Elk jaar komen er meer toeristen naar Thailand, het land van de glimlach. De meeste van deze bezoekers komen echter alleen voor de badplaatsen als Pattaya, Phuket of Koh Samui.

Sommigen zullen ook een rondreis boeken naar andere beroemde plaatsen als River Kwai of Chiang Mai. Slechts zeer weinig toeristen brengen echter een bezoek aan het noordoosten van Thailand, de Isaan. Dat is de benaming voor het noordoostelijke deel van Thailand.

De Isaan was in het verleden het toneel van de vele militaire conflicten tussen de koningen van Thailand en de Cambodjaanse en Laotiaanse heersers en het gebied is dan ook meerdere malen van eigenaar veranderd. De aanwezigheid van etnische rassen uit de buurlanden kun je nog steeds aantreffen in Isaan, waar de inwoners nog steeds voornamelijk Lao of ook de Cambodjaanse taal spreken.

Rijstvelden

De Isaan beslaat ongeveer 1/3 van de Thaise nationale grondgebied, en ongeveer 1/3 van de bevolking van Thailand woont in deze regio. Op het eerste gezicht heeft de Isaan heeft niet veel gemeen met de andere regio’s in Thailand, waarin de Europese toeristen in het algemeen geïnteresseerd zijn. Er zijn geen palmbomen, er is geen zee, geen strand en ook geen bergketens bedekt met tropisch regenwoud. Afhankelijk van het seizoen, ziet men slechts eindeloos lang groene rijstvelden of bruine aarde, dat als gebakken steen oogt door de fel brandende zon. Dit deel van het land zal dus nauwelijks toeristen trekken, die willen genieten van de stranden.

Voor iedereen echter die geïnteresseerd is in het echte beeld van Thailand, buiten de grote toeristische centra is een bezoek aan de Isaan zeer zeker aan te bevelen. Het grootste deel van de bevolking bestaat uit etnische Lao, die uiteraard Thaise onderdanen zijn, maar onderling Lao dialect spreken, die echter veel dingen gemeen heeft met de Thaise taal. In Thailand wonen bijna vier keer zo veel mensen van Laotiaanse afkomst dan in Laos zelf.

De bewoners hier zijn in het algemeen klein van stuk en hebben kleine, stompe neuzen, hetgeen dan weer heel mooi uitkomt op de lieve gezichtjes van de jonge meisjes. Het oostelijk deel van het land, rond Buriram en Surin, is een gebied, dat voorheen tot Cambodja behoorde en waar de bewoners etnische Khmers zijn. Ze hebben een wat steviger postuur, een rechte neus en in het algemeen een iets donkerdere huid dan de Lao-Thai. De bevolking hier spreekt een Cambodjaans dialect, die volledig afwijkt van zowel de Thaise taal als ook van de Laotiaanse taal.

Armenhuis

De bevolking in de Isaan wijkt niet alleen af in taalgebruik – uiteraard spreken zij allen ook de Thaise taal -, maar ook in hun tradities en gewoonten. De mensen leven voornamelijk van de landbouw, maar omdat de regenval in dit gebied aanzienlijk minder is dan in de rest van Thailand, zijn hun inkomsten erg laag. De Isaan wordt dan ook vaak wel het armenhuis van Thailand genoemd. Het is om deze reden dat veel meisjes, die in hun levensonderhoud voorzien door in de bars van Bangkok, Pattaya en Phuket te werken, afkomstig zijn uit de Isaan. Met het geld dat zij verdienen kunnen zij hun families thuis ondersteunen om ze te helpen aan een op zijn minst bescheiden levensstandaard.

De landbouw is dus bijna de enige bron van inkomsten in dit deel van Thailand, maar de bodem is relatief arm aan mineralen en daardoor van lage kwaliteit voor de landbouw. De zandgronden nemen nauwelijks water op en de teelt van rijst is daardoor afhankelijk van de onregelmatige regenval. De rijstvelden zijn vaak klein, op een dieper gelegen stuk grond omgeven door een aarden wal om het water zo lang mogelijk vast te houden. In tegenstelling tot de rijstkamer van Thailand, de delta van de grote rivieren in Midden-Thailand, waar meestal twee rijstoogsten per jaar mogelijk zijn, is in de Isaan slechts een rijstoogst per jaar is te verkrijgen.

Boeren

De boeren cultiveren wel jasmijnrijst van hoge kwaliteit, die over het algemeen wordt geproduceerd voor de plakkerige rijst, die het meest bestemd is voor eigen consumptie. Niemand in de dorpen lijdt echt honger, want er wordt genoeg rijst geproduceerd voor iedereen. Maar alle andere producten, zoals machines, reserveonderdelen, brandstof en kunstmest zijn sterk in prijs gestegen in de afgelopen jaren, zonder dat de prijzen voor landbouwproducten zijn gestegen.

De boeren zijn daarom meestal schatplichtig aan financieel sterke verhuurders en banken. Het land behoort slechts ten dele aan de boeren, deels is het “King Country” en de boeren hebben alleen het recht verworven om het te gebruiken. Zowel het eigendom en de rechten van het land kunnen worden verkocht of verpand, zodat de boeren vaak hun eigen velden moeten leasen van banken of financiers, hetgeen hen tot aan de rand van het bestaansminimum voert.

Het hele ritme van het leven van de rijstboeren wordt bepaald door de seizoenen en het weer. Als na het begin van het regenseizoen de velden, steen-hard gebakken in de voorafgaande maanden door de zon, door ploegen moeten worden verzacht, zullen de boeren vanaf vroeg in de ochtend tot laat in de avond, met water tot aan hun knieën, achter ploeg en eg lopen om de velden voor te bereiden voor een nieuwe aanplant van rijst. Ook de aanplant van rijst is heel hard werken, meestal gedaan door de vrouwen. Ze lopen voorovergebogen in een lange rij over de rijstvelden, in knie-diep water om jonge rijstplantjes met 10 cm afstand in de bodem te steken.

Animisme

Nadat de rijst is geplant, is er voor de boeren gedurende enkele maanden niets meer te doen. De mannen zitten hele dagen bij elkaar, drinken rijstwijn, praten en wachten tot de rijst voldoende is gerijpt om geoogst te worden. De vrouwen zijn bezig met het weven van mooie zijden sarongs. Als de oogsttijd is aangebroken begint ook het harde werken weer. Aangezien in Isaan de rijstvelden tamelijk klein zijn en worden omsloten door de aarde banken om het kostbare regenwater vast te houden, kunnen geen oogstmachines worden gebruikt. De rijst moet dus handmatig worden geoogst. Daarna is het weer rust totdat opnieuw een droog seizoen voorbij is en kan worden begonnen met een nieuwe aanplant.

Net als elders in Thailand, wordt ook de Isaan sterk beïnvloed door het boeddhisme, dat in de 6de eeuw door Indiase monniken in het land is gebracht. De dominante religieuze gewoonten die vóór de komst van het boeddhisme aanwezig waren, zijn echter in het geheugen van de mensen blijven zitten en zijn alleen “overpainted” door de leer van Boeddha. Het animisme of het geloof in geesten is nog steeds diep verankerd in het leven van de Isaan mensen. Vooral het boeddhisme van de mensen in de dorpen bevat vele animistische elementen.

Khmer koningen

Overal in de Isaan vindt men getuigen van een bewogen verleden. Veel meer dan in enig ander land in Zuidoost-Azië, zal men sporen van oude beschavingen, evenals ruïnes en prachtig gerestaureerde tempels terugvinden. In de nabijheid van de provinciale hoofdstad van Khorat liggen de ruïnes van Prasat Phimai, de westelijke vesting van het Khmer Koninkrijk. Een andere belangrijke tempelruïne is Phanom Rung, in de buurt van Prakonchai in de provincie Buriram. Dit Khmer tempelcomplex werd gebouwd op de top van een 1000 meter hoge uitgedoofde vulkaantop en wordt vaak de Angkor Wat van Thailand genoemd. Ongeveer 3 km ten oosten van Phanom Rung ligt de tempel van Prasat Muang Tam. Dit relatief kleine, maar volledig gerestaureerde complex is gelegen in het midden van een zeer goed onderhouden park en geeft een goede indruk van constructie-technieken tijdens het regime van de Khmer koningen. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de vele belangwekkende objecten in de Isaan.

Dit gebied was het centrum van een prehistorische beschaving, die haar bloeitijd had in het bronzen tijdperk, 5.000 tot 7.000 jaar geleden. Bij opgravingen in de provincie Udon Thani heeft men skeletten en gereedschappen uit deze prehistorische tijd gevonden. In de Isaan vindt men ook het oudste en grootste nationale park van Thailand, Khao Yai, dat in alle reisgidsen vermeld wordt. Met meer dan 2000 vierkante kilometer omvat het grote park delen van vier provincies. In dit park leven nog meer dan 200 olifanten in het wild en ook tijgers komen in het regenwoud voor. Bovendien kun je daar grote groepen apen aantreffen en wel 80 verschillende soorten vogels, alsmede ongeveer 50 verschillende soorten orchideeën.

Som Tam

De Isaan keuken is veel heter dan de Thaise keuken, zodat de Farang van de meeste Isaan gerechten tranen in de ogen krijgt. Een typisch gerecht in de Isaan is “Som Tam”, een groente mix, bestaande uit kleine gehakte groene papaja’s, uien, tomaten, citroen, peper, zout en Chili. Om het te complementeren wordt daar dan nog een flinke hoeveelheid rotte vis of krabvlees aan toegevoegd. Vooral dat laatste ingrediënt geeft het hele mengsel de typische geur. Men kan ook ronduit zeggen, dat het stinkt, zodat de meeste Farangs deze lekkernij niet lusten. Als een Farang toch door zijn Isaan vriendin, die zelf niet één dag zonder Som Tam kan, wordt overgehaald het te proberen, moet hij wel zorgen, dat hij een fles water bij de hand heeft, omdat anders na een paar seconden de vlammen uit zijn mond komen.

De muziek in Isaan is heel anders dan in de rest van Thailand. Sommige muziek dient als begeleiding van dansen en weer andere muziek staat als bekend als “morlam”, een traditioneel duet tussen een man en een flirterig recalcitrante, ogenschijnlijk bescheiden vrouw. Het succes van deze duetten is afhankelijk van de brutaliteit van de teksten en de geïmproviseerde humor van de zangers. Eén van de meest kenmerkende inheemse instrumenten uit de Isaan is de Kharen, een bamboe blaasinstrument van verticale orgel-achtige buizen die een uniek geluid produceert. In de handen van een virtuoos wordt met de Kharen de typische volksmuziek gemaakt.

BNK Maritime Photographer / Shutterstock.com

Sanuk

Een Farang zou kunnen denken, dat het leven in de Isaan hard en primitief is, maar dit is alleen waar als we ze beoordelen naar onze eigen normen. De mensen zijn arm, maar op geen enkele wijze ongelukkig of ontevreden met hun lot. Integendeel, ze proberen om zo veel Sanuk (plezier) te hebben in hun, naar onze begrippen, moeizame leven. De rust van een dergelijk ontspannen leven en de harmonie die nodig is voor mensen die onder slechte omstandigheden bij elkaar wonen, zijn voor de Farang, woonachtig in een haastige en gestresste wereld helaas verloren gegaan.

Naschrift Gringo: Het verhaal is oorspronkelijk in het Engels geschreven door “Gruffert”, een Duitse expat, die al meer dan 15 jaar in Surin woont. Hij heeft een aantal boeken over het leven in Thailand en Isaan geschreven, die zowel in Duitsland als in Thailand zijn gepubliceerd.

Over deze blogger

Gringo
Gringo
Bert Gringhuis (1945), geboren en getogen in Almelo in het mooie Twente. Later vele jaren in Amsterdam en Alkmaar gewoond, werkzaam in de export voor diverse bedrijven. Ik kwam in 1980 voor het eerst in Thailand en was meteen verliefd op het land. Vele malen sindsdien terug geweest en na mijn (vroeg)pensionering als weduwnaar naar Thailand verhuisd. Daar woon ik nu al 22 jaar samen met mijn ietwat jongere Thaise dame Poopae.
Mijn eerste ervaringen in Thailand als een soort nieuwsbrief aan familie, vrienden en kennissen gestuurd, die later onder de naam Gringo op Thailandblog hebben gestaan. Veel, heel veel artikeltjes hebben die eerste verhalen gevolgd en dat is uitgegroeid tot een vrijwel dagelijkse hobby.
In Nederland nog een verwoed voetballer en voetbalscheidsrechter, maar de jaren gaan tellen en in Thailand nog altijd verwoed, maar het poolbiljarten is echt van mindere kwaliteit, ha ha!

13 reacties op “De Isaan, het onbekende Thailand”

  1. Bacchus zegt op

    Ik weet niet hoe oud het boek van Gruffert is, waaruit wordt geciteerd, maar het bewerken van de rijstvelden gebeurt tegenwoordig voor een groot deel machinaal. Het barst van de kleine loonbedrijfjes die tractors en oogstmachines verhuren. Boeren die tot aan de knieën in het water achter een I-Teq staan te ploegen is een zeldzaamheid geworden. Rijstvelden worden grotendeels ingezaaid en alleen de kale stukken worden soms nog met de hand ingepland. Oogsten gebeurt grotendeels machinaal. Boeren die met een handzeis hele velden oogsten zie je niet veel meer. Het oogsten van suikerriet en cassave is nog wel veel handwerk. Dit heeft alles te maken met de prijzen van de oogstmachines. Dat boeren de maanden tussen zaaien en oogsten de tijd doden met alleen maar rijstwijn drinken en de boerinnen met het weven van zijden sarongs is compleet geromantiseerde onzin. De keuterboertjes in Thailand worden gewoon uitgeknepen en hebben daarom naast het boerenwerk meestal nog ander werk als loonwerker om nog wat rijst in de kom te krijgen.

    • fred zegt op

      We hebben een huis in baan wang thong, ergens tussen roi-et en selaphum. Hier in deze district, wordt nog wel handmatig ingezet en met sikkeltje geoogst. Voor het ploegen wordt wel een traktor gebruikt.

    • Rudi zegt op

      Hier in Nakham, zowat 140km noord-oostwaarts van Udon Thani, wordt er nog steeds grotendeels met de hand gewerkt. Enkel op de weinige grotere percelen wordt er met de tractor geploegd.
      De meesten kunnen de aankoop of zelfs de huur van machines niet betalen.

      Zaaien, inplanten en oogsten volledig manueel.

      In de tussenperiodes werken de meeste vrouwen inderdaad nog steeds thuis : weven van stoffen of spullen in bamboo maken.

      Ongeveer de helft van de mannen gaat inderdaad bijklussen, ofwel richting grote steden, ofwel ter plaatse in de woningbouw.
      De andere helft zet wat groenten of fruit, gaan af en toe bijverdienen in de bosbouw (lees kappen), doch op heel gezapige wijze en hebben veel tijd om te filosoferen bij het drinken van rijstwijn.

      De laatste jaren is er wel een tendens om minder rijst te verbouwen en over te gaan gaan groenteteelt (vooral tomaten, bonen), rubberbomen, … .

  2. Boonma Somchan zegt op

    Esan ban hao where ever I go where ever I wander en zoals.overal in Thailand zijn er ook in de Isan veel van chinese origine hahha .veel.water om de pittigheid te blussen hahaha wat suiker , extra schepje rijst of stukje groente is beter

  3. keespattaya zegt op

    In 1990 een georganiseerde rondreis gemaakt door Thailand. Toen heel bewust gekozen voor die ene reis die behalve Chiang Mai ook Isaan aandeed. Via Khao Yai naar Phimai en daarna naar Khonkaen en Udon Thani. Toen kon ik nog niet vermoeden dat ik in 1996 in Pattaya een dame uit Khonkaen zou ontmoeten. Hierna vaak Khonkaen bezocht en dan met name het kleine dorpje Khuanubonrat. Heerlijk , als enige westerling , aan het Ubonrat stuwmeer gezeten tussen honderden Thai en genoten van de gerechten die Maliwan volop aan liet rukken. Prachtig ook om mee te maken hoe relaxed de mensen in het dorpje leefden.

  4. bert zegt op

    De Isaan heeft wel degelijk stranden.
    veel meren hebben een strand met rijen restaurants aan het water. Ook drijvende restaurants. Een bootje trekt je eigen vlot met een afdakje het meer op. je kunt lekker de dag doorbrengen met eten drinken, zwemmen en luieren. Je hijst een vlag omhoog en een bootje met koude Singha, Chang en andere drankjes komt langs.
    Bij het strand spartelen kinderen op een autoband in het water. Volwassen en kinderen hebben dolle pret op een banaan achter een speedboat. Even een scherpe bocht en de hele meute dendert in het water. Sanoek maak maak!
    Ook aan de Mekong en de Mun River zijn trendy stranden.
    Nang Koy Beach, het vrij nieuwe strand aan de Mekong, is in korte tijd uitgegroeid tot een ware hype. Geen westerlingen, maar Thai.. Het strand is op ongeveer 15 km ten westen Chiang Khan. De yuppen uit Bangkok hebben het al ontdekt. Zeven kilometer ten westen van het strand is de gloednieuw Chiang Khan Sky Walk. Deze spectaculaire “Sky Walk” voert je 100 meter over transparant glas op palen. Vanaf 80 meter boven de Mekong geniet je van het uitzicht over de machtige rivier en de zijrivier de Heuang, die hier in de Mekong stroomt. Het water van beide rivieren heeft een andere kleur. Langzaam als twee kleuren verf vermengt het water van de Hueang zich met de Mekong. Er zijn onderweg op de Sky Walk diverse platforms voor het schieten van selfies. De Thai uit Bangkok krijgen er geen genoeg van.

    Hat Khu Dua Is een populair strand bij Ubon Ratchatani aan een zeer scherpe bocht in Mun. Er is een lange rij restaurants op langgerekte vlonders in de rivier. Op zondagmiddag hét populaire uitstapje voor inwoners van de stad om te genieten van Koeng Ten (dansende garnalen). De mix van grote en kleine garnalen is pittig gekruid.

    Tussen de rijstvelden en de rubberplantages steken de bergketens af met prachtige uitzichten en grillige rotsformaties. In diverse nationale parken zijn sporen van de dinosaurussen aanwezig. Replica laten zijn hoe deze reuzenreptielen hier leefden. In het Pha Team National Park kun je hoog boven de Mekong ’s morgen vroeg de eerste zonnestallen van Thailand zien verschijnen. Dit is de meest oostelijke punt van Thailand

    Nergens in Thailand tref je zoveel oude Khmertempels uit de 10e tot de 12e eeuw. Soms in uitstekende staat zoals Phanom Rung in de provincie Buriram en in Phimai.

    De Isaan is een bezoek meer dan waard, Ondanks dat de Lonely Planet acht van de twintig provincies volledig overslaat.

  5. S zegt op

    Geen bergen met Tropisch regenwoud? In Loei VOLOP! En het is er schitterend.

  6. Jos M zegt op

    Is Loei wel Isaan?
    Hier in Khon Kaen wordt er gezegd pai Loei oftewel wegwezen ….

    • RonnyLatYa zegt op

      Ik veronderstel dat je bedoelt ไปแล้ว (Pai Laew) wat wil zeggen reeds weg, al vertrokken,….
      เลย (Ley) is de provincie Loei.

      • RonnyLatYa zegt op

        Sorry เลย (Leuy)

    • Rob V. zegt op

      “Loei” (เลย, leuj) ligt is binnen de rand van de Isaan. Maar het is ook een benadrukkingswoordje.
      Pai leuj (ไปเลย) is dus zowel “ga naar Leuj/Loei” en “ga!”. Een uitstekend woordgrapje dus. De Engelse schrijfwijze (Loej) maakt dat niet echt duidelijk.

      En wat die bergen betreft, ja, aan de rand van de Isaan kun je die wel vinden. Of je nu via Koraat binnen komt, via Leuj. En in de rechter bovenhoek zijn ook bergjes/formaties. Het centrale middendeel, het Koraat Plateau is wel goeddeels vlak. De Duitse schrijver van dit wat verouderd aandoende stukje heeft wat versimpelingen en vrijheden genomen. Alsof “de Isaaner” neerkomt op mensen met korte pootjes, platte neuzen die dan de hele dag in de rijstvelden staan en gebruind weer thuis komen in een houtje huisje… Maar misschien is het wel strategie om geen compleet beeld te geven van de Isaan. Het bekende “ssst, als je werkelijk beschrijft hoe het hier is komen straks busladingen mensen hier heen” (die komen niet, Thailand blijft nog steeds zon, zee, en vermaak met hier en daar een tempel voor de doorsnee witneus).

      • bert zegt op

        @Rob V.
        Er is een gigantische hoeveelheid aan busladingen nodig om ook maar een beetje drukte in de Isaan te veroorzaken. De Isaan is met 160.000 km2 een uitgestrekt gebied: vier keer Nederland en maar liefst twaalf keer Vlaanderen.
        Een beetje meer bezoekers met interesse voor de natuur en cultuur zou geen kwaad kunnen voor de werkgelegenheid. Kunnen meer mensen in de Isaan gemakkelijker in hun eigen omgeving hun bahtjes verdienen.

    • bert zegt op

      Loei is echt Isaan.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website