Dagelijks leven in Thailand: Bert gaat joggen
Bert Jansen (65) komt al sinds 2002 in Thailand. Hij ontmoette daar de vrouw van zijn leven en woont nu met haar en haar drie kinderen, plus een kleintje van haar dochter in Bang Sue (Bangkok).
Na de warming-up ga ik ‘los’; 200 passen is de norm
Een paar keer per week probeer ik te gaan joggen. Ik schrijf ‘probeer’, want met een leeftijd van een zes en een nul, valt dat niet altijd mee! Niet om een mooier en soepeler ogend lijf te krijgen, niet voor de ‘lol’ ervan, maar om de gevolgen van de voortschrijdende ouderdom te vertragen.
Rond een uur of zeven ’s morgens, als de dag nog fris is, wandel ik de vier trappen van de flat waar ik woon, naar beneden. Daar aangekomen begroet ik zoals gewoonlijk de buurt. De security-man, de kleine kruidenier met in zijn zaakje van alles en nog wat, Jai die uit de Isaan komt en met haar zoon (?) en schoondochter (?) kauw niauw, muu ping en gai verkoopt aan het passerend volk, de meesten op weg naar hun job.
De zoon, een kleine door de zon gebakken donkere man, groet me altijd uitbundig, vooral als hij dronken is (een staat die volgens mij de meeste uren van de dag aanwezig is). Het ontbreken van enige talenkennis anders dan het Isaans dialect vormt geen enkel probleem voor onze verstandhouding.
Ik zou het bijna met gesloten ogen kunnen doen
Ik vervolg mijn weg en bij de vierbaansweg, die op dit moment vol-geraced wordt, wacht ik op een kans om naar de andere kant te komen. Wat kort of lang durend toch verwonderlijk altijd weer lukt.
Na de warming-up ga ik ‘los’, zij het aanvangend met een voorzichtige pas. De hoeveelheid passen zijn in de loop der tijd stilaan teruggelopen. Was voorheen 300 normaal, nu is 200 de norm. Na een serie passen volgt het normale lopen, in aantal aflopend van 200 naar 120, daarna volgt dan weer de oplopende serie van 200 naar 300.
Ik jog rond de Khlong Prapa, een breed kanaal dat Bangkok doorsnijdt, en een buffer is voor de watervoorziening van de stad. Aan de ene kant begeleid door de brede vierbaansweg, en aan de binnenkant , een rustiger traject met minder verkeer.
Ik zou het bijna met gesloten ogen kunnen doen: linksaf, langs de khlong, de brug over, waar de motorbike-boys wachten op klandizie, Jai van de koffieshop met haar doorrimpelde lieve glimlach, de school, waar studenten voor wachten tot het lesuur begint, tot aan het spoor. Daar aangekomen keer ik terug, mijn oude voetstappen volgend.
Een ietwat slungelige Thaise man; hij zit, kijkt en lacht soms met iets wat in hemzelf gebeurt
Langs de khlong op een betonnen richel zit hij elke morgen. Een ietwat slungelige Thaise man van ik schat zo’n 40 jaar, smal gezicht, haar in een staartje achter op zijn hoofd, niet echt vies. Hij is altijd in het zwart gekleed, met aan zijn voeten haast versleten teenslippers, getuige de vorm en kleur waar ze in verkeren.
Iets verder op een bankje met zijn opgestapelde bezittingen, iets wat op een deken lijkt, vaal en grijs, verder wat plastic zakken met inhoud. Mijn conclusie is dat de bank zijn huis is, en de betonrichel zijn woonkamer. Een douche, kast of kookpot behoren niet tot de inboedel.
Hij zit, kijkt en lacht soms met iets wat in hemzelf gebeurt. Als hij niet zit, loopt hij. Met een fors tempo. Zijn benen uitwaaierend. Het is een beperkt traject, een stuk naar rechts, dan weer een stuk naar links.
Zijn ogen ontmoeten nooit de mijne
Soms passeren wij elkaar. Links, rechts. Twee lopers. Ik zie zijn lichaam, zijn gezicht, maar zijn ogen ontmoeten nooit de mijne. Het lijkt of ze altijd ergens anders moeten zijn. In een flits zijn we elkaar gepasseerd. Hij gaat zijn richting ik de mijne.
86-87-88… nog even en ik heb mijn 120-ronde gedaan.
Tijdens het lopen komen soms de mijmeringen: zouden zijn ouders nog leven… broers, zussen… en wat met een vrouw… kinderen… zou hij net als ik ook gedachten, herinneringen hebben over vroeger… 101-102… zou hij ook vragen hebben over het leven… waarom dit, waarom niet dat… wat als ik… 120.
Ik hijg en puf naar adem, mijn lijf doet zeer. 10-11-12… bij 45 voelt het al beter. Zou hij ook deze gedachten hebben…?
Oudejaarsdag
De laatste ronde van dit jaar! Jai Isan is er niet, dus dan maar over de brug, daar hebben ze vast wat ik wil. Wat stokjes muu ping, een visje, een paar kippenboutjes, en kauw niauw voor een volle buik. Bij de Seven een flesje Isetan. Een plastic zak met wat te eten, want het is de laatste dag van het jaar. Voor iedereen.
Hij loopt. Ik loop. Met slungelige benen nadert hij. Vlak voor we elkaar passeren, wai ik naar hem ’sawa dee pi mai’, en mijn arm strekt zich naar hem uit, met het tasje. Hij geeft een halve wai terug, ik hoor een mompel ’mai auw’, en dan is hij gepasseerd.
Tja, wat moet ik nu, gaan joggen met een plastic tasje is geen optie. Ook aan mijn broekriem bungelt het niet lekker als ik jog. Dan maar naar huis, ik heb al een warm ontbijt!
Ja, dit is niet zoals het hoort! Door feestelijke omstandigheden, nog niet gejogd dit jaar. Wat moet, dat moet. Het wordt een helse rit. Na een uur ben ik blij dat ik doorgezet heb.
Moe, bezweet, maar tevreden loop ik terug naar huis naar een koude douche en hete koffie. Van verre zie ik hem zitten. Op z’n randje. Zoals altijd in het zwart. Zittend en kijkend.
Als ik hem passeer, kijk ik naar beneden. Heel even laat hij zijn ogen zien. Ze zijn bruin. En zacht.
Over deze blogger
Lees hier de laatste artikelen
- Leven in Thailand22 december 2024Je maakt van alles mee in Thailand (238)
- Lezersinzending21 december 2024Controleer de voorwaarden van je Nederlandse levensverzekering bij emigratie naar Thailand (lezersinzending)
- Leven in Thailand21 december 2024Nog meer buren (lezersinzending)
- Visumvraag21 december 2024Thailand Visa vraag Nr 228/24: Visum en huwelijk
Mooi geschreven.
Als 70er en eigenaar van 2 knieprothesen, zijn mijn jogging activiteiten verleden tijd. Maar ze zijn lvervangen door fikse ochtendwadelingen van een 12 tak kilometer met uitschieters van 20 kilometer. Ik start om 05.00 en zie dan een stad ontwaken wat voor mij, na 9 jaar in een satelietstad ten Noorden van Bangkok nog steeds een fascinerend iets is. Want je bent getuige hoe het leven zich op gang trekt. Hier ben je getuige van het Thaise leven zoals het is. Iets waar de doorsnee toerist niet het flauwste vermoeden van heeft.
Want om 05.00 am zie je de ontbijtrestaurants alles voorbereiden voor de kantoorbedienden die straks komen ontbijten. Sommige van deze restaurants sluiten hun deuren al om 10.00 am, omdat zij alleen ontbijtgerechten klaarmaken zoals jook (rijstsoep) en Patemko. Zelfs het kapsalon is reeds geopend en heeft zelfs al klanten. Rond deze tijd zie je al kleuters , keurig uitgedost die samen met hun moeder wachten op het busje van een prive kleuterschooln
Als ik om 05.30 am de weg naar het plaatselijk park inslaan, en zie ik in de duisternis al tientallem joggers van alle leeftijden, waarvan verrassend genoeg een groot aantal jonge vrouwen, die op hun eentje hun kilometerkes afmalen. Vermits ik hier al een paar jaar wandel is het ofwel een sawasdee Khrab/Kha, en de jongeren geven een Wai of een High Five. Op mjn beurt betoon ik dezelfde hoffelijkheid aan de nog ouderen dan ik. Want joggende 80 jarigen zijn echt geen uitzondering. Hier zie je hoe kinderen voor ze maar kantoor vertrekken met hun bejaarde ouder een rondje in het park afstappen al of niet in een rolstoel. Om 06.00 zie je op verschillende pleken de gymnastiek of yoga groepjes hun ding doen. Om 06.45 bruist het park vam activiteiten, wat dan begint de aerobic sessie en begin de senioren aan hun meegebracht gezamelijk ontbijt. In het weekend zijn er de ochtelijk verjaardagspartijtjes.
Als ik om 07.00 am het park buitenstap staan er al lange rijen aaan de Van, bus en Songtaew halten, en is het een aan en af rijden van motortaxis0 Ook aan de scholen drukke activiteit van ouders die hun kinderen brengen. Bij de ontbijtrestaurants is aanschuiven geblazen en de koffietentjes doen nu ook gouden zaken, ook op de ochtendmarkt aan de lokale tempel is het behoorlijk druk. Bij de tempel komen mensen offeren. dit gaat zo verder tot 08.00 am , wanneer alles voor enkele minutem stilcant wanneer de vlag word gehesen en het volkslied weerklinkt. Is voor mij de laatste etappen van mjn ochtendwandelin, want ik ben dan opeen goeie 500 meter van mijn woning.
Voor mij zijn dit de mooiste uren de dag. Vooral omdat je na enkele jaren begint deel uit te maken van de couleur locale. Als men je een tijdje niet ziet omdat je al eens ander routes neemt, is het weerzien steeds hartelijk en vraagt waar je uithing. En dit alles zonder opdringerheid. Kortom je voelt, dat men je aanvaard. En dat aanvaarden is een geleidelijk proces. Dat na enkele weken begomt met een blik van herkennin, daarna een voorzichtige groet en na een paar korte gesprekken tijdens het wandelen en verder evolueert naar een uitnodiging aan de ontbijttafel.