Tino Kuis gaf een zeer lovende boekbespreking van ‘Woman, Man, Bangkok. Love, Sex and Popular Culture in Thailand van Scot Barmé Hij las dit boek als ware het een politieke thriller in één adem uit en beloofde méér. Hier wederom een bijdrage op basis van Barmé’s boek. Over veelwijverij oftewel polygamie.

Het vraagstuk van polygamie in Thailand, 1915-1935

Dit zegt Praphai tegen haar moeder wanneer ze zegt dat ze geen kinderen wil om gemakkelijker te kunnen scheiden van haar man waar ze niet echt meer van houdt. Uit: M.R. Kukrit Pramoj, The Four Reigns, bladz. 519. Dit speelt in de jaren tussen 1935 en 1940.

‘Er was een tijd dat de gevoelens van vrouwen niet belangrijk werden gevonden, zelfs niet door de vrouwen zelf. In het algemeen werden ze beschouwd als behorend tot hun echtgenoot en niet als individuen die hun eigen leven wilden leiden. Zo is het nu niet meer, moeder. Ik heb maar één leven en dat ga ik niet vergooien in een ongelukkig huwelijk. Ik ga voor geluk, moeder’.

Polygamie

Tot de beginjaren van de twintigste eeuw was polygamie voorbehouden aan de royalistisch-adelijke elite en werd algemeen geaccepteerd. De zich ontwikkelende middenstand daarna ging zich afvragen wat zij er mee aanmoesten: zelf meedoen? of er zich tegen verzetten?

Een dubbele standaard wat seksualiteit betreft was toen algemeen en diep geworteld. Zo werd verlies van maagdelijkheid bij de vrouw “sia tua” genoemd (letterlijk ‘een bedorven lijf). Dat hoor je nu nog wel eens, vaker “sia sǎaw” (bedorven jonkvrouwelijkheid) maar vandaag de dag het meest “sia borisoet” (verlies van maagdelijkheid). Het verlies van maagdelijkheid bij de man was meer iets dat geëerd en gevierd moest worden. Het was een leer-en geen verliesmoment.

Talloze soaps, verhalen, romans en films besteden ook nu nog aandacht aan het verschijnsel mia lǔang mia nói (major wife minor wife)’ Het is bijna een obsessie in de Thaise samenleving. De discussie daarover begon echter al in het begin van de twintigste eeuw en zette goed door in die twintiger jaren. Zij had verschillende invalshoeken. Een paar kortstondige feministische tijdschriften zagen polygamie in het licht van de strijd om gelijke rechten voor vrouwen. Anderen wilden Thailand meer beschaafd zien in de ogen van het westen waar monogamie als wettelijk principe gold.

Vaak werd polygamie gezien tegen de achtergrond van de grote klasseverschillen: zij was het voorrecht van de edelen en later ook van rijkeren in de opkomende middenklasse. Polygamie zou ook de familie als hoeksteen van de natie ondermijnen. En tenslotte wezen velen er op dat polygamie leidde tot prostitutie en een grote toename van geslachtsziekten.

De wetten

Het was in deze tijd dat Siamese en westerse rechtsgeleerden een nieuw Burgerlijk Wetboek aan het samenstellen waren die de oude wetten over huwelijk moesten vervangen. Die oude wetten waren vooral van toepassing op de elite, het gewone volk trok er zich weinig van aan en hadden zo hun eigen gewoontes met meestal monogamie met makkelijke scheiding en hertrouwen.

In 1913 stuurde prins Svasti Sobhon (een broer van de pas overleden koning Chulalongkorn) een memorandum rond waarin hij de bestaande ongelijkheid van mannen en vrouwen voor de huwelijkswet bekritiseerde en monogamie wilde opnemen in een wet. Hij deed dat niet omdat hij geloofde in gelijkheid van mannen en vrouwen wat hun sociale positie en seksualiteit betrof maar omdat hij de kritiek van buitenlanders op de polygamie wilde pareren.

Koning Vajirawuth (Rama VI) was een verwoed schrijver en antwoordde op dit memorandum. (‘Persoonlijk trek in mij deze zaak niet aan’, schreef hij. Logisch want hij was ongehuwd en omringde zich het liefst met jonge mannen).

Vajirawuth meende dat polygamie diep geworteld zat in de Thaise samenleving en dat de ‘westerse moraal’ er niets mee te maken had. Hij erkende wel dat veel ‘minor wives’ diep ongelukkig waren en vaak door hun man in de steek werden gelaten’. Hij pleitte voor een wettelijke registratie van alle vrouwen, major en minor. Dat kwam er niet van.

Ook onder koning Prajadhipok (Rama VII) ging deze discussie verder maar de weerstand tegen verandering bleef. Pas nadat de absolute monarchie in 1932 was omgezet in een constitutionele zou het parlement een wet aannemen die monogamie als enig wettelijke huwelijksmogelijkheid voorschreef.

Het publieke debat

In 1923 schreef Thong Chua een artikel in het blad Kammakorn (‘De Arbeider’). Zij veroordeelde polygamie als een praktijk die liefde, respect en eenheid vernietigde. Het gezin, en in zijn spoor de natie, zouden er ernstig onder lijden. Ze schreef: ‘Een man in Siam zal niet toelaten dat een andere man zijn vrouw aanraakt. Maar vrouwen hebben ook gevoelens, en zij denken hetzelfde’.

Thong beschreef de polygamie ook in klassetermen. Mannen met rijkdom en status waren de grootste overtreders want zij ‘misbruiken en vernederen hun vrouwen alsof het slaven zijn’.

In het vrouwenblad Satri Thai (Thaise Dames) vond in 1926 een soortgelijke discussie plaats waar polygamie ook in politieke termen werd omschreven. Satri Thai, dat overigens geen lang leven beschoren was, publiceerde er deze spotprenten over:

De man in het midden van is een phôe: jài, een heer. Bovenin de prent staat ‘man van het merk ‘twee harten’ (sǒng chai). Onderschrift ‘Pas op voor mannen die ernst en betrokkenheid missen’.

In het feministische tijdschrift Satri Sap (‘De Waarde van Vrouwen’) schreef Anrachun in 1922 twee essay’s met een soortgelijke boodschap. Ook zij zag de ondergeschikte positie van de vrouw vooral liggen in het door mannen gedomineerde politieke en sociale systeem. Zij noemde mannen ‘dikhuidig en tegen elke verandering’.

De mening van mannen over polygamie

Zoals te verwachten liepen de mening van mannen over polygamie meer uiteen. ‘Krasai’ schreef in het dagblad Sayam Rat, dat nog steeds bestaat, dat de relatie van wetten met huwelijk niet relevant was. Het ging er meer om of de huwelijkspartners qua persoonlijkheid en opleiding bij elkaar pasten.

‘Cupid’ was dezelfde mening toegedaan. Een verandering van de wet zou niets verbeteren. Hij citeerde een adellijke dame: ‘Ik heb er geen enkel probleem mee als mijn man andere vrouwen heeft zolang hij voorziet in mijn behoeften. Zo niet, dan zal ik een andere vrouw niet toelaten.’ ‘

King Keaw’ vond dat de positieve aspecten van polygamie opwogen tegen de negatieve. Hij noemde een groeiende Thaise bevolking als tegenwicht tegen de opkomende invloed van Chinese migranten als voorbeeld.

Deze prent spreekt voor zichzelf. Vrouwen, en met name ‘minor wives’, werden vaak zonder meer in de steek gelaten.

Een andere schrijver, ‘Theri’, erkende de excessen waar polygamie vaak toe leidde. ‘De situatie is vooral slecht waar het rijke meedogenloze mannen betreft die uitgebreide mogelijkheden hebben om hun vrouwen te behandelen als speeltjes’, zo schreef hij. Hij pleitte er voor de wetten zo te veranderen dat ook vrouwen in een polygame familie wettelijke zekerheid en bescherming konden genieten.

Tenslotte noem ik een kort verhaal van ‘Kulaap Khao’ (Witte Roos) getiteld ‘Mia Noi’ (minor wife). De mannelijke schrijver vertelt, vanuit een vrouwelijke standpunt, over een gezin waar de man een tweede vrouw neemt, Wipha genaamd.

Al snel gaat de eerste vrouw de mia noi haten en pesten, iets waarvan de gelukkige echtgenoot zich in ‘t geheel niet bewust is. Wanneer Wipha zwanger wordt nemen de beledigingen van de kinderloze eerste vrouw zodanig toe dat Wipha het huis uitvlucht. In een laatste (melo)dramatische scene zoekt haar echtgenoot de ernstig zieke Wipha op om haar te vragen naar huis terug te keren.

Wipha antwoordt: ‘Ik wil je liefde niet meer. De hele wereld heeft medelijken met me, behalve jij’. ‘Maar je bent mijn vrouw’, smeekt hij. ‘Ik ben niemands vrouw’, antwoordt Wipha,’ ik ben nu vrij naar lichaam en geest, en bovendien heb je al een vrouw’. Waarna ze sterft.

Polygamie, prostitutie en geslachtsziekten

In het premoderne Siam was polygamie voorbehouden aan de mannelijke en royalistische elite. Maar de ontwikkeling van een middenklasse vanaf 1900 maakte het mogelijk voor meer mannen er een vrouw bij te nemen. Mannen en vrouwen kregen meer vrijheden elkaar te ontmoeten, zoals bij het groeiende bioscoopbezoek.

Maar het gebeurde ook steeds meer dat vrouwen werden ‘afgedankt’ en zich vervolgens alleen konden onderhouden door prostitutie. Geslachtsziekten, hoewel al gemeld in Ayutthaya, zouden in deze veranderende tijden dramatisch toenemen waarbij sommige onderzoeken uitwezen dat 60-89 procent van de mannelijke bevolking boven de 19 jaar en 90 procent van de prostituees een geslachtsziekte had. Dit ondanks het feit dat in het blad Siam Cinema regelmatig werd geadverteerd met het Duitse condoom, ‘Never Rip’ genaamd. (Zie je nu wel eens advertentie voor condooms in kranten, tijdschriften of op de TV? Retorische vraag).

Een cartoon uit het feministische blad Satri Thai (Thaise Dames) maakt die gedwongen gang naar prostitutie aanschouwelijk.

Een afschrikwekkende man schreeuwt tegen zijn angstig ineenkrimpende vrouw: ’Waarom ga je geen geld voor mij verdienen?’ (In het Thais klinkt het nog ruwer). Eronder staat: ‘Kijk eens naar die dappere pooier van een man!’

Conclusie

Zowel in dit debat over de rechten van de vrouw, die vaak gezien werden in klassetermen, als ook in het debat over de politieke voorrechten van de royalistische elite zien we een afkalving van de oude hiërarchische waarden die tot de revolutie van 1932 zou leiden waarin de absolute monarchie werd omgezet in een constitutionele.

Ook de economische problemen van de Grote Depressie speelden daarbij een rol. In 1934 werd een parlement verkozen waarbij ook vrouwen stemrecht hadden, bijna dertig jaar eerder dan Zwitserse vrouwen. Dat parlement nam een wet aan waarin monogamie als enige wettige huwelijksvorm werd omschreven.

De royalisten verloren hun voorrechten die ze echter later, vooral na 1957 onder de dictator Sarit Thanarat, weer zouden terugkrijgen.

Bron: Scot Barmé, Woman, Man, Bangkok, Love, Sex, and Popular Culture in Thailand, Silkworm Books, 2002

Over deze blogger

Tino Kuis
Tino Kuis
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.

2 reacties op “Veelwijverij was in Thailand gewoon bij hof en bourgeoisie”

  1. Rob V. zegt op

    Voor iedereen die de geschiedenis en maatschappij van Thailand beter wil leren kennen is dit boek een must. Het leest heel fijn, je steekt er het nodig van op. Samen met o.a. ‘Thai history’ (Baker & Phongpaichit) en ‘Thailand Unhinged’ (Ferrara) een van mijn favoriete boeken.

  2. Lung addie zegt op

    Veelwijverij was niet enkel een Thais fenomeen. Veelwijverij was ook de meest normale gang van zaken in de meeste hoogstaande middens over zowat gans de wereld.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website