Baan Hollandia voorgevel

Ik geef het eerlijk toe: ik heb hét eindelijk gedaan…. In al de jaren dat ik Thailand aandeed heb ik misschien twintig keer Ayutthaya bezocht maar Baan Hollanda viel altijd om één of andere reden buiten het raam van deze bezoeken. Op zich is dit best wel bizar. De lezers die mijn stukjes op deze blog lezen weten immers dat de activiteiten van de Vereenigde Oostindische Compagnie, beter bekend als de (V.O.C.), in deze contreien al heel lang op mijn onverdeelde aandacht kunnen rekenen.

Afgelopen zomer is het er eindelijk van gekomen. Mijn oudste dochter was na een jaar verblijf in China, op de terugweg naar Vlaanderen, voor een paar dagen bij de papserd in Isaan aangelopen. Op weg naar Bangkok even in Ayutthaya gestopt. Na de obligate bezoeken aan Wat Phra Sri Sanphet, Wat Mahathat en Wat Phra Ram bleef er nog tijd over voor een bezoek ‘extra muros’. Ik liet mijn reisgezellen kiezen tussen de Japanse nederzetting en Baan Hollanda en het werd, na ampel beraad, dit laatste. Wij gezwind op weg naar Baan Hollanda maar dit bleek, vertrekkend vanuit het centrum van het Ayutthaya Historical Park niet meteen van een leien dakje te lopen. De schuld lag niet bij het gebrek aan oriënteringsvermogen van onze chauffeur maar aan de ietwat ongelukkig geplaatste en bijgevolg niet echt gemakkelijk op te merken bewegwijzering. Na wat gefoeter bereikten we, het terrein van de Chinese Wat Panan Choeng en de bijbehorende school dwarsend, uiteindelijk een niet al te best onderhouden en hobbelig wegeltje dat ons tussen een aantal aan land gesleepte, in diverse staten van ontbinding verkerende op te kalefateren boten, naar een locatie bracht waarvan ik vermoed dat het de parkeerplaats van Baan Hollandia was.

Oude funderingen

Een open plek, die plaats bood aan maximaal drie wagens, met een soort van geïmproviseerd wachthuisje, waar een kettingrokende slungel bevestigde dat dit inderdaad de parking was. Een smal paadje voerde onze groep langs een grasveld waarin de contouren van een aantal opgegraven structuren aangaven dat dit wel degelijk de restanten van de VOC-Factorij in Ayutthaya waren. De twijfelaars konden meteen worden overtuigd door het monument dat tussen deze archeologische relicten was opgetrokken en dat, in brons vereeuwigd, verwijst naar de VOC-factorij en de verschillende archeologische opgravingscampagnes die hier sinds oktober 2003 hebben plaatsgevonden. De bewaard gebleven funderingen en de resten van vloeren geven in ieder geval een indruk van hoe groot deze site ooit moet geweest zijn. Men mag niet vergeten dat in de hoogdagen er sprake was van een heus Hollands Dorp waar permanent tussen de 1.500 à 2.000 mensen leefden…

De geschiedenis van de VOC-factorij in Ayutthaya begint in feite in Pattani, een jaar voor de eigenlijke oprichting van de VOC als de Generale Vereenichde geoctrooieerde Compagnie. In november 1601 meerde Jacob Corneliszoon van Neck tijdens de tweede vaart naar de Oost van de Oude Compagnie (een van de voorlopers van de VOC) hier af met de schepen Amsterdam en Gouda op zoek naar peper, het ‘zwarte goud’ van de zeventiende eeuw. Toen het volgende jaar opnieuw twee Nederlandse schepen Pattani aandeden, werden in deze plaats een Amsterdamse en een Zeeuwse comptoir of handelshuis opgericht. Een handelspost, die uitsluitend op de erg lucratieve peperhandel gericht was maar die in 1623 werd verlaten omwille van het feit dat Jan Pieterszoon Coen, de toenmalige gouverneur-generaal de specerijenhandel in Batavia wou concentreren.

Archeologische vondsten

In 1608 kreeg de VOC het recht om een Factorij in Ayutthaya te vestigen. Het was, in die eerste jaren, niet écht een succesverhaal. Toch speelde Ayutthaya een niet onbelangrijke rol voor de VOC want zeker in de eerste jaren kwam een substantieel van de rijstvoorraden die bestemd waren voor de VOC posten in Batavia en elders op Java uit Siam. Vanaf 1630 kreeg de VOC-factorij in de Siamese hoofdstad echter de wind in de zeilen als gevolg van Japanse economische en politiek-bestuurlijke isolationisme waardoor alleen de Hollanders en Chinezen nog rechtstreeks met Japan handel mochten voeren. Herten,- roggen,- en haaienhuiden, gomlak, ivoor en kostbare houtsoorten werden vanuit Ayutthaya door de VOC naar Nagasaki gebracht. Deze handelstrafiek leverde al snel voldoende winst op om het voortbestaan van de Factorij in Ayutthaya te rechtvaardigen. Het is echter niet geheel duidelijk of het in 1632 dan wel in 1633 was dat de VOC, toestemming kreeg om ten zuiden van de stadsmuren van Ayutthaya, op de oostelijke oever van de Chao Phraya, een nederzetting te stichten. Het staat echter wel vast dat tegen het einde van 1633 er al volop werd gebouwd op de plaats waar zich vandaag Baan Hollanda bevindt. Een nederzetting die in haar hoogdagen bijna 1.500 inwoners zou gaan tellen…

Het huidige complex ontstond in 2004 nadat koningin Beatrix de benodigde sommen had geschonken ter herinnering aan 400 jaar van vriendschappelijke betrekkingen tussen Nederland en Thailand. Het gebouw zélf is geen replica van de VPC-Logie maar is wel losweg gebaseerd op de beschrijving die de VOC-scheepschirurgijn en Bunschotenaar Gysbert Heeck in zijn zeventiende-eeuwse reisverslag over een bezoek aan Ayutthaya had gepubliceerd. Het lijkt in ieder geval op een Hollands koloniaal gebouw uit de Gouden Eeuw met twee erkertjes op het dak en een statietrap naar de eerste verdieping waar zich ooit de vertrekken van de hoofdkoopman bevonden. Voor deze trap lieten de architecten zich wellicht inspireren door die van de heropgebouwde VOC- handelspost in het Japanse Hirado. Indertijd stond deze Logie bij de Siamezen bekend als Baan Daeng, of het Rode Huis, wat ongetwijfeld een verwijzing was naar de bakstenen waarmee het was opgetrokken. Vandaag de dag is het evenwel oranje, waarschijnlijk als een – niet zo subtiele – hint naar het Nederlandse vorstenhuis.

Tentoonstellingen

Terwijl we nog over het terrein struinden we aangesproken door een ietwat paniekerig kijkende Thaise jongeman die ons blijkbaar kost wat kost wilde binnenloodsen. Hij bleek een universiteitsstudent geschiedenis te zijn die samen met een collega-studente op ‘vrijwillige’ basis de boel runde. Na de obligate inschrijving in het gastenboek wou hij ons vol goede bedoelingen gaan gidsen maar hij droop al snel af toen Lung Jan zijn parate VOC-kennis te pas en blijkbaar vooral te onpas meende te moeten ventileren en dit niet alleen in het Nederlands en Engels maar ook nog eens in het Thais. Ik moet eerlijk gezegd toegeven dat ik gecharmeerd was door de kleine en compacte tentoonstelling. Niet te veel politiek-correct geneuzel over de VOC maar vooral interessante feiten en weetjes. Kaarten en illustraties geven een goed beeld van hoe het er in die -niet altijd vreedzame- periode aan toe moet zijn gegaan, met als bekroning een aantal vitrinekasten met een selectie van de vondsten die door de archeologen in situ waren gevonden: de kleine cowry shells die indertijd een valabel betaalmiddel waren, een paar oude wijnflessen, gebroken kleien pijpen, wat Chinees aardewerk en een handvol munten. Al bij al een evenwichtig samengestelde tentoonstelling die vooral de geïnteresseerde leek ongetwijfeld nieuwe cultuurhistorische inzichten kan verschaffen.

O ja, afrondend nog dit: de ietwat morsig aandoende leeshoek met een aantal flink beduimelde boeken en referentiewerken doet geen eer aan dit verder erg fraaie museumpje. Een bezoek aan Baan Hollanda is een absolute aanrader wanneer u een bezoek brengt aan het Ayutthaya Historical Park of gewoon als bestemming voor een dagtripje vanuit Bangkok. Nu alleen nog de bewegwijzering verbeteren….

Open van woensdag tot en met zondag van 09.00 tot 17.00 u.

Over deze blogger

Lung Jan

6 reacties op “Een bezoekje aan Baan Hollanda”

  1. Inge zegt op

    Hoi, Wij zijn paar jaar geleden ook in Baan Hollanda geweest, stukje buiten Ayuttaya; wij gingen
    met de tuk-tuk, ging heel snel; hij bleef wachten en daarna nog naar Japanse nederzetting, die de
    tuk-tuk chauffeur ook bezocht. Bij Baan Hollanda was net een klas van een internationale school, op bezoek. De kinderen vonden het heel leuk een praatje te maken.
    Ben sowieso gek op Ayuttaya; wil er beslist nog eens heen. We gingen per trein van Korat (Issaan) naar
    Ayuttaya, op zich een belevenis.
    Inge

  2. HansB zegt op

    Ik ben twee keer in Ayutthaya geweest en de tweede keer door Thaise vrienden hier mee naar toe genomen. Het was inderdaad niet eenvoudig te vinden.
    Ik vond het ook zeer de moeite waard.
    Een bezoek aan een vlakbij gelegen Japans historisch museum is dat eveneens zeker.

  3. TvdM zegt op

    Ik ben er vorig jaar augustus ook geweest, zeker de moeite waard als je in Ayutthaya bent. Prima per fiets te bereiken vanuit het centrum van Ayutthaya.

  4. geert zegt op

    Al drie keer voor een gesloten deur gestaan..

  5. Dick zegt op

    Er is ook nog een interessant museum in Ayuddhaya.Daarin is ook een landkaart te zien van Hollandse origine.Met de verwoesting van de stad door de Birmezen,was er geen meer .
    Teksten bij lokaties op die kaart zijn in Oud Hollandsche schrijfeijze aangebracht..

  6. Inge zegt op

    Hoi,

    Wij zijn er een paar jaar geleden ook geweest. Onze vrouwelijke tuctuc chaufeur, met een heel schone
    tuctuc, kon de weg gelukkig wel vinden. Wij zijn na Baan Hollanda nog naar iets dergelijks gegaan
    maar dan over Japan, vlakbij Baan Hollanda.
    Wij hadden in Ayuttayah een heel mooie homestay gevonden, met houten bungalows tussen het groen, bij heel lieve mensen. Wij willen zeker nog een keer naar Ayuttayah, zeker nu mijn zoon en schoondochter in Bangkok wonen.


Laat een reactie achter

Thailandblog.nl gebruikt cookies

Dankzij cookies werkt onze website het beste. Zo kunnen we je instellingen onthouden, jou een persoonlijk aanbod doen en help je ons de kwaliteit van de website te verbeteren. Lees meer

Ja, ik wil een goede website