‘Cultuursnuiven’
Zo over de jaren mijn schoonfamilie en dus het mooie Thailand bezoekend, viel het me op dat er toch wel enige cultuurverschillen zijn waar te nemen voor de oplettende toeschouwer.
Voordat u mij beticht van het intrappen van open deuren, en me wijst op de talloze boeken en geschriften al gewijd aan deze materie door grotere geesten dan ondergetekende, meen ik toch mijn steentje te kunnen bijdragen door eigen observatie van dit fenomeen.
Zo is daar om te beginnen mijn idee van schoon en aangeharkt.
Kan ik in Nederland zowat geen poot meer zetten door alle eco-vriendelijk opgedrongen containers voor restafval, papier en compost, zie ik buurvrouw tijdens het schuren van haar stoepje zoveel bleekwater gebruiken dat het op chemische oorlogsvoering begint te lijken, en word ik dagelijks door verdacht eenzijdig georiënteerde milieu-goeroe’s gewezen op een snel naderend klimaat-armageddon, bij schoonma op het Isaanse erf gaat het ietsje anders.
Haar idee van opgeruimd is namelijk het eenmaal per week de keukenrestjes en plastic zooi in een roestig olievat proppen, en er daarna vrolijk de fik in te steken met behulp van wat snelverdampende brommer-benzine.
Dat de wind soms uit de verkeerde hoek waait en haar rooksignalen de halve straat aan het zicht onttrekken, daarbij menig volle waslijn van een penetrant stookluchtje voorziend, is hier ten dorpe vanwege de welig tierende Thaise harmonie gelukkig geen enkele reden tot opgetrokken wenkbrauwen, wijkwoede of ook maar beginnend burengerucht.
Behalve voor haar op bezoek zijnde Hollandse schoonzoon dan, die werkelijk overal een probleem van maakt.
Die jongen wordt nooit een Thai, met zijn geneuzel over hoestbuien en zwarte sneeuw.
Zwager Oeth is een ander verhaal.
Mag schoonma zo haar eigen ideetjes hebben over wat door de Isaan-beugel kan, hijzelf legt de lat beslist nog stukken lager.
Want nimmer kon ik hem betrappen op iets wat ook maar op werk zoeken, werk aannemen of werk uitvoeren leek, al had ik soms toch enige hoop dat het de goede kant op ging.
Zo was daar die avond in April.
Ten dorpe waren er drukbezochte tempelfeesten, en zwager bleek uitverkoren om samen met enkele anderen aldaar de orde te gaan bewaren.
Wat nodig was, gezien het grote aantal lieden dat bij die gelegenheden het kietelen van eigen lever door middel van plaatselijk gestookt vuurwater als een boeddhistische levenstaak beschouwen.
De verlichting meestal de volgende morgen bereikend.
Wanneer de eerste zonnestralen hun geteisterde hoofd masseerden, en echtgenotes met stemverheffing hun dank uitspraken voor het verbrassen van het toch al karige huishoudgeld.
Mijn farang-hart sprong ditmaal echter op van vreugde bij het ontwaren van zwager. Nu eens gekleed gaand in een strak khaki uniform, met glimmende pet op het hoofd en een heuse gummiknuppel aan de gordel.
Een prachtig plaatje vormend van d’oprechte dienaar der wet, klaar om zijn verantwoordelijke missie te gaan volbrengen.
Zijnde menig weduwe en wees te beschermen tegen laveloze lanterfanters, amok makende manspersonen de knuppel in de nek te leggen, en deze delinquenten desgewenst meteen af te te voeren richting cachot. Voorwaar een loffelijk streven, en mijn respect voor zwager steeg dan ook evenredig met zijn voorkomen.
Geheel passend bij deze schone taak was echter ook zijn motto voor die avond.
Namelijk dat men vuur met vuur diende te bestrijden.
Wat erop neerkwam dat hij zichzelf eerst een gigantische bierpul met SangSom inschonk, daar ter versiering wat ijsgekoelde soda-bubbels bij mikte en deze kolossale hersenverweker vervolgens in één keer achterover sloeg.
Daarna welgemoed afreizend richting tempel, klaar om andere bezopen bezoekers tot de orde te gaan roepen.
Dat hij het aftanken zoals gewoonlijk tot zichzelf beperkte zou ik de volgende dag gewaarworden. Toen we zijn brommer wilden gebruiken voor een bezoek aan de markt en deze net buiten het dorp al hikkend de geest gaf door brandstofgebrek.
Een andere kleine cultuurschok was het gegeven dat men in Nederland meestal eerst een bodempje legt voordat men geestverruimende middelen tot zich neemt, maar sommige Thai dit als onzin beschouwen.
Volgens zwager was het namelijk zonde van goed voedsel om eerst te gaan eten.
Dronk je dan teveel was er grote kans dat je maaltijd later, met dank aan promillage en peristaltiek, weer op het grasveld belandde.
Dus dronk hij zich altijd eerst een stuk in de kraag, en ging dan pas aan tafel.
De logica hierachter ontging mij echter geheel.
Omdat ik diezelfde zwager eens na een stevig drinkgelag zijn avondmaaltijd in de struiken had zien parkeren, om dan tien minuten later weer vrolijk een bordje bami aan te pakken.
Gezien het werpen van de teerling een van zijn andere hobby’s is, had hij zich in het Oude Rome als een vis in het water gevoeld, zoveel is zeker.
Een absolute tegenhanger van het zojuist opgelepelde en tranentrekkende verhaal is nicht Ning, dus in het kader van ‘zoek de cultuurverschillen’ mag zij zeker niet ontbreken.
Broodmager, vriendelijk en altijd bezig, dat is nicht.
Vanwege een hoognodige verbouwing van schoonma’s bijkeuken haalde ik ooit tesamen met Ning’s echtgenoot flink wat loodzware zakken cement, teneinde hiermee een begin te kunnen maken.
Bij terugkeer van de bouwmarkt stelde manlief voor eerst maar een condensparelende Chang te consumeren bij de dorpswinkel, want de farang zou wel dorst hebben (en inderdaad).
Nicht Ning karde intussen de zwaarbeladen pick-up naar schoonma’s nabije stulpje, en zou daar op onze terugkeer wachten.
Uren later, plaatselijk verdoofd, en tevens voorzien van klotsende kuiten en te verwaarlozen werklust, betraden we schoonma’s perceel. Om er dan achter te komen dat Ning en vrouw Oy de cement al gelost hadden, en het nu keurig opgestapeld klaar lag onder het afdak.
Oy riep vrolijk dat nicht intussen ook nog kans had gezien een veranda overstekende gifslang dood te meppen met de huisbezem.
Waar vind je een Nederlandse huisvrouw die in de bloedhitte zware balen cement op haar nek neemt, deze verder draagt dan nodig is omdat het dan droog ligt, tussendoor een bloedverdunnende kuitenbijter naar de eeuwige rijstvelden helpt, en dan ook nog eens toestaat dat haar man op datzelfde moment opboerend de baliekluiver uithangt, zonder daarna subiet echtscheiding aan te vragen?
De queeste naar het Gulden Vlies, Steen der wijzen, en de Hoorn des overvloeds in een plaatselijke Albert Heijn zou waarschijnlijk meer kans van slagen hebben.
Van feestjes naar crematie-rituelen is een hele stap voor de gemiddelde Nederlander, doch niet in het schone Siam.
Bij het ten hemel varen van een stokoud geworden oom van vrouw Oy, ontdekte ik al snel dat het hier niet bij droevig kijken, handjesschudden en wegwerken van overprijsde en zeer beroerde koffie met droge cake zou blijven.
Integendeel.
De aankomst bij de tempel was gelijk het betreden van een uit de hand gelopen ouderavondje, dorpskermis, en dichtbevolkte familie-reünie inéén.
De locatie van de dierbare overledene zelf werd met floep aan-floep uit lampjes aangegeven. Mocht men dat gemist hebben was er altijd nog de metershoge poster van zijn doorgroefd gelaat dat aangaf waar hij zich bevond in deze vriendelijk verwarrende heksenketel.
Borrelende pannen met soep, daarin roerende kletstantes met een braam op hun stembanden, gamelan-muziek, myriaden muggen die een kleine uitwisseling van lichaamssappen voorstonden, vele verre neven en nog meer nabije ooms, sommigen daarvan al vér boven hun theewater, vrolijk tikkertje spelend grut, zwartgerande foto’s van misprijzend kijkende opperhoofden aan de muur, tinkelende tempelbelletjes, en als sluitstuk enkele inderhaast kaalgeschoren en in oranje pij gehesen neefjes.
Die een mooi devoot plaatje voor de familie zouden moeten opleveren, ware het niet voor hun uiterst brutale koppen en de daaruit bungelende krong thip sigaret.
Zij waren het ook die na de plechtigheid kans zagen het leven van sommige genodigden (mij dus) met tien jaar te bekorten door het onverwacht afsteken van rotjes en donderslagen.
Nergens zag ik echter iets wat op een zalvend handenwrijvende begrafenisondernemer leek, en alleen daarom al gaat mijn voorkeur uit naar de Thaise uitvoering.
Naderhand stond de hele familie nog op de tempeltrap en deelde stukjes geurige zeep uit aan alle genodigden.
Me afvragend hoe een Nederlandse begrafenisstoet zou reageren als de nabestaanden hen bedankten voor hun komst met zorgvuldig versierde stukjes Lux kon ik, heel toepasselijk, een glimlach niet onderdrukken.
Een andere schok kreeg ik ooit eens thuis bij zwager Oth in Bangkok.
Op de avond voor vertrek naar Nederland bracht ik nog snel even een bezoek aan de niet al te chique wasgelegenheid.
Om er dan bij het willen doorspoelen van het hurktoilet achter te komen dat hun kroost de waterbak tevens als aquarium gebruikte, en ik bijna hun zwarte sluierstaartje richting riolering en roemloos einde had geholpen.
Licht geschokt, doch met ongedeerd sluierstaartje, voegde ik me weer bij de andere aanwezigen.
Vrouw Oy, aan wie ik later het bijna verdrinken van ons geschubde vriendje opbiechtte, keek er niet van op.
Wel raadde ze me aan eens een keertje niet half bewusteloos rond te lopen in den vreemde, dan zag ik nog eens wat.
Ik twijfelde even.
Maar besloot toen deze aanbeveling in de wind te slaan.
Want goede raad is duur, en door een klein cultuurverschil kan ik daar echt niet aan beginnen.
Over deze blogger
-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur14 november 2024‘Drie dagen van bezoeking’
- Cultuur1 november 2024‘Kansloos koloniaal in Pattaya’
- Leven in Thailand26 oktober 2024‘Thaise verleidingen’
- Leven in Thailand17 oktober 2024‘Dromen van Lumpini’
Lieven, Culture Shock Thailand beleef jij hier, en het mooiste is, het boekje bestaat of bestond ook nog! Lezenswaardig, net als wat regelmatig uit jouw gouden pen vloeit. Dus, doe rustig aan met Thais vuurwater en dito schoonfamilie en trakteer ons gerust op nog wat cultuurschokken…
Het is weer prachtig Lieven , bedankt
En dan maar af blijven vragen, waarom zoveel Thaise dames liever een farang hebben, al si die ouder dan haar vader.
Prachtig geschreven verhaal.
Prachtig weer geschreven Lieven, de Thais hebben het niet zo op veranderingen opgelegd door de overheid, zo werd er een helmplicht ingevoerd, een stookverbod allemaal goed bedoeld maar de Thai zijn gewoon wat minder strikt in de uitvoering dan de gemiddelde Europeaan.
Nee, striktheid heeft er volgens mij niks mee te maken.
Het is een basaal wantrouwen in de overheid. Die overheid was nooit een werktuig van de mensen maar van de elite. Een collectief bewustzijn is dan ook ver te zoeken. De openbare ruimte is niet van iedereen maar is een jungle waar het recht van de sterkste geldt. In Nederland maakt men zich druk om voldoende groen en om het milieu. In Thailand niet tot het moment dat het de EIGEN persoon (niet de inwoners van de naburige stad) of familie raakt. Dan pas komt men in actie.
Klopt,beste Chris. Thai mensen hebben een heel ingewikkelde inborst. Vinden ze zelf ook. Vraah hen er maar naar. Naar buiten toe in direct persoonlijk contact geldt sabaai sabaai, sanoek en maaipenraai. Daaroverheen een glimlach tot beide oren. Je moet tot de clan, de groep, de familie horen om de omgangsvormen duidelijk te hebben. Buiten het direct persoonlijk geldt: eerst ik, dan een hele tijd niemand, en dan jij. Tenzij een naasthogere of ranghogere nadert. dan geldt: eerst een stap achteruit, dan kruipen, vervolgens afreageren. Het is niet fraai, maar het is niet anders.
Een beetje Thaise man in de Isaan is egocentrisch, hoewel vrouwen er ook wat van kunnen, de voordelen voor de persoon en de vaak nadelen voor omstanders zijn moeilijk te begrijpen, de doorsnee vakantieganger wil het graag als cultuur zien.
Wat weer een prachtige registratie van een stukje uit het Thaise leven.
Heerlijk om de dag mee te beginnen en je af te vragen waarom ik nog in Nederland woon….
Dank Lieven!
Verrukkelijk verhaal!
Grappig geschreven en zeer herkenbaar!
Nou, nou. Schrijft Lieven weer een mooi verhaal over een wel erg makkelijke schoonmoeder en een schoonbroer waar je vrij weinig aan hebt en dan is dat meteen een kapstok of springplank “zo zijn (de meeste) Isaaners/Thai”. Alsof het gebrek aan een vuil/recycle netwerk (de fulltime blik/glas/papier verzamelaars niet meegeteld) niet flink meetelt. Of dat de oudere generatie niet is opgegroeid met milieubewustzijn.
En dan de mannen. Zullen die niet vooral aan het werk zijn? Voor een goed deel in Bangkok en andere grote/populaire steden, voor een deel in het buitenland. In een klein dorpje in de Isaan blijven dan kleine ondernemertjes over, (parttime) boertjes en degene die lokaal een baan hebben. Die mannen zie je dan niet of weinig als je de hele dag rond hangt in een klein plattelandsdorpje. Blijven de sukkelaars die een of ander (verslavings) probleem hebben. Dat kan nooit representatief zijn voor “de” Thaise/Isaanse man, dan had heel de regio of heel het land zwaar naar de k*** zijn gegaan. Dus van dat “en daarom zijn witneuzen zo populair, leeftijd doet er niet toe”, maak dat de kat wijs.
Dat er qua overheid en bedrijfsleven (elite netwerken) van alles mis is, ongelijkheid en wie buiten de boot valt aan het lot overgelaten word en moet terugvallen op het eigen sociale netwerk van familie, vrienden, buren. Ja. Maar de draai die enkele hier geven aan het verhaal is.. uhm… bijzonder… Iets minder in hokjes en “zo zijn ze” denken zou ik zeggen.
Anyway, bedankt Lieven!
U kunt niet ontkennen dat dit door de u geschetste situatie in bepaalde delen van het platteland de waarheid is en dat daar dan een mening over gegeven wordt.
Mogelijk is het een indirecte reactie van liefhebbers dat er zo nonchalant met het volk wordt omgegaan. Er zijn vele mensen die na een 10-20 jaar werken in grote steden terug willen naar hun dorp om hun ouders te helpen en de ouderwetse levenswijze over te nemen.
Uiteindelijk blijft het een rekensom of men wel of niet terug gaat maar het echte probleem wordt door geen enkele regering opgelost. En dan mag je net zoals vele Thai best cynisch over de situatie gaan denken.
Uiteindelijk maakt het toch niets meer uit en dat zie je dan weer op tv met de vele onnodige doden vanwege onzin. Het zou kunnen dat de tv zenders de armen ook framen maar dan is het een les dat je daar niet bij wilt horen.
Beste Rob V. ,
je hebt helemaal gelijk als je zegt dat dit niet representatief is voor alle inwoners van de Isaan of Thailand.
Want ik ken zat serieuze, hardwerkende en in het geheel niet drinkende Thai, die zich drie slagen in de rondte werken om het beter te krijgen.
Dat ik kies voor het laaghangende fruit, in dit geval de schoonfamilie, is omdat ik die van nabij meemaak.
Niet iedere Thai zuipt, gokt, loopt hoerententen plat, of is op je geld uit.
Dit hele verhaal is dan ook geschreven om een glimlach op te wekken, niet om de Isaan-bevolking over één kam te scheren, of mijn schoonfamilie belachelijk te maken. Het zijn aardige en uiterst gastvrije mensen, nooit te beroerd me ergens mee te helpen. Ook zwager niet.
Dat mijn verhalen in het reactie-gedeelte soms op een ( te serieus ) zijspoor belanden is niet mijn bedoeling, maar kan er ook weinig aan doen.
En om eerlijk te zijn, fikkie stoken was in mijn jeugd een favoriete bezigheid, en dat ik in de Thailand- vakantie schoonma af en toe de aansteker uit handen trek om zelf haar stookvat te ontsteken is ten dorpe een goed bewaard geheim.
Rob ( en alle anderen ) dank voor de mooie reacties,
vriendelijke groet,
Lieven.
Een wijs antwoord!
Was iedereen maar zo bedachtzaam, mild en bereid de humor te zien.