De reizen van koning Chulalongkorn en in het bijzonder zijn kort verblijf in de Nederlanden
In elk Thais huis hangt wel een portret van koning Chulalongkorn, Rama V. Meestal gekleed in een keurig westers kostuum kijkt hij trots de wereld in. En met reden.
Hij wordt koning Chulalongkorn de Grote genoemd vanwege zijn vele bijdragen aan de hervorming en de modernisering van Thailand en vanwege zijn diplomatieke gaven die Thailand kolonisatie door de westerse mogendheden bespaarde.
Na een korte schets van zijn leven volgen we hem op zijn vele reizen, eerst in Azië en later naar Europa. ‘A Quest for Siwilai (civilization)’, een ‘Zoektocht naar Beschaving’ noemden zijn tijdgenoten het.
Daarna volgen twee nieuwsberichten over zijn bezoek aan Nederland (september 1897) uit Nederlandse kranten.
Een korte schets van zijn leven
Chulalongkorn was de zoon van koning Mongkut en werd geboren op 20 september 1853. Zijn vader, zelf ook besmet met het westerse wetenschappelijke virus, gaf hem een gedegen opvoeding, vaak door Europese leermeesters zoals Anna Leonowens. Hij zou vloeiend Engels en Frans hebben gesproken.
In 1867 reisden vader en zoon af naar het zuiden om een zonne-eclips waar te nemen. Beiden werden getroffen door malaria, Mongkut overleefde dat niet en zo werd Chulalongkorn op zijn vijftiende koning (1868). Na een regentschap van vijf jaar en enige tijd als monnik werd hij in 1873 definitief gekroond.
Hij was er toen al, na een aantal reizen in Azië, van overtuigd dat Thailand zich moest hervormen. Weerstand van machtige hovelingen maakte dat dit proces eerst in een slakkengang verliep. Maar vanaf 1880 trok Chulalongkorn alle macht aan zich en het absolute koningschap was geboren.
Zijn hervormingen waren vele. Hij zetten een bureaucratie op naar westers, of beter gezegd, naar koloniaal model, die voor het eerst zijn macht uitbreidde over heel Thailand. Hij schafte de slavernij en horigheid af. Hij richtte een efficiënte militaire- en politiemacht op die hem bij de interne kolonisatie naar het noorden en noordoosten hielp. Hij bevorderde het onderwijs en voerde geleidelijk de praktijk van het Bangkoks boeddhisme in voor het hele land.
Het lukte hem, met enige territoriale concessies, de koloniale mogendheden, Frankrijk en Engeland, de voet dwars te zetten. Bangkok was één van de eerste wereldsteden met elektriciteit, en er werd begonnen met infrastructuur als telegraaflijnen, wegen en spoorwegen. Deze lijst in niet volledig. Inspiratie voor al deze veranderingen deed hij op tijdens zijn vele reizen die we nu behandelen.
De eerste reizen in Azië, 1871-1896
Van 9 maart tot 15 april 1871 maakte Chulalongkorn, toen 18 jaar oud, begeleid door een entourage van 208 man, een studiereis naar Java, via Singapore. Hij was de eerste Siamese vorst die zich in vredestijd buiten zijn land waagde. Op Java zou hij zich vooral verdiepen in de koloniale administratie van de Nederlanders in het Rijk van Insulinde.
Eind 1871 tot 1872 ging hij, begeleid door 40 mannen, op een 92 dagen durende studiereis naar Melaka, Birma en vooral India waar hij de met de Imperial Railway via Delhi van Calcutta naar Bombay reisde. Ook nu was het de bedoeling de administratie van de Britten in Indië̈ te bekijken.
In 1888 en 1890 reisde de vorst, nu 35 jaar oud, naar de provincies in Noord-Maleisië, zoals Kelatan, Pattani, Penang en Kedah, toen nog Siamees bezit, in een diplomatieke missie daar de Britten oprukten in dat gebied.
In 1896 zou hij weer enige tijd Java, zijn meest geliefde bestemming, bezoeken, nu samen met zijn eerste koningin, Saowapha.
Al deze reizen waren voor Chulalongkorn een bron van inspiratie bij latere hervormingen.
De reizen naar Europa 1897 en 1907
Deze reizen waren van een geheel ander karakter dan de voorgaande. Geen studiereizen meer maar officiële en triomfantelijke overwinningstochten die Siam’s soevereiniteit bevestigde als een moderne en progressieve staat op (bijna) gelijke voet met de Europese landen.
Chulalongkorn vertrok op zijn eerste reis in 1897 op 7 april uit Bangkok en keerde 16 september van dat jaar weer terug in Siam. Hij landde in Venetië en bezocht daarna 14 Europese landen waaronder Rusland. In Duitsland verbleef hij enige tijd in Baden Baden voor behandeling van een nieraandoening waaraan hij in 1910 zou overlijden.
Hij bezocht Nederland van maandag 6 tot en met donderdag 9 september 1897. Hij dineerde met Koningin-Regentes Emma en Koningin Wilhelmina (toen 17 jaar oud) op paleis Het Loo en maakte een rijtuigentoer door Amsterdam. Daarover werd uitgebreid bericht in de Nederlandse kranten. Zie de twee kranten berichten hieronder.
De reis in 1907, die ruim 7 maanden duurde, had een minder officieel karakter hoewel hij in Parijs nog een overeenkomst tekende over een uitwisseling van territoria. Twee noordelijk provincies, Siem Reap en Battambang in het huidige Cambodja gingen naar Frankrijk, en een gebied ten westen van de Mekong rond Loei naast Chanthaburi en Traat gingen naar Siam.
In Mannheim bezocht hij de Modern Arts Exhibition met veel impressionisten als van Gogh en Gauguin.
Op deze reis schreef hij brieven naar één van zijn 30 dochters die later in boekvorm werden uitgegeven met als titel Klai Bâan ‘Ver van Huis’.
Koning Chulalongkorn had veel gevoel voor humor. Tijdens een etentje met de Deense koninklijke familie vroeg prinses Marie hem waarom hij zoveel vrouwen had. ‘Dat is, mevrouw, omdat ik ú toen nog niet had ontmoet’, antwoordde hij gevat.
Op zijn studeerkamer in de ‘Grand Palace’ brandde tot laat in de nacht altijd nog licht, hij was een ijverig en intelligent man.
Koning Chulalongkorn overleed op 23 oktober 1910, pas 57 jaar oud, aan zijn nierziekte, 71 kinderen en een onherkenbaar land achterlatend. Deze dag wordt in Thailand elk jaar gevierd. Wan Piyá Máhǎarâat heet die dag, de Dag van onze Grote Geliefde Koning. Rond zijn persoon groeide een bijzondere verering vooral door de opkomende middenstand.
Nieuwsblad van het Noorden
Vrijdag 10 september 1897
Een vluchtig bezoek
Uit Amsterdam schrijft men ons Woensdag:
Somdetsch phra para minder maha Chulalongkorn is hier geweest. Kent ge dien niet? Nu, hij is ook juist geen speciaal vriendje van ons: maar wij hebben hem gezien, hosanna! Hij is Z.M. de koning van Siam.
Om half twaalf kwam Z.M., vergezeld van een bruin gevolg, hier aan. De burgemeester en twee wethouders ontvingen de hooge gasten, die onmiddelijk plaats namen in rijtuigen om een toer te maken. In ‘t Amstel-hotel werd geluncht. Toen opnieuw een toer en op dien tocht het Rijks-Museum bezichtigd. De schat van schilderijen en vele kostbare verzamelingen moeten de bezoekers zeer getroffen hebben. Vandaar naar de diamantslijperij van den heer Coster in de Zwanenburgerstraat. Voor een millioentje diamanten uitgestald op een tafel! De prinsen vooral vonden het slijpen en het kloven, kortom, de geheele industrie zeer interessant en vroegen om een adreskaart der firma. Zal eene bestelling volgen?
Om een idee te geven van de handelsbeweging in onze stad, werd ook langs de Handelskade en de Ruyterkade gereden. Om half vier naar ‘t station terug. Er stond natuurlijk veel volk langs den weg geschaard. Geen zweem van geestdrift, echter; ‘t geen trouwens te begrijpen is: het schitterde niet genoeg! Z. M. was eenvoudig gekleed; in politiek en een witte pet op; Zijn gevolg droeg de hooge zij. Van een vrouwtje hoorden we de verzuchting: ‘is dat nou een koning? niks rijk!’ Zij zal nog niet gelezen hebben, dat Z. M. een inkomen heeft van 24 millioen per jaar.
Het vorstelijk bezoek in voorbij. En de gevolgen? Laten we hopen op uitbreiding onzer handelsrelaties; dat is iets voor de toekomst. En voor het heden hebben we alvast een mooie bezending –de koning zei aan tafel dat hij Holland en de Hollanders graag mocht lijden!—een mooie bezending ordelintjes en kruizen. Minister De Beaufort, die wij in het vierde rijtuig opmerkten, is alvast geridderd. De heer Pierson, ook aanwezig, kan zeker niet minder verwachten. Ketelaar was er niet bij, anders…….
Nieuwe Amsterdamse Courant
Algemeen Handelsblad
zondag 5 September 1897 (avondeditie)
Bezoek van den koning van Siam
Zijne Majesteit Paraminda Maha Chulalongkorn, koning van Siam ten noorden en ten zuiden en van alle onderhoorigheden, koning van de Laatiers, Maleiers, Karen, enz. zal a.s. Maandag per Staatsspoor met een extra trein te 2 uur 32 minuten (lokale tijd) in de residentie aankomen, waar deze Oostersche vorst zal verblijven tot Donderdag 9 dezer.
Zooals reeds gemeld wordt de koning op zijn bezoek vergezeld door zijn halfbroeders, de prinsen Svasti Sobhana en Svasti Mahisza.
Het gevolg van Z.M. is gevormd uit de navolgende waardigheidsbekleeders: Generaal Phya Siharaja Tep, adjudant-generaal van Z.M. ; de hofmaarschalk Phya Suriyaraja of Bijai; de directeur van Zr. Ms. kabinet Phya Srisdi; luitenant-kolonel Phra Ratanakosa raad van legatie, vertegenwoordigende het ministerie van buitenlandse zaken; Nai Cha Yuad, kamerheer; kapitein Laang; kamerjonker Nai Rajana; adjudant-secretaris van het kabinet Nai Bhirma Page.
Voorts is aan den prinsen toegevoegd prins Charoon van Nares.
De markies De Maha Yota, gezant van Siam te Londen, tevens geaccrediteerd bij ons hof, benevens de heeren Loftus, attaché—tolk, en Verney, Engelsch secretaris bij het Siameesche gezantschap, zullen deel uitmaken van het gevolg van den souverein tijdens zijn verblijf in Nederland.
Het voornemen bestaat dat de Koning Dinsdag 7 dezer een bezoek zal afleggen bij Hare Majesteiten de Koninginnen ten paleize Het Loo, terwijl Woesdag bestemd zou zijn voor een bezoek aan Amsterdam. Voor een bezoek aan Rotterdam is met het oog op den korte duur van Zr. Ms. verblijf hier te lande geen gelegenheid meer.
Nader vernemen wij dat Dinsdag aanstaande de Koning van Siam op het Loo zal worden ontvangen en aldaar een groot gala-diner zal plaats hebben.
– Herplaats bericht –
Over deze blogger
-
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.
Lees hier de laatste artikelen
- Cultuur17 november 2024Schemering op de waterweg
- Lezersvraag4 november 2024Uw mening over integreren in de Thaise samenleving
- Opinie30 oktober 2024Hervorming van het monnikendom of anders komen er steeds nieuwe schandalen
- Maatschappij28 oktober 2024Straffeloosheid na de Tak Bai massamoord op 25 oktober 2004
Tino,
En weer bedank voor een leuk, lezenswaardig en interessant stuk geschiedenis.
Met honderd vrouwen/moeders moet dertig dochters toch wel lukken? Maar ja, sommige mannen kunnen niet eens een enkele vrouw bevredigen……..Thaise mannen zijn tot heel veel in staat…
Koning Mongkut, Rama IV, had ook zo’n 80 kinderen net als koning Chulalongkorn, Rama V. Maar de sterfte onder al die kinderen was heel groot en weinigen bereikten de leeftijd van veertig jaar. Men vermoedt dat dit kwam door de grote mate van inteelt: de eerste vier vrouwen van Chulalongkorn bv waren zijn half-zusters, zelfde vader, andere moeder. Huwelijken met nichten kwamen ook veel voor.
De op hen volgende vorsten, Rama VI en Rama VII hadden beiden geen kinderen.
Kleine correctie, Rama VI had wel degelijk een kind, een dochter: Bejaratana Rajasuda die in 2011 overleden is.
Gezien de geaardheid van Rama VI is dit wel een wonder. Zijn levensstijl leverde nogal wat spanningen op in paleiskringen en het leger maar in de officiele geschiedschrijving wordt dit uiteraard weggemoffeld.
Sorry, Rama VI had wel een kind, een dochter, geboren vlak na of vlak voor zijn overlijden, dat weet ik niet meer, deze:
Princess Bejaratana Rajasuda (Thai: เพชรรัตนราชสุดา; 1925-2011). Rajasuda betekent ‘koningsdochter’.
Zeer lezenswaardig! Dank hiervoor.
Dank voor dit aardige en zeer lezenswaardige bericht.
Voor de liefhebbers: nog een krantenbericht.
Nieuwsblad van het Noorden, 12 september 1897
Haagsche Brieven
XXXXV
Totdusver is de stroom van Siameesche olifanten en huiskronen niet bijzonder weelderig en overvloedig geweest. Van het oogenblik af dat de mare werd verspreid, hoe Chulalongkorn in ons land zou komen, gingen vele harten sneller kloppen van blijde verwachting. Zoo’n Oosterling—dacht men—zal wel royaal zijn met lintjes. En zoo is een mensch niet, of hij heeft graag zoo’n gekleurd dinsigheidje op de linker boven-lapèl van zijn jas. Ook in dit opzicht heeft men in Dan Haag vele smachtenden. En nu bestaat er tegen storting van idem zooveel, wel gelegenheid om een zonnig leeuwtje of een drankje of een bolivartje of een Portugeesch aardigheidje te krijgen, maar toch zijn de prijzen nogal duur. De agenturen in kruisjes zorgen, dat de klad er niet inkomt. Het bezoek van een Oostersch vorst stort in den regel een heelen zak met lintjes over de menschen uit, net als in De Genestet’s liedje van het land van Kokanje.
Het schijnt, dat Z.M. Chulalongkorn in deze ietwat is tegengevallen. Men herinnert zicht de blijde dagen der komst van Nasr-Eddin van Perzië, en hoe er toen gegrabbeld werd. Doch zoo is de Siamees niet. Zijn consuls en andere zaakwaarnemers schijnen in die richting minder te ‘speculeeren’ op de ijdelheid van de blanke menschen,–wat aan het gezag van Siam slechts ten goede kan komen.
Natuurlijk heb ik Chulalongkorn tijdens zijn verblijf in Den Haag herhaaldelijk gezien. De mensch is nu eenmaal zoo, dat hij zich niet genoeg verzadigen kan aan het schouwspel van een Majesteit; niet zoo een met ‘n kroon van papier-mâché op uit ‘Hamlet’ of een ander toneelding, maar van een heuschelijke!
De menschen hier waren eenvoudig dol op de kans om den kleine, bruine man, die te Bangkok Heer is, te aanschouwen. Overal, waar de stoet zou passeeren, stond men opeengepakt als pekelharingen. Bij zoo’n gelegenheid verbaast men zich weer over het onnoemelijk getal lieden, die op alle uren van den dag tijd hebben om urenlang niets uit te voeren! Arbeiders, boodschapmeisjes, moeders, schoolkinderen, dames en heeren, bureau-hengsten, enz. enz. wachtten daar geduldig tot de stoet zou passeeren. In het Oosten, waar lanterfanten iets gewoons is, laat zich dat denken, evenals in Spanje en Italië, waar de menschen eveneens luieren. Maar hier in het drukke, woelige, ‘democratische’ Westen! ‘t Is en blijft toch een typisch verschijnsel.
De koning van Siam is het bekijken wel waard. In tegenstelling van de Perzische grootheden, die ons nu en dan met hun verschijning komen verblijden, is hij een aangename, sympathieke, vriendelijke figuur. Op zijn bleekbruin gelaat, dat sterk aan het Mongoolsche type doet denken,–met een gitzwart kneveltje onder den breeden neus—ziet men heuschheid, goedhartigheid en mildheid van opvattingen duidelijk geteekend. Zijn fraaie, groote, donkere oogen zien met eerlijken, geestigen blik in ‘t rond. Zijn manier van groeten is hoffelijk en voorkomend. Chulalongkorn is allerminst een vies, goor, grimmig potentaatje, zoals wij er in vroeger dagen uit het Oosten wel eens hebben zien komen. Hij is een beschaafd man en boezemt werkelijk op het eerste gezicht groote sympathie in. Doe indruk sprak ook uit de hartelijke jubelkreten, waarmee men hier en daar het rijtuig met den vreemden bezoeker begroette. In het algemeen blijken de Siameesche heeren heel andere lieden dan velen dachten. Ondanks het deugdelijk onderwijs in de aardrijkskunde, op de school genoten, wisten van de tien lui misschien maat twee of drie bij benadering, wat Siam eigenlijk voor een land is, laat staan nog waar ‘t precies ligt. Sommigen dachten een hoop wilden te zullen zien—menscheters, gevaarlijke wezens, voor wie men had op te passen. Wanneer deze koning dus de wereld heeft willen toonen, dat hij geen wilde is, maar het sympathieke hoofd van een zich beschavende Staat is, dan heeft hij dat doel volkomen bereikt. Speciaal tegenover Engeland kan dit zijn nut hebben. Want Chulalongkorn’s kroon is geen licht! Van twee zijden bestoken de Westerlingen hem en er is heel wat staatsmanswijsheid voor hem noodig, om uit de grijpklauwen der Wetersche ‘beschaving’ te blijven! Op het diner te Amsterdam moet hij zich bijzonder warm over Holland hebben uitgelaten, —hij, de buurman van het reusachtige Rijk van Insulinde, die natuurlijk met meer dan gewonen eerbied voor Nederland zal vervuld zijn. Ik acht het zeer verstandig en nuttig, dat men den Siameesche vorst beleefd en behoorlijk heeft ontvangen. Dat is zoowel een daad van wijsheid als van gepaste heuschheid tegenover een land, dat zoo in de nabijheid ligt van ons koloniaal bezit in de OOst.
Vermoedelijk hebben mijne stadsgenooten minder over deze zijde van de kwestie nagedacht dan zich verheugd in een extra-pretje. U hebt gelezen, hoe men zich zelfs te middernacht aan één der stations verdrong om den vreemden vorst nog maar eens te zien. Speciaal bij het ruwe weêr, dat vroeger dan anders het zomerseizoen afbreekt, gaf dit eene welkome afleiding.
Het woord “administratie” in dit artikel heeft niet zozeer met administreren te maken maar vooral met de organisatie(structuur).
Ik kan me voorstellen dat de koning graag ging reizen 🙂 … 30 dochters….
Filmpje van de aankomst in de hoofdstad van Zweden, 13 juli 2440.
.
https://www.youtube.com/watch?v=Cs3BBpfh4RE
.
En hier de aankomst in Bern, Zwitserland.
.
https://www.youtube.com/watch?v=QH8opFl8kK0
.
De filmpjes zijn qua inhoud niet zo veelzeggend, veelzeggend is wel dàt deze gebeurtenis in die tijd al gefilmd werd. Het was kennelijk toch wel iets zeer bijzonders.
Leuk, die filmpjes, bedankt. Het laat wel zien met hoeveel eerbetoon de Koning van Siam werd ontvangen.
Heel belangrijk op de reizen van deze grote koning waren ook zijn bezoeken aan België waar hij zijn algemeen adviseur (1892-1901) haalde:
https://www.thailandblog.nl/geschiedenis/thailand-anno-1895/
Koning Chulalongkorn bezocht ook Noordkaap, het meest noordelijke plekje van Noorwegen , ze zeggen zelfs het meest noordelijke plaatsje van het Europees continent… Ik had het geluk om daar o.a. de middernachtszon te zien…In het Noordkaapmuseum richtte hij een klein Thaïs museum in. Heel mooi! Ik ging er, als animator voor de Belgische cruisespecialist “All Ways” een zestal keer naartoe. Het bevindt zich in in het Noordkaapmuseum, in een lokaaltje in de gang naar beneden.