‘Bangkok.Ink’
Wandelend cliché van een Thailandganger, zo zou ik mezelf kunnen omschrijven.
Tondeusehoofd, klein bierbuikje, getrouwd met lieve Thaise, en als kers op de Thailand-taart, een tatoeage.
Geen grote, slechts een klein stukje van mijn bovenarm bedekkend.
Drie woorden in het sierlijke, maar voor mij onleesbare spijkerschrift wat in Thailand voor alfabet doorgaat.
In een ver verleden door een welbekend Rotterdams artiest in de Hollandse huid gebeiteld,
jammer genoeg nog voordat vrouw Oy me op enkele niet onbelangrijke puntjes attent had kunnen maken.
Bijvoorbeeld om het geschrevene niet compleet met spaties aan te leveren.
Wisten wij veel.
Ik vond me al een aardige schoonschrijver om de woorden zó uit het Nederlands-Thaise woordenboek over te kunnen pennen, en de rotjeknor tattoo-man had nimmer in zijn lange loopbaan zulke hanenpoten gezien.
Dat bleek ook wel toen hij mijn zelfgeschreven tekst achterstevoren op de arm wilde boetseren, waarop ik ternauwernood een unieke, doch uiterst ongewenste spiegelschrift-tatoeage wist te voorkomen.
Deze vermeldt slechts de naam van mijn vrouw, en dat ik van haar hou.
Menig tenenkrommende smartlap leunt op deze kleffe verklaring, maar is daarom nog niet minder waar.
Het geheel oogde echter toch wat kaaltjes, dus werd er later in Pattaya een stoere Chinese draak bijgekwast. Door een broodmagere en kettingrokende Carabao-fan, wiens van nicotine doordrenkte hand gelukkig opmerkelijk vast bleek tijdens het doorboren van opperhuid en pijngrens.
Na gedane arbeid stelde hij voor, tegen geringe vergoeding uiteraard, om de vuurspuwende zoon van het Oosten meteen maar in te kleuren en de kruiswoordpuzzel erboven aaneen te smeden.
Maar aan mijn lijf geen polonaise.
Want gekleurde tattoos gaven me jaren ’70-visioenen, van Bazooka-kauwgum plakplaatjes die met water of spuug op de jeugdige arm werden gekleefd.
En dat de Thaise zin met tussenruimte op het leesplankje stond was weliswaar een fout, maar wel mijn eigen fout, dus afblijven aub.
Architect van dit Thaise inktverhaal zijnde, ging er echter gaandeweg toch iets knagen. Door de vele, véle tatoeages die ik in de loop der jaren onder ogen kreeg.
En moest toegeven dat, ondanks mijn aversie tegen kleur, er beslist uitzonderingen bestonden.
Complete replica’s van Oude Meesters kwamen voorbij, verfijnd op de huid gepenseeld en oogstrelend mooi.
Waarna één blik op eigen bovenarm me vertelde dat een zekere Vermeer nog niet dood aangetroffen had willen worden naast deze kunstuiting van Neder-Thaise origine.
De oplettende lezer kan hier, mits goed luisterend, het startschot van mijn bovenarm-bedek periode waarnemen.
Want aanvoelend dat er een verschil is tussen ‘Gezicht op Delft’ en ‘Geen gezicht op wederhelft’, startten sommige van mijn kledingstukken een aanvraag tot lang verblijf in de linnenkast.
Tot die bewuste, van hitte zinderende middag in de Thaise hoofdstad.
Samen met vrouw Oy logerend bij zwager Oth, die aldaar te Bang Khen een alleraardigst en ruimbemeten pand bezit.
Waar het dan ook goed toeven zou zijn geweest, als de zon die dag niet had gepoogd het Olympisch record op de onderdelen farangsmelten en kaaskopkwellen te verbeteren.
Een van die verpletterend hete dagen waarop mijn inwendige thermometer me voor gek verklaarde, en dringend verzocht eens een andere bezigheid te zoeken dan lange vakanties in Thailand.
Ventilator op stand vliegtuig, glas met ijswater bij de bezwete hand, en de activiteit van een kokosmat ontplooien zijn dan nog de enige reddingsboeien in deze zelfverkozen exotische beproeving.
Dagdromend van een midweekje Groenlandse ijskap, met natte sneeuw na, werd ik wakker geschud door vrouw Oy. Want er bleek die zaterdag, op slechts een steenworp afstand van zwagers veste, een leuke openluchtmarkt te zijn.
Nu kent gezelligheid geen tegenspraak, dus allen daarheen.
Wat later bevond ik me, druipend als een vergeten waterijsje, tussen ontelbare kraampjes met zelfgefröbelde Thaise kunstnijverheid. Vraagt u mij welke beproeving groter was, het trotseren van de stomende hitte, of het moeten aanschouwen van zoveel overbodige laser-pennen, gevandaliseerde spijkerbroeken, of grofgebreide roze telefoonhoesjes, moet ik het antwoord daarop helaas schuldig blijven.
Uren later, weer terugwandelend, stelde ik voor nog een korte pitsstop te maken bij de 7-11.
Dit teneinde de arme grijze cellen te behoeden voor overkoken, en de veelbelovende levensavond niet voortijdig te eindigen op Bangkok’s kokende plaveisel.
De ‘Ping’ bij het openen van de schuifdeuren klonk me als hemelse muziek in de oren.
Nog beter was de bulderende airco achterin de zaak, en het daaropvolgende ijskoude blik Chang tegen mijn voorhoofd.
Dit laatste is wonderlijk verfrissend, en voor lieden met heimwee geeft het tevens de kortstondige illusie hartje December tegen een Nederlandse auto aan te leunen.
Voorzien van overlevingspakket, bestaande uit ijskoffie, opfrisdoekjes en het blik aanleun-bier, maakten we aanstalten weer naar buiten te stappen en onze zoolverkleving te vervolgen.
Maar hadden daarbij buiten de kassa-waard gerekend.
Een vriendelijk jongmens, dat nu opgetogen over de balie heen boog, beide duimen omhoog stak en me spontaan de woorden ‘Good, Good!’ toevoegde.
Het duurde even voor ik begreep dat zijn enthousiasme mijn eigen haperende huid-hierogliëfen betrof.
Mogelijk gemaakt door het mouwloos verlaten van zwagers optrekje, daar de genadeloze hitte zelfs mijn tattoo-gêne had laten verdampen.
Het struikel-Thais gelezen hebbende, was hij er zéér content mee, en liet dat ook duidelijk blijken.
Zelden werd een optreden tussen de schuifdeuren meer gewaardeerd, dus stak ik nu op mijn beurt een duim op naar kassa-kanjer.
Want instant genezing was een feit.
Sindsdien wandelt deze farang dan ook weer tatoeage-trots rond, met dank aan een jonge Thaise therapeut.
Dagelijks praktijk houdend in Bang Khen, tussen tandpasta, twix en tijgerbalsem.
Mocht u nog twijfelen,
het eerste consult is gratis.
Over deze blogger
-
Lieven Kattestaart (1963) woont samen met vrouw Oy op het mooie Goeree-Overflakkee.
Is werkzaam als havenmeester en bezoekt sinds 1993 het verre Thailand, waar hij in 98' Oy leerde kennen en haar overhaalde de zon vaarwel te zeggen en zich in dit kille moeras achter de dijken te vestigen.
Tegenwoordig de vakantieweken meestal doorbrengend in het Isaanse optrekje van schoonmoeder, afgewisseld met wat strandhangen in Pattaya, of klem zitten in bus of trein om andere en onbekende Thaise streken te bezoeken.
Zich voornemend na pensionering samen met Oy in Thailand te gaan wonen, en beiden kunnen nauwelijks wachten tot het zover is.
Hobby's: zodra er zich een inspiratie-vonkje aandient, doch meestal gekweld door schrijversblok, het toetsenbord beroeren teneinde het mooie Thailandblog van een nieuw stukje te voorzien, het beoefenen van lichamelijke bezigheid door middel van joggen (uiteraard met mate) online schaken, en het af en toe drinken van een prima Single Malt en daarbij wegdampen van een sigaar van Cubaanse origine.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur10 december 2024Rooksignalen van oompje Mango
- Cultuur22 november 2024Tropenkolder
- Cultuur14 november 2024‘Drie dagen van bezoeking’
- Cultuur1 november 2024‘Kansloos koloniaal in Pattaya’
dit lees lekker weg
Best een leuk verhaal . HG.