Koning Ramkhamhaeng de Grote van Sukhothai
Koning Ramkhamhaeng de Grote van Sukhothai is één van de belangrijkste koningen geweest in de Sukhothai periode. Hij was de stichter van een monarchie waarvan de tradities tot op heden nog van betekenis zijn. Met de introductie van een nieuw alfabet schiep hij de basis voor een nationale identiteit. Hij bracht zijn land rijkdom en vrede, Sukhothai was één van de machtigste landen in Zuidoost-Azië. Dit is zijn levensverhaal.
Het begin
Ramkhamhaeng werd (waarschijnlijk) in 1239 geboren als zoon van de eerste koning van Sukothai, Sri Indraditya, en koningin Sueang. Ramkhamhaeng had twee broers en twee zussen. De oudste broer stierf echter erg jong en de tweede oudste Pho Khun Ban Muang volgde zijn vader Sri Indraditya na zijn dood op in 1270.
Tijdens het koningschap van zijn broer leverde Rama, zoals hij toen genoemd werd, op een leeftijd van 19 jaar een belangrijke strijd tegen de Khmer. Formeel was Sukhothai nog een vazalstaat van de Khmer en die probeerden alles om de afvallige vazalstaat weer in het gareel te krijgen. Rama won die strijd tegen de Khmer en ontving toen van zijn broer de eretitel van Phra Ramkhamhaeng = Rama de Stoute! Hij kreeg ook de controle over de stad Si Satchanalai, de tweede belangrijkste stad van het koninkrijk Sukhothai.
Koning van Sukhothai
Pho Khun Ban Muang overleed In 1279 waarna Ramkhamhaeng als de derde koning van Sukothai op de troon kwam. Hij groeide uit tot een uiterst bekwame diplomaat. Zo sloot hij in 1287 het zogenaamde Driekoningenverdrag af met koning Mengrai van Lanna en Koning Phraya Ngam Mueang van Phayao. Hiermee wist hij zich te verzekeren van vriendschap met zijn buren ten noorden van Sukhothai. Zelfs met de Yuan-dynastie in China onder de Mongoolse leider Kublai Khan werden vriendschappelijke betrekkingen onderhouden. Dat immens grote rijk kon je beter als een dierbare vriend hebben dan als vijand.
Diplomatie
Natuurlijk sloot Ramkhamhaeng niet alleen diplomatieke allianties ook door een slimme oorlogsvoering wist hij het koninkrijk uit te breiden. De noordelijke grens van het rijk was de grens met Lanna, in het noordoosten de grens met Phrae, Nan en Luang Prabang. In het oosten reikte het koninkrijk tot aan Vientiane en in het zuiden werd de grens op het Maleisische schiereiland bepaald ter hoogte van Nakhon Si Thammarat. In het westen lag het koninkrijk Birma, maar de macht van Sukhothai strekte zicht uit tot aan Tenesserim, Tavoy, Martaban, Hangsawadi en de Baai van Bengalen. In het oosten had Ramkhamhaeng het voormalige imperium Khmer totaal verslagen. Een nieuw centrum van de macht was ontstaan in Sukhothai en die macht was cruciaal voor Zuidoost-Azië tot aan het midden van de 15e eeuw.
Nieuwe identiteit
Ramkhamhaeng wordt echter niet de Grote genoemd vanwege zijn diplomatieke en militaire successen, die het koninkrijk Sukhothai tot een sterke macht in Zuidoost-Azië hadden gemaakt. Hij wordt de Grote genoemd, omdat hij de basis legde voor drie belangrijke beginselen van het nationale sentiment en nationaal bewustzijn van het hedendaagse Thailand:
- De sterke integratie van het Theravada Boeddhisme onder de mensen en een koninkrijk, dat bewust veel aandacht schonk aan het welzijn van de mensen. Deze religieuze en politieke oriëntatie was ook gestoeld op een culturele autonomie, waarmee koning Ramkhamhaeng zijn land bewust onderscheidde van naburige landen. Hij schiep een nieuwe identiteit waarbij hij de goede dingen van de Chinese en Khmer cultuur overnam. Hiermee kwam een eigen cultuur van Sukothai tot stand, dat later leidde tot de Siamese en uiteindelijk naar de huidige Thaise culturele identiteit.
- Een bewijs van oprichting van een eigen culturele identiteit is wel de ontwikkeling van een nieuwe schrijfwijze. Het bestaat uit 44 medeklinkers, 32 klinkers en 5 tonen van het geluid. Dit nieuwe lettertype, genaamd Lai Sue Thai, verscheen voor het eerst in 1292 door een in steen gehouwen verklaring van koning Ramkhamhaeng (in het Thais Silajaruek Pho Khun Ramkhamhaeng genoemd). Deze steenstele bevindt zich nu in het Nationaal Museum in Bangkok. Het wordt beschouwd als een rudimentaire bron van de Sukhothai geschiedenis en eveneens als een meesterwerk van de Thaise literatuur. De Thais leren nog steeds over Sukhothai in de 13de eeuw uit deze verklaring van de koning. Iedere Thai kan in principe de tekst van die verklaring lezen. Wanneer de woorden “Mijn vader werd Sri Indraditya genoemd …” worden uitgesproken kan elke Thai zonder moeite aanvullen “mijn moeder heette Nang Suang, mijn oudere broer heette Ban Muang….”
- Een ander belangrijk resultaat was de ontwikkeling van de economie. Koning Ramkhamhaeng hief geen belastingen op de handel en transport. Alleen de tin productie op het eiland Phuket was onderworpen aan een koninklijke monopolie en werd dienovereenkomstig belast. De steden werden uitgebreid, stadswallen en irrigatiesystemen gemaakt en het leger werd vergroot. Het begin van een schoolsysteem is zeker ook één van de verworvenheden van koning Ramkhamhaeng.
Absoluut vorst
Koning Ramkamhaeng was een absoluut vorst die op militaire wijze over het land heerste. Hij was zelf het hoofd van het leger en de gouverneurs en ambtenaren in de steden en dorpen dienden onder hem, in aflopende rangen. Hij regeerde met rechtvaardigheid en grootmoedigheid voor zijn eigen mensen, maar ook voor mensen van andere nationaliteiten, die leefden binnen zijn koninkrijk. Hun welzijn had zijn niet aflatende aandacht. Hij was toegankelijk voor zijn volk. Zo hing er een bel bij de paleispoort die iedere onderdaan kon luiden met een klacht. De koning luisterde en sprak gerechtigheid. Hij toonde ook grote belangstelling voor de morele opvoeding van het volk. Hij overtuigde hen om de eenvoudige Boeddhistische voorschriften in acht te nemen, om eer te betonen en aalmoezen te geven en een preek regelmatig bij te wonen.
Gouden Eeuw
Koning Ramkhamhaeng was een paternalistische en welwillende koning. Zijn mensen waren blij. Sukothai was welvarend en werd goed bestuurd. Met deze stijl van het koningschap kunnen de hoogtijdagen van het koninkrijk Sukhothai gerust als een “Gouden Eeuw” worden beschouwd.
Bronnen: *Der Farang: Dr. Wangemann/Helden der thailändischen Geschichte
Over deze blogger
-
Bert Gringhuis (1945), geboren en getogen in Almelo in het mooie Twente. Later vele jaren in Amsterdam en Alkmaar gewoond, werkzaam in de export voor diverse bedrijven. Ik kwam in 1980 voor het eerst in Thailand en was meteen verliefd op het land. Vele malen sindsdien terug geweest en na mijn (vroeg)pensionering als weduwnaar naar Thailand verhuisd. Daar woon ik nu al 22 jaar samen met mijn ietwat jongere Thaise dame Poopae.
Mijn eerste ervaringen in Thailand als een soort nieuwsbrief aan familie, vrienden en kennissen gestuurd, die later onder de naam Gringo op Thailandblog hebben gestaan. Veel, heel veel artikeltjes hebben die eerste verhalen gevolgd en dat is uitgegroeid tot een vrijwel dagelijkse hobby.
In Nederland nog een verwoed voetballer en voetbalscheidsrechter, maar de jaren gaan tellen en in Thailand nog altijd verwoed, maar het poolbiljarten is echt van mindere kwaliteit, ha ha!
Lees hier de laatste artikelen
- Achtergrond14 december 2024Cashewnoten in Thailand
- Isaan12 december 2024We gaan naar Ubon Ratchathani!
- Achtergrond6 december 2024De geschiedenis van de Thaise keuken
- Bezienswaardigheden2 december 202424 uur in Bangkok (video)
Gringo, bedankt voor deze interessante geschiedenis.
Mensen van andere nationaliteiten? Het hele idee van een natiestaat en nationaliteit kwam toch pas onder Chulalongkorn tot stand midden tot eind 19de eeuw? En zonder belastingen moet het koninkrijk toch uit andere bronnen haar dingen hebben betaald. Bijvoorbeeld het leger, manschappen die zeg maar een soort van dienstplichtig waren. Bij oorlogen was menselijk kapitaal dan ook erg belangrijk.
Volgens nationaal Thaise info of onafhankelijk, algemeen aanvaarde info ? Daartussen wil in Thailand wel eens af-en-toe een kleine discrepantie bestaan.
Dat de Thaise geschiedenisteksten met meer dan een korreltje zout genomen dienen te worden blijkt uit diverse zaken. Zo las ik vandaag een hoofdstuk in Nidhi Eoseewong’s boek ‘Pen and Sail: literature and history in early Bangkok’. Het hoofdstuk gaat over Lady Nophamat (Nang Nophamat), wie een vrouw zou zijn uit de Sukhothai periode en grondlegger van het mooie Loy Krathong festival. Dat verhaal valt (viel?) ook terug te vinden in verklaringen van het Public Relations Department van de overheid. Geweldig mooi verhaal natuurlijk, punt is alleen dat er ook referenties naar Amerikanen en kanonnen in voorkomen… Dus het kan onmogelijk een verhaal uit een ver verleden zijn. Naderonderzoek wijst er op dat het waarschijnlijk tussen 1817 en 1835 is geschreven en aangenomen is dat Rama III ongeveer de helft geschreven heeft.
Zo worden mooie verhalen verheven tot historie en verklaring van hoe Thailand nu is.
De Duitse auteur geeft hier dus een inkijk van hoe de goede mensen bij o.a. de Thaise overheid in de geschiedenis graag zien beschreven. De opmerking dat de feiten.. zeg maar… iets anders zullen liggen ontbreekt. Maar misschien is dat wel Duitse humor om geen (open?) deur in te trappen omtrent de juistheid van het verhaal.