Thailand heeft veel opstanden gekend voor meer democratie. In 1932 voor de afschaffing van de absolute monarchie, in 1973 en 1992 voor het verwijderen van dictators en in 2020 voor meer vrijheid van meningsuiting. Het is absoluut geen ‘mai pen rai’ land.
Hier een goed verhaal uit het “Nederlands dagblad, gereformeerd gezinsblad” op vrijdag 19 oktober 1973.
Zege voor Thaise studenten
IN Thailand hebben dezer dagen gebeurtenissen plaatsgevonden die andere Aziatische leiders, en met name die in Zuid-Korea, aan het denken zullen zetten. Wat is er namelijk gebeurd? Het land dat ons via de talrijke toeristenfolders tegemoet komt als louter vriendelijk en zachtaardig, beleefde grootscheepse onlusten. Deze onlusten werden door studenten en boeddhistische monniken geïnspireerd, en hebben volgens ruwe schattingen aan zo’n drie – tot vierhonderd mensen het leven gekost.
Thailand werd, zeker sedert 17 november 1971, op een uiterst autoritaire wijze geregeerd. Op die dag immers werd de grondwet buiten werking gesteld, een Nationale Uitvoerende Raad ingesteld, en het parlement op een zijspoor gerangeerd. De militairen, want die waren aan de macht, gingen het land per decreet besturen. En van die militairen vormde een driemanschap de kern. Dat deze drie in nauwe familierelatie met elkaar stonden, maakte de zaak slechts verdachter.
Tot vóór zondag jl. werd in Thailand de dienst uitgemaakt door premier Thanon Kittikachorn, een veldmaarschalk die tevens opperbevelhebber was van de Thaise strijdkrachten. Plaatsvervangend premier was de, bij de studenten uitermate impopulaire, Prapas Charusathien, terwijl het trio werd volgemaakt door de in macht toenemende zoon van premier Thanon, de kolonel Narong Kittikachorn. Deze laatste was gehuwd met een dochter van plaatsvervangend premier Prapas.
Als gevolg van de hevige studentenonlusten, demonstraties met honderd- en tweehonderdduizend man waren geen uitzondering, hebben de drie topfiguren van het vroegere Thaise politieke leven hun land thans moeten verlaten. Naar alle waarschijnlijkheid zullen zij zich in de Verenigde Staten gaan vestigen, want de opstandigen willen het trio niet meer terugzien. Daarmee is er inderdaad sprake van een omwenteling in de machtsverhoudingen in Bangkok, al dient daaraan onmiddellijk te worden toegevoegd dat er eveneens een zekere mate van continuïteit is gehandhaafd.
Om met de continuïteit te beginnen, vier ministers die dienden onder premier Thanon Kittikachorn treft men ook aan in het huidige bewind. Vervolgens lijkt er met betrekking tot de buitenlandse politiek geen ingrijpende koerswijziging plaats te vinden, zodat — om maar iets te noemen— de Amerikaanse luchtmachtbases in het land—zullen worden gehandhaafd. Het grote verschil met vroeger is echter dat voor het eerst sedert 1953 er weer eens een burger-premier aan het hoofd van de regering staat.
Deze premier is Sanya Thammasak, die in het Thaise openbare leven reeds bekendheid genoot als lid van de staatsraad, het adviesorgaan ten behoeve van de kroon, en tevens als rector van de universiteit van Bangkok. Premier Sanya is thans door koning Bhoemipol Adoelyadej als regeringsleider aanvaard. Maar in de nationale politieke verhoudingen is waarschijnlijk nog belangrijker dat dit eveneens door de studenten is gebeurd.
AANLEIDING tot het studentenprotest vormde de arrestatie door het bewind van premier Thanon van dertien studentenleiders. Zij werden beschuldigd van „hoogverraad”, maar wat dat nu precies inhield, was niet geheel duidelijk. In ieder geval meenden veel jongeren dat dit de druppel was die de emmer deed overlopen, en men trok de straat op. Op die straat bleek vervolgens dat de actie tegen de staat van beleg in het algemeen ging, en tegen bovengenoemd driemanschap in het bijzonder.
Het Nationale Studentencentrum, zoals de overkoepelende studentenorganisatie heet, bleek vervolgens een macht van belang te zijn in de Thaise samenleving. Onder druk van het geweld en de groeiende chaos, trachtte premier Thanon nog, door iets toe te geven, het vege politieke lijf te redden. De regering liet de dertien gearresteerde studenten vrij. Bovendien werd bekend gemaakt dat het bewind binnen een jaar gereed zou zijn met een ontwerp voor een nieuwe grondwet.
Op dat laatste hadden de studenten reeds lange tijd aangedrongen. De regering had die boot echter steeds afgehouden door op te merken, dat de voorbereiding van zulk een belangrijk constitutioneel document wel enkele jaren in beslag moest nemen. Aan de universiteiten begonnen toen ontwerpen van grondwet tn circuleren die door de studenten waren opgesteld. Wel een teken dus hoezeer men zich betrokken voelde bij de staatkundige gang van zaken.
De concessies ter elfder uur van het driemanschap mochten niet meer baten. De wanorde nam zulke vormen aan dat premier Thanon moet hebben besloten heen te gaan. Hoe dit besluit is tot stand gekomen, is momenteel onbekend, maar het is waarschijnlijk dat er ook binnen de strijdkrachten krachtige pressie op Thanon is uitgeoefend niet tot het uiterste te gaan. Eén van de militairen die de laatste tijd in nogal oppositionele positie stond ten opzichte van het trio, was generaal Kris Sivara.
Hoe het ook zij, afgelopen zondag dook koning Bhoemipol weer eens op in het politieke leven door het aftreden van de regering Thanon bekend te maken, alsmede de installatie van een burgerlijk bewind onder leiding van premier Sanya. Maar nog waren de studenten niet tevreden gesteld.
De politieke machtswisseling had de militaire verhoudingen namelijk niet gewijzigd. Veldmaarschalk Thanon bleef immers opperbevelhebber van het. leger? Welnu, door met zoon en aangetrouwde familie naar de Verenigde Staten te vertrekken, werd ook aan de laatste eis van de rebellerende jongeren voldaan.
Ook premier Sanya haastte zich olie op de golven te gooien. Binnen zes maanden zal er een ontwerp grondwet gereed zijn, en „zo spoedig mogelijk” na de aanvaarding zullen er nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. Zo lijkt Thailand op weg te gaan naar democratischer verhoudingen. Een opmerkelijk verschijnsel in een land dat geen democratische traditie kent.
D GANG VAN zaken in Thailand mag met name de Zuidkoreaanse president Park Tsjoeng Hie wel iets zeggen. Ook in Zuid-Korea is nog niet zo lang geleden een strak autoritair bewind ingesteld, waarbij slechts enkelen het bestuur uitoefenen. Ook in Seoel hebben onlangs studentenonlusten plaatsgevonden, al was de omvang daarvan vele malen geringer dan die in Bangkok. Maar ook president Park zal zich herinneren dat andere studentenprotesten, die in 1960, wèl leidden tot de val van de bekende dr. Syngman Rhee.
Kennelijk vormen studentenorganisaties in dit deel van de wereld dus een belangrijke macht. Eén van de achtergronden daarvan is zonder twijfel het politieke vacuüm waarin zij vaak kunnen opereren. Omdat het functioneren van een normaal partij-politiek leven onmogelijk is gemaakt, moet de oppositie zoeken naar een andere uitlaatklep. In een land waar de kloof tussen de intelligentsia of de aankomende intelligentsia enerzijds en de rest van de bevolking anderzijds groot pleegt te zijn, wordt die uitlaatklep al gauw gevonden in de studentenbeweging.
Met die studentenbeweging zal de regering van premier Sanya nu meer rekening gaan houden. Dat betekent onder andere, dat getracht zal worden aan de vele afgestudeerden die momenteel geen werk kunnen vinden, arbeidsmogelijkheden te bieden. Dat betekent voorts dat er iets gedaan zal moeten worden aan het economisch beleid dat ernstige rijsttekorten heeft opgeleverd, alsmede tegenslagen op de betalingsbalans. Of het tevens inhoudt dat er iets meer toenadering tot de Volksrepubliek China zal worden gezocht, terwijl de relatie met de Verenigde Staten wat zal verkoelen, moet worden afgewacht.
Een belangrijke aanwijzing in dit verband kan de toekomstige positie zijn van de reeds oude Pridi Phanomyong die thans in Parijs als banneling op mogelijk eerherstel wacht. Pridi heeft zich verdienstelijk gemaakt door indertijd met de „Vrij Thailand” beweging tegen de Japanse bezetting te strijden. Ook steunde hij als burger de in 1932 door jonge militairen uitgevoerde staatsgreep, die een einde maakte aan de macht van het koninklijk hof. Pridi werd in het begin van de vijftiger jaren echter weer verdrongen door veldmaarschalk Phibul. Hij verdween toen in ballingschap naar Peking, en werd vervolgens vanuit Bangkok bestempeld als handlanger van de communisten. Deze beschuldiging was waarschijnlijk overtrokken, maar zeker is wel dat Pridi— thans in de Franse hoofdstad — een links georiënteerd politicus is. Wanneer hij zijn comeback in Bangkok zal maken, is dat veelbetekenend.
Bron: Nederlands dagblad – gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling … [et al.] » 19 okt 1973 – Art. 41 | Delpher
Over deze blogger
-
Geboren in 1944 in Delfzijl als zoon van een eenvoudige winkelier. Gestudeerd in Groningen en Curaçao. Drie jaar als arts gewerkt in Tanzania, daarna als huisarts in Vlaardingen. Een paar jaar vóór mijn pensioen getrouwd met een Thaise dame, we kregen een zoon die drie talen goed spreekt.
Bijna 20 jaar in Thailand gewoond, eerst in Chiang Kham (provincie Phayao) daarna in Chiang Mai waar ik graag allerhande Thai lastigviel met allerlei vragen. Volgde het Thaise buitenschoolse onderwijs waarna een diploma lagere school en drie jaar middelbare school. Deed veel vrijwilligerswerk. Geïnteresseerd in de Thaise taal, geschiedenis en cultuur. Woon nu alweer 5 jaar in Nederland samen met mijn zoon en vaak met zijn Thaise vriendin.
Lees hier de laatste artikelen
- Geschiedenis14 december 2024Hoe een Nederlandse krant schreef over de studentenopstand van 14 oktober 1973
- Geschiedenis12 december 2024Hoe schreef de Nederlandse pers in 1960 over de geschiedenis en de huidige situatie in Thailand
- Cultuur17 november 2024Schemering op de waterweg
- Lezersvraag4 november 2024Uw mening over integreren in de Thaise samenleving