten.
    Onze meest verborgen tranen zoeken nimmer onze ogen!


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website