Prins Maurits van Oranje – Wikipedia

Tijdens een wandeling door Amsterdam kwam ik in een antiquariaat een curieus boekje tegen dat als titel droeg Embassies of the King of Siam sent to his excellency Prince Maurits, arrived in The Hague on 10 september 1608.

Dat kon ik natuurlijk niet laten liggen en ik heb het fluks aangeschaft om het thuis te gaan bestuderen. Het blijkt een facsimile editie van een Franse nieuwsbrief uit 1608, waarin uitvoerig verslag wordt gedaan van een bezoek van twee gezanten van de toenmalige koning van Siam aan het hof van prins Maurits in Den Haag, en wel op 10 september 1608! Het is het eerste officiële contact tussen het Koninkrijk van Siam en de Republiek en het is zeer vermakelijk om daarover te lezen, dus ik geef hieronder enkele uitvoerige fragmenten uit de Nederlandse vertaling weer.

Aanleiding tot dit gezantschap was voor de toenmalige koning van Siam, Ekathotsarot, residerend in Ayutthaya, dat hij er zich van wilde vergewissen of de Hollanders (de VOC) piraten zonder eigen land waren, zoals de Portugezen hem hadden ingefluisterd, of dat ze wel degelijk beschikten over een eigen land met steden en woningen. Ik citeer:

“Hij (de VOC-admiraal Matelief) had twee mannen meegenomen van de koning van Siam, die speciaal waren gekomen om zich ervan te vergewissen of de Hollanders zeeschuimers zijn, zoals de Portugezen hen hadden doen geloven, of dat ze steden en woningen op het vasteland hebben. De twee voornoemde onderdanen van de koning van Siam werden een dag later binnengeleid om Zijne Excellentie [prins Maurits] eer te betuigen.

Toen ze bij de deur van zijn kamer kwamen gingen zij beiden op de knieën, hun gevouwen handen hielden zij voor het voorhoofd en zij bogen het hoofd verschillende keren naar de grond. Ook toen men hen gebaarde te gaan staan, kropen ze niettemin drie of vier schreden voort op de knieën en gingen toen staan, nog altijd met het hoofd gebogen, totdat Zijne Excellentie hen de hand reikte en zij rechtop gingen staan.

Cristi Popescu / Shutterstock.com

Ze zijn bruin van kleur, met een platte neus en steil haar, zwart en ruw als de manen van een paard en zij wilden geen hoed dragen. Hun tolk is een jonge Hollander, die er zes jaar heeft gewoond om de taal te leren.”

Vervolgens wordt beschreven hoe de Siamese gezanten geschenken aanbieden aan prins Maurits, benevens een brief van hun koning waarin deze hem verzekerde zijn vriend te willen zijn. De geschenken bestonden uit vergulde wapens (pieken, werpspiesen, haakbussen en zwaarden, van elk twee) en twee gouden ringen met robijnen en diamanten bezet.

“Waarop Zijne Excellentie hen bedankte, verklarend dat hij van zijn kant bereid is alle diensten te leveren aan de koning van Siam. Het zijn eenvoudige mensen en zij beweren dat genoemde koning van Siam iemand anders had willen sturen, maar hem, omdat hij ongehoorzaam was geweest, had laten roosteren in een verhitte ketel, waarin hij een maand wegkwijnde totdat hij de geest gaf.

Het is een zeer machtige koning, die vier of vijf andere koningen als vazallen onder zich heeft. Hij kan driehonderdduizend mannen en tweeduizend olifanten op de been brengen en onderhoudt goede betrekkingen met de koning van China, die de machtigste is van allen. De Hollanders hopen met zijn hulp China binnen te komen. Het koninkrijk van Siam is zo groot dat men er in twee maanden nauwelijks doorheen kan reizen.”

De twee gezanten werden na dit onderhoud met prins Maurits naar Amsterdam gebracht om zich bij de eerstkomende gelegenheid in te schepen op een VOC- schip, “en naar hun koning terug te keren met geschenken die men nu in gereedheid brengt. Hun taal is erg barbaars en zeer moeilijk te begrijpen, evenals het schrift. De woorden zijn niet van elkaar te onderscheiden. Hun kledingstukken van wit katoen hebben geen opsmuk.”

Tot zover de berichtgeving over het bezoek van de Siamese gezanten aan prins Maurits. Zij zijn dus op een VOC-schip teruggekeerd naar Siam, maar hoe dat verder is verlopen, vermeldt de historie niet, nog niet. Wel weten we dat het de Hollanders sinds 1608 werd vergund een factorij in stand te houden vlak bij Ayutthaya, waar nu Baan Hollanda ons daaraan herinnert.

Over deze blogger

Piet van den Broek

4 reacties op “Een nieuwsbrief uit 1608: Siamese gezanten bij Prins Maurits”

  1. Peter Sonneveld zegt op

    Het boekje is nog altijd te vinden in de Louwman Collection of Historic telescopes.
    http://www.louwmanmuseum.nl/stichting-louwman-historic-telescopes/boeken.aspx
    De volledige tekst is de moeite van het lezen meer dan waard.
    Peter

  2. Jacques zegt op

    Hun taal is erg barbaars en zeer moeilijk te begrijpen, evenals het schrift. De woorden zijn niet van elkaar te onderscheiden.
    Dit stukje uit de tekst is nog steeds herkenbaar dus daar moet ik de Hollanders van toen ter tijd gelijk in geven. Dus ik neem aan dat de rest ook op waarheid berust en dit zeker historisch interessant is.

  3. Joe Argus zegt op

    Je kunt van de Thai veel zeggen, maar barbaars is niet bepaald het eerste woord dat bij mij op komt. Eerder de oud-Hollandse zegswijs: ‘Wat de boer niet kent, lust hij niet’.
    Jacques, wat flatteuzer mag wel, tenslotte zijn we hier te gast! En ook al vertellen Thai mij dikwijls dat het misschien wel een zegen is is dat wij hun opmerkingen over de falang meestal niet kunnen verstaan !

  4. Alex Ouddiep zegt op

    Grappig te lezen dat “Zijne Excellentie” zich laat aanleunen als soeverein vorst te worden tegemoet getreden, terwijl hij in de Republiek hoogstens der Staten dienaar is en ook nog geen prins van Oranje (dat was zijn oudere broer Philips Willem namelijk).


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website