Verhalen uit het oude Siam (deel 2)
Hoe keken buitenlanders vroeger tegen Siam aan? W.S.W. Ruschenberger: ‘De regering is een tirannie van het meest absolute soort. De Koning is de God.’ Vijftien verhalen op een rij, vertaald door Tino Kuis.
Deze korte verhaaltje komen uit een boekje getiteld ‘Tales of Old Bangkok, Rich Stories From the Land of the White Elephant’. Ze staan daar in willekeurige volgorde wat tijd, plaats en onderwerp betreft. Dat heb ik maar zo gelaten. Van ieder verhaaltje wordt de bron genoemd maar ik heb alleen de persoon en het jaartal vermeld.
George Windsor Earl, 1837
Het is erg lastig door de stad te lopen, niet alleen vanwege de modder maar vooral door het grote aantal honden die het speciaal gemunt lijken te hebben op Europeanen. Tijdens twee of drie korte uitstapjes in deze moerassige stad werd ik begeleid door twee bemanningsleden, gewapend met riemen, zodat we die vervelende beesten op een afstand konden houden.
Ernest Young, 1898
Op een dag bezocht een visser een kleine groepje Europeanen, die in zijn buurt kampeerden, en bood een dier te koop aan. Het beest had noch een hoofd noch poten noch een staart maar de verkoper verklaarde dat hij ze al had verwijderd om de blanke man moeite te besparen. Hij zei verder dat het een ree was die hij in de jungle had gevangen.
Niemand in de groep was onderlegd in anatomie maar ze twijfelden toch aan het waarheidsgehalte van ‘s mans uitspraken. Eén van hen zei tussen neus en lippen door: ‘Misschien is het wel een hond!’
Een brede grijns verscheen op het gezicht van de gehaaide visser want het verdwaalde schot had doel getroffen. Hij trok zich bulderend van het lachen terug en riep in zijn eigen taal: ‘Meneer is heel knap, heel knap!’
W.S.W. Ruschenberger, 1838
De regering is een tirannie van het meest absolute soort. De Koning is de God, de hoogste wet in het land, en weinigen kennen zijn echte naam zodat die niet ijdel gebruikt kan worden. Hij wordt gekend onder verschillende andere namen, uitzonderlijk zacht en vleiend, zoals ‘De Heilige Heer van de Hoofden’; De Heilige Heer van alle Levenden’; ‘De Eigenaar van Alles’ ; ‘Heer van de Witte Olifanten’ en ‘Meest Verheven Heer, Onfeilbaar en Oneindig Machtig’.
Zijn lichaamsdelen worden aangeduid met verheerlijkende termen; de namen voor zijn voeten, handen, neus, oren en ogen worden altijd voorafgegaan door het word ‘Phrá’, wat ‘Heer’ of ‘Heilige Heer’ betekent. Alle zaken die betrekking hebben op Zijne Majesteit worden ‘gouden’ genoemd. Hem bezoeken heet ‘komen bij zijn Prachtige Majesteitelijke Gouden Voeten’ ; praten in zijn ‘Gouden Oren’ etc.
Een dankbrief van koning Mongkut aan koningin Victoria
(Koning Mongkut (1804-1868) was zeer geïnteresseerd in de westerse wetenschap, vooral de astronomie en was de eerste Aziatische vorst die goed Engels sprak.)
‘We on this occasion have liberty to let our native photographers take the likeness of ourselves when we adorned with the watch decked with diamonds and the double-edge sword which were honorary royal gracious gifts from your Majesty, received by us a few years ago and seated ourselves by the tables containing the gift silver inkstand and desk together with the revolving pistol and rifle wholly being royal gracious gift from your Majesty.’
Sir John Bowring, 1845
Elke Siamees is verplicht een derde van een jaar te wijden aan diensten aan de koning. Dit is slechts een overdrijving van de corvee en andere verplichte arbeidsinzet in de middeleeuwen. Naast de Siamezen zijn er de Laotianen, de Cambodjanen, de Birmezen en andere rassen die onderworpen zijn in oorlogen, en die onvoorwaardelijk vazallen zijn van hun heren of de koning.
Jean-Baptiste Pallegoix, 1854
Op de terugtocht van Siamese soldaten zonder een bevel van hun leider staat de doodstraf. Een generaal behoort zich op te stellen achter en niet vóór zijn troepen. Er is een verhaal van wijlen een legerbevelhebber die met een lange speer zijn soldaten in hun achterwerk prikte onder het uitroepen van: ‘Voorwaarts, mijn kinderen! Voorwaarts!’
Jacob Tomlin, 1831
(De rebellerende Laotiaanse koning Anouvong werd in 1828 door de Siamezen gevangen genomen in Vientiane en in een kooi naar Bangkok gebracht.)
Een paar dagen geleden zag kapitein Coffin de oude koning van Laos in zijn kooi. Hij was bedrukt maar kalm en sprak een paar woorden met de kapitein. Hij zei dat de koning van Siam zich vroeger heel fatsoenlijk had gedragen tegenover hem en hem, op zijn bezoeken aan Bangkok, heel respectvol had ontvangen.
(twee dagen later)
De oude koning van Laos is dood en ontspringt zo de handen van zijn beulen. Men zegt dat hij langzaam wegkwijnde en stierf met een gebroken hart. Zijn lichaam werd naar de executie plaats gebracht, onthoofd en opgehangen aan de rivieroever, iets ten zuiden van de stad, zodat alle vreemdelingen die het land bezochten het konden zien, ten prooi aan beesten en vogels.
W.R.R Ruschenberger, 1838
Wij vergezelden de prins toen hij aan land ging. Terwijl we naar de poorten van het paleis wandelden viel iedere inlander op zijn gezicht tot Momfanoi gepasseerd was.
Binnen de muren vonden we overal bewijzen van de voorkeuren van de heer. Een aantal mensen, mannen en vrouwen, waren aan het werk, sommigen als touwslagers en verschillende andere bezigheden.
Verscheidene van beide geslachten hadden ketenen om hun armen en benen en hun naakte ruggen vertoonden recente sporen van een bamboe stok. Het was voor het eerst dat ik vrouwen geketend zag en ik schrok er voor terug met een mengeling van afschuw en medelijden, en misschien een verlangen hen vrij te laten. Maar na enig nadenken veronderstelde ik dat het gepast en juist was. Zij hebben tenslotte niet dezelfde lichamelijke zwakheden als de mensen in christelijke landen.
Handel van Siam in 1867
Invoer: 1 opium 2 Chinese cigaretten 3 thee 4 Chinese bakolie 5 tarmemeel 6 Chinese knoflook 7 kanonnen 8 zwaarden en bajonetten 9 geweren 10 ‘iron slings’ (katapulten?). Andere: 15 bier 17 blauwe werkhemden uit Pruisen 49 paraplu’s 68 ramen 70 papier
Uitvoer: 1 rijst 2 peper 3 chili’s 4 gember 5 sesamzaad 6 (palm)suiker 7 betelnoten 8 zoete zallaca (?) 9 sago 10 maïs. Andere: 20 haaienvinnen 38 mangrove schors 55 neushoorn leer 64 bloedzuigers 69 tijgerbotten
Singapore Jottings, D.I.N, jaar?
Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak was het regerings monopolie op de opiumhandel nog een belangrijke bron van staatsinkomsten. Verlies van de invoer uit India bedreigde de inkomsten van de staat.
Het Thaise militaire regime haalde de Japanse ‘bondgenoten’ over hen controle te geven over de Shan Staten in Noord-Oost Birma (over de grens bij Mâe Hông Sǒon), een gebied dat zij als uiterst geschikt achtten voor de opiumteelt.
Twee jaar later werd het land gedwongen het gebied terug te geven aan Brits Birma, maar dit was het begin van de opiumteelt in de Gouden Driehoek, één van de belangrijkste opium producerende gebieden ter wereld.
The ‘Bangkok Times’, 14 maart 1923
Siam vertelde de Rode Kruis Vergadering ronduit dat zij op dit moment niet bereid was haar opium politiek te veranderen. Ze voerde daarvoor drie redenen aan: 1 de onmogelijkheid andere belastinginkomsten dan uit de opium te verkrijgen door een gebrek aan fiscaal zelfbestuur 2 de problemen veroorzaakt door het smokkelen van opium vanuit andere landen wat onderdrukking uitzichtloos maakt en 3 het gebrek aan wettelijke controle over buitenlanders waar de Thaise rechtspraak geen bevoegdheden over heeft.
Siamese gezant na een audiëntie bij koningin Victoria, 1892
Haar ogen, haar gelaat en vooral haar houding zijn die van een mooie en majestueuze witte olifant.
Malcolm Smith, 1946
Prins Itsarate, door koning Mongkut uitgekozen als zijn vice-koning, was zijn vier jaar jongere broer. Hij hield er zeer democratische ideeën op na. Zijn grootste held was George Washington, en in een vlaag van enthousiasme noemde hij zijn oudste zoon naar hem.
Toen Chulalongkorn koning werd, bevorderde hij Prins George Washington tot Tweede Koning, maar omdat hij niet de kwaliteiten van zijn vader bezat deed hij zijn naam geen eer aan. Hij stierf in 1885 waarna de functie van Tweede Koning werd opgeheven.
Herman Norden, 1923
‘Kin khâaw rúu yang?’, zei iedereen die het restaurant betrad, en werd op dezelfde wijze terug gegroet. Ik vroeg naar een vertaling en kreeg het: ‘Is je maag al gevuld?’ Het is een vreemde uitdrukking zo vlak voor je gaat eten maar men vertelde mij dat het een begroeting was voor ieder uur van de dag of de nacht, zoals wij zouden zeggen: ‘How do you do?’
(‘Sàwàtdie’ werd pas na de Tweede Wereldoorlog gebruikelijk in de gegoede kringen.)
Koning Mongkut tegen een christelijke zendeling
‘Wat jullie ons leren te maken is bewonderenswaardig maar wat jullie ons willen doen geloven is dwaas.’
Bron:
Chris Burslem, Tales of Old Bangkok, Rich Stories From the Land of the White Elephant, Earnshaw Books, Hongkong, 2012.
Verhalen uit het oude Siam (deel 1) stond eerder op Thailandblog.
Phraya Sri Thammathirat residence
Een glorieuze en harmonieuze potpourri van decoratieve stijlen: zo noemt Pichaya Svasti de Phraya Sri Thammathirat residence, een woning die na 5 jaar research en hard werk is gerenoveerd en begin september een Unesco Asia-Pacific Heritage Award ontving.
De woning (niet ver vanaf station Hua Lamphong) is een ontwerp van en vermoedelijk in 1932 gebouwd voor Phraya Sri Thammathirat, een topambtenaar tijdens het bewind van koning Rama VI (1910-1925). Phraya Sri Thammathirat, geboren als Choem Boonyarattapan (1870-1949), was een van ’s konings favoriete ambtenaren.
Hij werkte in het Sanitation Department en in het Ministry of the Capital waar hij opklom tot de hoogste ambtelijke post: permanent secretaris. Zoals gebruikelijk was voor hoge ambtenaren verleende de koning hem een titel, zodat hij verder door het leven ging als Phraya Sri Thammathirat.
Voor het ontwerp van de woning werd hij geïnspireerd door de Italiaanse architect Mario Tamagno, die enkele beroemde gebouwen in Siam op zijn naam heeft staan zoals de Ananta Samakhom Throne Hall en het Hua Lamphong Railway Station.
Over deze blogger
-
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur17 november 2024Schemering op de waterweg
- Lezersvraag4 november 2024Uw mening over integreren in de Thaise samenleving
- Opinie30 oktober 2024Hervorming van het monnikendom of anders komen er steeds nieuwe schandalen
- Maatschappij28 oktober 2024Straffeloosheid na de Tak Bai massamoord op 25 oktober 2004
Interessante historische citaten!
Gelukkig zijn de tijden – al is het een beetje – veranderd.
Hoor net op het radionieuws van de nationale Belgische omroep dat Zijn Koninklijke Hoogheid Bhumibol, nog steeds de rijkste in zijn soort (monarch) is. Onder ander het zakenmagazine Forbes, en zelfs het Guinnes World Recordboek vermelden dit. Zijn fortuin zou zijn vergaard uit het industrie- en bedrijfsleven, na zijn troonsopvolging. Het werd dus niet geërfd. De koning zou verder ook de hoogste boeddhistische monnik in rang zijn.
Wat de ascetische houding naar buiten toe verklaard, en de verafgoding?
http://www.forbes.com/sites/simonmontlake/2012/01/20/in-thailand-a-rare-peek-at-his-majestys-balance-sheet/
Nu die 4 dongere broer van Praram IV die benoemd werd als Vice Koning, wat in in feite buitenkoning werd genoemd was Pra Pingklao, er is trouwens een brug naar hem genoemd, en deze Pingklao is een zeer belangrijke figuur in de Thaise geschiedenis. Hij was ook de opperbevelhebber van het leger. Hij was uiterst loyaal tegenover zijn broer. Daarom dat Mongkut hem benoemde tot mede-koning, uniek in de Thaise annalen.
Pikant detail, Praram IV was de halfbroer van Praram III die voor hem koning was, alhoewel in feite Mongkut koning moest worden, maar de hovelijke kringen vonden hem daarvoor ongeschikt omdat hij op dat moment monnik was. En alleen omdat Praram III geen officiële koningin aanduidde onder zijn 5 wettelijke echtgenotes werd Mongkut koning.
Zallaca is waarschijnlijk Luk rakam (ลูกระกำ).
Inderdaad, dank. Tropische vrucht uit een palmboom.
Prachtige korte verhalen. Geniet hiervan en leer de geschiedenis van Thailand-Siam nog beter te begrijpen.
Dank .
Leuke bijdrage Tino.
W.S.W. en W.R.R. Ruschenberger waren familie van elkaar?
Na enig zoeken heb ik de locatie van Phraya Sri Thammathirat residence gevonden.
Coördinaten: 13.7436355, 100.5211888
Google Maps: PGVC+CG Bangkok, Thailand