Khao Yai in Isaan

De Isaan vormt het grootste deel van Thailand en telt ook de meeste inwoners. En toch is deze gigantische hoogvlakte het ondergeschoven kindje van het land, op slechts een paar uur rijden van Bangkok. De meeste toeristen laten dit gebied links liggen (of rechts, als ze naar Chiang Mai reizen).

Met Laos (en de Mekong) in het noorden en oosten en Cambodja in het zuiden, vormt de Isaan een fantastisch gebied

om te ontdekken. Er valt meer te zien en te beleven dan menigeen in één reis kan verwerken. Het uitzicht is anders, het eten eveneens, om nog maar te zwijgen van zeden en gewoonten en de vele historische bouwwerken die dateren uit vervlogen eeuwen. Een groot deel van de Isaan maakte immers deel uit van het grote rijk van de Khmer uit Cambodja.

Hier vinden we geen spectaculaire eilanden en stranden, geen interessante bergstammen, maar schitterende nationale parken, vergezichten over de Mekong en opmerkelijke feesten en festiviteiten. Waarom dan relatief zo weinig buitenlandse bezoekers? Misschien is het wat monotone landschap de oorzaak, zeker in de droge tijd tussen november en mei? De wegen in het gebied zijn zonder meer uitstekend, dus daar kan het niet aan liggen. Wie het weet, mag het zeggen.

We beginnen deze rondrit op autoweg 2 (richting Nakhon Ratchasima/Korat) bij het Nationale park Khao Yai, op 200 kilometer van Bangkok. Dit park is vorig jaar door de Unesco uitgeroepen tot werelderfgoed. Het beslaat een oppervlakte van meer dan 2100 vierkante kilometer en kent een hoogteverschil van dik 1000 meter. In het park is sprake van een geweldige variëteit aan flora en fauna. Daarmee is het een van de minst aangetaste moessonwouden op het Aziatische vasteland. Het park is grotendeels goed toegankelijk en beschikt over uitkijktorens bij belangrijke drinkplekken, restaurants en mogelijkheden om in of in de nabijheid van het park te overnachten.

Olifanten Khao Yai National Park

Hier vinden we nog een stuk of 200 olifanten in het wild, maar ook verschillende soorten herten, wilde zwijnen, luipaarden, beren, zeldzame vleermuizen, neushoornvogels en zelfs tijgers. De beste periode om dieren te zien, ligt in de regentijd, van mei tot oktober, hoewel de meeste bezoekers de voorkeur geven aan de koelere periode in de rest van het jaar. Het kan er dan overigens best fris zijn. Omdat het park groot genoeg is om te verdwalen, verdient een goede gids aanbeveling. Om het park goed te leren kennen, is in feite een meerdaags verblijf nodig. Vergeet niet een muggenmiddel mee te nemen en een verrekijker.

Aan de rand van het park treffen we een opmerkelijk wijngoed, Château des Brumes. Met behulp van Franse experts probeert de eigenaar hier al ruim tien jaar een goede kwaliteit wijn te maken. Met succes, al liggen de prijzen niet bepaald laag. Gasten kunnen op de Village Farm overnachten en fietsen in de omgeving. En uiteraard een goed glas wijn drinken. In Kaeng Hin Peurg ligt een nieuw traject om te raften op de rivier, geschikt voor internationaal toerisme, al kan het er af en toe ‘wild’ aan toe gaan.

Korat, poort naar de Isan
Akhon Ratchasima (Korat) vormt de poort naar het noordoosten. De stad fungeerde in de Vietnamoorlog eind jaren zestig als militair steunpunt voor de VS. Een bezoek aan de stad hoeft niet meer dan een middag te kosten. Het Mahaweerawong museum beschikt over een indrukwekkende verzameling van oude objecten uit de Khmertijd. En in het centrum zien we het monument van Thao Suranari, die in 1826 met ander vrouwvolk tegen de Laotianen ten strijde trok. Uiteraard met de overwinning tot gevolg. En eveneens uiteraard wordt dat eind maart, begin april groots gevierd.

Een bijzondere indruk laat het Khmer-heiligdom in Phi Mai achter. Het is nu precies duizend jaar geleden gebouwd en daarmee ouder dan de grote tempel van Angkor in Cambodja, waarmee het overigens door een weg was verbonden. Beide tempels vertonen opvallende overeenkomsten.

Het heiligdom is niet groot in oppervlakte, maar wel in bezienswaardigheid. Het is in ieder geval op een verantwoorde manier gereconstrueerd, iets wat niet veel andere historische monumenten in Thailand kunnen zeggen. Op doordeweekse dagen is het hier vrij rustig. Het nationale museum ligt naast de Sa Kwan, een waterreservoir uit de 12de eeuw. Het museum herbergt veel antieke beeldhouwwerken. Een bezoek aan Phi Mai is niet compleet zonder een blik op de Sai Ngam, de grootste en oudste boom van Thailand, die een heel eiland overkapt. Aan de overkant van de weg is het heerlijk lunchen.

Khon Kaen
We zoeken de 2 weer op en gaan op weg naar Khon Kaen, eveneens een voormalig militair steunpunt van de

Khon Kaen Isaan

Amerikanen. De lengte van de startbaan op het lokale vliegveld maakt deze geschikt voor de grootste toestellen, al wordt er nauwelijks gebruik van gemaakt. De gelijknamige provincie is overwegend landelijk en vormt het hart van de Isan. Gedreven door een groeiende economie is hier genoeg te beleven op gebied van bars en restaurants.

De vele goede hotels maken Khon Kaen een aangename stedelijke tussenstop op weg naar Nong Khai, aan de Mekong. We vinden hier een nachtmarkt en veel winkels die zijde en katoen aanbieden uit de Isan. Menigeen koop hier een mawn khwaan, het harde driehoekige kussen als ondersteuning van de elleboog als we op de grond zitten. Ons advies: leeg kopen en thuis vullen, bespaart veel slepen. Gek op slangen? Ga dan naar het dorp van de koningscobra;’s Ban Khok Sa-Nga, waar de beesten op uitgebreide schaal worden gekweekt.

Roi Et heeft niet meer de functie die het drie eeuwen geleden had: vesting ter verdediging tegen de Laotianen. De stad telde destijds 11 torens. Nu is het een moderne stad met ongeveer 40.000 inwoners. Het kunstmatige meer heeft een eiland met een Boeddhabeeld.

Grens met Laos
In Nong Khai eindigt de 2, de Friendship Highway. De rivier Mekong vormt een brede en duidelijke grens met Laos. De Vriendschapsbrug vormt de enige verbinding met de Laotiaanse hoofdstad Vientiane en is betaald door Australië. De brug stamt uit 1994 en meet bijna 1200 meter. Sinds kort rijdt hier ook een trein over. De Laotiaanse regering verstrekt aan de grens toeristenvisa à raison van 30 USD of een gelijk bedrag in Baht. Omdat de regelingen regelmatig veranderen, is navraag bij de Laotiaanse ambassade in Bangkok aan te bevelen.

Nong Khai Isaan

Aan de Thaise kant rijen villa’s, hotels, guesthouses en bars, met hier en daar een Chinees-Frans toefje. De sfeer in Nong Khai is zonder meer ontspannen, het eten op de markt in het stadje uitermate smakelijk, al is het alleen al vanwege het uitzicht op de (bijna lege) Laotiaanse oevers. Kom tot rust in Nong Khai. Hier vallen ook anderszins koopjes te halen.

Een van de hoogtepunten van een bezoek aan het ‘bruggenhoofd’ Nong Khai is een bezoek aan het uitermate merkwaardige, maar wellicht daardoor indrukwekkende Sala Kaew Ku, In 1978 begon de ‘zwerfmonnik’ Luang Pu met het vervaardigen van een beeldentuin, vol bizarre en surrealistische beelden met filosofische inslag. Het hoogste beeld meet 25 meter en beeldt een Boeddha uit die op een veelkoppige draak zit. Ook het ‘Rad van het Leven’ is de moeite van het bekijken waard. De monnik predikte een merkwaardige mix van hindoeïsme en boeddhisme en nog wat meer religies, maar verzamelde een hele schare volgelingen om hem heen.

Wellicht nog merkwaardiger, fascinerender, raadselachtiger en zelfs griezeliger is dat het stoffelijk overschot van de in 1996 overleden Luang Pu zou weigeren te vergaan. De bezoeker die een paar Baht neertelt, kan hem in de verte achter glas zien liggen. Nong Khai telt naast deze beeldentuin nog een paar tempels die eveneens de moeite waard zijn.

Over deze blogger

Hans Bos
Hans Bos
Bijna 20 jaar geleden verhuisde journalist Hans Bos naar Bangkok. Vrijwel vanaf het begin was hij betrokken bij de geboorte van Thailandblog. Als journalist werkte hij voor Limburgse dagbladen en voor de reis vakbladen van wat ooit Elsevier heette. Hans (76) woont sinds 14 jaar in Hua Hin, met vrouw Raysiya en dochter Lizzy. Hij was circa negen jaar secretaris en vicevoorzitter van de Nederlandse vereniging in Hua Hin en Cha am.

2 reacties op “De Isaan, het vergeten stuk Thailand (1)”

  1. peterdongsing zegt op

    Beste Hans, leuk en informatief stuk over de Isaan. Ik heb een kleine verbetering over Roi-et. Het Boeddha beeld waar je over spreekt, staat niet op het eiland in het meer in het centrum, maar aan de rand van het centrum, Prem Pracharat Road. Misschien wel leuk te vermelden is, dit beeld is het hoogste Boeddha beeld in Thailand. Het is bijna 68 meter hoog . Je kunt het beeld beklimmen tot ongeveer aan de knieën.

  2. Erwin Fleur zegt op

    Beste Hans,

    Mooi geschreven, en beschreven.
    Het is een hele mooie route om te nemen.

    Ik zou mensen zeker aanbevelen om de Isaan te bezoeken
    en ruim de tijd nemen om deze bezienswaardigheden te ontdekken.

    De Isaan is een totaal andere wereld vergeleken met de rest van Thailand.

    Met vriendelijke groet,

    Erwin


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website