Koning Taksin, een fascinerende figuur
Hoe een eenvoudig Chinees jongetje het tot generaal en daarna tot koning schopte.
Koning Taksin de Grote (geb. 1734, geëxecuteerd 1782) was een bijzondere man. Van zeer eenvoudige komaf werd hij een briljante generaal die Thailand van de Birmezen bevrijdde en het land weer tot een eenheid maakte. Hij kroonde zichzelf tot koning, herstelde de economie, bevorderde kunst en literatuur en hielp de armen. Hij was opvliegend van aard maar doelgericht en vasthoudend. Hij maakte ruzie met christenen en boeddhistische monniken en waande zich bijna een boeddha. Hij werd afgezet door een edelman waarop zijn oudste vriend en tevens schoonzoon, generaal Chao Phraya Chakri, van een veldtocht tegen Cambodja terugkeerde naar Thonburi, hem voor het gerecht sleepte en liet executeren.
Generaal Chao Phraya Chakri kroonde vervolgens zichzelf tot koning Rama I, de eerste telg van de nog steeds regerende Chakri dynastie, en stichtte de nieuwe hoofdstad Krungthep Mahanakhorn. Koning Taksin’s geschiedenis is in zekere zin exemplarisch voor de gebeurtenissen rond andere koningen en dynastieën in Thailand.
Wat er aan vooraf ging
De Birmezen hebben in de loop der eeuwen diverse pogingen ondernomen delen van Thailand bij hun rijk in te lijven, zoals eind van de 16e eeuw toen Koning Naresuan de Birmezen eigenhandig versloeg, zittend op een olifant, zoals de kronieken melden.
In 1760 sloegen ze weer toe en de Birmezen slaagden er vrij gemakkelijk in een groot deel van Zuid-Thailand te veroveren. Daarna rukten ze via Petchaburi en Rachaburi op naar Ayutthaya. Bij die aanval werd de Birmese koning zwaar gewond en hij stierf niet lang daarna. Dat, en de daarop volgende problemen met de Birmese troonsopvolging, dwong de Birmese troepen tot een tijdelijke terugtrekking. In 1765 vielen ze weer aan onder koning Hsinbyushin, vanuit het zuiden maar ook vanuit het noorden waar het koninkrijk Lanna, en veel omgevende vorstendommen als Laos, al sinds 1558 een vazalstaten waren van de Birmezen. De Birmezen omsingelden Ayutthaya begin 1766, dat vervolgens ruim een jaar werd belegerd waarna Ayutthaya (letterlijk ‘De Onoverwinnelijke Stad’) op 7 april 1776 werd ingenomen en vrijwel volledig verwoest. Het grootste deel van het Birmese leger trok zich terug met een grote buit en veel krijgsgevangenen.
Troonopvolgingen in het rijk van Ayutthaya (ongeveer 1350-1776) waren vaak bloederige aangelegenheden. De koning stelde zijn opvolger aan, dat kon een boer zijn of een zoon. Maar vaak kwam het er niet van door een onverwachts overlijden, of bestreden diverse fractie elkaar na het overlijden van de koning. Vaders vermoordden hun zonen en omgekeerd, broers vermoordden elkaar.
Zo was het ook een beetje in Ayutthaya toen koning Boromakot (regeerde 1733-1758) overleed. In 1755 werd zijn zoon en de gedoodverfde opvolger, prins Thammathibet, een intelligente dichter, geëxecuteerd omdat hij amoureuze verhoudingen had aangeknoopt met vrouwen die al aan de koning waren toegewezen. Op zijn doodsbed benoemde Koning Boromakot zijn zoon Uthumpon als zijn opvolger, deze werd daarna gekroond en gezalfd. Maar zijn oudere broer Ekathat en zijn kliek accepteerden dit niet en kwamen in opstand. In dit geval werd binnen een paar maanden een compromis bereikt: Uthumpon trad af en werd monnik en Ekathat besteeg de troon. Hij zuiverde daarna het hof door aanhangers van Uthumpon te verwijderen. Later zou Uthumpon (en zijn fractie) zijn broer Ekathat nog enige tijd helpen voor hij definitief in een tempel verdween. Algemeen wordt aangenomen dat deze verwikkelingen Ayutthaya hebben verzwakt en haar weerstand tegen de Birmezen hebben ondermijnd.
Taksin’s jeugd en jonge jaren
Wie zegt dat er in die ver vervlogen tijd nog geen sociale mobiliteit was of dat immigranten geen waardevolle bijdrage kunnen leveren aan een land?
Taksin (ตากสิน, spreek uit :tàaksǐn) (noot 1) werd op 17 april 1734 geboren in Ayutthaya. Zijn vader, Yòng Sae Tâe, was een Teochew Chinese immigrant uit Guangdong en werkte als een belastinginner, een tollenaar. Zijn moeder heette Nók Iîang (naam van een soort zwaluw) en was puur Thais. Sin, zoals hij toen nog heette, werd geadopteerd door een edelman die onder de indruk was van zijn intellectuele gaven. Hij volgde onderwijs op een tempelschool, waar hij vloeiend Chinees, Annamnees en Pali leerde. Zijn stiefvader liet hem enige jaren als page werken aan het hof, een noodzakelijkheid om hogerop te komen. Hij sloot daar ook een vriendschap met Thong Duang, de latere generaal Chao Phraya Chakri, hij, die Taksin zou executeren en de troon zou bestijgen als Rama I.
In 1758, op 24-jarige leeftijd en vlak na de dood van koning Boromakot werd Taksin naar de kleine provinciale stad Tak gestuurd als hoge ambtenaar, later werd hij plaatsvervangend gouverneur en rond 1762 gouverneur (en voornaamste militaire bevelhebber aldaar).
Taksin in Ayutthaya
In 1764 werd Taksin als militaire officier met een aantal manschappen teruggeroepen naar Ayutthaya om bij de verdediging van de stad tegen de Birmezen te helpen. Hij bouwde daar een reputatie op als een dappere en bekwame soldaat hoewel wat impulsief. Zo schoot hij eens een kanon af op een Birmees doelwit zonder daarvoor de toestemming van het hof te vragen, wat hem op een koninklijk standje kwam te staan. In november 1776 leidde hij een uitval uit de stad en bleef vervolgens op een versterkte plaats buiten Ayutthaya gelegerd. In januari daarop, tijdens een grote brand in de stad, nam Taksin de benen met een duizend soldaten en een aantal officieren. Waarom hij dat deed is nooit komen vast te staan. Mogelijk zag hij de situatie somber is en verwachtte hij de val van Ayutthaya en dacht op een andere manier de Birmezen beter te kunnen bestrijden.
Op 17 april 1767 valt Ayutthaya. Ayutthaya wordt geplunderd, en verwoest. Een groot deel van de bevolking wordt als krijgsgevangenen afgevoerd naar Birma. Koning Ekathat raakt zwaargewond en overlijdt wat later. Niet lang daarna sterft ook zijn broer Uthumpon. Het koningsgeslacht van Ayutthaya is niet meer.
Veel edelen in secundaire steden als Phitsanulog en Nakhorn Si Thammaraat verklaren zich onafhankelijk.
Taksin bevrijdt na vele veldtochten Thailand van de Birmezen
Ik ga hier kort op in, zij die meer willen weten moeten de Wikipedia in de link hieronder maar raadplegen.
Na kort naar het noordoosten te zijn getrokken wendde Taksin zich naar het zuiden waar hij al snel de steden Chonburi, Rayong en Chantaburi onderwierp en een vloot liet bouwen. Hij vocht zich naar het centrum van Thailand waar hij in oktober 1767 de vesting Thonburi in handen kreeg en de door de Birmezen benoemde gouverneur liet onthoofden. In november van dat jaar, zeven maanden na de val, neemt Taksin Ayutthaya weer in dat slechts door een handjevol Birmezen wordt verdedigd. In de jaren daarna breidt Taksin zijn macht uit in veldtochten naar Laos, Cambodia, en in 1774 wordt ook Chiang Mai bevrijdt van de Birmezen. Een koning wordt daar als vazal van Taksin op de troon gezet.
Taksin als koning
Op 28 december 1767 liet Taksin zich tot koning kronen in Thonburi. Tussen alle veldtochten door werd de vesting Thonburi met behulp van veelal Chinese arbeiders uitgebreid en beveiligd. Hij bevorderde de handel en deelde rijst en kleding uit aan de hongerige en arme bevolking. Hij werd algemeen gezien als een ‘man van het volk’, streng (ik ben de tel kwijtgeraakt van het aantal onthoofdingen) maar rechtvaardig. Zo gaf hij tijdens alle veldtochten de soldaten opdracht om de bevolking niet te plunderen.
Hij zorgde voor een goede registratie van het gewone volk, de horigen en de slaven door te verplichten dat al deze mensen door een tatoeage op hun pols lieten zien waar zij woonden en wie hun meester (nai) was. Hij bevorderde kunst en literatuur. Zo verzorgde hij een nieuwe uitgaven van een beroemde Siamese tekst over de kosmologie: de Traiphumiphraruang. Hij organiseerde de crematie van Ekathat, de laatste koning van Ayutthaya.
Zijn voorkeur voor de Chinese gemeenschap gaf wel eens problemen, zoals met de van oorsprong Perzische familie Bunnag, die aan het hof van Ayutthaya en in het Zuiden van oudsher een belangrijke invloed hadden. Taksin haalde de banden aan met het Chinese Rijk, het Britse Rijk, de Portugezen in Goa en de Hollanders in Batavia.
Neergang, terechtstelling en executie van Taksin en de troonsbestijging van koning Rama I
In de latere jaren van Taksins’s bewind werd zijn gedrag steeds grilliger. Misschien dat hij door zijn lage afkomst meende zich te moeten bewijzen. Hij maakte ruzie met missionarissen maar wat erger was, ook met boeddhistische monniken. Monniken staan hoger in rang dan de koning, ook nu nog begroet de koning monniken met een wai en ze groeten niet terug. Monniken zitten hoger dan de koning. Maar Taksin eiste onderdanigheid van de monniken: ze moesten zich voor hem op de grond werpen en hem erkennen als een sodaban, een flinke stap in de richting van het boeddha schap. Hij zou aan godsdienstwaanzin hebben geleden. Zijn te rigoureuze onderdrukking van illegale handel (waardoor hij inkomsten misliep), en corruptie was ook aanleiding tot verzet.
Terwiel (pag. 79) zegt het zo: ‘Kwaliteiten, die deugden zijn voor een generaal die veldslagen moet winnen, worden een blok aan het been voor een zittend heerser….Hoewel Taksin als generaal zeer succesvol was kan dat niet gezegd worden van zijn koningschap’.
In maart 1782 kwam een edelman, Phraya San, in opstand en de rebellen marcheerden naar Taksin’s paleis dat verdedigd door christelijke bewakers. Onderhandelingen leidden er toe dat Taksin aftrad als koning en zich als monnik terugtrok in Wat Chaeng.
Zijn oude vriend Thong Duang, nu een generaal met de naam Chao Phraya Chakri en op veldtocht in Cambodja, haastte zich naar Thonburi toen hij het nieuws van het aftreden van Taksin vernam. Hij nam bezit van Thonburi, beval een zuivering, waar honderden ter dood werden veroordeeld waaronder ook een zoon van Taksin, Intharaphitak.
Taksin werd uit de tempel gehaald, voor een krijgsraad beschuldigd van on-boeddhistische activiteiten en executies zonder een eerlijk proces, werd schuldig bevonden en op 7 april 1782 onthoofd in het Fort Wichaiprasit. Hij was 47 jaar oud.
Chao Phraya Chakri, hoewel niet van koninklijke bloede, behoorde wel tot de oude adel van Ayutthaya. Hij trouwde met een dochter van Taksin en was zijn schoonzoon.
Chao Phraya Chakri kroonde zichzelf nog in hetzelfde jaar 1782 tot koning Rama I, de eerste van de nog steeds regerende Chakri dynastie, en verplaatste zijn hoofdstad naar Krungthep Mahanakhorn, de Stad der Engelen, de Grote Stad.
Echo’s uit het verleden: Taksin, Thaksin, legenden en ‘zwarte magie’
Rond al deze gebeurtenissen hebben zich vele legenden gevormd. Zij, die de nadruk leggen op de legitimiteit van Taksin als koning, beweren dat hij op een of andere manier toch afstamde van de koningen van Ayutthaya. Omdat het bloed van een koning niet vergoten mag worden zijn er sommige kronieken die zeggen dat Taksin in een fluwelen zak werd gestopt en met een stuk sandelhout werd doodgeknuppeld in de tempel waar hij verbleef. Ik hoorde ook het verhaal dat niet Táksin in de zak werd gestopt en doorgeslagen maar een ander, en dat Taksin de rest van zijn leven doorbracht als monnik in Nakhorn Si Thamaraat of Surat Thani.
Ik kocht een paar maanden geleden een boekje getiteld ‘Taksin is nog niet dood’. Ik zei tegen het winkelmeisje ‘Maar Taksin is toch al dood?’ ‘Nee, hoor’, zei ze, ’hij leeft voort in ons hart’. Het boekje verhaalt dat er in rond Nakhorn Si Thammarat nog afstammelingen van Taksin wonen.
In de eerste ruim honderd jaar van de Chakri dynastie, tot de revolutie van 1932, die de absolute monarchie omzetten in een constitutionele, werd Taksin vrijwel niet genoemd, waarschijnlijk uit angst voor een verlies van legitimiteit van de Chakri dynastie. Onder de eerste nationalistische leiders, als Phibun Songkraam, verschenen de eerste standbeelden en werd hij ‘Taksin de Grote’ genoemd.
Een ondertussen al opgedoekt tijdschrift van de roodhemden heette, misschien niet toevallig, ‘The Voice of Taksin’. Er zijn aanwijzingen dat de roodhemden Taksin vereerden, misschien zagen zij Thaksin wel als de reïncarnatie van Taksin, een bijzondere koning, niet van koninklijke bloede, en meer een man van het volk.
Voor de (zwarte) magie, waar alle Thaise leiders gek op zijn, verwijs ik naar de laatst genoemde link, een interessant verhaal maar te lang voor deze posting.
Noten
1 Soms word ik duizelig van de vele namen die Thais kunnen hebben. In het verleden kreeg iedereen een andere naam als ze de sociale ladder bestegen. Het komt nogal eens voor dat ik een naam niet kan thuisbrengen. Taksin had er wel een stuk of zes.
Taksin is een samenstelling van Tak (tàak), het stadje in midden-Thailand waar hij enige tijd gouverneur was en sin (sǐn) wat ‘geld, rijkdom, welvaart’ betekent.
Bronnen:
B.J.Terwiel, Thailand’s Political History, From the 13th century to recent times,River Books, 2011
Wikipedia: en.wikipedia.org/wiki/Taksin
Over (zwarte) magie in het Thaise politieke leven: black-magic-politics-bangkok-post-16309
Over deze blogger
-
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.
Lees hier de laatste artikelen
- Geschiedenis19 december 2024Op zijn verjaardag in 1995 gaf koning Bhumibol aan dat alle mannen een gratis sterilisatie konden ondergaan
- Geschiedenis14 december 2024Hoe een Nederlandse krant schreef over de studentenopstand van 14 oktober 1973
- Geschiedenis12 december 2024Hoe schreef de Nederlandse pers in 1960 over de geschiedenis en de huidige situatie in Thailand
- Cultuur17 november 2024Schemering op de waterweg
waarom zijn die Thai dan zo trots dat ze nog nooit zijn overwonnen
ik lees in uw verhaal dat die Birmezen dat toch wel degelijk gedaan hebben.
De Thais zijn nooit overwonnen, nooit. Onthoud dat. Dat de Birmezen Noord-Thailand hebben bezet van zeg 1550 tot 1789 is een leugen. Dat de Britten het in grote delen van Thailand voor het zeggen hadden tussen 1850 en 1900 en de Amerikanen tussen 1955 en 1975 is ook niet waar. Tussen 1941 en 1945 was er geen Japanse bezetting, echt niet. Dat ze in 1987-1988 een korte grensoorlog met Laos verloren, hoe kom je er bij. En in de drie Zuidelijke provincies zijn ze al ruim tien jaar aan het winnen!
Weliswaar nooit bezet door de Japanners echter ze heulden wél met hen…
Siam/Thailand heeft een zogezegde onafhankelijkheid dikwijls met zeer veel toegeving moeten bewaren. Ten westen van de Maekong kwam een stuk aan (Frans) Laos, het onderkoninkrijk Cambodja werd (al eerst grotendeels en wat later ook de paar nog overgebleven noordelijke provincies) afgestaan. De kroonprins die naar Europa was gekomen om onafhankelijkheid af te smeken, stond op het punt onverrichter zake huiswaarts te keren, toen hij door de Belgische oude professor (die als eerste recht internationaal vergeleek) en staatsman Gustave Rolin-Jacquemin gered werd (vandaar diens zeer hoge titel Chao Phraya Abhai Raja): In ruil voor de verdere onafhankelijkheid diende gans het Thaise rechtssysteem omgevormd te worden, opdat de westerse koloniale mogendheden vlotte handelsbetrekkingen konden genieten. Tot vandaag is Thais recht meer dan Angelsaksisch recht gelijkend op Belgisch recht, het toen meest moderne dat op de code napoleon was gestoeld.
Erratum: De familienaam van de echtgenote van Gustave Rolin, die hij aan zijn eigen oorspronkelijke familienaam deed toevoegen, was gespeld Jaequemyns, niet Jacquemin.
Thais zijn nooit overwonnen lieten iedereen de wat te gevaarlijk was gewoon hun gang doen ?
Hun gang laten gaan is wel zeer neerbuigend. Het was telkens een keuze tussen een diplomatieke oplossing die bij de toenmalige machtsverhouding het geringste onheil naliet, ofwel een regelrechte oorlog en dan allicht ondergang.
dat er tussen 1941 en 1945 geen japanse bezetting hadden komt vanwege een pact met japan
dit tot ergernis van amerika en bondgenoten
Zuidelijke provinicies kunnen ze nooit overwinnen daar de meerderheid fanatieke moslems zijn en men daar geen ander geloof tolereert dan de islam en men voor onafhankelijkheid strijdt
B. J. Terwiels boek ‘Thailand’s Political History, From the 13th century to recent times’, revised ed. “2011” maar toch al gekocht op 20 december 2010 in de shop van MaeFahLuang International Airport, ChiangRai, is zeer interessante lectuur.
Het geeft een wat andere kijk op de geschiedenis van het land, dan de propaganda die in de Thaise scholen wordt onderwezen. Overigens ook dan wat hierboven nogal in de verf gezet wordt: Birmezen waren niet altijd de schurken die per se het leefgebied van de Thai wilden veroveren en hun mooie hoofstad vernietigden. Siam veroverde ook zonder meteen belaagd te zijn geweest, verscheidene vanouds Birmese provincies en die werden – zoals vele of zelfs alle andere Thaise provincies – louter als wingewest uitgebuit.
Mij bleef in elk geval de indruk, dat gedurende veel eeuwen het rijk door Ayutthaya beschouwd werd zoals de Romeinen het hunne ooit zagen, slechts tot meerdere eer en glorie en vooral poen van de elite in de hoofdstad. Ik vermoed dat de nog steeds ongemeen streng toegepaste absolute bescherming van de koning tegen elke kritiek, mede daardoor verklaard wordt. De huidige mentaliteit van zoveel mogelijk evenwaardige provincies (o.m. met voor elk een door het ganse land erkend ‘beste’ typisch streekproduct waar de bevolking van iedere provincie zich als ‘ook belangrijk’ aan optrekt), en de behoorlijke geografische verdeling van de welvaart, zijn namelijk veel jonger dan die evolutie in Europa.
Thailand heeft net zo veel, of misschien wel meer, veroverings-en rooftochten uitgevoerd naar de buitengebieden, wat nu Birma, Zuid-China, Laos en Cambodja is, dan Birma. Voor Ayutthaya, Thonburi en Bangkok waren dat allemaal wingewesten inderdaad. Ik weet niet of er wat dat betreft zo veel veranderd is.
Mooi stuk geschiedenis, zeer leerzaam, bedankt.
NicoN
P.S.: Natuurlijk wordt de koning als ontzettend wijs en goed aanzien door kritiek te verbieden. Maar ook de omslag van een feodaal systeem met een fel uitgezogen land, naar het moderne Thailand onder de Chakri dynastie, verklaart het respect van het volk – vandaar de vele afbeeldingen die men overal bij gewone mensen ziet, ook van de vorige koningen uit die periode.
Een slaaf had het recht op eigen land dat hij kan bewerken ten eigen bate. En dat eigendomsrecht was onvervreembaar. Dis de eigen meester kon zich dat niet toe-eigenen.
Het is zelfs zo dat bij rechtzaken hieromtrent de slaaf meestal in het gelijk werd gesteld. Tot koning Rama V kan de koning zich geen gronden toe-eiegen, ook niet van een slaaf.
Zels koning Rama III moest een landruil doen met een slaaf om een stuk grond in bezit te krijgen voor de aanleg van een klong.
Het einde van de slavernij, had ook enkele nare neveneffecten. Want plotseling werd het registreren van land op naam ingevoerd, Tot dan toe was het zo, dat degene die het land gedurende X aantal jaar bewerkte er ook eigenaar van was. Dit werd dus afgeschaft, en behoorde ineens alle niet geregistreerd land toe aan de koning. Op die wijze zijn er grootgrondbezitters gekomen in Siam, voordien bestonden die amper. Op de buitenprovincies is het dikwijls nog steeds zo dat men uitgaat van het eigendomstrecht doordat men sinds generaties de grond bewerkt., maar er geen enkel eigendomsrecht kan bewezen worden door een Chanotte.
Voor een beter begrip van deze materie is de geschiedenis van het Thaise landrecht zeer interresante lectuur.
Gans de officiele Thaise geschiedenis is een hoax
Henry,
Je laatste zin in helemaal waar. De militaire junta heeft net een nieuw boek uitgegeven ‘Geschiedenis van de Thaise Natie’. Nationalistische propaganda.
Taksin is niet geexecuteerd. maar is in overleg verdwenen, Hij is gestorven in Nakhon Si Thammarat waar hij de laatste jaren van zijn leven heeft doorgebracht als monnik in een grottencomplex. Complex dat trouwens regelmatig bezocht word door Militairen, die hem nog steeds zeer hoog achten. Taksin was gehuwd met de dochter van de laatste koning van Nakhon Si Thammarat die hij verslagen had
pikant detail is dat de kleindochter van Taksin gehuwd was met Rama V en dat zij de koningin was die verdronk op weg naar Bang Pa In.
En de reden dat hij moest verdwijnen was een financiele reden. Taksin had de opstand tegen de Birmezen niet alleen gevoerd met financiele steun van China maar ook met Chinese troepen, Trouwens zonder goedkeuring van China had de opstand geen kans van slagen. Taksin had deze leningen afsgesloten ten persoonlijke tittel. Nu dat was een zware belasting voor het jong Siam. Dus verkoos men een Thaise oplossing. Taksin verdween en daarmee ook de schulden
Er zijn vooraleer de campagne tegen Birma begon heel wat diplomatiek overleg geweest. Deze messiven van deze diplomatieke missies zijn terug te vinden in Chinese documenten. Wat men ook in de Thaise geschiedenisboeken niet terugvind is dat alle Thaise koningen tot en met de val van het Chineze keizerrijk. de Chinese keizer aps hun Suzerein erkenden. In feite waren Siam en al de koninkrijken daarvoor vazalstaten van China.
.
De Chinese steun is terug te vinden in Chinese historische werken,
.
ook zeer lezenswaardig:
history of thailand door chris baker en pasuk Phongpaichit
zij schreven ook het boek Taksin dat (over de afgezette PM)
in feite is dit boek het vervolg op History of Thailand
Weer bedankt Tino voor een leuk en goed stuk.
Blijft over dat ik niet goed kan vinden of Taksin is geëxecuteerd of in overleg verdwenen.